De Alma Mater der technici
HERCULANUM
mondaine plaats uit de oudheid
w
VAN HET
BETOOVERING.
Hier worden de specialisten van den vlieg
tuigbouw gevormd en geschoold
Voor flinke onderofficieren van de Duitsche
luchtmacht een levenskans
ONZE FEUILLETON
8
Ja, van welken kant men het ook
beziet... het gaat werkelijk niet! Ik
raad je sterk af Lancken uit te dagen;
je zult slechts een vernedering on
dervinden. Zie, als student werd je
geacht waardig te zijn, voldoening
te kunnen geven; die tijd is voorbij.
Je bent beambte op een landgoed
eerste rang neem mij niet kwalijk
maar zoo denkt de raad van eer.
Lancken behoeft je geen satisfactie
te geven; hij mag dat niet eens doen!
Ónmogelijk! riep ik opgewonden.
Laat de zaak liever rusten, zei hij,
en goedig voegde hij er aan toe: Ik
wil trachten alles bij te leggen. Goed
beschouwd heb jij aanleiding tot die
geheele affaire gegeven; maar Lanc
ken heeft er spijt van, de uitdrukking
die beleedigt gebezigd te hebben. En
jij kunt getroost je ongepast gedrag
betreuren; dit zul je nu zelf al wel
ingezien hebben. Je legt eene derge
lijke verklaring af; daarna breng ik
je die van Lancken. Hij meent het
goed; het doet hem leed, dat je hier
ondergeschikt bent. Tot duelleeren
komt het toch niet, dat weet hij! en
hij behoeft zich in het geheel niet
met de zaak te bemoeien. Als hij het
toch doet, is het edel van hem. Zet
je de zaak door, dan komt geheel het
schandaal op je zelven neer.
Daar zat ik nu, onmachtig de tan
den knarsende.
Ik zette mij aan de tafel en schreef
de gewenschte regels. Muhling dronk
onderwijl het eene glas punch na
het andere, om zijne door de dien
avond genoten dranken verstompte
levensgeesten weder op te wekken
ik als een goed bekende in het huis
van den opperhoutvesier verkeerde
en dat diens dochter geene vreemde
voor mij was.
Dat maakt geen verschil, zei de
heer Bruning. Ge hadt de driestheid,
u van de dame van een zeer aan
zienlijken gast te willen meester ma
ken, terwijl hij zelf aanwezig was en
gereedstond haar den arm te geven.
Ge hebt u dingen moeten laten zeg
gen, die ik niet wensch, dat mijn be
ambten gezegd worden. Vertrek dus,
en hoe eer hoe liever!
Ik kon slechts nog zeggen, dat ik
van het vooruit te betalen salaris af
zag en nog dienzelfden dag zou ver
trekken, en keerde mij om met den
ridderlijken trots die mij in zulke
oogenblikken eigen is. Innerlijk was
ik evenwel treurig gestemd; bij het
klein bedrag mijner spaarpenningen
zag ik een drukkenden tijd te gemoet,
wanneer hetmij nietgelukken mocht
spoedig een andere betrekking te
vinden; en bij de tegenwoordige
overbevolking en het gedrang voor
alle deuren, waar slechts aangeklopt
kon worden, was dit geen lichte
zaak.
Ik pakre mijne koffers; te midder
nacht kwam de postwagen, die naar
de naaste stad reed, door onze buurt.
Daar wilde ik een bescheiden ver
blijf betrekken, om van daar uit met
de agentschapeen, die zich met de
plaatsing van landhuishoudkundige
beambten belasten, in corresponden
tie te treden.
Lang stond ik in tweestrijd, of ik
mij nog eenmaal in het huis van den
houtvester zou wagen om afscheid
te nemen, doch ik had den moed
niet Helene onder de oogen te ko
men. Ik wist niet, hoe zij over het
voorgevallene dacht; het zou mij al
te zeer ontmoedigd hebben, wanneer
en dit gelukte hem, zoodat hij wel
dra in een opgewekte stemming ge-
raakte en een studentenlied begon te
zingen. Ik ging naast hem zitten hij
werd vertrouwelijk als in vroeger
tijd; hij werd vertrouwelijk als in
vroeger tijdmaar hij liet niet veel
los en riep zich zelven dadelijk tot
de orde. Het was reeds laat in den
nacht, toen wij scheidden.
