aarle’s Nieuws
en Advertentieblad
I
In Duitsche gevangenschap.
Distributienieuws,
Bekendmakingen,
W. Eggink.
BEKENDMAKING
De pl. bur. h. voor Baarle maakt bekend
man. Maar in de eene helft lagen al 900 j van landbouwers, die smeermiddelen noodig
hebben voor karren, wagens enz. een vergun
ning kunnen afhalen te mijne kantore, voor
zoover de toewijzing voor de maand Maart
strekt.
De landbouwers waarvan door oorlogsge
weld het grasland is vernield geweest, kunnen
een mengsel voor blijvend grasland bekomen
en dienen zich hiervoor a s. Maandag 4 Maart
van 9-12 uur te mijnen kantore op te geven.
De pl. bür. houder
A. Feij.
Weekblad voor
Zoo stoomde de trein dan eindelijk
weer verder, zoo in de vroegte, tegen
schemer kwamen we door Keulen, dat
zag er in het eerste grauwe morgenlicht
troosteloos uit, niets als ruines, met in het
midden eenzaam enalleen het machtige
silhouet van de Dom.
Enfin we wisten in ieder geval dat we
zuidelijk gingen de Rijn langs, nu waren
er twee mogelijkheden, of naar Buchen-
walde of naar Dachau, we verdiepten ons
in gissingen.
Intusschen begon ieder in onze wagon
al aardig moe te worden, men kon niet
liggen, het was er zo goed als donker, en
daarbij was er nog een, die over z‘n ze
nuwen was en die niets deed als gillen.
Later overdag ging deze gevangene, die
volkomen de kluts kwijt was, allerhande
gekke dingen doen, hij gooide b.v. de
emmer voor de kleine behoefte omver,
hij probeerde de paketjes van andere ge
vangenen te stelen en maakte veel ka
baal. Door een dokter, die zich ook in die
wagon bevond is hij later in een hoek ge
legd aan handen en voeten gebonden.
Zoo hebben we ongeveer 36 uur in de
trein gezeten, toen eindelijk voor goed
gestopt werd. Het bleek Dachau te zijn,
we moesten allen uitstappen, en ons in
rijen opstellen, (‘savonds ongeveer 11 u.)
En zoo marcheerde het richting kamp
Dachau. De bewakers van de trein had
den zeker een slechte bui, omdat er een
stuk of 7 ontvlucht waren, want er werd
nogal geslagen.
In het kamp aangekomen stond een
SS-officier met een naamlijst en een
grote leren karwats. De namen werden
afgeroepen, en ieder moest in looppas na
die officier lopen en zich melden. Wie
niet vlug genoeg kwam kreeg er ongena
dig van langs. Hij zou die „blode Hollan
der" wel eens ieren! Zoo merkten we al
direct, dat hier de Hollanders niet geliefd
waren, hoe kon het ook!
We werden met alle 800 man in het
badhuis gestopt en daar konden we blij
ven staan tot de volgende ochtend (zitten
kon men niet, de'vloer was drijfnat). De
volgende morgen werd weer aangetreden
op de appèlplaats en werden de paketjes
van de gevangenen, die ze meegebracht
hadden gecontroleerd. Daar werd prac-
tisch alles van „in beslag genomen", al
leen brood e.d. mochten we houden.
We kregen een bad, en werden ont
luisd, dat ontluizen bestond uit het vol
komen kaal knippen van elke harige plek
op het lichaam en een bespuiting met ‘n
zeer sterke lysol oplossing. Het resultaat
was dan ook van dat ontluizen dat we al
len 2 dagen veel pijn leden, verschillen
de deelen, o.a. dijbenen waren gewoon
verbrand, de blaren stonden op de huid
van die bespuiting.
We werden naar een barak gebracht.
-De helft van die barak was al vol. De
ze barakken waren gebouwd voor 500
OFFICIEELS BONNENLIJST
voor de 2e helft van de 3e periode 1946 (3 tm.
16 Maart ‘46) Eelk der volgende bonnen geeft
recht op het koopen van:
BONKBARTEN KA. KB, KC, 603
060 t.m. 066 algemeen 800 gr. brood.
067 algemeen 200 gr.
068 algemeen 400 gr. suiker
099 algemeen 125 gr. boten
070 algemeen 250 gr. margarine
071 algemeen 100 gr. vet
072 algemeen 100 gr. kaas
B 16 reserve 800 gr. brood.
B17 reserve 1 kg aardappelen
BONKAARTEN LA, LB, LC 602
029. 030, 031 100 gram vleesch
025 aardappelen 2 kg
AIO 1,5 1. melk
B10 CIO 3 1. melk
BONKAARTEN KD KE 603.
560 561 algemeen 800 gr. brood.
562 algemeen 200 gr. bloem.
563 algemeen 500 gr. suiker
564 algemeen 250 gr. boter.
