Uit het Hart
Brabant.
van
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAADLE-NASSAU
WIJSHEID "BIJ DE EL
37e Jaargang
Beschouwingen
over den 2den wereldoorog
ZATERDAG 27 JUNI 1942
Nummer 26
20.
DE LANGSLAPER.
een landfront te vormen in West-Europa.
het front der Duitschers in ’t Oosten uit
den weg geruimd.
Men mag aannemen, dat daarna het
reeds zoo lang aangekondigde groote
offensief beginnen zal, hoewel de bolsje
wisten nog altijd door, vooral in het Noor
den maar blijven aanvallen, blijkbaar met
de bedoeling om de plannen der verbon
den Europeesche legers in de war te
sturen.
Ze moeten echter begrijpen, dat het
beter gesitueerd zijn niet een vrijbrief is
om alles voor den neus van den minderen
man weg te koopen, maar veeleer den
plicht oplegt van zelfbeperking.
•t
fancy-prijzen in den sluikhandel als daar
zijn: 50 ct. voor één ei of f 50 voor één
pond koffie.
Er bestaat een spreekwoord Noblesse
oblige, dat beteekent: Adeldom verplicht.
De beter gesitueerden willen graag
doorgaan voor burgers van een hoogere
Orde en zoeken vaak ijverig naar een
straaltje blauw bloed, zij het dan ook maar
bloed der aristocratie of elite in de aderen
hunner voorouders.
Maar die hooge orde, die zekere adel
dom, schept plichten, van humaniteit,
van ontzegging, van een hooge opvatting
van het staatsburgerschap, waaronder op
de eerste plaats gerekend wordt de deugd,
in nood plaats te maken voor minder met
aardsche goederen gezeqenden, steun
aan de armen, aan weduwen en wezen,
ontzegging van vervulling van eigen ver
langens. Daaronder hoort zeker nooit
eiBen bevoordeling ten koste van anderen.
Zoo iemand is in normale omstandighe
den reeds een strafbaar individu, in tijden
als de onze is het een ploert, die verdient
ten aanschouwe zijner medeburgers ge-
geeseld te worden.
Naast dit gebeuren op het oorlogster-
lein trekt niet minder aandacht de plotse
ling reis van Churchill naar Washington.
Nu reeds voor de derde maal en thans in
een kritiek stadium, waarbij de angelsak-
sers en bolsjewisten zware slagen moeten
incasseeren, zoowel ter zee als te land.
Een ieder stelt zich daarom de vraag:
„Wat gaat Churchill bij Roosevelt be
spreken”.
Voor de hand ligt het reeds uitentreure
herhaalde vraagstuk van de vorming van
een tweede front, maar zeker ook het niet
minder brandende vraagstuk, welke mid
delen er moeten worden uitgedacht om
de ontzettende verliezen ter zee de baas
te blijven.
de omstandigheden maken
ons niet sterk of zwak;
zij openbaren slechts
of wij sterk of zwak zijn.
thomas a kempis,
Al met al komt dan de oorlog in het
stadium, die we reeds voor jaar en dag
neerschreven: het stadium, waarin de
oorlog uitloopt op een lucht- en zeeoorlog,
die een onbeperkt aantal jaren kan aan
houden Het is geen vroolijk vooruitzicht,
maar zooals de verhoudingen thans lig
gen, kan men tot geen andere gevolgtrek
king komen. Ondertusschen gaat Enge
land economisch ten gronde en misschien
zou dat de eerste aanleiding zijn voorden
stap tot den vrede, die haast niemand
meer noemen durft.
veel zien zal.
De slotsom, die uit deze beschouwing
kan worden getrokken is deze: dat Duits
land op het vasteland van Europa het
heft volkomen in handen heeft, en dat er
geen macht ter wereld bestaat, die aan
deze macht een einde kan maken.
Ondertusschen staat het sterkste deel
der weermacht gereed om met de Sovjets
af te rekenen en zoodra dit is geschied,
wordt de positie van Europa nog weer
zooveel sterker, dat er aan een tweede
front in geen jaren valt te denken.
