I
I
i
k’
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
a®
37e Jaargang
VERLEDEN
WIJSHEID BIJ DE EL.
EN HEDEN.
Officieele Landbouw-
mededeelingen
voor de provincie Noordbrabant.
E JONG LéA.SS^XUv-;\.
A
B
ZATERDAG 21 MAART 1942
Nummer 11
Tuinders.
Voor Boeren en
f;
F
HOOFDREDACTEUR: EMIEL DE JONG, BAARLE-NASSAU, TEL. 231.
e
7.
DE RIJKE KOOPMAN.
Agricola.
Voorspoed brengt een soort van dron
kenschap met zich, aan welke minder
hoogstaande menschen niet kunnen weer
staan'.
P
GROENTENKWEEKEN.
Alles zal thans wel in het werk gesteld
worden om een zoo groot mogelijke pro
ductie van groenten te verkrijgen.
Zoowel de beroepstuinders als de par
ticulieren, die zelf gaan tuinieren, ’t Zij
als „volkstuinder”,’t zij in eigen moes
tuin. zullen al hun best doen om van hun
grond te halen, wat er van te halen is.
Dat is zeertoe te juichen, wantindezen
tijd moet ieder, die maar even kan, mee
doen de productie, waar mogelijk op te
voeren.
De langdurige koude heeft het tuin
werk zeer opgehouden en vooral de be
roepstuinder zal gepopeld hebben om
toch maar te kunnen beginnen, want de
kolenschaarschte houdt de trekkerij tegen.
En toch zagen wij al in heel wat kassen
de jonge planten staan te wachten op
warmte om zich zoo spoedig mogelijk te
kunnen ontwikkelen.
De groei moet natuurlijk geholpen en
uuuui aicüi.u J wuiucu uuui cc.11 yui.<iv
bodemverzorging en een behoorlijke ver
pleging van het gewas.
Aan dit laatste ontbreekt het in den
regel niet bij den beroepstuinder. Doch
ook de particulier, hetzij boer of burger,
die bij huis of elders een tuin heeft aan
gelegd, doet zijn best en heeft soms resul
taten, waarop een beroepstuinder jaloers
kan zijn.
Ook de bodembewerking, het spitten
en goed op afwatering leggen van de bed
den geeft bij de meesten geen reden tot
ernstige aanmerkingen, al zijn er begin
nelingen, die er niet veel van terecht
brengen.
Maar de voedselvoorziening van de
planten, de bemesting, dat is de groote
moeilijkheid bij allen. De hoeveelheid
mest, die voor de tuinen beschikbaar is,
is zeer gering. Want stalmest moet voor
akker en weide noodig gebruikt worden
en kunstmest is er ook niet veel.
Het is thans zaak, om wat er voor de
tuinen beschikbaar is, ook voor de tuinen
te gebruiken en ze zoo rationeel mogelijk
aan te wenden, opdat alles de cultuurge-
wassen ten goede komt. Dat het fosfoor-
zuur ontbreekt, is een leelijke tegenslag.
De beschikbare kali geve men in den
vorm waarin men het kan krijgen. Liever
koekjes zijn thans niet voorradig.
Gelukkig, dat wij door de luchtstikstof-
meststoffen, kalksalpeter en kalkamonsal-
peter, thans beter dan in den vorigen
oorlog voor wat stikstof kunnen zorgen
en dat in zeer idealen vorm, al is het dan
niet in die mate als wij wel zouden willen.
Niet alles tegelijk geven. Ook wat voor
den lateren groei en voor volgende ge
wassen bewaren. Dat is de groote kunst
om het weinige, dat men heeft, ten volle
tot zijn recht te laten komen.
(Nadruk verboden)
in 1942 koolzaad wordt geoogst, eveneens
wanneer en voorzoover op het totale be
drijf meer aardappelen zijn verbouwd.
Wanneer b.v. iemand 1 ha. grasland voor
premie heeft gescheurd, en 1|2 ha. aard
appelen op zijn bedrijf méér verbouwd
dan vorig jaar dan komt deze voor 112 ha.
voor f 250.per ha. in aanmerking en
voor de rest maar voor f 150.per ha.
In alle andere gevallen bedraagt de
scheurpremie niet meer dan f 150.per
ha. In alle andere gevallen bedraagt de
scheurpremie niet meer dan f 150.
per ha.
