PINKSTEREN
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU*
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRI5CHE DRUKKERIJ
DE JONG BAARLE-NASSAU
I
I
I
S|
PUROL
De Jeugd bij
den landbouw
I
Persoonsbewijzen*
I
31 MEI 1941
No. 22
36e Jaargang
1
I
I
d
el
.1
Algemeene arbeidsdienstplicht
I
I
e
iH
vei
dr?
wel
Ikd
Bd
iad
en’
ortj
aki
>erJ
I
11
tzl
I
1
el
c
el
e
bewijs. Men houde zich er van overtuigd
dat, wanneer eenmaal heel Nederland
voorzien is van een persoonsbewijs, dit
document zal worden gewaardeerd als
een nuttig hulpmiddel, niet alleen als
identificatiebewijs, maar ook ter vereen
voudiging van bureaucratischen rom-
slomp van allerlei aard.
Wij kunnen dan ook niet anders dan er
bij onze lezers en lezeressen krachtig op
aandringen, om mede te werken tot een
snel en goed verloop van het uitreiken
dezer bewijzen.
dat Dien Geest ons denken mag beheersen
en er helderheid van geest in neerleggen.
De helft van het jaar, waarin de meeste
Christelijke feestdagen gevierd worden,
wordt nu uitgeluid door de Pinksterklok-
ken; een lange periode zonder een enkel
feest staat op het punt te beginnen, zonder
één enkel Christelijk feest wel te verstaan,
want de zomermaanden met de overda
dige bloei- en oogstweelde zou men kun
nen beschouwen als één groot doorlopend
feest, het feest van natuur, van zon,
warmte en groei. Daarom wordt Pinkste-
ren, dat tegelijk het einde van de koude
en het begin van de warme jaarhelft jis,
gevierd in de vrije natuur. Zolang er nóg
bossen zijn, die in het voorjaar groen uit
lopen, zolang er nog bloeiende bollenvel
den zijn, heerlijke woeste duinen, waar
het jonge leven in honderd en één vorm
begint te ontwaken, zullen de raenscH-n
naar buiten trekken om hun hart op te
halen aan de wonderen van de zich jaar
op jaar verjongende natuur. Is het niet een
geheimzinnige kracht, die de grashalm
door de bodem doet opschieten, die het
loof aan de bomen doet uitlopen? De
echte Pinksterganger, die een natuurmin
naar is, zal het U kunnen vertellen!
Binnen afzienbaren tijd zal ieder, die
binnen onze grenzen verblijf houdt, hetzij
Nederlander of vreemdeling (behalve
Rijksduitschers) voorzien zijn van wat
men noemt: een persoonsbewijs een
novum in ons land.
Het groote nut van een dergelijk docu
ment ligt voor de hand. Want niet alleen
dat het een onmisbaar en onweerlegbaar
indentificatiebewijs vormt, maar het voor
nemen bestaat ook, om het in de toekomst
nog andere functies te laten vervullen.
Zoo kan het dienst doen als rijbewijs,
vischacte, jachtvergunning enz. Als men
de zaak optimistisch bekijkt, zou het zelfs
het paspoort kunnen vervangen. Maar
zoover zijn we nog niet en als zooda
nig zou het op het oogenblik ook weinig
nut hebben.
Intusschen is het uitrijken van de mil-
lioenen persoonsbewijzen geen kleinig
heid. Hier is dus wel een aansporing op
zijn plaats, om er elk in zijn vermogen
al het mogelijke toe bij te dragen, om
de uitreiking vlot te laten verloopen. De
eerste resultaten op dat gebied schijnen
overigens bevredigend te zijn. Alleen
komt het nog veel voor, dat de foto’s niet
voldoen aan de voorschriften, hetgeen
oponthoud veroorzaakt, zoowel voor den
betrokkene als voor de met de uitreiking
belaste beambten.
Velen schijnen het als een bezwaar te
voelen, dat er vingerafdrukken worden
genomen. Het herinnert hen mogelijk aan
een misdadigersalbum, waarin men aan
tekening houdt van de vingerafdrukken
van allen, die met de rechterlijke macht
in aanraking zijn gekomen. Wij kunnen
hen geruststellen. In dit album zullen zij
nooit figureeren tenzij zij zich aaneen
of ander strafbaar feit schuldig maken.
Vingerafdrukken vormen echter een on-
misbaaronderdeel van hetpersoonsbewijs.
Zij zijn reeds een indentificatiebewijs op
zichzelf.
