VONNIS VOLTROKKEN
FEESTPROGRAMMA:
Baarle's Nieuws- en Advertentieblad
HET VLEES
Baarle
6 September
4 September
Weekblad voor Baarle-Nassau-Herfog en Omstreken.
Motorbehendigheidswed-
van Kath,
meentehuis
strijden:
achtervolging snelste ronde ring
steken vogelpik wiprijden
kegelrijden enz.
Alle bezitters van
kunnen deelnemen.
Entree 25 cent.
Om 7,30 uur ‘s avonds concert op de
Singel.
Openluchtbal in de tuin van het oude
gemeentehuis, ten bate
Thuisfront.
9 uur H. Mis,
Op 4 5» en 6 September
Om 10 uur v.m. op het Gloria voetbal
veld vliegerwedstrijd voor de schoolkin
deren.
‘sNamiddags om 2 uur; Wielerweg-
wedsTijd voor beginnelingen. Alle
jongens van Baarle en omstreken die een
race-fiets hebben kunnen deelnemen.
Inschrijvingen tot half twee. Dan wor
den in het Holl. patronaat de rugnum
mers uitgereikt.,
Na de wielerwedstrijd, om circa half 4
op het terrein achter het oude Holl. ge-
een motorrijwiel
43 e Jaargang
Zaterdag 4 September 1948
Nummer 35
tot wel
zijn van consument
stand gekomen
bewijzen dat het
l^^chie-
iW”
den hier is
formaat aan
Dat er iets niet in orde is met de vleesvoor
ziening is algemeen bekend. Het verheugt mij dat
Kribbegast, zij het dan in humoristische geest dit
kwaad op zijn manier signaleert. Ter verduide
lijking wil ik het een en ander ook door middel
van dit .blad aan eenieder die er belang in stelt
j^kkennis brengen.
^Worige week zijn de slagers van Nederland in
grote protestvergadering bijeen geweest. De
stroom van protesten die neerregende op het be
leid van de overheid, iri het bijzonder op de
minister van landbouw, visserij en voedselvoor
ziening, was van dien aard dat gezegd kan wor-
-is een ondeskundig beleid van groot
de orde. Nu ruim 3 jaar na de
bevrijding is de vleesvoorziening zo slecht dat er
een noodtoestand is ontstaan in de slagerij. En
waar het bestaan van ruim 10.000 gezinnen op
het spel staat is het georganiseerd bedrijf in op-
i en wil zij met klem de overheid
zo niet langer kan en mag.
3 ons vlees in de week
2e.
3e.
EVANGELIE VAN DE ZONDAG
In dien tijd kwam Jezus in het huis van een van
de hoofdmannen der Farizeen om den maaltijd
te nemen, en zij hielden het oog op Hem geves
tigd. En zie, daar was voor Hem een waterzuch
tig mens. En Jezus nam het woord en richtte
zich tot de wetgeleerden en Farizeen, zeggende:
Mag men op Sabbat genezen? Maar zij zwegen.
En Hij raakte hem aan en genas hem en zond
hem weg.
En Hij nam het woord en zeide tot hen: Van
wien uwer zal een ezel of rund in een put vallen,
zonder dat hij het aanstonds er uit trekt op den
sabbatdag? En ze waren niet in staat, Hem
daarop te antwoorden. Maar Hij sprak tot de
genoodigden een gelijkenis, met het oog er op,
hoe ze de eerste plaatsen uitkozen en zeide tot
hen: Wanneer ge door iemand ter bruiloft wordt
genoodigd, ga dan niet op de eerste plaats zitten,
opdathetu wellicht niet gebeure, dat een aan-
zienlijker dan gij door hem genoodigd heeft u
komt zeggen; Maak voor deze plaats, en ge
dan met schaamte de laatste plaats gaat innemen
Maar wanneer ge genoodigd wordt, ga dan heen
en zet u op de laatste plaats, opdat hij die u ge
noodigd heeft, wanneer hij kamt, u zegge:
Vriend, ga hooger op. Dan zal het u tot eer zijn
voor die met u aanzitten. Want wie zichzelf ver
heft, zal vernederd, en wie zichzelf vernedert,
zal verheven worden.
was dat wij een
zijn graf en die aan
München sturen.”
