Baarle’s Nieuws
en Advertentieblad
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1945.
No. 5.
40e JAARGANG.
Hulp Actie Roode Kruis 1944.
Een Ereplicht.
Onze Boeren en nog wat.
Gemeente-Nieuws
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU-HERTOG EN OMSTREKEN.
SX9
Redacteur: Emiel de Jong.
r;:-:
de de felle vlam van een levendig natio
naal geweten. Zij gaven zich volkomen
rekenschap van de gevaren die zij liepen
maar volhardden desondanks welbewust
in hun taak. Omdat zij,zowelals hun dier
baren met leeuwenharten de gerechtig
heid liefhadden en onrecht haatten, kon
den zij hun eigen lot op het spel zetten.
Ze wisten zich gesteund door het millioe-
nen leger van alle weldenkende Vader
landers en stonden daarom pal op de
steeds bedreigde posten ver vooruit te
midden van 's vijands stellingen.
Wat zij bereikten? Vraag het de meer
dan tachtig Amerikaanse en Engelse Pi
loten, die in Baarle de grens passeerden.
(Een van hen niet minder dan negentien
keer.) Wat zij bereikten? Vraag het de on
getelde menigte jongens en jonge man
nen die nu veilig thuis zitten terwijl hun
vrienden ver van huis aan de willekeur
van een wanhopigen dwingeland zijn
overgeleverd. Vraag het aan de jonge
vrouwen, aan de vaders en moeders en
meisjes wier vreugde in de bevrijding nog
wordt vergald door duizend angsten over
hun echtgenoten, zoons en verloofden.
En zijn wij allen geen dank verschuldigd-
aan hen, die zich zelf eraan waagden om
ons des te spoediger van het Duitse juk
te verlossen? Wat dat betekent, wordt on
getwijfeld ieder duidelijk die hoort of leest
hoe het er in de nog niet bevrijde provin
cies toegaat. Een daad van verraad, zo
onnoemelijk laag, dat zeerzekerook ieder
rechtgeaard Duitser ervan zal walgen,
leverde ten slotte het trio, datwij voortaan
nog slechts met eerbied kunnen noemen,
over aan den vijand. Pogingen tot redding
mochten helaas niet baten. En toch... was
het beulenwerk ook maar één enkel uur
uitgesteld, was alles niet zó vlug in zijn
werk gegaan, de afloop zou allerwaar
schijnlijkst anders zijn geweest. O. L. H.
van wie de uitspraak komt: „Niemand
heeft groter liefde, dan die zijn leven geeft
voor zijn vrienden*, en daar zelf in voor
ging, heeft het anders beschikt. Hij zal
ook ongetwijfeld met goddelijke gulheid
belonen: in de eeuwigheid èn in de tijd.
Is het niet door elk der aanwezigen als
een symbool gevoeld, dat juist op het oo-
genblik, dat de lijken der beide mare-
chaussee's in de groeve werden neerge
laten heel Baarle dreunde van de ontplof
fingen te Gilze, voorboden van den Duit-
schen aftocht?
Laat ons, overheid en volk onzer beide
gemeenten, de nagedachtenis onzer ge
sneuvelde helden, hoog houden; laat ons
dit bewijzen eerst en vooral jegens de
nabestaanden: zijn zij niet de zwaarst
getroffenen? Hebben zij niet het smarte
lijkste leed te dragen? Zouden in het ver
dere verloop van den oorlog nog andere
helden offers uit ons midden gevergd
worden en zou er ooit een erelijst gebei-
De bittere nood van tienduizenden landgenoo-
ten, die door de oorlog getroffen zijn, elscht drin
gend voorziening. Het gebrek aan de allernood
zakelijkste huisvesting, kleeding, dekking en aan
onmisbare gebruiksvoorwerpen wordt met den
dag nijpender, ook ai wordt van vele zijden hulp
In de een of andere vorm geboden.
Alleen een algemeene hulpverleening waaraan
ieder naar vermogen deelneemt, kan uitkomst
brengen.
De .Hulp actie Roode Kruis 1944" door het
Roode Kruis opgericht, mede op initiatief van
het Nederlandsch R.K. Hulsvestings-Comité
heeft hiervoor geld, veel geld noodig, want hier
moet snel en afdoend hulp verleend werden.