Die vingerafdrukken spelen een groote
rol bij het persoonsbewijs. Zij moeten
voorkomen op de oproeping, die ieder
thuis ontvangt, op het bewijs zelf en op de
achterzijde van de foto, die naar het ar
chief van de Rijksinspectie gaat. Deze
voorschriften zijn voor allen gelijk.
Welk een reusachtige arbeid hiermede
gemoeid is, kan wel blijken uit het feit,
dat niet minder dan ongeveer zes en een
half millioen oproepingen zijn verspreid.
Deze moeten alle worden geordend en
opgeborgen in het archief. Sedert 1939
heeft wel is waar elke Nederlander ten
stadhuize een z.g. persoonskaart, maar
uiteraard zijn deze kaarten over het ge-
heele land verspreid. Thans echter, nu de
oproepingen in één gebouw worden on
dergebracht, zal de controle sterk worden
vergemakkelijkt. Wanneer iemand over
lijdt of naar het buitenland vertrekt, wordt
zijn persoonskaart naar het centrale bu
reau gezonden. Daardoor is men in staat,
gegevens te verzamelen over het aantal
sinds 10 Mei 1940 naar het buitenland
vertrokken Nederlandejs, de gesneuvelde
militairen, de bij bombardementen omge
komen burgers, enz.
Uit dit alles-blijkt wel het groote belang,
dat elke burger er bij heeft, om in het be
zit te komen van een dergelijk persoons-
Het is een zeer gewoon verschijnsel,
in alle landen ter wereld, dat de stedeling
den boer miskend en omgekeerd
De gebeurtenissen van Mei 1940 heb
ben toenadering gebracht, een drang naar
eenheid doen ontstaan. Zoowel van par
ticuliere zijde als vanwege de regeering
worden pogingen in het werk gesteld om
de stadsjeugd in contact te brengen met
met het platteland. Zoo werden b. v. te
Groningen tweedaagsche tochten georga
niseerd voor de schoolkinderen, De daar
mee ^bereikte resultaten mogen’ gunstig
worden genoemd, zoodat deze tochten in
de toekomst vermoedelijk zullen worden
voortgezet. Overigens denkt men aan een
„uitwisselingsysteem” d. w. z. dat men
de kinderen van het platteland ook eens
kennis wil laten maken met de stad. Hier
aan echter zijn, uit den aard der zaak gro
te moeilijkheden verbonden.
Het departement van Sociale Zaken
van zijn kant deed pogingen, om door het
organiseeren van een jeugdhulp voor den
landbouw, de verhouding tusschen stad
en land in betere banen te leiden. Hier
gold het jongelieden van 16 tot 20 jaar,
mannelijke, zoowel als vrouwelijke, die
als „hulp” op de landbouwbedrijven zou
den worden geplaatst. Men wendde zich
daartoe tot de organisaties in gebieden,
waar een voortdurend gebrek bestaat aan
landarbeiders. Hier werd een aanzienlijk
aantal van deze hulpkrachten onderge
bracht met over het algemeen gunstig re
sultaat.
Dat was in het vorige jaar. Thans wordt
deze hulpactie op grootere schaal ter
hand genomen. De provincialelandbouw-
organisaties hebben hierbij algemeen hun
medewerking toegezegd. Deze organisa
ties hebben besloten om, in overleg met
de samenwerKende boerenorganisatie’s,
na te gaan, aan welke eischen de stads
jeugd moet voldoen, om voor plaatsing in
aanmerking te komen.
Bij dit overleg, waarbij ook het depar
tement van Sociale Zaken was vertegen
woordigd, werd men het erover eens, dat
den jongelui van het begin af aan moest
worden ingeprent, wat hun taak zou zijn
op de boerderij. Zij moeten inzien, dat zij
daar niet zijn bij wijze van vacantie, maar
w Hoofdpijn en Kiespijn.
dat van hen verwacht wordt, dat zij naar
gelang van hun krachten zullen mede
werken aan den goeden gang van zaken
op het bedrijf, waar zij geplaatst zijn. Na
dat zij b.v. een tweetal weken zijn inge
werkt, moeten zij den heelen dag deelne
men aan alle werkzaamheden, zonder
dat er van een langdurige onderbreking
sprake kan zijn, waardoor de goede gang
van zaken in het bedrijf zou worden op
gehouden.
Als tegenprestatie voor de hulp van de
jongen of het meisje uit de stad moet de
boer voor behoorlijke kost en inwoning
zorgen, zich met de wasch belasten, hun
kleedingen schoeisel repareeren laren en
hen van eenig zakgeld b.v. (f 1 per week)
voorzien.