Dat hij woord had gehouden, daar-
j van kon ik mij reeds den volgenden
morgen overtuigen. Als antwoord
op mijne verklaring kwam die van
Lancken, waarbij deze te kennen
gaf, dat hij de door hem gebezigde
uitdrukking betreurde. En toch had
hij mij in tegenwoordigheid van He
lene beleedigd.
Nauwelijks meende ik het geheele
voorval als afgehandeld te kunnen
beschouwen, toen ik op een verras-
sende en voor mij hoogst pijnlijke
wijze hettegendeel moest vernemen.
I De heer Bruning liet mij bij zich
i ontbieden en trad in zijne werkka-
mer tegenover mij als Jupiter to-
1 nans” op. Zijn kwade luim was ze
ker door de nawerking van den feest
roes niet minder geworden; hij deelde
mij kort en bondig mede, dat hij mij
uit mijne betrekking ontsloeg, dat het
hem welkom zou zijn wanneer ik
dadelijk zijn huis verliet, en dat hij
mij het salaris over het loopende
kwartaal gaarne zou uiibetalen.
Ik was ten zeerste getroffen en
vroeg naar de reden van dit plotse-
ling ontslag.
Ge hebt u, zeide hij, zeer onge
past jegens mijne gasten gedragen,
eene dame beleedigd en verder nog
reden tot ergernis gegevenbeamb
ten, die zoo handelen, kan ik niet
langer in mijn dienst houden.
Ik betuigde mijn leedwezen over
het gebeurde, maar zij tevens, dat
zij mij hare misnoegdheid nog op de
reis had medegegeven. Verliezen
kon ik haar niet, want nimmer had
ik de stoute gedachte gehad, dat zij
mij ooit zou toebehoored; doch haar
vroolijk, zonnig lachje bij alle vroe
gere ontmoetingen was voor mij een
kostelijk bezit, dat ik mij. niet wilde
laten ontrooven, en haar somber ge
laat bij het afscheid zou het mij ont
nomen hebben.
Ik schreef een hartelijkên afscheids
brief aan den houtvester, waarin ik
hem mededeelde, dat ten gevolge
van mijn plotseling ontslag deze
streek moest verlaten, dankte hem
voor al de mij bewezen vriendelijk
heid, en verzocht hem mijn dank en
mijn groet aan zijne dochter Helene
over te brengen.
Ik kan niet zeggen, dat het af
scheid mij licht viel; aan elk stukje
grond, waar men geleefd en gewerkt
heeft, blijft ook een stukje van ons
leven hangen.
Hoevele uren, dagen, maanden
en jaren had ik hier geheerscht, den
grond de wet voorgeschreven, in de
akkers den stempel van mijn vlijt,
mijn inzicht en overleg gedrukt!
Ik was het bosch ingegaan en zette
mij op de bank, die bij het door het
bosch omgeven weiland stond. De
volle maan was vroeg opgekomen
en verspreidde steeds helderder haar
licht. Tusschen twee hooge dennen
keek zij door en wierp een breede
schaduw op het open grasveld. Wil
de die oude vriendin daarboven mij
bij het scheiden uitgeleide doen?
Wierp zij haar zilver op het sluime
rend woud, opdat dit zich sierde voor
het afscheidsfeest? Of lachte de maan
mij uit met haar grijnzend gezicht,
dat met onwrikbaar welbehagen op
de aarde rust, terwijl eene innerlijke
oniust ons heen en weer drijft in den
storm van het noodlot, ons nu
hier, dan weder daarheen sleur',
Toen ik daar zoo zat te droor
ritselde het in de struiken en d,
Asmodee stond voor mij. Het
heugde mij, een levend weze
zien, dat mijne zwaarmoedige c
pelnzingen stoorde. Zijn oogen
sterden duivelachtig in zijn dwer
gezicht, en weder scheen mij
kleine, in een mantel gehulde
stalte weinig te vertrouwen te
Niettemin, daar ik den drang
ontboezeming in. mij voelde, be
ik hem mijn leed te klagen.
Ik weet alles, zei hij.