Nog nimmer was de nood zoo groot!
Dit is werkelijk de zwaarste ramp die ooit ons
volk trof. Wij hebben een Vaderiandsche plicht
tegenover de getroffenen te vervullen.
Wij doen een beroep op u op 3 en 4 Februari a s.
zal er een collecte worden gehouden met inte
kenlijsten en aan de kerk na de missen met bus
jes, waarbij u uwe gave kunt storten. Wij vertou
wen op uwe mildadigheid.
De plaatselijke afd. van de
Hulpactie Rode Kruis
Vrijheidshelden zijn altijd bijzonder in
trek geweest. Willem Tell, Andreas Ho
fer. Georges Cadoudal, Cathellneau, de
Zuid-Nederlandsche boeren in den Fran-
schen tijd, de listige verstekelingen in het
turfschip te Breda, dat zijn zo enkele van
die figuren die wij, vaak over vele jaren
geschiedenis heen, onze warme bewon
dering hebben toegedragen. Dat we zelf
ooit In soortgelijke omstandigheden als zij
zouden leven; dat hebben we daarbij wel
nooit verwacht. Misschien voelden we
er een beetjespijtover, wanlniemand im
mers is geheel van alle lust tot avonturen
vrij. Maar er kwam zo-’n tijd; ook over
ons, midden in de twintigste eeuw. Spot
tend met alles wat recht en waarheid he
ten mag, vielen vreemde troepen onze
vredelievendelandenbinnen. Ze overrom
pelden in enkele dagen geheel Nederland
en wisten ook spoedig Belgie tothet strek
ken der wapens te dwingen. Speculerend
op een vals idealisme en veel meer nog
op schraperige hebzucht bij een deel der
bevolking trachtten de overweldigers
daarna door huichelachtige vriendschap
hun slachtoffers ook geestelijk totaal te
ontwapenen. Men kende echter het gefluit
van den vogelaar. De grote meerderheid
bleef voor zijn lokstem doof en naarmate
hij zich meer en meer verplicht zag, in tal
van steeds tyranleker maatregelen, zijn
ware gedaante te verraden, groeide aller-
wege degeheimeverzetsgewegingen. Ook
Baarle kreeg zijn ondergrondse, ja zijn
martelaren! Nooit mogen hun heldenge
stalten in vergetelheid raken.
Laten wij vooral toch niet te licht den
ken over al wat er gewerkt, gewroet, ge
ploeterd en gezwoegd is drie, vier jaar
lang door die politiemannen, die schijn
baar niets gewichtigers wisten te doen
dan een bonnetje te schrijven bij iedere
pekelzonde waarop ze je betrapten, dóór
die moedige vrouw, wier onschuldig uit
ziende reisjes, schijnbaar alleen voor
winkel en gezin, dikwijls van het grootste
belang waren voor onze geallieerde vrien
den, voor wie zij geld of moeite spaarde.
Och wij hebben allen op zijn tijd gegnuifd
wanneer onze „beschermers” hier of daar
weer eens achter het net visten, wij heb
ben misschien wel meegedaan aan jon
gensachtige plagerijtjes of toch minstens
gewichtigons aandeel bijgedragen in om
zichtig gevoerdefluistêrgesprekken. Maar
zij, zij wisten veel en zwegen, zij werkten
lange dagen, tot diep in den nacht. Veel
van wat zij tot stand brachten zal altijd
onder den sluier der geheimhouding blij
ven rusten, veel ook mag pas later rucht
baar worden. Maar trachten wij ons enig-
zins een denkbeeld te vormen van de wijd
vertakte organisatie die er wordt vereist
om zo talloze valse persoonsbewijzen,
„Ausweise”. bonkaarten en wat dies meer
zij, te kunnen verstrekken! Hoeveel
spoedboodschappen er vaak aan tal van
adressen bezorgd moesten worden! Langs
welke slinkse wegen vaak geheimen ach
terhaald dienden te worden. En bij dat al
les steeds rekening tehouden met de ach-
terdochtigespeurders vande „Sicherheits
dienst” met Ferdinantje en consorten!
Alles werd steeds met de grootste voor
zichtigheid voorbereid en uitgevoerd.