Mecklin hield Captain Crimmins, de Ameri
kaanse aalmoezenier staande: „Wat riep
Dostler toen hij het masker voor kreeg?” vroeg
hij de pater. „Hij zei: „Ich liebe Deutsch
land.” „Ik dacht dat hij „Es lebe Deutsch-
l^tó” schreeuwde”, zei Mecklin. „Zijn laat-
l^woorden tegen mij waren,” zei de aalmoe
zenier. „Ik geef mijn ziel aan God en mijn leven
aan het Vaderland.” „Het klinkt mij al te
dol,” zei Mecklin. „Waarom zou hij: ik houd
van Duitsland roepen. Dat is dwaasheid.” Wij
gingen weer koffie met taartjes eten en aan
tafel bleef er gekrakeel over Dostler’s laatste
woorden. Mecklin bleef beweren dat pater Crim-
min ongelijk had met zijn „Ich liebe Deutsch
land” en we moesten allemaal lachen toen een
MP-officier riep: „Hou er toch over op jongens,
die Dostler kan het toch niks meer schelen.”
Toen Mecklin op zijn stuk bleef staan, werd
pater Crimmins kwaad en zou het de Duitse
aalmoezenier dr. Grube gaan vragen. Een mi
nuut later was hij terug, legde een papiertje voor
Mecklin neer. Er stond op: „Es lebe Deutsch
land”. Mecklin ging op zijn stoel staan en kraai
de: „Mij kun je niet in de maling nemen. Ik
heb een half jaar Duits geleerd, zie je!”
Een korporaal #van de Gravendienst kwam
b'nnen en zei: „Als de heren er belangstelling
voor hebben, de begrafenis is om half elf.” Maar
iedereen bedankte. Wij dronken onze koffie uit
en gingen achter onze schrijfmachines zitten.
Ed Clark maakte er dit van: „dringend pers
unipress 01102 aversa wehrmacht generaal anton
dostler gefusilleerd door twaalf man usa execu
tiepeloton vanmorgen wegens zonder vorm pro
ces executeren vijftien amerikaanse oss-ers bij
opmars noord italië vierenveertig, para eerste
duitse generaal veroordeeld door westelijke geal
lieerden als oorlogsmisdadiger dostler stierf man
nelijk als nummer een met blinddoek clark.”
John Mecklin vroeg: „Kunnen we nou een si
garet opsteken?’„Verboten,” zei Clark,
„maar steek toch maar op, heren.” Wij begon
nen te roken. De dode werd op een carrier gela
den en na nog eenmaal ter identificatie te zijn
gefotografeerd, weggereden. Onze belangstelling
SUS» uit naar allen, die iets met de executie uit-
s^P-ide hadden gehad. Een luitenant van de dag
en nachtbewaking voor Dostler zei: „Blij dat het
achter de rug is. Die vent bezorgde me koppijn.
Ik kan nou weer rustig siapen.” Een correspon
dent vroeg „Zei Dostler nog iets toen u hem
uit de cel haalde?” „Hij zei: Ik begrijp dat
het Amerikaanse’ volk in het recht gelooft, Ik
bedank u voor de voorkomendheid waarmee u
mij hebt behandeld. Hij nam het allemaal spor
tief op. Hij zei dat hij er niet om gaf gefusil
leerd te worden. Later zou blijken dat hij zich
niet oneervol had gedragen. Zijn laatste wens
dat wij een foto zouden maken van
zijn vrouw en dochter in
helen: het is te gevaarlijk. De luitenant komt een
ogenblik later terug: „Hij vertikt het, majoor.”
Majoor Lum zei geërgerd: „Ook goed, d;
ten we d’r vandaag maar 's twee overl'
Daarna vroeg een MP-officier of de heren
nog gediend waren van broodjes met koffie. We
vonden het eerst wat uit de toon vallen, maar
United Pressman Ed Clark die vroeger infante
rist was geweest, zei dat hij het een goed idee
vond. Wij aten toen maar mee.
Het was precies negen uur. De majoor waar
schuwde: „Alles klaar? Als de gevangene buiten
komt: niet roken en mond houden.” Een paar
peukjes werden'op de grond gesmeten. Er vie:
een drukkende stilte, die een paar seconden duur
de totdat de majoor snel tegen ons fluisterde:
„Daar komt hij.”
