i
Wij leveren U
Emiel de Jong
Ne^ „AKKERTJE
De Nederlandsche Pijnstiller
Arbeidsdienstmannen terug
van
straks barsten
Kale boomen,
de knoppen weer open.
Vrijheid of bandeloosheid*
maar
hun gang naar 't Oosten.
De beteekenis van
’t Oostfront Ernst of luim.
we al
Verantwoordelijk _yoor den geheelen inhoud Em. de Jong, Spoorstraat A 66, Baarle-Nassau.
Uitgave: Drukkerij Em. de Jong, Baarle-Nassau P 1804|l.
Zij had voor de eerste maal gekookt: kals-
lapjes met dopererwtjes.
Manlief had ervan geproefd en had alles in
de prullemand gegooid!
HET IETS.
Mevrouw.Toertjes (tot haar dienstmeisje).
Marie, vlug! Ik heb me in mijn vinger geene
den. Haal iets dat ik rond mijn vinger win
den kan!
Marie Dan zal ik mijnheer roepen.
ENFANT TERRIBLE
Mama (die ziet Jat Bob z’n zusje zoent)
Bob, waarom zoen je je zusje?
Bob. We spoelen groota m^nschen mama. U
is gaan, winkelen, ik bon papa en Annie is de
kinderjuffrouw!
Luxe schrijfpapier,
Enveloppen,
Mappen schrijfpapier,
Rekeningenblocs,
Kwitantieblocs,
Kantoorboeken,
Kasboeken,
Cahiers,
Notitiegoed,
beslag nemen; die mogen teggn ons op
botsen, als we in ’t donker op den rijweg
bij onze fietsen staan te kletsen; die moe
ten maar den rijweg op, wanneer we van
’t trolttoir een vergaderplaats hebben
gemaakt
Zonde van’t geld en de moeiten, die
gespendeerd zijn aan de Verkeersweek!
Wij hebben een verkeersweek gehad,
waarin met alle mogelijke middelen alle
moeite is gedaan, om ons volk tot ver-
keerstucht op te voeden. Politie en onder
wijzend personeel hebben er hun best
voor gedaan. Witte verkeersbanen op de
straten wezen het verkeer den juisten
weg.
Sinds zijn een paar maanden verloo- zoeken, als we met drieën ’t fietspad in
pen. De regen heeft de witte banen uit-
gewischt en blijkbaar ook de verkeers
regels uit het geheugen der menschen!
Wat zijn we toch een losbandig volkje.
Aan alle tucht, aan alle regeling schijnen
we een hekel te hebben, zelfs Wanneer
die regeling in ons eigen belang is. Vrij
heid, niet waar, ook vrijheid om ’t ver-
i keerd te doen, om ’t elkaar moeilijk en
onaangenaam te maken als we er zelf
onze gemakzucht maar bij kunnen bot
vieren! Want de gemakzucht en de non
chalance, de vrijheldszlnofbandeloosheid
die doed ’t hem. Wij doen wat wij willen
en van de anderen trekken we ons niets
aan. Die moeten maar een heenkomen
bezit een zeer groot© spankracht. Wie in
zijn ziel sterk is, komt alles te boven. Hij
weet,^dat God over ons waakt en dat be
proevingen ons overgezonden worden tot
ons eigen heil.
En na den donkeren nacht komt de
lichtende morgen.
Aan de takken en twijgen, die nu het
laatste gele loover loslaten, dat we in
zachte wentelingen naar de vochtige aar
de zien vallen, zullen straks de knoppen
weer losbarsten.
En vogels zingen dan weer hun hoog
ste lied op dezelfde takken. Als onze ziel
sterk is en God het wil zullen wij het zien
en hooren.
En daarom: met hoop in ’t hart en ver
trouwen op God moedig de moeilijkheden
van den nieuwen winter tegemoet.
over moet men het heele gewicht van zijn
macht te stellen. Duitschland en de ver
bonden naties vreezen den vijand in ’t
Oosten niet en ook niet de dreiging uit ’t
Westen. Ook dien strijd begroet Duitsch
land omdat hij—klaarheid schept. Spr. i
eindigde met het uitsprekend van den
wensch dat de roep van den nieuwen tijd
dan arbeidsmannen hun heele leven zou
bfiblijven. Dan z»ult gij aldus spr., u blij
ven inzetten voor het' Nederlandsche,
Ir. Mussert heeft hierna de mannen
toegesproken.
