I I t I WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ DE JONG BAARLE-NASSAU WIJSHEID BIJ DE EL Vaji Berenhuid tot stalen Meubelen» Officieele Landbouw- mededeelingen voor de provincie Noord-Brabant. 37e Jaargang ZATERDAG 6 JUNI 1942 Nummer 22 A BB Tm ft BONEN VERDRIET. 17. J. F. S. I lager en breeder modellen van gebeitst eikenhout. vast zit bijv, met voersro, als regel zal de machine dan niet meer naar dat bedrijf gestuurd worden, dus de betreffende teler zal wel met een paar vrachten naar het bedrijf moeten, waar de dorschmachine dan aan het werk is. Wat speciaal de zaaizaadvoorziening betreft: Vele telers willen door de N.A.K. ge keurd zaad gebruikenmaar de transport moeilijkheden kunnen wel eens zoo groot worden, dat geen aanvoer mogelijk is, zooals in den gèpasseerden winter. Om te voorkomen, dat dan maar wille keurig graan moet worden uitgezaaid, zullen in de loop van den zomer de beste 1 perceelen worden uitgezocht. Deze zul- len dan eerst worden afgedorschen en het graan zal onder P.l.C.A.-plombe in de erkende pakhuizen worden opgesla gen, om wanneer de aanvoer van N.A.K. zaad stagneert als zaaizaad te kunnen worden gebruikt. Boeren van Brabant, de bezwaren en moeilijkheden aan de uitvoering van het bovenomschrevenplan verbonden, zijn groot, maar de omstandigheden noodza ken ons tot deze werkwijze. Gij zijt hier- verleenden. Maar in de daarop volgende. tusschen loondorschers en teler voor het geheel of gedeeltelijk afdorschen van den oogst niet door kan gaan. Door of namens den Provinciaal Voedselcommissaris zul len voor oogst 1942 complexen worden samengesteld welke of met een gasgene rator of met een electromotor zullen moe ten worden afgedorschen. In zoo’n complex dat electrisch moet' Dorschen oogst 1942. Het dorschen van den oogst 1942 zal groote moeilijkheden met zich brengen, daar als vaststaand moet worden aange- I nomen, dat hiervoor geen vloeibare brandstof (benzine, petroleum, gasolie) zal worden verstrekt. Wij zullen dus on ze gewone krachtbron voor het dorschen moeten missen en aangewezen zijn op rolmolens, locomobielen, gasgeneratoren en vooral electromotoren. Eigen garnituur. Degenen, die aldus zelf nog kunnen dorschen moeten zelf dorschen, ook al brengt dit groote bezwaren mee voor het bedrijf: tijd, arbeidskrachten, stroobinden en dergelijke. Wij moeten dit eischen, omdat de wei nige krachtbronnen waar de loondor schers over over beschikken, toch reeds overbelast zijn. Dit geldt vooral voor de gasgeneratoren, zoodat pok hierom het electrisch loondorschen op alle mogelij ke wijzen moet worden bevorderd. Bij het opbrengen van den oogst moet er reeds rekening mee worden gehouden, dat de zaaigranen het eerst te bereiken zijn. Met Loondorschmachine. Degenen, die moeten laten dorschen door een loondorscher omdat zij zelf over geen dorsch-mogelijkheid. beschikken moeten het werk van den loondorscher zooveel mogelijk beperken en vergemak kelijken. Zij kunnen dit doendoor al hun pro ducten tot een behoorlijke hoeveelheid, soort bij soort op te stapelen op één plaats waar de dorschmachlne gemakkelijk kan eeuw van het Rococo, was de groote kast een te zwaar meubel naar den toenmali- gen stijl en dus werd hij naar slaapver trek en garderobe verbannen. In de ver trekken deed toen de sierlijke commode met haar schuifladen intree. Sindsdien hebben we nog de groote Empire linnenkasten van glanzig maho niehout gekend, evenals de moderner,, worden bewerkt zullen wel enkele telers Centralisatie. Telers die een te dorschen oog’st heb ben van in totaal minder dan 1 1)2 ha. krijgen geen loondorschers op.eigen erf. Zij moeten hun oogst op een andere plaats doen afdorscnen, zoo noodig door hem tijdens het dorschen bij te rijden. Dit Opstapelen