Ik keek om en zag Dostler tussen vier man
het pad naar de kuil afkomen. Hij droeg het grijs
groene uniform met de rood-gouden kraagspie-
gels van zijn generaalsrang. Zijn dikke gevloch
ten goud-zilveren epauletten leken precies roer
eieren en je kon op het uniform de plaats zien
waar zijn decoraties gehangen hadden.^t het
stencil was bewterd dat hij zonder deWLties
zou gefusilleerd worden. Maar ik zag het E.K. I
op zijn borst. Het eerste wat ik eigenlijk var
Dostler had ontwaard waren zijn glimmend-
zwarte laarzen waarmee hij in een halve parade
pas tussen zijn escorte aan kwam marcheren
Hij liep zo stram, dat het bijna ongelofelijk leek,
hoe een mens zich in het gezicht van de dood zo
kon beheersen. Men zou het voor een laatste
uiting van het nazi-arrogantie hebben kunnen
houden. Toen zag ik zijn gezicht en dit laatste
vermoeden werd weggevaagd. Dostler zag bleek,
de kaken opeengeklemd en de lippen samenge
perst als bij een oude man, die zijn valse gebit
thuis heeft laten liggen. Zijn starende ogen licht
ten even op toen hij de erewacht zag waartussen
hij door moest lopen. Dan bemerkte hij ons, ver
slaggevers en hij stak zijn kin vooruit. Zijn mond
klemde als een schroef opeen en zijn kaakspie
ren stonden duidelijk getekend onder de vale
huid. Links naast hem liep een krijgsgevangen
Duitse legeraalmoezenier, rechts een Amerikaan
se aalmoezenier.
Dostler,vroom katholiek, werd in twee talen
in zijn laatste ogenblik bijgestaan. De groep pas
seerde het executiepeloton en daalde langs het
houten trapje in de kuil af. Twee MP's pakten
Dostler zacht bij de arm en leidden hem naar de
paal. Hij liep zo resoluut als in de zachte grond
mogelijk was> Twee andere MP’s, die opgesteld
stonden bij de paal, draaiden de generaal om,
grepen zijn handen en bonden ze met een stevig
dun koord achter de paal aan elkaar. Daarna
draaide een derde MP een zelfde koorde enkele
malen rond de benen van de terdoodveroor-
deelde.
Ondertussen las luitenant Luskin het lange
doodvonnis voor. Fotografen knielden in het
rond, verschoven hun platen terwijl magnesium-
lampen Dostlers krijtwitte gezicht nog feller
deden oplichten.
Majoor Lum ging naar de paal en vroeg Dost
ler of hij nog iets wilde zeggen. De veroordeelde
knikte neen. Een MP-man nam zijn Duit^kffi-
cierspet af en een ander haalde een zwart mas
ker te voorschijn. Toen hij het over Dostler’s
hoofd wilde doen, riep de generaal iets, dat
klonk als „Ich liebe Deutschland”. Het snerpte
door de morgen. Majoor Lum zei: „Opschieten
fotografen” en zij maakten dat ze wegkwamen.
Het masker z*akte tot op Dostler’s schouders.
De dokter, Captain Liebermann, zette een ste
thoscoop op de borst van de gevangene en gaf
daarna aan een MP de plaats van het hart aan;
deze prikte een witte schijf op het uniform en
liep snel achteruit.
Ondertussen kwam het executiepeloton de
houten treden af. De manschappen kregen elk
een geweer uit het rek toebedeeld. Een sergeant-
majoor liet hen halt houden, links-om maken en
het achterste gelid deed een halve pas naar
rechts terwijl het voorste gelid knielde. Toen
commandeerde luitenant John Magnocavallo zo
zacht dat het nauwelijks 10 meter verder te ho
ren was: „Legt aan vuurrrr!”
Het massale schot knalde en het peloton, zon
der een verdere blik op zijn werk, maakte links
om, plaatste de .geweren in het rek, marcheerde
de treden op en de manschappen namen op hun
oude plaats'weer de houding aan.
Dostler scheen op het ogenblik dat de kogels
hem troffen ineen te krimpen. Achter' hem vlo
gen stukjes grijze stof door de lucht. Dan vielen
zijn hoofd en bovenlichaam naar voren. Het
hoofd trok nog enige malen krampachtig omhoog
en hing dan ook stil. De witte schijf was verdwe
nen. Zo hing Dostler enkele minuten tot Captain
Liebermann naar voren stapte, opnieuw de ste
thoscoop op zijn borst zette en toen met een
schorre stem de veroordeelde dood verklaarde.