Als de dag van gisteren herinner ik me
het verschrikkelijke verhaal, dat de „Oude
Bart”, onze in het onderwijs vergrijsde
Griekse leeraar, ons jongens, indertijd
placht te vertellen over de mensen in „de
grote steden”, die, naar hij met een graf
stem verhaalde, nooit uit bed kwamen,
voor de zon reeds hoog aan de hemel
stond. De details van dit verhaal open
staande gaskranen, gesprongen waterlei
dingen enz. doen hier niet ter zake,
maar ik kan u verzekeren, dat het bij een
ander publiek indrukwekkend ware ge
weest.
Nu heb ik toch een van die legendari
sche langslapers ontmoet Zijn wekker
liep af om zeven uur, maar om twaalf uur
zagen we hem pas verschijnen. „Zo is
dat toch heel de vacantie”, klaagde zijn
Moeder, „en ik kan er maar niets aan
doen!” Iedere dag was het hetzelfde liedje:
eerst liep de wekker af, dan riep Moeder
aan de trap, dan trok Vader de dekens
weg, en vervolgens gingen de broertjes
en zusjes een voor een naar boven, om
op dit slaapwonder hun krachten te be
proeven.
Zelf de „Oude Bart” zou hier gespro
ken hebben van een „curieus geval”.
Maar dat er in figuurlijke zin vele van
die langslapers zijn, die hun medemensen
maar laten praten en rustig hun eigen
zelfzuchtige en genotzieke gangetje gaan,
wie zou dat durven ontkennen? Van al
zulke langslapers, verlos ons, Heer!
J. F. 5.
Er is maar een gering deel van het
menschdom, dat door achterbaksche mid
delen een grooter voorraad levensmidde
len naar zich toe kan halen dan de Wet
en de Rechtvaardigheid willen.
Dat geringe deel der menschheid is het
deel, dat over geld beschikt, het zooge
naamd beter gesitueerde deel onzer mede
burgers, wie daardoor tevens de plicht is
opgelegd een voorbeeld van rechtvaardig
heid en rechtschapenheid te zijn voor
anderen.
Een arme donder kan geen rog koopen
van 50 gulden per honderd kilo, en geen
big, die twee gulden het pond kost!
De beter gesitueerden, of beter gezegd
sommige beter gesitueerden, hebben dat
wel gedaan, evenals die de oorzaak van
HOOFDREDACTEUR: EMIEL DE JONG, BAARLE-NASSAU.’^TEL. 231.
Heeft men dat eenmaal, dan kunnen
de millioenen Engelsche soldaten, die nu
„zonder werk” op het Britsche eiland
rondscharrelen, aan het oorlogvoeren ge
zet worden, maar ook zouden dan de
millioenen uit Amerika daar naar toe ge
stuurd kunnen worden en met behulp
van deze geweldige machten, gesteund
door al wat maar aan materiaal te krijgen
was, een deuk in het Duitsche front ge
maakt worden, zoolang tot zich de ge
schiedenis van het jaar 1918 zou her
halen.
De gedachte is goed, eenvoudig en
begrijpelijk. Maar de uitvoering.
Bij ondervinding weten de Engelschen
reeds, dat ze met enkele honderden daar
niet aan behoeven te beginnen, zelfs niet
met enkele tienduizenden zooals de ge
schiedenis van het jaar 1940 in Noorwe
gen en bij Duinkerken afdoende heeft
aangetoond.
Dus moeten het er enkele honderd
duizenden, neen zelfs enkele millioenen
zijn, die op een of ander punt tusschen
de Noordkaap en Spanje aan land gezet
moeten worden.
En dat is voorwaar geen kleinigheid.
Afgezien van het feit, dat hun een war
me ontvangst zal bereid worden en een
landing zeker niet gelukken zal of ze
moet met een overmacht van vier tegen
een geschieden, is daar het vraagstuk van
de scheepsruimte, die voor zoo’n milli
oenen invasie ook een millioenen tonnage
zou vereischen.