dient te geschieden op een plaats,'waar de dorschmachine ge makkelijk kan komen, en indien het ook maar eenigzins mogelijk is binnen 10Ö m. van de bestaande bovengrondsche elec- trische krachtleiding. Dorschcomplexen: De telers in de grensplaatsen en in West-Noord Brabant hebben ditjaarreeds ondervonden, dat de vrije overeenkomst wonen, die meer dan, 100 m. van het krach'tnet wonen b.v. 200 of 500 m. of nog meer. Deze telers zullen hun gegeelen oogst, onverschillig hoe groot deze is electrisch af moeten laten dorschen; zij kunnen dit doen door hem op te slaan op eigen per ceel of op een bedrijf van een buur of vriend mits binnen de 100 m. grens. Zoo.moet dus op alle mogelijke wijzen getracht worden het loondorschen te be- perkan en te vergemakkelijken en moet dit, waar ook maar eenigszins mogelijk electrisch geschieden. Zaaizaad en eigen toewijzing: Het licht in de bedoeling twee dorsch- gangeri te houden Bij de eerste worden aan de kleine telers op centrale plaatsen of op een groot bedrijf en aan groote telers op eigen bedrijf gelegenheid gebo den voor het dorschen van zaaigranen en eigen toewijzing (gezinstoewijzing, haver en aldus het noodige stroo). Bedrijven die minder dan 1 dag te dor schen hebben moeten geheel afdorschen. I alsook die bedrijven, waarvoor het res tant geen volle dorschdag meer bedraagt. Bij de tweede dorschgang worden dan worden dan alle bedrijven stuk voor stuk geheel afgedorschen. Het kan natuurlijk altijd voorkomen,' dat de dorschmachine langer wegblijft dan aanvankelijk berekend was, zoodat de een of ander op een gegeven moment van zeer zeker overtuigd en daarom wil len wij hiergeen opsomming geven van onze bevoegdheden om onwillenden te dwingen. Wanneer U moeilijhheden hebt kunt U deze bespreken met plaatselijken bu- reauhouder. Voor de winter komt met zijn vervoers- moeilijkheden, moeten groote voorraden meel en bloem zijn opgeslagen in de pakhuizen der bevolkingscentra. Daarom moet vóór 1 December 2)3 van den geheelen oogst zijn ingeleverg. Dus vlug en veel dorschen is een levens- eisch van het Nederlandsche volk. Het rekent daarvoor op de spotane en vlotte medewerking van U allen. terwijl langs de lengtezijden banken stonden, met of zonder rugleuningen. In de slaapvertrekken vond men ook vaak zoo’n bank aan de voeteinde van het bed geplaatst eh deze bank was tegelijkertijd een kist, waarin de.vrouw des huizes haar kleederêln bewaarde. Hier vinden we eigenlijk den eersten vorm van een, dij het uitermate primi tieve, kast. Eerst in de 15e eeuw werd de kast een meubel, en dikwijls het fraaiste meubel van het geheele huis, omdat de hand werklieden dier dagen er vaak kunstwer ken van maakten. Wij kennen de zware donkere kasten, die de Nederlanders in onze gouden eeuw gebruikten en die aan ieder vertrek waardigheid en deftigheid De bonen van meneer Papperlepap zijn slecht opgekomen dit jaar. Bij al de rechtmatige fierheid, die meneer Pepper- lepap ten opzichte van zijn tuintje koes tert, moet hij dit zplf toegeven. Rond vijf en twintig April, dus vroeger dan iemand anders, heeft hij de boonen al in de grond gestopt, en nu, een volle maand later, zijn ze er nog niet allemaal bovenuit. We beraden ons over de oorzaken. Aan het pootgoed ligt het niet: het was gekeurd, ontsmet, en goed'bewaard.. Aan het weer ook niet helemaal, wantde bonen hebben aanvankelijk goed droog gelegen. „Hoe diep heb jé ze in ’s hemelsnaam gelegd?”, vraag ik hem. „Zó diep”, wijst hij Dat is meer dan zeven centimeter! „En toen vast aangetrapt, is het niet?” Hij knikt van ja. Nu is de zaak duidelijk: de bonen hebben „boogjes” gevormd, maar konden niet boven de grond uit, en zijn groten deels gestikt. Wat deze Papperlepap met zijn bonen deed, doen vele Papperlepaps