s
Baarle’s Nieuws- en Advertentieblad
DE MARINIERSBRIGADE
BONNENLIJST.
RONDOM MIJN BOEK
Distributie Nieuws
Rector v.d. Broek
(Slot volgt)
ex-
stu-
c.
Abonneert U op dit bladl
voor het tijdvak van 15 t.m. 28 Febr. 1948,
Elk der volgende bonnen geeft recht op het
kopen van
BONKAARTEN KA KB KC 802
181 melk 4 liter
183 melk 7 liter
186 vlees 100 gram
187 vlees 300 gram
188 189 Boter 250 gr. boter of marg. of 200 gr.
vet.
209 alg. 150 gr. kaas of 187,5 gr. korst, kaas
208 alg. 2 eieren
206 alg. 400 gr. brood of 1 rants, vermicelli e.d.
(geldig t.m, 21 Febr. a.s.)
204 alg. 1600 gram brood, geldig t.m. 21 Febr..
199 alg. 500 gr. sinaasappelen, voorinlevering.
192 reserve 125 gr. citroenen, voorinlevering
193 reserve 200 gr. kaas of 250 gr. korstel. kaas
195 reserve 800 gr. brood, geldig t.m. 21 Febr.
198 reserve 400 gr. brood, geldig t.m. 21 Febr.
BONKAARTEN KD KE 802
683 melk 12 liter
686 687 vlees 100 gram
688 boter 250 gr. boter of marg. of 200 gr. vet
689 boter 125 gr. boter of marg. of 100 gr. vet
708 alg. 2 eieren
706 alg. 400 gr. brood of 1 rants, vermicelli e.d.
Geldig t.m. 21 Febr,
704 alg. 400 gr. brood, geldig t.m. 21 Febr.
699 alg. 1 kg. sinaasappelen, voorinlevering
693 res. 100 gr. kaas of 125 gr. korstel. kaas
595 res. 400 gr. brood, geldig t.m. 21 Febr. a.s.
BONKAARTEN MA, MB, MC, MD,
MG, MH 802
bijz. arbeid a.s. jonge moeders, zieken
1063 brood 800 gram
1068 boter 250 gr. boter of marg. of 200 gr. vet
1062 marg. 250 gr. boter of marg. of 200 gr. vet
1064 kaas 200 gr. of 250 gr. korstel. kaas
1069 eieren 5 eieren
1067 melk 5 liter
1061 vlees 300 gr.
1066 vlees 200 gr.
AANVRAGE BIJZONDERE ARBEID.
In de week van 16-21 Febr. 1948 moeten de
naamlijsten MD 293-03, voor aanvraag van toe-
slagkaartervvegens het verrichten van bijzonde
re arbaid, vooi 4e en 5e periode worden inge
diend.
Tegelijk moeten de, voor ontvangst, afgete
kende, afschriften van de naamlijsten voor de
2e en 3e periode worden ingeleverd.
X
Gy dan, o lieve Bruyt! moet oock sijn aanslag meyden,
Met u door ‘t gebedt in tijds van sijn prickels scheyden
En sijne dolligheyt, waer in de jonckheyt swemt, W
Aenstons oock stappen af, en in uw' ziele stremt.
Dog wort gy noch somtydts, door inbelding bevogten,
Dit leedt en hindert niet, maer ‘t sijn maer loose togten,
Soo lang uw innigh mensch, tusschen dat snood aenslaen
Sig altoos onbevleckt blyft in Godts liefde staen.
Dickwljls dan tot ‘t Crijys en Jesus bloedige Wonden
Moet keeren, om te sijn bevrijdt van sulcijen sonden
Door de maetigheyt omgorden uwe leden;
Leeren oock altoos den tyt tot goet besteden.
Dus keert gy van u af de opgerese vlaegen,
En reynight meer u ziel, door de gedreygde plaegen;
Den duyvel niet en kan, als gij niet toe en stemt,
Al schent hy noch soo vreedt, maer syne toghten dempt.
Maer komt dat hels tempeest, Bruyt uwen geest wat quellen,
Voight Judiths voorbelt maer, en wilt u niet ontstellen;
Vreest dan voor geen gevaer, en blijft maer onbelaen
Onder den Cederboom van 't Heyligh Gruys wat staen,
Besproeyt u met het bloedt, loopende uyt de Wonden;
Den duyvel u verlaet, en gij blyft ongeschonden;
Want eene reyne Maeght die suyverheyt bemint,
Is het Heyligh Cruys, den troostelycksten Vrint.
Soo suit gy dan oock, bruyt, met Judith sonder schrick
Uwen vyant verslaen, en ontkoomen synen strick.
Dus suit gij met veel eer, en door een wae're deugt,
Gewaepent door ‘t gebed, den glans syn van de jeugt.
Gelooft sy dan den Heer, den Godt der heyerkragten,
Die u door syn gezaed' maeckt perel van geslagten,
Die u verheerlyckt heeft, en soo veel weldaet doet
En heden uwen stam, aldus door luyster voet.
g' Hebt mannelijck gedaen, wie Judith vroom van herten,
Godt u daerom verstreckt tegen des vyarits perten,
Want gy van jonghs af aen, waert altijdt t’zedig kindt.
t‘ Welck by de zede-deught de suyverheyt bemindt.
