FüHRER-LEGENDEN
Te BAOL-DRAAIOM
Baarle's Nieuws- en Advertentieblad
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken.
EEN GROOT SUCCES
Drukkerij E> de Jong
witte en gekleurde
enveloppen
Concurerend
X
Herinneringen van een Feldwebel
een Perschef en een BenedictijiW
1923 werd de
zijn korporaal
Baarle-Nssau levert U
Klooit zijn in Baarle zoveel bezoekers
^geweest als kermis-Maandag. Het
was een mensenzee in de Nieuwstraat,
Singel, Molenstraat, op de Tommel en
aan de Grens. Overal een feestvierende
menigte die van heinde en verre naar
Baarle getrokken waren om de 7e editie
van den Baol-Draaiom te gaan zien. Liet
zich‘s morgens het weer dreigend aan
zien, in den namiddag was het enigzins
constanter geworden, en al maakte de
zon er dan al geen stralende zomerdag
van, alles bijeen was het toch dat wat
men goed weder noemt, en dorstig waren
de kelen genoeg en de cafe's maakten
zaken, als nimmer te voren. Het weze
hun gegund, want ook zij leverden hun
financieele bijdragen, zonder welke de
organisatie niet goed mogelijk is. Het
comité kan met voldoening op zijn werk
terugzien, alles was schitterend geregeld
en ieder was uiterst tevredenDe Baarlese
jongedames en de jongens van de K.A.J.
deden bijzonder hun best, doch konden
de grote vraag naar programma's niet
geheel cpvangen, omdat men er in een
minimum van tijd geheel door was. Geen
nood, ogenblikkelijk werd met het bij
drukken begonnen, en een kwartiertje la
ter kon weer met den verkoop begonnen
worden.
Waar de heren van den B.W.B. niet
^er uitgepraat konden geraken, was de
keurige afzetting van het traject. Een ge
weldige mensenmenigte overal keurig
achter de draad. Een bijzonder woord
van lof tot onze politie, Nederlandse en
Belgische, is hier dan ook zeker op zijn
plaats.
Wat.de wedstrijd zelf betreft. We kun
nen er kort over zijn, gij hebt hem im-
allen gezien, Lakeman won, omdat hij
de snelste was, maar ook de sterkste,
ronde na ronde heeft hij het leidende
peleton aangevoerd, een peleton waarin
de sterke Zaankanters Vooren, Bakker
en Piet Evers. Jammer dat Schulte en
van Steenbergen opgaven, zei het pu
bliek. Ja zeggen wij, omdat wij hen zeer
gaarne de tegenaanval in zagen zetten.
Maar Lakeman en Zaankanters
reden harden grote reputatie's kunnen
wel eens gekraakt worden.
Petrus van Verre was zesde, hij slaag
de erin voor de tweede groep aan te ko
men. Ook dit was een prestatie. De bezet
ting van Belgische zijde was niet groot.
Heijst op den Berg dat meer in een cen
trum ligt was voor de renners gemakke
lijker te bereiken.
We ontvingen van de afgevaardigden
van den B.W.B. de verzekering dat dit
niet meer zal gebeuren.
De Luxemburgers reden goed. Men
moet altijd gedenken dat 4 man niet te
gen het grote veld opkunnen. Zonder
pech hadden we Goldsmidt tussen de
eerste tien gezien. Onze Luxemburgsche
vrienden zijn ware sportlui en gaarne
zullen we ze hier in Baarle terugzien.
We kunnen tevreden zijn over onze
7e Baol-Draaiom.
Tot de achtste.
De Jonge Toscanini
Op het conservatorium te Parma stu
deerde een negenjarige jongen cello. Het
was de zoon van een eenvoudige kleer
maker, Arturo Toscanini, de nu wereld
beroemde dirigent. In de repétitie-uren
liet de jonge Arturo vaak zijn cello in de
steek, kroop in een repetitie celletje ach
ter de piano en speelde urenlang opera
passages.
^Op een goede dag werd hij betrapt en
week lang op water en brood gezet.
Dit kon zijn liefde voor opera-muziek
echter niet doden. Hij kreeg op achttien
jarige leeftijd zijn conservatorium-diplo-
ma en werd lid van een reizend opera
orkest als cellist.
Een jaar later speelden zij Verdi's
,,Aida“ in Rio de Janeiro. Vlak voor het
begin kreeg de Braziliaanse dirigent he
vige ruzie met zijn Italiaans orkest en
weigerde op te treden. Het publiek joelde
toen de plaatsvervangend dirigent al na
de eerste maten jammerlijk faalde.