Voorts is het de bedoeling om streeks
gewijs een jeugdleider aan te stellen, die
het contact tusschen de boeren, de jeug
dige „hulpkrachten” en de organen van
arbeidsbemiddeling moet "onderhouden
en voor ontspanninh moet zorg dragen.
Zijn bemoeiingen zullen zich alleen uit
strekken tot die jongelui, die in een kam
pement zijn ondergebracht.
De reiskosten der jongelui naar den
werkgever worden van rijkswege vergoed
Voor gevallen van ziekte en ongeval zal
een regeling moeten worden getroffen.
Overigens zal er op worden toegezien,
dat geen voor den landarbeid ongeschikte
krachten worden uitgezonden. Van ieder
gegadigde zal een geneeskundige verkla
ring worden verlangd, dat hij of zij ge
schikt is voor het verrichten van (lichte)
werkzaamheden. Er zal een zorgvuldige
selectie worden toegepast.
Deze wijze van werkverschaffing is
van groot maatschappelijk belang. Hoofd
zaak voor den boer moet niet in de eerste
plaats zijn, gebruik te maken vande goed-
koope werkkrachten, welke op deze wij
ze te zijner beschikking worden gesteld;
hij moet er veeleer naar streven de ge-
wenschte toenadering tusschen stad en
platteland tot stand te helpen brengen En
dit streven moet van ganscher harte wor
den toegejuicht.
Pinksteren ontleent zijn naam aan het
Grieksche pentakonta, dat vijftig betekent.
Want 50 dagen na Pasen had de Uitstor
ting van den Heiligen Geest over de mens
heid plaats. En dit is ook de reden, dat de
Pinkstertijd, waaronder onze verre voor
ouders de tijd tussen Pasen en de eigen
lijke Pinksterdagen verstonden, een peri
od® was van vreugde, van opgewektheid
en een blij gemoed. Dat kwam uitstekend
overeen met de verschijnselen van de
ontwakende natuur. Het mooiste meisj
uit de streek werd tot Pinksterbruid geko
zen. Haar voorgangster kreeg de titel van
Pinksterbloem, de koningin van de Mei
maand.
Vreugde en blijheid, dat is de bood
schap van Pinksteren. Het jaargetijde
werkt er toe mede, om ons in een opge
wekte stemming te brengen. De zich ont
plooide natuur, welke ons omringt, deelt
haar blijheid aan ons mede.
Allerwege jong leven, fris groen, stra
lende warme zonneschijn, lenteweelde - -
hoe zou dit alles ons gemoed niet verheu
gen? Het is geen wonder, dat het Pink
sterfeest in het leven van ons katholieken
zulk een grote plaats inneemt! Zoals wel
eer de H. Geest neerdaalde over de
Apostelen en hun de macht gaf van ver
schillende talen te spreken, zo vragen wij
qpÜROM de (luid
I
cl
I
Se
na
ad
i:J
jze
de
bei
3M
aPj
in]
.vod
te 4
ik
dun
tv'
p’-
in
25'
'M
aal
e I
v I
zal
in
is.l
■n.
atvJ
rd
aq
na.
n:
;s d
iet
arid
'd
C
■en
ast
iwj
■die
s. j
vet
Idz
Dr
,i"
»eM
izaïl
leg
wi
dl
r
'C
Krachtens verordening van den Rijkscommis-
saris voor het bezette Nederlandsche gebied is
voor alle Nederlanders van beiderlei kunne, die
tusschen de 18 en 25 jaar oud zijn, de arbeids-
dienstplicht ingesteld. Het is de taak van den
Nederlandschen arbeidsdienst, werkend in een
geest van ware volksgemeenschap, de Nederland
sche jeugd te doordringen van de ethische waar
de van den arbeid in het algemeen en haar in het
bijzonder de vereischte waardeering voor den
handenarbeid bij te brengen. De diensttijd be
draagt een half jaar; hij zal in den regel in het
19e levensjaar vallen. Jongens en meisjes, die
den leeftijd van zeventien jaar hebben bereikt,
kunnen zich als vrijwilliger aanmelden.
De dienstplichtigen worden door recruteerings-
bureau van den Nederlandschen Arbeidsdienst
in overleg met de bevoegde plaatselijke autori
teiten opgeroepen en gekeurd. Keuring is daarom
noodzakelijk, wijl zij die lichamelijk ongeschikt
aSM Veilig en vlug als geen ander helpen hierbij
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt’s Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets, genaamd Mijnhardtjes Doos 10 en 50 ct.
BAARLE S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD
zuivert, verzacht, geneest
OOP» 30-60.TUBE45CT