Men bond het lijk los, rolde het in een beddetijk
en legde het op een draagbaar,
Verschijnt iedere Zaterdag. Prijs f2.50 per half jaar. Advertentie prijs 4 cent per m. m.
Redacteur: J. C. Rovers Chaam Uitgave: Wed. T, de Jong-Baumers, Baarle-Nassau.
o—
De volgende morgen werden wij op de afge
sproken .tijd- afgehaald en wij gingen ontbijten.
Het was acht uur voordat onze autocolonne weg
reed, de autoweg naar Napels op en dan vlak
bij Aversa rechts af naar de gevangenis. Een van
mijn collega’s was razend omdat zijn voorpagina-
kop: „Généraal Bij Zonsopgang Neergeschoten”
daarmee in de prak was. In de gevangenis kregen
wij warme koffie met broodjes en informeerden
naar de gevangene. Hij bleek goed te hebben
geslapen en men had hem 's morgens zelfs moe
ten wekken. Een collega vroeg of dit het resul
taat was van een zuiver geweten of van het doel
matig doseren van enkele zogenaamde knock
out-pillen. Een ontzette blik was het officiële
antwoord.
Meclin wilde weten of ook Duitse oorlogsmis
dadigers voor hun galgenmaal mochten bestellen
wat zij graag lustten. Luitenant Hoffer zei, dat
hij voor dat doel op de eendenjacht was gegaan.
„Ik zorgde voor een flinke eendvogel”, vertelde
Hoffer: „en toen de -kok hem gebraden had heb
ik een rode pingpong-bal in het beest zijn gebak
ken bek gestoken om het geheel nog appetijte-
lijker te maken. De jongens hebben me'verteld,
dat de generaal ervan gesmuld heeft. Ik moet
alleen toegeven dat ik het dier bij de poelier heb
gekocht, omdat het met de jacht niks was gewor
den.”
Daarop kwam een majoor binnen en bracht
ons naar de executieplaats, een ongeveer ander
halve meter diep uitgegraven kuil, vijf en twin
tig meter lang bij twaalf meter breed. De bodem
was netjes opgeharkt. Aan het eind stond een
ongeverfde paal en vlak naast de houten trap
wlar-langs men van de begane grond in de kuil
kwam was een geweerrek met twaalf karabij
nen. Aan weerskanten van het sintelpad dat van
de gevangenis naar de executiekuil liep stónd
een stramme erewacht van MP’s met witte"'hel-
men, schouderrriemen en beenstukken. Beneden
wachtte vlak bij de blanke paal een leger-came-
ramensen. De pers werd achter een pas geverfd
groen hekje opgesteld. Een koude akelige wind
deed ons rillen. In de kuil hing lichte grondmist.
Majoor Lum, commandant der executie is
zenuwachtig. Hij schreeuwt tegen een luitenant
de Army-cameraman achter de paal vandaan te
„Alstublieft”, wees de sergeant naar een voor
twintig personen gedekte tafel in de officiers
mess van het zomerpaleis in Caserta. „Ik moest
de zaak in orde brengen voor de persmensen”.
Ik zei hem dat we hoogstwaarschijnlijk maar met
zijn achten zouden zijn. „Ik mag doodvallen, als
het niet elke keer zo’n grapje is”, vloekte de ser
geant en liep kwaad weg.
XVe waren in werkelijkheid met tien man toen
’s avonds om acht uur kolonel Clark, als public
relations officer verantwoordelijk voor de ver
binding met de pers, binnenkwam om ons offi
cieel mee te delen wat we allemaal al wis
ten dat wij getuigen zouden zijn van de exe
cutie van General Anton Dostler, de eerste offi
cier van de Deutsche Generalstab die ter dood
veroordeeld was door een Amerikaanse krijgs-
raad. Hij had op Führerbefehl vijftien USA Ge
heime Dienst-agenten laten executeren, die ach
ter de Duitse linies bij de Italiaanse oorlogshaven
La Spezia een tunnel hadden moeten opblazen
maar door de Duitsers waren gevangen geno
men.