De orkestleden raadden de wildgewor-
In dien tijd kwamin de tollenaars en de zon
daren bij jezus om Hem te böoren. En de Pari
zeen en de schriftgeleerden morden en zeiden;
Hij ontvangt zondaren en eet met hen. Maar Hij
sprak tot hen deze gelijkenis: Wat mensch on
der U heeft honderd schapen, en verliest er een
van, en laat niet de negen en negentig in de
Steppen achter, om het verlorene na te gaan, tot
hij het wedervindt? pn vindt hij het, dan legt hij
het met vreugde op zijn schouderen, en tehuis
gekomen roept hij vrienden en buren bijeen, en
zegt hun: Verheugt u.met mij, want ik heb mijn
schaap gevondep, dat verloren was. Ik zeg u;
Aldus zal er vreugde zijn in den hemel Tver een
bekeerden zondaar, meer dan over negen en
negentig rechtvaardige, die geen bekering nodig
hebben. Of welke vrouw die tien drachmen bezit
en een drachmen verliest, steekt niet een lamp
aan, en veegt het huis en zoekt met zorg totdat
zij ze vindt? En heeft zij ze gevonden, dan roept
ze vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt:
Verheugt u met mij, want ik heb de drachme ge
vonden die ik verloren had. Zoo, zeg Ik u, ont
staat er vreugde bij de Engelen Gods over een
bekeerden zondaar.
genoeg om een revancheoorlog te kunnen
voeren. Maar Ludendorff minachtte de Stre
ber Hitler. In de hall van de woning van de
generaal hing een tijdlang het bordje: „Hier
groet men niet met Heil Hitler!”
Na de mislukte Putsch van 1323 ..„2 2_
bfl|k tussen de generaal en
vorkomen.
Pater Lang was op die gedenkwaardige
morgen ook naar de vergadering van alle
vaderlandsgezinde Beieren getogen, die door
de toenmalige Beierse minister-president in
de Bürgerbraukeller te Muenchen belegd
was.
„Kunt u zich de eerste woorden indenken,
waarmee de Fuehrer zijn Putsch-rede be
gon?” vroeg de Pater, glimlachend bij de
herinnering.
En zónder mijn antwoord af te wachten,
vervolgde hij: „De Bürgerbraukeller was al
stampvol, toen Hitler met zijn gevolg binnen
kwam. Hij vuurde onmiddellijk een revolver
schot in het plafond en schreeuwde: „Mass-;
krug her, die deutsche Revolution hat begon
nen Een goede pot bier op tafel, de Duitse
revolutie is begonnen.”
den impresario het eens met de kleine
cellist te proberen, die alle muziek uit
zijn hoofd speelde. De jonge Arturo werd
uit de orkest-bak gesleept in een veel te
groot rokcostuum geduwd en op de diri-
gentenstoel gejaagd.
Het publiek juichte van ‘t lachen toen
de kleine vogelverschrikker zijn dirigeer-
stok ophief. Iedereen dacht de dolste fou-
i ten te gaan horen, maar aan het slot van
de eerste acte stond de hele zaal overeind
en bereidde de jonge Toscanini een mi
nutenlange ovatie. Zo begon een fenome
nale carrière.
ken vol eihandgranaten opgestapeld lagen.
Toen ik die zag wist ik hoe laat het was.
Toen de piloot zijn verzegelde tegenorders
opende en mij meedeelde, dat hij me achter
de rode linies moest laten omlaag springen,
heb ik hem gezegd, dat is zuiver moord, en
waarom hebben ze niet de moed gehad mij
dit in Berlijn te vertellen en me daar meteen
dood te schieten? Toen de machine wegens
motorstoring moest noodlanden, wist ik, dat
dit de eerste keer was, dat iemand die Hitler
te lastig geworden was aan de „vliegende
guillotine” ontsnapte.
Neen, Putzi Hanfstaengl gelooft niet dat
Hitler slechts een grapje maakte.
HITLER IN MUENCHEN.
In een der drukste wijken van Muenchen
ligt, slechts via een brede gang te b^^iken.
het honderd jaar oude Benedictijner Swoster
Sankt Bonifaz. Het achter hoge bomen ver
scholen, grote stenen gebouw werd in al die
jaren door de drie oorlogen, waarbij ook
Bayern betrokken was, nauwelijks beroerd.