Gij zijt, aldus spr., naar den Arbeids
dienst gegaan, die een stuit nationaal-
socialisme is. In den Arbeidsdienst gaat
het om de eer.van den arbeid en om het
herstel van de volkseenheid. Het natio-
naal-socialisme breekt de schotjes af en
wil één volk zijn. De arbeidsdienst is
daaruit voortgevloeid als een logische
consequentie. Gij hebt gevolg gegeven
aan dèn oproep mede te werken aan den
strijd om het zijn of niet-zijn van Europa.
Daar in het Oosten op duizenden kilome
ters afstand hebt gij eerst gevoeld wat het
beteekent dit vaderland te mogen hebben
en zoon te zijn van het Nederlandsche
volk.
Na gewezen te hebben op de gevaren
van bolsjewisme en amerikanisme drukte
spr. de mannen op 't hart, om uit te dra
gen hetgeen zij in 't Oosten gezien heb
ben en ons volk wakker te schudden. Spr.
eindigde aldus:
Wanneer eens Stalin, Roosevelt en
Churchill hun Waterloo gevonden zullen
hebben, zal het Nederlandsche volk zijn
plaats kunnen innemen, als het nu zijn
plicht doet. Gij hebt getoond bereid te
zijn uw leven in te zetten. Daarvoor dank
ik u!
De plechtigheid werd besloten met het
spelen van de volksliederen.
HOLA!'
Onderwijzer Wie kan mij zeggen wat een
fabel is.
Ilenkie. Een fabel is, wanneer een ezel en
een aap met elkaar praten zooais u en ik, mijn
heer!
De wenteling der seizoenen laat zich,
door niets en niemand tegen houden. Nav
den barren winter kwam de liefelijke lente
als inleiding van den “zomer met zijn
waren zonnegloed en bijna voor we ’t
wisten deed het najaar zijn intrede.
En nu dwarrelen de gele blaren al weer
van boom en struik, vogels vliegen zuid
waarts en de flauwe stralen van de zon,
die nog door ’t wolkendek trachten te
dringen, geven nog nauwelijks warmte.
Met weemoed ziet het menschdom het
milde seizoen vluchten voor den nade
renden vierden oorlogswinter.
Huiverend kruipen we bij’t vuur, dat
spaarzaam is aangelegd en spaarzaam
wordt onderhouden. De winter is nabij.
De mensch vreest.
Maar de mensch heeft een ziel en die
’N GEGENEERD NUMMER
De vlooientemmer zou een voorstelling
geven
Mijne dames en heeren, begon hij, laat
ik u eerst en vooral Jumpi-Bumpi voorstellen,
een kampioenspringer!
Hij opende een doosje en Jumpi-Bumpi ver
scheen.
Het was parmante, kwieke vloo.
De temmer deed eon beweging met ’n rietje
en kommandeerde:
Een, twee, drie! Wip!
Jumpi-Bumpi veerde op, en kwam met een
zwaai op de schoot .van mevrouw Gilletjes
terecht
’t Gaf een opschudding.
Na veel vergeefsche pogingen, gelukte de
temmer erin de onbescheiden vloo op te sporen.
Niet zoo ver, en ook niet in die richting
van m’n geacht publiék, zei de temmer.
Een! Twee! Drie! Wip!
De vloo bleef zitten. Ze roerde geen post.
Wat nb, tierde de temmer. Jumpi-Bum
pi, let op!
Een! Twee! DriekWip!
De vloo bewoog niet.
De temmer, ziendend van toorn, greep de
vloo tusschen duim en wijsvinger.
Plots drukte zijn.gelaat de grootste verwon
dering uit.
Hij keek in de richting van mevrouw Gille
tjes en zei:
Dit is Jumpi Bumpi niet!
In Uw huisapotheek en in Uw
zak, steeds bij de hand, zijn
AKKERTJES een eerste hulp
hij onverhoedsche pijnen en ook
bij ’n opkomende verkoudheid.
Na een werkzaamheid .van ruim vier
maanden achter de linies aan het Oost
front keerden eenige weken geleden een
vierhonderdtal arbeidsdienstmannen, be-
hoorende tot den Reichsarbeidsdienst,
doch afkomstig uit den Ned. Arbeidsdienst
terug.
Zij namen voorloopig hun intrek in het
Arbeidskamp Waterloo bij Amersfoort.
Een deel van hen treedt als kader terug
in de oude gelederen en de overigen kee-
ren naar hun haardsteden terug.