En nu weet onderhand eenieder wel,
dat de Angelsaksers nu of in de naaste
toekomst niet een millioenentonnage voor
zulk een landing zullen kunnen vrijmaken
terwijl, indien eenmaal de landing zou
gelukt zijn, voortdurend diezelfde tonnage
in de weer zou moeten zijn om de troepen
van levensmiddelen en materiaal te voor
zien. Dit is op hettegenwoordige moment
het onoplosbare raadsel waarover men
uren kan redeneeren, zonder een stap
dichter bij de oplossing te komen.
Laat Engeland 4 millioen soldaten
recruteeren, laat Amerika desnoods een
10 millioenenleger uit den grondstampen
ze hebben er niets aan, zoolang ze deze
legers niet'op de juiste plaats en op den
juisten tijd naar de oorlogstooneelen kun
nen zenden, waar ze noodig zijn. Een
sprekend voorbeeld hiervan is de ontwik
keling der gebeurtenissen in Noord-Afrika
waar 1110 van de troepen en ’t materiaal
die nu tot niets dienen, de débacle van
Tobroek wellicht hadden kunnen voor
komen.
Is het wonder, dat men met de handen
in het haar zii en Churchill ten einde raad
naar zijn vriend om steun gaar? Men zal
er uren en dagen over confereeren en
men kan reeds van te voren zeggen, dat
het raadsel onoplosbaar is. Misschien, dat
men in een wanhopige stemming, om
toch maar iets te doen, een gedeelte van
de beschikbare troepen en der beschik
bare scheepsruimte gaat aanwenden en
eenige honderdduizenden soldaten aan
het avontuur waagt.
Dit is een misschien, waarvan de toe
komst het antwoord zal geven. Mijn vriend
zei, kennerlde de situatie van scheeps
ruimte en bijkomende problemen, dat
men vooreerst van een tweede front niet
En nu dat beruchte tweede front.
Er wordt algemeen onder verstaan: de
landing van een expeditiekorps op de
een
De zomer gaat naar zijn hoogtepunt
en tegelijkertijd geraakt de oorlog in een
beslissend stadium.
Voor de voedselvoorziening van het
komende jaar zorgt de Voorzienigheid
door groeizaam weer te schenken, voor
de rest moet de mensch zorgen.
Hij moet zorgen, dat alles tijdig ge
plant is,, dat alles behoorlijk verzorgd
wordt en dat straks alles behoorlijk ge
oogst wordt.
Daarna begint de distributie.
De verdeeling van den oogst over de
hongerige magen en een verdeling, die
zoo rechtvaardig mogelijk dient te ge
schieden.
Na TOBROEK de vesting SEBASTOPOL.
Daarmede is de laatste sterkte
achter ’t Europeesche Oostfront
uit den weg geruimd. Daarna
het groote offensief. Churchill
confereert met Roosevelt Twee
brandende vragen: tweede front
in Europa en de kwestie van ge
brek aan scheepsruimte Een
tweede front ónmogelijk door
scheepsgebrek Lucht- en zee
oorlog van vrijwel onbeperkten
duur.
Na den val van Tobroek, is nu Seba
stopol aan de beurt. Ook deze stad kan
elk oogenblik in handen van de Duitsch-
Roemeensche troepen vallen.
Ze ligt aan den zuidelijken kant van
een natuurlijke haven, die ongeveer een
tot anderhalven kilometer breed is. Aan
de noordzijde lagen de ongemeen ver
sterkte forten „Stalin”, „Maxim Gorki”,
„Siberië” en „Lenin”, welke allen in
handen van deDuitschers vielen, meestal
eerst na verbitterde gevechten van man
tegen man. Doch nu kan de stad dan ook
vanuit het Noorden zoodanig onder vuur
genomen wojden, dat ze niet meer te hou
den is. Ook in den Zuidelijken verdedi
gingsgordel zijn de aanvallers doorge- Europeesche kust, met de bedoeling
drongen, zoodat haar lot beslist schijnt, eind landwaarts ap te rukken en daardoor
Hiermede is dan de laatste sterkte achter
BAARLES NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD
v