Plannen werden uitgestippeld en verwe
zenlijkt in alle verborgenheid, ieder glimp
je van vertoon, van zucht naar effect zou
onverbiddelijk naar den afgrond voeren.
Maar onze helden werkten niet om indruk
te maken op hun omgeving en evenmin
werden zij gedreven door enkel lichtvaar
dige avonturenlust. Zij handelden omdat
zij zich voelden in den greep van een
ken. En wanneer het dan luxe artikelen
betrof, nu ja, dan waren het in de meeste
gevallen de heeren woekeraars die elkaar
„afdroogden".
Verder zagen we een groot aantal, dat
teneinde de uitzending naar Duitschland
te ontgaan, gedwongen was hun baantje
of betrekking er aan te geven Velen zoch
ten een nieuw tijdelijk bestaan in smok
kel en handel in vloeitjes, shag, haarkam-
metjes en andere snuisterijen. Deze men-
schen waren zelf slachtoffers en er was
niets laakbaars in te zien, dat zij, liever
dan den vijand te helpen door hun arbeid,
op deze, zij hel dan onwettige wijze, In
hun levensonderhoud voorzagen. En het
i was niet altijd winst, want er waren altijd
nog ambtenaren, zij het dan slecht enkele
die in hun bekrompenheid meenden het
Deze week kregen wij bezoek van ie
mand wij zuilen hem gemakshalve
jan noemen die eens kwam praten
naar aanleiding van het artikel Onze
boeren” in ons nummer van vorige week.
Hij vond het niet geheel in den haak dat
er alleen werd gesproken over de boeren.
Hoe het dan wel stond met de burgerij.
Of wij niet wisten dat er ook onder de
middenstand en vaklieden woekeraars
waren. Hoe de boeren dikwijls afgezet
werden als zij noodzakelijke gebruiks
voorwerpen noodig hadden. Hoe zij niet
zelden prijzen moesten betalen 5 a 10
maal de normale waarde plus nog zooveel
boter, eieren of spek. Hoe de boeren door
een andere categorie burgers steeds wer
den opgezocht voor dit en dat en die kla
gen en smeeken konden dat er de steenen
van smelten zouden. Deze „bedelpartij”
werd bij tientallen boeren herhaald, en ai
vingen ze nog al eens bot ook de boer
kon niet blijven geven de opbrengst
was tenslotte wel van dien aard, datvelen
er al die jaren der bezetting heusch nog
niet zoo kwaad van hebben geleefd, ja er
waren er die het beter hadden dan de boe
ren. Het schijnt ook meermalen gebeurd
te zijn dat den overvloed nog teqen woe
kerprijzen zijn weg over de grens vond.
Ja, Jan, dat weten we allen. De heeren
„afleggers* waren ook onder de zakenlui
te vinden en heusch nietin mindere mate
dan bij de boeren. Doch hier was de
grens niet zo gemakkelijk te trekken, om
dat de meesten nu eenmaal geen produ
centen waren en het meeste zelf ook
teld moeten worden, dat dan de namen tegen abnormale prijzen moesten betrek-
van de drie heldengestalten die nu reeds
vielen in grote letters bovenaan mogen
staan.
Of ook, wanneer verder geen bloed
meer hoeft te vloeien, is.er dan niet alle
reden aanwezig om, zodra de tijdsomstan
digheden het mogelijk maken, opeen wel
gekozen plaats een van smaak getuigend
gedenkteken op te richten?
Is dit wel iets meer dan een simpele
ereplicht jegens hen die hun leven veil
hadden voor het belang van ons allen?
(Het zal tevens een stille hulde betekenen
aan hun minder bekende medewerkers,
die hun gevaren deelden, maar den dans
ontsprongen
Bovenstaand artikel hadden wc gaarne eerder geplaatst.
Waar ivo rrhrcr. «red wnnffn dr*nrvcr<rbill»»ndr» rwhnlwhi*
are in nun oeKrompenneia meenaen net
j deze menschen die toch ai zooveel zorgen
BAARLE-NASSAU.
Dit stuk had in het nummer van vorige
week geplaatst moeten worden.
KATHOLIEKE ACTIE DER MEISJES.
De K. A. der meisjes hield Donderdag j.i. weer
Propagandistenvergadering Het was de eerste
van dit nieuwe jaar tevens de eerste sinds de be
vrijding. De opkomst was goed. Na een korte les
over het inwendig leven, werden belangrijke din
gen besproken.