In een der kloostercellen zit Pater Hugo Lang
O.S.B. en schrijft zijn memoires. Steeds weer
kruisen zijn herinneringen zich met het zo
goed als vergeten debuut van een jonge Oos
tenrijker, die in het jaar 1912 naar Muen
chen was gekomen.
„Ik trof hem de eerste maal bij een kleer
maker, die een van mijn parochianen was. Hij
woonde daar op kamers en verdiende de
kost met het schilderen van prentbriefkaar
ten, die hij zelf op straat trachtte te verko
pen. ’s Avonds we,rd er door de kleermaker
en diens vrienden kaart gespeeld en de jonge
onderhuurder ging dan steeds in een nabu
rige Brau schuimende potten bier halen.
Voor elke keer dat hij op en neer ging, kreeg
hijzelf ook een liter bier. Die jongeman was
Adolf Hitler.”
Pater Lang keek.geamuseerd over zijn bfil-
leglazen en zei: „In die dagen was hij com
munist. Muenchen was van oudsher een ver
zamelpunt van agitators en politici. U zult
zich wellicht herinneren, dat ook Lenin in 't
begin van deze eeuw zijn eerste communisti
sche krant Iskra (De Vonk) uitgaf.”
„Hóe kwam Hitler in de Nationaal-Socia-
listische Partij terecht?”
„Hij maakte kennis met enkele intellec
tuelen die elkaar regelmatig aan een stam
tafel ontmoetten. Een van mijn vrienden, de
journalist Anton Drexter, stelde het eerst de
principiële grondslag samen van een mo
derne combinatie van nationalisme en socia
lisme. Zijn ontwerp werd enthousiast ontvan
gen en onder stamtafelgepraat werd het als
partijprogram van een te stichten politieke
beweging aanvaard.
Hitler kreeg later het stamboeknummer 13
en niet zoals vaak beweerd wordt, het num
mer 7. Lid Nr. 7 was de Rijnlander Josef
Terboven, de latere nazi-gouvern^*k van
Noorwegen, die in 1945 zelfmoord l^Rt ge
pleegd.
Al spoedig hield Adolf Hitler zijn eerste
politieke toespraken in het openbaar. Onmid
dellijk bleek dat hij een grote invloed op de
massa kon uitoefenen en speciaal op vrou
wen. Het was overigens opvallend, hoe
Hitler er steeds op bedacht was zich met een
mysterieus waas van ongenaakbaarheid te
omgeven. Ik heb hem persoonlijk eens thuis
zien komen met een blonde pruik op en een
aangeplakte snor.
STRAFREGISTER.
Ik begon me toen voor de jongeman te
interesseren en schreef een brief aan een van
mijn vrienden in Wenen, die inzage kon krij
gen in het politiearchief van de Oostenrijkse
hoofdstad. Er was geen langdurig onder
zoek nodig om vast te stellen, dat genoemde
Adolf Hitler als arbeidsschuw elemmit be
kend stond en op verschillende botn^^rkcn
wegens agitatie onder de arbeiders ontslagen
was. Voordat hij naar Wenen was gekomen,
had Hitler als 16-jarige jongen enkele we
ken in een zenuwinrichting gezeten.
Van 1910 tot 1912 stond hij bij de Weense
zedenpolitie als souteneur ingeschreven en
verrichtte hij ook aanbreng-karweitjes voor
de politie. Op een gegeven ogenblik schijnt
hem echter de grond wat te warm onder de
voeten te zijn geworden en hij vertrok naar
Muenchen.”
DE „PUTSCH”.
„Hitler en Ludendorff waren het op één
punt vólkomen eens,” vertelde Pater Lang.
„Zij wilden beiden een sterk Duitsland, st?rk
SLECHT OPGENOMEN.
De vrolijkheid in de Reichskanzlei kende
geen grenzen. De drie complotteurs stelden
zich de grimassen van de doodsbenauwde
Putzi in steeds sterker wordende verhalen
voor de geest, en lieten de journaal-opnamen
van Hanfstaengl’s vertrek viermaal achter
elkaar onder grote hilariteit voor zich af
draaien. Als het driemanschap elkaar smor-
gens begroette was de geijkte uitdrukking:
„Nog niets van Putzi gehoord? Waar zou
hij toch zitten?”