Dus van den al auden stam, syt luyster sonder erg
De vrugt der Nonnen-trijn van SINT CATHR1NEN-BERG,
Daer tegen pompery van ‘s werels loose vrugt.
Versmoort oock daer moet syn, het vleeschelyck genugt.
Wat een geluck voor u' wat vreugt, bruyt, voor u vrinden,
Dat gy tot uwen troost, een schuyl plaets weet te vinden
Daer voor of tegenspoet, u niet mag trecken af,
Maer altoos wort gevoet, tot dat gy daelt in ‘t graf.
Geeert sy dan uw Vader, bewaerder van uw jeugt
En uw Moeder mede, inplantster van de deugt,
Uw susters alle vier, door uw verheven staet
Syn in u gestigt, en haer een exempel laet.
Oom en moeyen komt, let op de bruyt gy Nighten,
Komt vrinden al te samen, u Judith ryp besighten,
Sy heeft door ‘t gegalm der minnenlycke lusten,
Belooft te syn getrouw, om eeuwigh te rusten.
Want g'hebt-, o goeden Godt, ons al tot u geschapen,
Ons hert is ongerust, tot t' rust in u sal raepen.
Dus wensch ick u bruyt, dat Godt aen u wil geven
Vermeerdering van deught, en oock 't eeuwig leven.
JAER-SCHRIFT.
gLorle Lof sY goDT, sYn UTtVerkooren rUstVoor aLLe eeUWlgheYt^Rlen
(1757)
tember 1948 een toelage wensen voor de stu
die aan een universiteit of hogeschool, hun re
quest eveneens voor 1 Maart 1948 moeten in
dienen.
De adressen, welke na genoemde datum bij
het Ministerie inkomen, kuunen niet in behan
deling worden genomen.
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
KUNSTEN EN
WETENSCHAPPEN
Tegemoetkoming in studiekosten
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wettenschappen bengt ter kennis van belang
hebbenden, dat personen meteen buitengewo
ne aanleg voor de studie, die niet in staat kun
nen worden geacht hun studiekosten te beta
len en die gedurende de cursus 1948-1949
vooreen Rijksstudietoelage (renteloos voor
schot) ter tegemoetkoming in die kosten in aan
merking wensen te komen, met uitzondering
van:
a hen, die aan een inrichting van kunst stude-
deren;
b hen, die aan een inrichting tot opleiding
voor onderwijzer(es) studeren;
hen, die studeren aan de Landbouwhoge
school te Wageningen,
zich voor 1 Maart 1948 per gezegeld adres tot
het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, Bureau voor Rijksstudietoe-
lagen, moeten wenden.
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken.
Belanghebbenden dienen in hun verzoek
schrift te vermelden naam en voornamen,
woonplaats en adres, de ini ichting van onder
wijs, thans of laatstelijk voor de aanvraag be
zocht, en de inrichting van onderwijs, waar
voor de toelage gevraagd wordt.
Studenten, welke reeds voor 1 Mei 1948
een of meer academische examens hebben afge
legd of zullen afleggen, dienen in hun verzoek
schrift te vermelden:
le welke hun studierichting is;
2e tot welk studiejaar zij behoren;
3e welk het laatst door hen afgelegde
4e wanneer dit examen werd afgelegde
amen is;
5e voor welk examen zij zich voorbereiden, bij
cand. ex. lettnr opgeven; bij doet. ex. hoofd
en bijvakken.
6e of zij in het lopende academiejaar als
dent zijn ingeschreven en, zo ja, waar;
7e of zij reeds in het genot van een studiebeurs
zijn en, zo ja, wie hun mentor is.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat ook
zij, die thans nog geen eindexamen H.B.S. of
gymnasium hebben afgelegd, doch mét 1 Sep»
kwam de oproep van dr. v. Mook aan de Ne
derlandse troepen (verscheidene lichte infan
terie bataljons waren inmiddels ook op Malak
ka verenigd) om Indie binnen te treden.
Bij Soerabaja ingezet.
Toen is de Indische episode van de Mari-
niersbrigade aangevangen. Het was in over
eenstemming met haar positie als Marine-een-
heid, dat zij het gebied van Soerabaja als ope-
ratie-terrein kreeg toegewezen. Op 10 Maart
1946 marcheerde de eerste Marinierscompag-
nieen het havengebied, Tandjong Perak bij
Soerabaja binnen, terwijl 5 grote vrachtsche
pen, rechtstreeks uit Amerika gearriveerd, het
omvangrijke moderne oorlogsmateriaal be
gonnen te lossen. Tien dagen later werden de
eerste stellingen van de Br. Indiërs overgeno
men en sindsdien heeft Soerabaja gedurende
meer dan een jaar in het teken van de Mari
niers gestaan.