Ik verzocht hem, ijaast mij pi
te nemen, doch hij antwoordde
heb geen tijdslechts zoo lang,
mijne paarden ginds in het dorp
voederd zijn; ik moet nog een g
ten rit doen. U denkt niet, dat ike
equipage heb, mijnheer Stern!,
Of denkt u, dat ik evenals de fe,
koningin Mab slechts met een di
beeldig span rijd? Mijne paar
zijn geene zonnestofjes, doch pr<
tige Trakhener hengsten, en g
kleine mug zit op den bok, doch
reusachtige koetsier, die een z«
zwaait, waarvan de stok niet uit
kelbeenderen en het koord niet
draadjes bestaat. Neen, ikbezite
trotsche, voorname equipage.
Dat betwijfel ik niet, maar dat
mij weinig helpen.
Wie weet zei dokter Asmodee
een sluw lachje.
Ik zal moeite doen om een niet
betrekking te vinden; kan u mij
hulpzaam zijn?
Verlangt u zoo erg naar niet
zorgen en onaangenaamhede? vr
Asmodee glimlachend.
Wordt vervolge
ESI
Hans Hücke.
flülTSCHE LUCHTWAPEN
Wanneer een vliegtuig geheel gemonteerd is dan kan het zijn eerste proefvlucht
even
met
warmwater-voorziening en verder comfort,
het. Luchtwapen, bewandelt daarmede ge
heel nieuwe wegen: vrij baan voor de flin
ke ondernemende kerels! is hier het pa
rool.
wellicht den scherpen opmerker in het oog
zou vallen.
Een korte wandeling door een van de hal
len doet ons al spoedig ervaren, dat wij
hier te doen hebben met een zeer apart in
stituut van het Duitsche Luchtwapen. Door
simpele houten scheidsmuren maakte men
hier een groot aantal boxen, waarvan elk
weer een ander doel wel te verstaan een
onderwijsdoel heeft. In de eerste serie
wordt getimmerd, geschilderd en wat al
niet meer; daarop volgen de werkplaatsen
van de schrijvers, de teekenaars. de meca
niciens. de electrotechnici, waar elke deel
nemer aan den cursus ook de stafin-
genieur van morgen het ambacht door
de practijk terdege leert beheerschen.
Dan volgt in een ander gebouw de groote
groep montagewerkplaatsen, waar alle
soorten motoren, allerhande typen lucht-
schroeven uit gestald zijn en door de leer
lingen als proefstukken moeten worden
vervaardigd. In een ander gebouw kan men
Wanneer een vliegtuig gehec, gemonteerd is oan kan het zijn eerste proefvlucht ma
ken. Dc piloot en de ingenieur belast met de inspectie moeten hiertoe beschikken
over een rijke schat aan ervaringen.
In het jaar 79 Chr. verwoestte een groote
uitbarsting van den Vesuvius, twee belang
rijke steden: Pompeï en Herculanum. Aan
gezien de eerste hiervan, reeds stof tot zoo
vele artikelen leverde, en daardoor ook
reeds voldoende bekendheid geniet, willen
wij thans eenige aandacht schenken aan
het even belangrijke doch iets minder be
kende Herculanum, waar eveneens talrij
ke opgravingen en restauraties zijn ver
richt, zulks in het bijzonder in den tijd van
het Fascistische Italië.
Werd Pompeï door de vernielende uit
werking van de vulkaanuitbarsting onder
een dichten lavastroom bedolven, bij Her
culanum was deze uitwerking nog veel ra
dicaler: een deel werd zelfs door de erup
tieve massa die met zich gesteenten rondom
den kratermond en op de hellingen ver
spreid, meesleurde, geheel weggevaagd.
Terwij] Pompeï dus door een regelmatig
verspreide aardlaag ter dikte van 5 tot 6
M., die, naar het bleek, later stelselmatig
verwijderd kon worden, bedekt werd, zette
zich de verzengende materie, door den vul
kaan met demonische heftigheid omlaag
gestort, vast tegen de verpletterde villa’s
der voorsteden van Herculanum. doorstroo-
mend tot in de diepste kelders der huizen
Deze zondvloed van gloeiende lava ver
hardde en kreeg het aspect van een com
pacte steenmassa in dikte varieerend van
10 tot 12 M.