Maar toen er na verloop van een week nog
steeds geen bericht van Hanfstaengl was
ontvangen, kregen zij toch een enigszins on
behaaglijk gevoel. De Gestapo ontving op
dracht Putzi op te sporen. Met de bekende
Gründlichkeit leverde deze beruchte instel
ling vlug werk en kon reeds spoedig melden,
dat Putzi van Dresden naar München was
gereisd, zijn intrek had genomen in het hotel
Regina Palast en vandaar de volgende dag,
na een kort bezoek aan zijn zuster gebracht
te hebben, met de hem voor zijn „Spanje-
avontuur” meegegeven valse papieren de
Zwitserse grens was overgegaan en in Zü
rich was opgedoken.
Dat hadden de kopstukken van het Derde
Rijk nu toch ook weer niet verwacht. Op een
of andere manier moest men Putzi weer naar
huis terug zien te lokken, want hij wist al te
veel van wat er achter de schermen gebeur
de. Men besloot Görings chef-adjudant, Ge
neraal Bodenschatz, naar Zürich te sturen
om aan de verontwaardigde Putzi te vertel
len, dat alles maar een grapje was geweest
en dat hij nu maar weer braaf naar huis moest
komen. Maar Hanfstaengl bleef hardnekkig
weigeren. Hij hield vol dat men hem had wil
len vermoorden en dat hij er in de verste
verte niet aan dacht zich in het hol van de
leeuw terug te wagen.
Toen Bodenschatz met deze slechte be
richten in Berlijn terugkwam, verwekte hij
helemaal geen laaiende vreugde. Göring
schreef een verklaring, waarin hij op ere
woord bevestigde, dat alles toch werkelijk
maar scherts was geweest en waarin hij Hanf
staengl tevens een professoraat aan een
Duitse universiteit beloofde, indien hij slechts
terug wilde komen.
Opnieuw werd Bodenschatz met dit papier
naar Zürich gestuurd, maar Putzi bleef op
zijn standpunt staan. 'Hij bezwoer niet eer
der naar Duitsland te zullen teruggaan, voor
dat hij een door de Führer persoonlijk on
dertekende brief zou hebben ontvangen,
waarin hem excuses voor de grap, die men
met hem had uitgehaald, werden aangebo
den. Maar dat kon Hitler toch niet over zijn
hart verkrijgen. Als het er op aan kwam ver
trouwde Hitler zijn ondergeschikte Hanf
staengl evenmin als Hanfstaengl zijn chef
Hitler.
En dit wantrouwen was niet geheel onge
rechtvaardigd, want Putzi had zich tegen
over Bodenschatz laten ontvallen, dat hij
sinds enkele jaren van elk gesprek met Hitler
en andere grootheden van het Derde Rijk,
nauwkeurig aantekening had gehouden. De
doorslagen van deze mémoires zouden in n
Londense safe tegen alle eventualiteiten zijn
beschermd en Hanfstaengl’s vriend, de be
kende Amerikaanse krantenkoning William
Randolph Hearst zou reeds een fantastisch
bod op deze onthullingen hebben gedaan, om
ze, zodra Hanfstaengl daartoe zijn toestem
ming zou hebben gegeven, te publiceren.
DE „VLIEGENDE GUILLOTINE”.
Na het einde van deze oorlog, besloot Wie
demann, las ik in een krant dat Hanfstaengl
weer naar Duitsland is teruggekeerd en ver
zocht heeft in de Bond van Slachtoffers van
het Nazisme te worden opgenomen. En tot
op zekere hoogte heeft hij werkelijk recht op
het lidmaatschap.
Putzi Hanfstaengl woont op het ogenblik
op een kleine boerenhoeve in hetzelfde dorp
als Alois Hohenadel, Stuffing en Staffelsee,
begraven in boeken en herinneringen. Hij
vertelt me als ik hem ga bezoeken, dat hij
bezig is een „Symphonie des Lebens" te
schrijven.
Is het waar, dat het die grap van Hitler
was, dat u van een van zijn meest vertrou
welijke medewerkers tot politiek adviseur
van Roosevelt deed omzwaaien?
Een grap? Dan heeft men u zeker niet
verteld, dat in hetzelfde vliegtuig dat mij
z.g.n. naar Spanje zou brengen, zes rugzak-
Nummer 23
Zaterdag 5 JUNI 1948
■r
43 e Jaargang
Verschijnt iedere Zaterdag. Prijs f 2.50 per half jaar. Advertentie prijs 4 cent per m. m.
Redacteur: J. C. Rovers Chaam Uitgave: Wed. T. de Jong-Baumers, Baarle-Nassau.