Baarle's Nieuws* en Advertentieblad
De voedselvoorziening in Neder
land tijdens en onmiddellijk
na den oorlog
centrale
le-
wier
zeer
EVANGELIE VAN DEN ZONDAG.
Hoofdstuk 4, 1-11
In dien tijd werd Jezus door den Geest naar de
woestijn geleid om door den duivel bekoord te
worden. En nadat Hij veertig dagen en veertig
nachten had gevast, voelde Hij honger. En de
bekoorder naderde Hem en zeide; Indien Gij
Gbds Zoon zijt, zeg dan, dat deze steenen brood
worden. Maar Hij antwoordde: Er staat geschre
ven: Niet van brood alleen leeft de mensch,
maar van alle woord, dat komt uit den mond
Gods. Toen voerde de duivel Hem naar de hei
lige stad en plaatste Hem op de tinne van de
tempel. En hij zeide: Indien Gij de Zoon Gods
zijt, werp U dan naar beneden. Want daar staat
geschreven; Zijn Engelen heeft Hij aangaande
u een bevel gegeven; en zij zullen u op de han
den dragen, opdat gij uw voet niet zoudt stooten
aan een steen. Jezus zeide hem; Er staat ook ge
schreven: Gij zult den Heer uw God niet beproe
ven. Wederom nam de duivel Hem met zich
naar een zeer hoogen berg en toonde Hem alle
koninkrijke der wereld en hun heerlijkheid. En
hij zeide: Dit alles zal ik O geven, indien Gij
neervalt en mij aanbidt. Toen zeide hem Jezus;
Ga heen, satan, want daar staat geschreven: Gij
zult den Heer uw God aanbidden en Hem alleen
dienen. Toen verliet Hem de duivel, en zie. En
gelen naderden en dienden Hem.
voor
voer naar en de voorraadvorming van het
Westen des lands lam. Het was te laat!
Intusschen waren de reserves in het
Westen opgegeten en begon de echte
hongersnood haar intrede te doen. Meer
en meer waren de menschen gedwongen
om de steden te verlaten op zoek naai
voedsel in de productiegebieden. Velen
volbrachten den tocht niet en keerden
nooit terug.
Door den geallieerden aanval over den
Rijn werd het Oosten des lands geheel
van het Westen afgesneden. Toen liet de
Rijkscommissaris omstreeks 4 April aan
Dr. Hirschfeld weten, dat de Duitschers
bereid zouden zijn over staking van den
strijd te spreken, wanneer zij in West-
Nederland geheel van Duitsland zouden
zijn afgesneden en ieder mogelijk contact
met de Duitsche Regeering zou zijn ver
broken. Gedurende de onderhandelingen
was hij bereid om voedselaanvoeren
naar het Westelijk deel van Nederland
toe te laten.
Naar aanleiding van deze mededee-
ling is het mogelijk geworden, dat door
tusschenkomst van een illegalen werker,
met wien het Rijksbureau geregeld in
verbinding stond, twee der vertrouwens
mannen van de Nederlandsche Regee-
ring met medeweten van de Duitsche
autoriteiten naar het reeds bevrijde ge
bied konden vertrekken om onderhande
lingen te voeren. De bespreking, die deze
vertrouwensmannen aldaar hadden, heeft
ertoe geleid, dat de aanval op het Weste
lijk deel van Nederland met de daaraan
onvermijdelijk verbonden onder water
zetting door de Duitschers, van een groot
deel van dit gebied, niet is doorgegaan.
De gevolgen van dezen vernietiging wa
ren niet te overzien geweest. Daarnaast
was het geheele levensmiddelenpaket op
„den bon”
Tot medio 1943 bleef de gemiddelde
calorische waarde van het voedingspaket
in stand. Daarna begon eén daling in te
treden, die vooral na net begin van 1944
sterk doorzette.
Embargo
De grootste moeilijkheden in de voed
selvoorziening ontstonden met het begin
van het offensief van Montgomery bij
Arnhem en Nijmegen. De Nederlandsche
Regeering te Londen kondigde op 17
September 1944 een algemeene spoor
wegstaking af. Hoe aan deze opdracht
gevolg werd gegeven, is volkomen be
kend. Minder bekend is wat zich nu ei
genlijk precies heeft afgespeeld na dien
datum. De heeren Dr. Ir. M. J. L. Dols en
D.J.A.M. van Arcken schrijven daar
over in het zoojuist verschenen Februari
nummer van het tijdschrift „Voeding”,
het maandblad van de Stichting tot we
tenschappelijke voorlichting op voedings-
gebied“. Op 22 September werd aan de
heeren Dr. H. M. Hirschfeld en Ir. S. L.