Toen wij gegeten hadden, vertelde Clark dat
we om half zeven de volgende morgen zouden
moeten opstaan. John Mecklin van de Chicago
Sun vond dat beestachtig vroeg en Ed Clark
van de United Press irffeende te weten dat Dost
ler er ook niets tegen zou hebben, als de autori
teiten om de pers te plezieren zijn executie
tot een meer menselijk uur zouden uitstellen.
Wij kregen een stenciltje. Er stond in dat voor
Dostler’s cel voortdurend twee man op wacht
stonden en dat de sergeant-wachtcommandant
elk kwartier zijn chef moest opbellen. Als dit
telefoontje niet precies op de seconde binnen
kwam, zou versterking naar de dodencel snellen.
Zeventien manschappen en een officier deden
niet anders dan de gevangene bewaken, ondanks
het feit dat Dostler beloofd had niet te zullen
uitbreken of zelfmoord te plegen. Het stencil leu
terde verder, dat de gevangene zou worden dood
geschoten in een pas gestoomd en opgeperst uni
form zonder decoraties. Dostler had de Eerste
Wereldoorlog als luitenant meegemaakt, was
nazi en had het. na dienst in Frankrijk, Rusland.
Finland en tenslotte in Italië tot commandant
van het 75ste Armeekorps gebracht.
Een aangehecht velletje papier berichtte over
de constante training van een 24 man sterk pelo
ton. Zij oefenen van een afstand van twintig m.
op theeschoteltjës en missen nooit. Het dienst
doende executiepeloton bestaat uit twaalf man.
De namen worden uit een pet met papiertjes
geloot. Een' van de twaalf karabijnen is niet met
scherp geladen.
Door het loslaten der verplichte veeleveringen
en de weelderige grasgroei komt er nu geen vee
aan de markt. Het feit doet zich voor dat er veel
vette koeien in het land zijn die straks als het
najaar haar intrede doet, ter slachtbank zullen
worden aangeboden, terwijl er momenteel niets
is, gezien de verlenging van de vleesbon. Als men
nu nagaat dat er dit najaar 20 duizendvette
koeien van 600 pond geleverd moeten worden
aan België in ruil voor het schapenvlees en be
vroren rundvlees van de allerslechtste kwaliteit,
dat men in dit voorjaar in voorschot heeft ont-
vangen. Dat er 40 duizend varkens van 200 pond
voor 1 Jan. 1949 aan Engeland volgens de con
tracten geleverd moeten worden, dan wordt het
enigszins duidelijk dat van een ondeskundig
beleid sprake kan zijn. Voeg daarbij dat in het
afgelopen slachtseizoen 50 duizend ton varkens
vlees aan de bevoorrechte groep huisslachtingen
is toegestaan en in dit najaar een zelfde kwan-
turn ter beschikking staat. De zwartslachtingen
en smokkelhandel over de grenzen, alhoewel het
cijfer hiervan onbekend is, is toch van een zo
danige omvang dat door alles bij elkaar te nemen
door dit beleid juist de werkman en de werkende
middenstander de dupe zijn. Afgezien nog van de
ondergang van het slagersbedrijf. En wat nu het
meest frappante van het geval is, ’het slaqers-
bedrijf dat een belangrijke factor is in het econo
misch bestel is overleden aan de wetenschap: „de
geleide economie”.
De middenstands- en werkliedenorganisatie’s
die toch ook het stoffelijke vraagstuk van hun
leden moeten bevorderen zwijgen in alle talen.
Het gaat niet aan om iemand die de gehele week
moet werken een boterham met suiker en ’s mid
dags een vegetarisch diner voor te zetten De
huisvrouw die toch al zo veel zorg heeft om het
probleem bonnetjes van allerlei aard uit elkaar
te houden, wordt steeds,voor het harde feit ge
plaatst: wat moet ik mijn man. of zoon mee naar
zijn werk geven, wat moet ik opscheppen?
Hoe dit vraagstuk op te lossen?
Ziehier wat het georganiseerde slagersbedrijf
de minister voorstelt:
le. vrijheid van het bedrijf en als overga ng
- -niet vrije inkoop;
gehele afschaffing der vleesdistributie;
j v°or^oniing van invriezing van slachtvee
in de herfst.
Hopende dat wij hierin mogen slagen
zijn van consument en slagersbedrijf.