Op de voor scheurpremie in aanmer
king komende oppervlakte wordt in min
dering gebracht de oppervlakte welke on
rechtmatig, dus te veel, is beteeld met
haver, peulvruchten, karwij, gele en
bruine mosterd, spelt, evene of hennep.
Eveneens komt daarop in mindering de
oppervlakte ruwvoedergewassen, die al
of niet met vergunning, boven de toeqe-
stane oppervlakte op het bedrijf wordt
verbouwd als hoofdgewas.
9. De verbouw van landbouwzaden
tot een gezamenlijke oppervlakte van
grooter dan 5 are per bedrijf zonder ver
gunning, is verboden. Voor de teelt van
meer dan 5 are hebben wij een en ander
nog niet lang geleden in deze rubriek
gepubliceerd.
10. Het afmaaien van onrijpe granen
en onrijp koolzaad is verboden. Rogge
mag echter wel worden afgemaaid als
De meneer waar ik tegenover zit, heeft
werkelijk goed aangepakt. Tien jaar ge
leden was hij jongste bediende bij een
handelaar in textielproducten. De boek
houder had een pik op hem, en distribu
eerde zijn oorvijgen in ruime mate en
zonder bon. Vijf jaar hield de jongen het
vol. Toen begon hij een eigen bedrijf,
eerst per fiets, toen per motor. Thans is
de man in bonis. Hij heeft een schitteren
de villa, een fijne wagen, een bloeiende
zaak.... en zelfs onder zijn talrijk perso
neel zijn vroegeren boekhouder, die nu
zijn beste raadsman is.
Ik kijk naar de man in de club tegen
over mij, en bedenk, dat hij op school
maar héél middelmatig was. En ik trek
aan de vooroorlogse havana en informeer:
„Maar waaraan dank je toch dat succes?
Heb je gedalmeyerd?” Hij lacht eens
even. Dan volgt een lang verhaal over
een Moeder, die vroeg weduwe werd.
Vier kleine kinderen. Geen kapitaal. Zij
zwoegde en ploeterde, en verdiende net
de kost. Meer niet. Armoe troef. En de
OUfW/ïj ’fiSyylT3 JU1
hebben als een prinses”, zoo dacht hij.
Hij zette zijn tanden op elkaar, pakte aan.
Hij slaagde, en heeft zijn doel volledig
bereikt.
„Waaraan ik mijn succes dank? Heel
simpel! Wanneer men een grote liefde
heeft, kan men grote dingen doen. De
mens is succeswezen naarmate hij be
mint!”
Ik heb weer veel geleerd vandaag.
J. F. S.
De tijden veranderen en wij met hen.
Nooit is de waarheid van dit oude gezeg
de duidelijker gebleken dan in de laatste
tientallen jaren. Welk een verschil toont
reeds ons uiterlijk met dat van onze voor
ouders! De kalme gezichten van over
grootouders en vergeelde potretten zijn
als de spiegels van een tijd, toen het leven
nog rustig voortglèed en schokkende ge
beurtenissen zelden voorkwamen. Na
tuurlijk speelt ook de mode, de verander
de kleeding en haardracht een rol, maar
onbetwistbaar bestaat er een kenmerkend
verschil tusschen overgrootvader’s trek
ken en die van zijn achterkleinzoon uit
1942.
De levensvormen in dien „gouden,
ouden tijd” waren eveneens anders dan
de onze. De steden waren pittoresker, de
kleeding zwieriger dan heden en derhalve
is men licht geneigd dat verleden in een
romantisch waas te zien. Een romantiek,
die inderdaad wel aanwezig was, maar
ook haar keerzijde had. Een keerzijde
van onhygiënische lucsiauiku, uic
begrip te boven gaan. Steden zonder
rioleering, huizen zonder baden en wat
dies meer zij.
En toch... die ouderweische hoffelijk-
heip, dat savoir vivre, schijnt voorgoed
verdwenen te zijn. Vooral in de verhou
ding tusschen man en vrouw is veel ver
anderd. Hoe verontwaardigd zou. groot
vader, die zijn beminde hoffelijk voor een
wals of polka noodde, over onze dancings
zijn! En met welk een afkeer zou hij de
onbeleefdheid tegenover dames in auto
bus en bioscoop aanschouwen! Neen,
dat was in zijn tijd toch anders en beter.