Louwes, resp. Secretaris Generaal van
het toenmalige Departement van Land
bouw en Visscherij, en Directeur-Gene-
raal van de Voedselvoorziening, namens
den Rijkscommissaris medegedeeld, dat
zij een oproep hadde’. ‘e richten tot het
Nederlandsche volk, waarin moest wor
den aa&gekondigd, dat indien de spoor
wegstaking niet onmiddellijk werd opge
heven, hierdoor de lang gevreesde hon
gersnood zou ontstaan. De bedoeling van
dezen oproep moest kennelijk zijn de
spoorwegstaking té breken. De heeren
Hirschfeld en Louwes hebben dit perti
nent geweigerd, hoewel zij wisten, dat nu
als reprasaillemaatregel door den Rijks
commissaris een embargo zou worden
afgekondigd. De afkondiging van dit em
bargo, die inderdaad volgde, verbood het
transport van alle levensmiddelen van de
Noordelijke en Oostelijke productiege
bieden naar de dichtbevolkte consump-
tlecentra in het Westen van het land. Wat
dit voor Nederland heeft beteekend, is
thans voor iedereen duidelijk. De gevol
gen waren door de Nederlandsche auto
riteiten voorzien. Zij hebben den Rijks
commissaris herhaaldelijk, maar terver-
geefs hiervoor gewaarschuwd, hem wij
zende op het ontbreken van voldoende
voorraden in het Westen en op de geva
ren, die de naderende winter met zich
bracht, indien niet tijdig voorraden wer
den gevormd. Op Duitsch bevel mochten
in het Westen ook voor de staking geen
voorraden zijn met het oog op landingen
aan de Nederlandsche kust. Eerst op 8
November werd het verbod, om levens
middelen naar het Westen des lands te
vervoeren, gedeeltelijk opgeheven. Het
duurde evenwel nog geruimen tijd voor
dat door de oprichting van de Centrale
Reederij Voedselvoorziening de situatie
iets verbeterde. Juist toen deze organisa
tie haar werkzaamheden kon gaan ont
plooien, trad de vorst in en legde den aan-
De Nederlandsche bevolking,
voeding voor den oorlog op een
hoog peil stond, betrok een groot deel
van haar voedingstoffen uit het buiten
land. Niet alleen broodgraan en vetten,
maar ook voedergraan werden voor een
belangrijk deel uit import verkregen.
Werd reeds na het uitbreken van den
oorlog in Augustus 1939 de invoer moei-
lijker, gedurende de Duitsche bezetting
was hij onmogelijk. Nederland was der
halve voor zijn voeding van 15 Mei 1940
af geheel aangewezen op de gevormde
voorraden levensmiddelen en grondstof
fen, alsmede op de binnenlandsche pro
ductie.
Aan deze gewijzigde omstandigheden
moest de landbouw noodzakelijkerwijs
aangepast worden. Onze varkens- en
pluimveestapel werden zeer aanzienlijk
ingekrompen, omdat ze in graanverbruik
concurrenten van den mensch zijn.
Daarnaast werd de productie van voe
dingsmiddelen zoo hoog mogelijk opge
voerd. Het aardappelareaal werd gedu
rende de oorlogsjaren met meer dan de
helft van zijn oppervlakte uitgebreid. De
bouw van oliehoudende zaden werd ge
stimuleerd. Grasland werd gescheurd en
enkele minder belangrijke cultures be
perkt.
Men had berekend, dat het op deze
wijze mogelijk zou zijn dat, ondanks het
uitvallen van den invoer, bij een ideaal
teeltplan en voldoenden kunstmest onze
bodem 2.000 cal. per hoofd der bevol
king per dag zou kunnen opleveren.
De distributie
Onder de dreiging van den tweeden
Europeeschen oorlog werd in 1937 het
Rijksbureau Voorbereiding Voedselvoor
ziening in Oorlogstijd ingesteld. De be
staande -organisatie, gebaseerd op de
Landbouw-Crisiswet 1933 werd bij deze
voorbereidende werkzaamheden inge
schakeld, zoodat in Augustus 1939 bij
het uitbreken van den oorlog het appa
raat voor de distributie gereed was.
Onmiddellijk na de bezetting op 15
Mei 1940 werden maatregelen getroffen
om te komen tot een algeheele distributie
van de aanwezige voedselvoorraden,
waarbij de bevolking werd ingedeeld naar
den leeftijd en naar den aard van den
arbeid.
Naast deze rantsoeneering, welke ge
schiedde door middel van bonkaarten en
rantsoenbonnen, bestond de
voeding met behulp van de Centrale
Keukens.
Nadat de distributie op bon van
vensmiddeien op 14 Octobei 1939 was
begonnen met suiker volgden langza
merhand andere producten. Na Juli 1940
kwamen de meeste voedingsmiddelen
op den bon. Toen op 26 April 1941 ook
de aardappelen gedistribueerd werden,
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken.
41 Jaargang.
Zaterdag 9 Maart 194 5.
Redacteur: Emiel de Jong.
Nummer 10.
Uitgave: Drukkerij E. de Jong, Baarle-Nassau.