D
iGEB ft. VAN DRAANEN
B
E
E
B
E
Wij leveren U
ONZE FE WILL ETON
Emiel de Jong
s
EVEN LACHEN
IVOROL: De Kwahteits-landpasta.
NUT TÏGË~WENKEN.'
GEDACHTEN.
Huis- en Decoratieschilders
De baas van Lindenhof.
B
en door zijn eeuwige stugheid.
Ze had voor haar huwelijk gedroomd,
hoe heerlijk ’t was „de vrouw” te zijn op
een woning; van kinderzegen; vanschoo-
ne zomeravonden, samen doorgebracht
op een bank voor het huis, of wandelend
langs de velden.
B
Mar- B
door de schouw, waarvan de kap licht
glooiend tegen den wand opliep. Van on-
i deren was de rand van de kap afgezet met
een breed plooisel van pompadouren stof,
waarboven op een zwart geverfde houten
lijst borden van Delftsch porcelein prijk
ten. Onder de schouw hing aan een ket
ting een groote ijzeren pot, waaronder
eenige houtblokken lagen.
Het erf werd voorts verdeeld door stal
len, schuurtjes en hooibergen, die deels
reeds met gemaaid hooi gevuld waren.
Gaan we terug naar den tijd, dat deze
hoeve nog een kleine boerderij was, waar
Lindenhof, de eigenaar in het bedrijf zijn
vader was opgevolgd.
Toen deze stierf, telde de sta! slechts
een achttal koeien.
Lindenhof, de zoon, was een jonge,
norsche, stugge, boer, lang en mager van
gestalte. In plaats van gezonde bolle wan-
gen, die weer en wind gekleurd hadden
zag zijn gezicht er tanig uit.
De kleine oogen, die niet gewoon wa-
ren klaar op te kijken, loerden schuw en
berekend onder de borsteligge wenkbrau-
wen uit. Het sluike haar kwam op zijde
van de slapen onder de pet uit.
Iedereen, die hem van nabij kende, ver
wonderde er zich over, dat hij Keetje
Schroevers, de vroolijke en eenige doch
ter van zijn buurman, die de hoeve „Zon
nehoven” bewoonde, tot vrouw gekregen
had.
Zij mocht inderdaad een jonge, knappe
boerin van melk en bloed genoemd wor
den.
Men moest dat zelf toegeven, als men
haar bezig zag op de boerderij, in d’r ge
wone daagsche plunje, de mouwen opge-
stoopt, waaruit een paar roode, gespierde
armen staken, dampend van het heete
water, de hoog opgetrokken rokken, waar
onder uit eenpaar forsche benen kwamen.
Haar schalkse oogen getuigden van een
vroolijk gemoed. Defrisschemondplooide
zich altijd tot lachen bereid, en gaf dan
een paar rijen gezonde, melkkleurige
landen te zien. Ze was zoo geheel anders
dan die jonge boer, die om haar hand
kwam vragen.
Men mocht dan ook gerust zeggen, dat
toen Lindenhof Keetje kreeg, hij dit te
danken had aan den practischen blik waar
mee men op een boerderij dikwijls het
leven beschouwd. Daar doen het bezit
van een woning, oppassendheid en werk- i
er i
In zonnige zomerweelde strekte het
land zich uitrondomdehoeve „Landmans
Lust.” Velden met volgerijpte korenaren
veerend op hun stengels onder een bries
je, dat er nu en dan speelsch overheen
streek, golfden lichtelijk als een geel-gou-
den vloed.
Naast deze licht getinte strooken lands
lagen in rechte lijnen smaragd-groene
weiden, waarinbontgevlektekoeien graas
den, of herkauwend het sappige gras, zich
lagen te koesteren in ae laatste stralen
van de ondergaande zon. Enkele zagen
loom toe, hoe bedrijvige musschen op
hun breden rug trippelden en er de spriet
jes en zaadjes pikten, die bij ’t wentelen
en rollen in 't gras tusschen de huidharen
waren blijven hangen.
Anderen weer stonden halverwege in
een met kroos bedekte sloot, knabbelden
aan de spichtige fluweelachtige bladeren
van de knotwllgtakken, die door het ruk
ken der koeian in ’t water op en neer
zwiepten.
Op een met plankenhek afgebakend
stuk land huppelden dartele schapen in
grauwe, wollige vachten, bij de staart in
een donker vuil geel - bruine tint over
gaande. Ze waren zoo speelsch dat ze van
vreugde het vreeten vergaten, dat maar
voor ’t grazen stond.
Boven eenige boomen, die van verre
meer leken een donker groene vlek op
lichtblauwen achtergrond, boorde ’t toren
tje van de eenvoudige dorpskerk zich uit.