Vooreerst werd besloten tot het vragen van
enige nieuwe propagandisten, aangezien er en
kele vacatures gekomen zijn. Vervolgens werd
besloten een Gezins (E.H.B.O.)-cursus te begin
nen. als voorbereiding op een eventuele taak die
ons zou kunnen worden opgelegd bij het evacu
eren var. Nedetlanders boven den Moerdijk naar
hier of elders. Tevens is een dergelijke cursus
zeer nuttig voor later en ook voor onze huip hier
ter plaatse in de gezinnen, waartoe wij zeker met
onze K. A. moeten komen Zuster Agnes O. P. die
reeds meerderen tot vergleegster heeft opgeleid,
zal dezen cursus geven. Meisjes, die zich hier
voor wensen op te geven kunnen zich vei voegen
bij A. Smeekens, Chaamseweg.
Tevens brengt de K. A. der meisjes haar leden
hadden, moeilijk te moeten maken.
De echte „Zwarte Pieten”, de uitbui
ten en uitzuigers, diewarenniet zotalrijk,
deze kunnen we op een lijn stellen met
a-sociale elementen onder de boeren.
Hun practijken zijn genoegzaam bekend
en zij hebben hun naam voorgoed geves
tigd. Er waren er zelfs die zich niet
schaamden om zich van de hulp van den
vijand te verzekeren teneinde op nog ze
kerde wijze hun geldbuidel te verzwaren,
ze deden het uit vaderlands liefde, om
deze goederen aan de vijand te onttrek
ken de sukkelaars, net alsof de bezetters
deze zwarthandel niet eerder in de hand
werkten, om de nog verborgen voorraden
los te krijgen. Wat beteekende voor hen
een handsvol papieren geld, of dachten
de handelaars dat de koffie van fi 300 per
kilo door Nederlanders opgedronken
werd? Ja Jan, de heren hebben er zijde bij
gesponnen. De oorlog is voor hen nog
niet zoo kwaad geweest. Of hun oneerlijk
verdiend, we zouden haast zeggen gesto
len geld, hen geluk zal aanbrengen, we
betwijfelen het.
De derde categorie van profiteurs, zij
vormden de lachwekkenden. Ook zij
waren goede vaderlanders, want zij
scholden op de moffen, die alles weghaal
den. van den vroegen morgen tot den la
ten avond. En als het met praten te doen
geweest was. Hitler en zijn nazi’s waren
al lang verslagen geweest. Intusschen
zorgden zij wel dat de Duitsers hun deel
vooral niet te pakken kregen. Op zichzelf
niet slecht, maar ze dachten niet aan de
velen die niet zoo brutaal waren en ge
brek leden. „Het is nu een lijd dat ieder
voor zich zelf moet zorge<n" was hun ge
ijkte meening. Iets doen voor hun mede-
menschen of, in het belang van onze
zwaarder getroffen landgenoten, wanneer
zij hiervoor uithoofde van hun beroep of
betrekking in de gelegenheid waren, ho
maar, zij moesten aan hun gezin denken
en vooral aan hun gemakkelijk baantje
- dat laatste zeiden ze er echter niet bij
je moest immers zoo oppassen, want
ze zetten je zoo maar in ’n concentratie
kamp. Maar ook dit aantal was nog niet
zoo heel groot. We hebben ze gekend,
maar we hebben er ook zeer vele andere
gekend, die de Duitsche maatregelen
zooveel mogelijk saboteerden, helpen
waar te helpen was, vaak met groot ge
vaar voor hun eigen veiligheid.
Ja Jan, grof egoisme vindt ge onder alle
standen der maatschappij-. Ze waren er
altijd en zullen er altijd blijven. We zul
len er voor vandaag maar mee eindigen,
maar komen er misschien nog wel eens
nader op terug.
Uitgave: Drukkerij E. de Jong, Baarle-Nassau.
Waar wc echter, gedwongen door verschillende technische
moeilijkheden, ons blad niet kenden uitgeven zooals we
j.-t i_ j wilden, hebben wc gemeend dit belangrijk onderwerp tc
krachlige overtuiging, omdat m hen brand- behandelen in enze eerste flinke uitgave.