Juist deze verwaarloozing der uiterlijke
vormen wijst op den verkeerden invloed,
dien het moderne leven ook op ons uiter
lijk heeft. Het razende tempo, dat na de
eeuwswisseling de wereld beheerscht, is
aan den mensch niet ongemerkt voorbij
gegaan. De ontwikkeling der techniek, de
sport, de geestelijke vervlakking door een
overvloed van couranten en boeken, kor
tom, het „moderne leven” maakt, dat wij
steeds rusteloozer worden en steeds ster
ker prikkels noodig hebben om onze aan
dacht nog op te wekken. Men vergelijkt
maar eens couranten van 1900 en van
onzen tijd. Toen kalme koppen en een
voudig lettertype, nu koppen over vele
kolommen, tusschenkoppen en wat ver
der noodig is, ®m de aandacht terstond
op het allerbelangrijkste te vestigen.
Natuurlijk is niet ieder mensch zoo.
Er zijn nog vele menschen, die rustig
kunnen converseeren en van een goed
boek'genieten. Maar het feit, dat zoo
angstwekkend vele lieden zich laten leven
aan de oppervlakte der woelige golven
van hun rusteloozen geest is een ver
schijnsel, dat veel belangrijker is dan
alle uiterlijke verschillen met dien goe
den, ouden tijd.
Weinig vooruitgang kan gemaakt wor
den alleen door te trachten te onderdruk
ken wat slecht is; wij moeten trachten te
ontwikkelen wat goed is.
Voorname punten uit het Teeltplan 1942:
Wij komen nog eens terug op hetgeen
reeds gepubliceerd is omtrent het „Teelt
plan Akker-en weidebouw 1942”, daar
wij enkele punten nog eens speciaal
onder de aandacht van de boeren willen
bréngen.
1. Tarwe, rogge, gerst, korrelmais,
boekweit, aardappelen, kanariezaad, koel
zaad, blauwmaanzaad en vlas mogen vrij
door de georganiseerden worden ver
bouwd. Dit is ook het geval met suiker
bieten voor het winnen van de biet en
met chichorei voor het winnen van den
wortel. Voor zaadteelt is voor beide ge
wassen de teelt beperkt.
2. Voor haver is de teelt voor klei en
zavelgronden beperkt tot 10 pCt en voor
de zand en veengronden tot 15 pCt. van
de oppervlakte bouwland met inbegrip
var. het gescheurde grasland. Voor de
oppervlakte gescheurd grasland op de
zand- en veengronden mag men nog 10
boven de aangegeven 15 pCt. Het land
waarop tuinbouwzaden en zaaiuien wor
den geteeld, telt mede voor de oppervlak
te bouwland, ook het klaverland en de
kunstweiden.
3. De teelt van peulvruchten (erwten
en boonen) is dit jaar beperkt tot de ge
middelde oppervlakte van de jaren 1940
en 1941. Men kan echter vergunning
krijgen van den Productie Commissaris
om op gescheurd grasland extra erwten
te verbouwen als men zich verplicht om
op die ^oppervlakte van het gescheurde
grasland dit jaar koolzaad te zaaien voor
oogst 1943. Zij die peulvruchten op ge
scheurd grasland verbouwen zonder dat
zij boven het gemiddelde van 1940 en
1941 komen, behoeven daarop geen kool
zaad te verbouwen.
4. Zonder teeltvergunning van den
Productie-Commissaris mogen niet wor
den verbouwd: gele en bruine mosterd,
karwij, spelt, evene en hennep.
5. De verbouw van groenvoederge-
wassen tot een grootere oppervlakte dan
vorig jaar daarmede rechtmatig werd be
teeld en het uitbreiden van het grasland
zonder vergunning is verboden. Alleen in
zeer noodzakelijke gevallen kan de Pro
ductie Commissaris daartoe vergunning
verleenen. Het onderling verwisselen van
deze gewassen kan vrij geschieden.
6. Het aanleggen van grasland dat
voor méérjarig gebruik geschikt is, is zon
der vergunning van den Productie Com
missaris verboden. Eenjarige kunstweide
en klaver mag zonder vergunning worden
aangelegd, mits men daarmede niet de
toegestane oppervlakte ruwvoedergewas
sen overschrijdt.
7. Voor 10 April moet zoowel het
grasland dat voor premie ter scheuring
is aangeboden als waarvoor scheurplicht
is opgelegd gescheurd zijn, tenzij de
Productie Commissaris ontheffing heeft
verleend.
8. De scheurpremie bedraagt f 250
per ha. indien op het gescheurde perceel
Vi;
LiAi;
-t/
jUsSI