Een hoeve lag tusschen de velden als
’t middelpunt van al deze welvaart.
Over het geheel bolde de strak blauwe
lucht zich op onnetelijke hoogte langzaam
naarden ronden horizont van het land
schap af en scheen in de verte als een
reuzenstolp op den groenen bodem te
rusten.
Niets anders verbrak de landelijke en
weldoende stilte dan nu dan ’t getjip van
een vliegend vogeltje ot het langgerekte
geloei der koeien of het klaterend geblaat
der schapen. Maar dit alles mocht echter
geen verstoring heeten, maar eer motie
ven voor een pastorale.
De hoeve waar zich ’t drama afspeelde
in dit verhaal beschreven, mocht zooals
zij daar lag, als een model van een Zuid-
Hollandsche boerderij beschouwd wor
den.
Het hoofdgebouw bestond uit twee ge
deelten, waarvan ’t achterste den stal;
’t voorste de woning uitmaakte volgens
’t gebruik onder een kap gebouwd.
Van de stal kwam men in een breede
ruimte, die men gang zou kunnen noe
men, en waar een groote pomp en koel
bak stonden. Hierop volgde de huiskamer
of ’t zoogenaamde voorhuis, de pronk
kamer, die men het heilige der heiligen
van een boerenwoning zou kunnen noe- 1
men, en geheel voor aan de landweg de
slaapkamer van den baas en de vrouw.
In de pronkkamer stond de traditionee-
le porceleinkast, waarvan het onderge
deelte gevormd werd door gebogen maho
nie houten paneelen, waarop het keurig
onderhouden koperbeslag. ’t Bovenge
deelte bestond uit ruitjes in kleine vier
kante bintjes gevat. Daarachter waren op
de smalle, witte schapjes de porceleinen
borden naast elkaar, schuin overeind
staande, uitgestald.
Onder het verdere meubilair viel voor
al nog op een oud-Hollandsche staande
klok met koperen gewichten en ’n kleuri
ge wijzerplaat, waarop om ’t kwartier ’n
figuurtje verspiong, en een driehoekig
kastjes met van voren ronde, openslaan
de deurtjes.
Op eenige afstand schuin ove.r de deur
van het voorhuis lag het zomerhuis, waar
zooals de naam reeds aanduidt, de fami
lie in den zomer veelal huisde. Een groot i als een in haar loop gestuite bron, was op
- - - 1 °P
(Wordt vervolgd.)
zaamheid de schaal doorslaan, en als
dan aanvankelijk ook al niet die mate van
liefde en sympathie is, die in een zaak
als deze mag vereischt worden, dan tracht j
men die deugden te kweeken.
Bij Lindenhof zou ze op een onvrucht-
baren bodem zaaien. Hij had haar alleen
gevreeën en getrouwd uit een soort
overgeërfd begrip; dat er op een woning
een vrouw diende te zijn. Een „frommis”
die je zoo zonder eenige achterdocht
vertrouwen kan, had hij dikwijls bij zich-
zelven gedacht den laatsten tijd. Had zijn
moeder zaliger hem niet meermalen ge
zegd, dat er „rokken” om een boer moesten
zijn, waarmee ze wilde zeggen, dat een
boer een vrouw moest hebben. En zelf
had hij de waarheid van deze woorden
ondervonden in de twee jaren, dat hij
met een knecht en een meid het bedrijf
had gedreven.
Was het te verwonderen, dat. een hu
welijk op zulke grondslagen en tusschen
personnen van zoo utteenloopende karak
ters aangegaan, ongelukkig moest worden?
Ze zouden elkaar levenslang tot last,
tot wroeging zijn. Dat is de straf van de
liefde, wanneer men haar in heur heilig
recht aangerandt.
En toch trof Keetje niet de zwaarste
schuld. De aanvankelijke genegenheid 1
bij haar was geheel bereid liefde te worden
Dat ze in afkeer, jazelfs haat] veranderd
was, moest Piet, haar man, zich zelven
verwijten, toen zij reeds gestorven was.
Haar aangeboren vroolijkheid, nu en
dan in vergeten oogenblikken opklaterend
gedeelte van dit vertrek werd ingenomen den duur afgestompt, verstikt, gedood
Edele menschen kennen geen wraak.
van
n
saris, op de zelfde manier heb ik kennis gekre
gen aan mijn vrouw zaliger.
Niets dwingt zooveel eerbied af dan rijkdom,
die van den geest des eenvouds doordrongen is.
Open uwe oogen, maar tevens uw gemoed:
alles is interessant wanneer gij het met oordeel
beziet.
Een goeden wil is niets, zoolang hij niet in da
den wordt omgezet.
Wees rechtschapen jegens andere, daarna wel
willend voor u zelven.