Als de Mariniers er niet waren geweest,
zouden de Nederlanders Soerabaja niet heb
ben kunnen houden, is van hooggeplaatste
zijde gezegd'en met deze uitspraak is het be
staan van het ongetwijfeld kostbare apparaat
der Mariniersbrigade op zichzelf reeds ge
rechtvaardigd. Geleidelijk aan is door een
grote activiteit ,,de stalen ring" van Soerabaja
uitgebreid en tegen de zomer was de situati
zodanig, dat de burgers van de grote haven
stad weer ongestoord konden slapen en het
gebulder van het geschut zelfs niet meer te
horen was- Majoor D. Koekebakker.
Mariniersbrigade heeft haar taak vol
bracht! Dit kan men, terugziende op twee jaar
onvermoeide arbeid in de tropen, met trots en
met een zekere weemoed constateren.
Het is reeds vaak in verschillende toonaar
den geconstateerd, dat Nederland in deze
Brigade door een toevallige samenloop van
omstandigheden tot stand gekomen, een zeer
mooi militair apparaat heeft bezeten.
Het verarmde, door de oorlog geteisterde
Nederland, zond naar mate het bevrijd werd,
het enige overzee, dat het om zo te zeggen aan
militair potentieel bezat, zijn in de onderdruk-
kingstijd gestaalde jeugd, de oorlogsvrijwille-
gers- En door een reeds in Amerika opgezette
en goed gevoerde reclame-campagne over het
hele land kwamen de eerste en meest enthousi
asten van die oorlogsvrijwillegers terecht bij
de Mariniers. Wordt Marinier! Opleiding
in^j^aerika! Opleiding in 50 technische vakken
De toeloop was groot en voor September ‘45
waren enige duizende Nederlanders, van ex-
schooljongens tot huisvaders, de Oceaan over
gestoken en maakte in de States kennis met de
nieuwste oorlogstechniek van het beroemde
Amerikaanse Marinierscorps, dat in de Paci-
ficoorlog reeds zo zeer zijn lauweren vetdiend
had.
In Amerika
Niemand van al deze vrijwilligers had ooit
anders gedacht, dan dat zij uitvoeren, om in
het verband van een Nederlandse Mariniers
brigade (de Eerste, want ook een Tweede
stond toen op het programma) aan de zijde
van de Amerikanen te gaan vechten tegen de
Jappen, ten einde mede te helpen aan de be-
vrijding van het arme, geknevelde Indie. Wat
al deze mensen, zelf komende uit een onder
drukt land, bezielde, was het ideaal van be-
vrijding en vrijheid.
De atoombom en daarop de 1/e Augustus
‘45 gingen als een donderslag over de hele
wereld. Nippon legde het zwaard neer en
voor de Amerikanen was het oorlogsdoel be
reikt. Zij hadden niet langer Nederlandse
hulptroepen nodig; de daadwerkelijke bevrij-
ding van Nederlands Indie werd een taak voor
de Engelsen. z
Het lot van de Nederlandse Mariniersbri
gade was hiermede niet bezegeld, maar nam
wel plotseling een resoluut andere wending.
Vrij spoedig daaropvolgend begon het drama
genaamd Indonesië zich te ontwikkelen. Met
angst in het hart moest men aanzien hoe onder
Engelse leiding het Nederlandse gezag in In
die, dat op het punt had gestaan hersteld te
worden, verloren ging. De A"merikanen hiel
den zich aan hun woord en lieten de Brigade,
die thans in eigen Indie geheel onverwacht
nodiger was dan ooit, volledig uitgerust ver-
<tfkken.
JVlet dit vertrek is de Mariniersbrigade
voor een rauwe werkelijkheid komen te staan,
die niet zo zeer van haar Militaire krachten,
waartoe ze volledig was uitgerust, als wel van
haar moreel, dat een oorlogsproduct was het
uiterste heeft gevergd.
Beproeving
Op 30 December 1945 verscheen het eerste
troepenschip met Mariniers, de Noordam van
de Holland-Amerika Lijn op de rede van Ba
tavia, in welke stad de lijken van Europeanen
dagelijks in de kali dreven en talloze landge
noten onder de meest deerniswekkende om
standigheden zaten opgesloten in kampen. De
redelijkheid scheen zoek- Na enkele dagen
werd het schip met zijn van Nederlands stand
punt zo waardevolle lading teruggedirigeerd
naar Singapore, en voor twee maanden wer-
de Mariniers, op Engels bevel, onder zeer
pnmitieve omstandigheden opgeborgen op
een rubber-onderneming in het oerwoud van
Malakka. Pas na die lange wachttijd, die de
eerste grote beproeving was voor het vermo
gen tot zelfbeheersing en ondergeschiktheid,
44e Jaargang
Zaterdag 14 Febr. 1948
Nummer 7
Bij het thuisvaren van
haar vrijwilligers.
Verschijnt iedere Zaterdag. Prijs 12.50 per halt jaar. Advertentie prijs 4 cent per m. m.
Redacteur: J. C. Rovers Chaam Uitgave: Wed. T. de Jong-Baumers, Baarle-Nassau.