Om de beteekenis van de daad, die
deze jongemannen geheel eigener bewe
ging hebben gesteld, nog eens nadrukke
lijk té onderstreepen en hun tevens hun
dank en erkentelijkheid daarvoor te be
tuigen, brachten Rijkscommissaris Rijks-
minister Seyss Inquart en de leider der
N.S.B., Ir. Mussert, een bezoek aan het
kamp.
Uit een voorgelezen boodschap van.
den Reichsarbeitsführer blijkt, dat onze
mannen zich in trouwe kameraadschap
met de leden van den Reichsarbeitsdienst
gedragen hebben als soldaten van den
arbeid en daarmee eer hebben bewezen
aan ons Vaderland.
De Rijkscommissaris heeft daarna in
een principieele rede gewezen op de drie
voordeelen van den inzet dezer arbeids
mannen in ’t Oasten: de opgedane erva
ringen hebben hen als mensch sterker
gemaakt; zij zijn er op uitgetrokken als
soldaten van den arbeid, gewapend, om
hun leven en hun arbeid te beschermen
en ten slotte: zij hebben een politieke be
levenis gehad, zijn een politieke ervaring
rijker, doordat nu uiDëigen aanschouwing
den waren aard en de gevolgen van het
bolsjewisme kennen. Spr. schetste het
bolsjewistisch gevaar voor heel Europa
uitvoerig en overtuigend en concludeer
de, dat tegenover dit gevaar geestelijke
wapens niet voldoende zijn, hlertegen-
ERG
Een tennisser was getrouwd en zijn vrienden
hoopten hem van de huwelijksreis terug op het
tennisveld te zien.
Ze werden in hun hoop erg teleurgesteld, 1
want zij zagen één dag na die reis, hoe hij door I
nnn z» Ir f- zl b n L\n o e o/dm rziftn
ONZE DOKTERS.
De patiënt. -Dokter ik heb steeds last
mijn maag en heb absoluut geen eetlust.
Dokter. Noem het een geluk nu*alles
razend duur is
Waardeerende woorden van den
Rijkscommissaris en Ir. Mussert.
DE STEMMING
Een dichter kreeg voor een drinklied slechts
vijf gulden uirbetaald
Wat, zei hij tot den uitgever, vijt gulden
voor een drinklied! Ik heb tien pop aan drank
uitgegeven om in de stemming te komen.
SPELDEPRIK.
Miep. Toen Paul mij vroeg was hij vreese-
lijk verkouden.
Clara. Ja als men verkouden is heeft men
heelemaal geen smaak!
VROUWELIJKE LOGICA
Z Hoe vind je mij met mijn nieuw hoedje?
Hij Hm! om je de waarheid te zeggen
Zij. Als je zoo begint, verlang*ik je niet k('
hooren
een racket de kolenassche zilte.
DEFINITIE.
Onderwijzer Wat is eigenlijk wind
Leerling. Lucht die haast heeft, mijnheer.
HAAR HELD
Er wercTbij Bibbers ingebroken.
'Man, nu moetje mij ’t bewijs geven dat
je ’n held bent, zei mevrouw.
Mijnheer Bibbers greep ’n revolver
Kom maar mee, sprak hij, dan kan je
meteeen zien, hoe ik die kerels overhoop
schiet!
Mev.rouw volgde met een kandelaar. De
heldhaftigheid van haar man werkte aansteke
lijk.
Onder aan de trap bleef Bibbers staan.
Blijf hier op mij w achten, zei hij fluiste
rend Ik wil niet dat je in ’t gedrang komt.
Schrik niet als je mij hoort schieten!
Mevrouw Bibbers luisterde met ’n kloppedd
hart. Haar held rukte de deur open van het
salon. Haar held drong vooruit
Ze hoorde iets als gerammel en dan was het
ah of ’t huis schudde.
Jaap, hoorde zij een vreemde stem zeggen,
schuif hem ’n kussen tusschen z’n knieën. Ze
rammelen zoo tegen mekaar, dat ’t heele huis
er van schudt!
OPTIMISME.
HijEeuwen zal dat nog duren, eer
onze meubels afbetaald zullen hebben
ZijJa, maar kijk eens hoeveel meer waar
de ze dan zullen hebben echt antiek!
DE SCHULDIGE.
Agent Ben je verdwaald, jongen?
’t Jochio (huilend). Ja mama heeft me mee
genomen om boodschappen te doen, en ze ver
liest altijd wat!
DE MACHT DER GEWOONTE
De jonge echtgenoote van den uitgever kwam
bij haar vader klagen. Haar man had haar grof
beleedigd.
---
ZOO
Schrijfblocs,