Als iemand u verzekert, dat hij den laatsten
gulden met u wil delen, wees dan verzekerd, dat
hij den gulden niet heeft.
Het geweten heeft altijd recht, want het speekt
alleen dan, wanneer het recht heeft.
Wees wijzer dan anderen, maar laat hun niet
merken, dat gij ’t zijt,
Wie al te veel in de toekomst kijkt, struikelt
vaak over het tegenwoordige.
Adverteeren is het scheppen en onderhouden
van een gunstige geestesgesteldheid ten opzichte
een product, instelling of een zaak.
De zwaarste en best gedragen beproeving zijn
die welke nooit worden opgetekend in enig aards
I geschiedboek en dieelken dag worden ondergaan
Het besef van ons
kracht.
Om geelgeworden ondergoed of bedlinnen
weer wit te maken, weeke men het in zuurgewor-
den karnemelk en late het daarin liggen, grof
goed langer dan fijn. Daarna wascht men het
met zeep in lauwwarm water, spoelt het in koud
water na en droogt het.
Helpt dit niet dadelijk de eerste maal, dan her
haalt men het.
Bij heel fijn waschgoed mag de karnemelk
niet zuur zijn.
gen worden.
En hoelang woont u hier al? informeerde de
zoekende, vol belangstelling.
Ik ben hier geboren.
o
Eerste inbreker. St. Ik hoor iemand spreken.
Tweede inbreker.Wat zegt hij?
Eerste inbreker. Dat hij nooit meer op een
paard zal wedden, zoolang hij leeft.
Tweede inbreker. Laat ons maar weggaan:
hier valt voor ons niets meer te halen.
o
De twee concurreerende dorpskroegbazen
formeerden, ieder uit zijn klanten, twee elftallen
die een voetbalmatch zouden spelen.
De eene kroegbaas vuurde van te voren zijn
jongens aan en loofde voor ieder doelpunt een
pot bier uit.
Dit hoorde de ander, hij volgde het goede voor
beeld en loofde ook voor elke goal een pot bier
uit.
Met de rust stormden de twee concurrenten
het veld op en bezwoeren den scheidsrechter de
wedstrijd te staken. De stand was toen 30—24.
—o
Gevangenbewaarder. Waarom heb je als laat
ste wensch voor je terechstelling, ’n portie bruine
boonen gevraagd, waarom niet liever iets fijners?
Veroordeelde. Ja, zie je, ik was heel mijn leven
dol op bruine boonen, maar een paar uur nadat
ik ze gegeten had, kreeg ik altijd het zuur en daar
zal ik dezen keer tenminstegeenlast van hebben
—o—
Landeigenaar. De regen van gisteren heeft
me minstens twee duizend gulden schade ver
oorzaakt.
Parvenu. Dat beteekent niets! Dat kost ’t mij
als mijn vrouw maar even schreit.
o
Commissaris van politie. Toen de vrouw in
het water viel, zijt gij weggehold als een dief in
plaats van hulp te verleenen, iets wat voor u vol
strekt geen moeite geweest zou zijn. Foei hoe laf!
Werkman. Uhebt makkelijk praten, commis-
Schrijfblocs,
Luxe schrijfpapier,
Enveloppen,
Mappen schrijfpapier,
Rekeningenblocs,
Kwitantieblocs,
Kantoorboeken,
Kasboeken,
Cahiers,
Notitieg’oed,
Closetpapier,
Vulpeninkten,
Teekeninkten,
Schrijfinkten,
Stempelinksen,
Stempels,
enz. enz.
is dit een gezonde stad? informeerde iemand,
die een huis zocht.
O ja, zeker, antwoordde de aangesprokene.
Toen ik hier kwam, was ik zoo zwak dat ik geen
woord kon zeggen, ik had nauwelijks een haar op
mijn hoofd en ik moest mijn bed in en uit gedra-
Bevelen zich beleefd aan voor het schilderen van alle soorten Hout-
mernabootsing, tegen de scherpst concurreerende prijzen.
Vraagt prijs voor bet plaatien van enkel, dubbel en spiegelglas. Glas in Lood en
0 Koper naar elke teekening, vorm en stijl.
Imitatie-Glas in Lood. Net, doch goedkoop werk.
recht geeft ons moed en
Wie geen last wil dragen naar zijn kracht ver
dient zijn plaats in ’t leven niet.
De wereld is een kraam en heefteen heeleboel
koopwaar. Tegen arbeid is ze koop en met vlijt
kunt ge ze krijgen.
O XZ XZ I. XZ xz 4 4 444 11XA.XA.4 4 XZ X.Z ^Z yVkJlUllW kz 4 kz 1 1 j YV <3. X