dag in dag uit met hun medemensen, zij het in figuurlijke zin. Van zichzelf eiben zij niets, van anderen echter alles, in de hoop, dat het hun voordelig zal zijn. En minder uit kwaadaardigheid dan uit onkunde stellen zij eisen, die niet te vervullen zijn. Nader hand klagen zij, dat er van hun beste pogingen toch zo weinig terecht komt. Maar de reden is, dat zij de boel teveel hebben aangetrapt! Christus zegt in het Evangelie iets van mensen, die anderen ondragelijke lasten opleggen,, maar er zelf geen hand voor uitsteken. „Wee UI”, roept Hij uit. Wie met mensen iets bereiken wil zonder zijn geweten te bezwaren, moet niet meewan hen eisen, dan hij zelf volbrengen kan. Dit is de eenvoudige grondslag van alle sociale rechtvaardigheid. Tacticus weet ons te vertellen, dat onze voorvaderen op berenhuiden lagen en zaten, als ze het zich gamakkelijk wil den maken. Een geweldig tijdperk ligt tusschen de berenhuiden van toen en de stalen meu belen van thans en gedurende eeu wen en eeuwen hebben hoofden en handen van velen zich ingespannen om stijlen te doen ontstaan, die natuurlijk tot eerste doe! hadden ons binnenhuis tot een behaaglijk milieu te maken. Uit den aard der zaak is deze uitdrukking zeer rekbaar en er zijn tijden geweest, dat het binnenhuis, althans naar modernen smaak gerekend, juist het tegendeel van fraai was, in het bijzonder in tijden dat allerhande vulling van hoeken en gaatjes, met behulp van prulletjes en pulletjes in de mode was. We zijn daar zoo langzamerhand geheel overheen gekomen en de moderne huis vrouw weet thans, dat voornamelijk de mooie lijn van een meubel en de goed gekozen kleuren van tapijten en beklee- dingsstoffen de grootste sol in huis speten Maar men heeft een langen weg moeten afleggen eer men aan de comfortabele meubelen van nu toe was. Als eerste zetel heeft, na de berenhuiden, ongetwij feld een bank uit ruwe planken gefun- gee?d en het verlangen om ook eens wat te kunnen uitrusten in een |^tel, gaf zoo’n bank een rugleuning en later ook arm leuningen. Weer een stap verder’ ging men, toen er pp de houten stoelen losse kussens werden gelegd. In het oude Egypte heeft men, sinds onheugelijke tijden, zeer fraai gevormde I zetels en stoelen gekend. Men had ze met en zonder leuning, met vier en met drie pooten en zé'waren veelal versierd met dierfiguren, terwijl ook de pooten den vorm van dierenpooten en klauwen kre gen. Deze Egyptische stoelen waren gewoonlijk zeer keurig versierd met ivoor paarlmoer, gekleurd hout, ja zelfs met goud en zilvermozaïken. De kussens in deze zetels waren met kostelijke weefsels overtrokken en stoelen met borduurwerk en zware kwasten versierd, behoorden niet tot de zeldzaamheden. In Griekenland werd in den bloeitijd den stoel verwaarloosd. Men maakte ge bruik van lage banken, waarop men lag om te eten, te lezen of zelfs te schrijven. Ook de Romeinen huldigden diegewoonte alleen kinderen en slaven aten zittend. In latere jaren, toen de weelde groot gewor den was, waren bijvoorbeeld bij de By zantijnen deze ligbanken buitengewoon kostbaar opgetuigd met bontgeweven stoffen, zijden stoffen, zijden kleeden, gouddraadborduursel en vele zachte kus sens, tprwijl de bank zelf uit edele hout soorten werd gemaakt en met metaal in gelegd. In het Noorden gold de stoel als eere- zetel en bleef dat tot aan het einde der middeleeuwen. Zoo’n stoel stond in de groote zaal waar bijeenkomsten en groo te maaltijden gehouden werden en menig maal moest men eonige treedje.s klimmen om er op te komen. De tafel was met de z smalle zijde voor dien stoei geplaatst, komen. MOB F.-i ■9 r”. f', HOOFDREDACTEUR: EMIEL DE JONG, BAARLE-NASSAU, TEL. 231 W al®»

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1942 | | pagina 1