565 alg. 125 gr- margarine
566 alg. 100 gr. kaas.
d 16 dl7 reserve 400 gr. brood.
NummersT^
Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken.
EVANGELIE VAN DEN ZONDAG.
Hoofdstuk 18.31 -43
In dien tijd nam Jezus de twaalven bij zich
en zeide tot hen: Zie, we gaan op naar Jeruza
lem, en voltrokken zal worden aan den Men-
schenzoon alles wat door de profeten geschre
ven staat- Want Hij zal overgeleverd worden
aan de heidenen, en bespot en mishandeld en
bespogen worden. En men zal Hem geeselen
en ter dood brengen, en den derden dag zal hij
verrijzen. En zij begrepen niets daarvan, en dit
woord bleef voor hen verborgen, en ze ver
stonden niet wat gezegd werd. Toen Hij nu
Jericho naderde, zat daar zeker blinde langs de
weg te bedelen. En bij het hooren van de
voorbijgaande menigte vroeg hij wat dit was.
Nu gaf men hem te kennen, dat Jezus van Na
zareth voorbijkwam. En hij riep luide; Jezus,
zoon \an David, ontferm LI mijner. En die
voorafgingen geboden hem te zwijgen, maar
hij riep nog veel luider: Zoon van David, ont
ferm U mijner. Doch Jezus stond stil en beval
hem bij zich te brengen. Toen hij nu genaderd
was, ondervroeg Hij hem en zeide: Wat
wenscht ge dat ik doe? Hij nu zeide; Heer, dat
ik weder zien moge. En Jezus zeide hem; Zie
weder, uw geloof heeft u gered- En terstond
zag hij weder, en hij volgde Hem en verheer
lijkte God. En al het volk zag het, en gaf Gode
lof.
man, allemaal Russen en Polen. De an
dere helft was voor ons 800 Hollanders.
We moesten met z‘n drieen in een een-
persoonskrib, twee met het hoofd op het
kussen en een er middenin, met het hoofd
tussen de voeten van de twee anderen,
zoo'n plaatsje wezen ze mij ook toe, het
was er snikheet in die laatste dagen van
Mei, dus men kan begrijpen wat een on-
frissche bedoening zoo.n slaperij was.
We zijn 17 dagen in die barak in quaran
taine moeten blijven mochten het straatje
tussen de barakken niet verlaten, zoo la
gen we daar 17 dagen lang in de zon te
bakken, tot de vellen er bij hingen, men
mocht n.l. niet in de barakken overdag,
alleen om te slapen. Het eten was er zeer
weinig en van zeei slechte kwaliteit,
meestal soep van gedroogde koolrapen,
erg onsmakelijk.
Na de quarantaine kwam er een SS-man
in de barak, die beval, dat alle studenten
en kantoorbedienden buiten moesten ko
men en in een rij gaan staan. Ik ging er
ook bij staan, ik denk, misschien wordt
dat wel een goed baantje (ik had me n.l.
bij de tandstation eerst gemeld en opge
geven als tandtechniker, maar de SS tan
darts, die ook in Vug it geweest was, was
kwaad op mij vanwege die brievenge
schiedenis, ik had de tandkliniek in
Vught een slecht* bezorgd met
brievensmokkelen, zij hij, en hij wou me
niet meer in de tandstation zien.) maar
het bleek, dat we op transport zouden
gaan naar het werkkamp Allach, d.i. on
geveer 5 k.m. van München. We werden
er met vrachtwagens naar toe gebracht.
Daar aangekomen, zagen we een stel
vuile, versleten barakken staan met een
electr. geladen omheining er omheen.
We moesten eerst allen naarde kapper
daar werd bij ons allen een 2 c.m. brede
baan over ons hoofd geschoren, dus nu
liepen we niet alleen met een kaal hoofd
rond, doch ook nog met een nog kalere
streep erdoor.
Ik werd in een barak gestopt waar alle
maal Russen lagen, allen mongolen. La
ter bleek dat deze barakken wemelde van
het ongedierte. Wandluizen, vlooien,
kleerluizen en lijfluizen waren er in gro
te getale.
De eerste nachten kon ik er niet van
slapen, maar men went tenslotte aan al
les. De kribben waren daar van hout dus
daar huisden de wandluizen in. Ik sliep
op een onderbed (de bedden waren na
tuurlijk 3 hoog) met de planken van het
bovenbed boven me, ‘s nachts als ik in
dat bed lag, vielen me de wandluizen op
m‘n gezicht, doch ook daar went men
aan, want ik was ‘savonds doodmoe, ik
had n.l. een heel slecht commando ge
kregen.
(Wordt vervolgd)
1
41 Jaargang.
Zaterdag 3 Maart 194S.
B
Redacteur: Emiel de Jong.
Uitgave: Drukkerij^E^de^ong, Baarle-Nassau.