Bij de opgravingen in deze streek stuitte
men op ontzaglijke technische moeilijkhe
den. In het begin werd een weinig doelma
tig systeem toegepast: na de steenlaag op
verschillende plaatsen doorboord te heb
ben, trachtte men, uiteraard op goed ge
luk, via ondergrondsche gangen, overblijf
selen uit deze doode stad aan het licht te
brengen.
Later werd met hulp van deskundigen,
dezen arbeid op geheel wetenschappelijke
basis voortgezet, met toepassing van de
modernste, technische uitvindingen. Spoe
dig werden uitstekende resultaten bereikt:
geheele stadsdeelen konden worden ge
ruimd, waarbij openbare gebouwen, privé-
huizen. kostbare voorwerpen, luxueuse
huisraad en ontschatbare kunstwerken aan
het licht werden gebracht. Hiéruit bleek
toen dat in Herculanum alle typische ken
merken van een antieke badplaats aanwe
zig waren, welke een suggesief beeld ga
ven van levenswijze en mogelijkheden tot
vermaak in dit Romeinsche stadje.
Opvallend is echter, dat deze plaats meer
als buitenverblijf diende. De meeste land
huizen werden bij voorkeur aan zee ge
bouwd, dit zuiver om van het leven aan de
kust te kunnen genieten. Als badplaats in
letterlijken zin zal Herculanum ongetwij
feld minder aantrekkingskracht op de Ro
meinen uitgeoefend hebben: zij hadden
immers hun vernuftig gebouwde en
fraai als luxueus ingerichte thermen.
weer, overzichtelijk gerangschikt, de on-
derdeelen vinden, die van vitaal belang zijn
en waarop door de. cursisten in het bijzon
der moet worden gelegd. Ons als leek op
het gebied van de techniek, duizelt het van
deze tientallen motoren, modellen en leer-
toestellen. Wanneer wij daarna nog in de
collegezaal komen, waar het theoretische
onderricht p^ats heeft, waar de wanden
bedekt zijn met honderden schetsteekenin-
gen en schakelborden, waar de tafels be
dekt zijn met allerle' geheimzinnige toe
stellen, ja, erkennen wij werkelijk verstomd
te zijn over een zoo degelijke opleiding van
de jonge menschen, die straks hun beste
krachten aan de oorlogvoering van Duitsch-
land zullen geven. Er moet heel wat vlijt
getoond worden en heel wat zweetdroppel
tjes vloeien, voor de „professor” tevreden
is met de resultaten van zijn leerlingen.
Maar zij spelen het klaar, slechts zelden
komt het voor dat een student hier zakt
voor een examen. De.meesten van hen zijn
vroeger reeds bij den troep geweest als
boordwerktuigkundige of waarnemer; zij
bezitten dus reeds een goeden ondergrond
voor hun verdere vorming. Hun voorop
leiding genoten zij aan een der talrijke
vliegscholen, welke men overal in Duitsch-
land aantreft. Zij doen het voorbereidende
werk voor de eindindustrie aan de „Alma
Mater” van het Duitsche luchtwapen.
Maar de verlokkende prijs loont ook de
moeite. Na een studie van vijf semesters
en een met goed gevolg afgelegd eind
examen, worden de onderofficieren als
vliegeringenieur opgenomen in het ingeni-
eurscorps van het luchtwapen; zij bezitten
dan meteen den rang van eersten luite
nant. Nog in talrijke andere leidende func
ties kunnen zij worden geplaatst. Door
eigen wilskracht en toewijding kan derhal
ve iedere onderofficier, die bijvoorbeeld als
eenvoudig automonteur in dienst trad en
bovendien zijn soldateneigenschappen heeft
bewezen te bezitten, na eenigen tijd hard
zwoegen, den officiersrang bereiken. Het
jongste deel van de Duitsche Weermacht,
Een gevleugeld woord dat in vliegers-
kringen nogal veel opgang doet, met name,
wanneer men komt op het terrein der oor-
logsvliegerij, is, dat dertig man op den
grond moeten werken om een piloot te la
ten vliegen. Welnu, dat mag in humoristi-
schen vorm wellicht ietwat overdreven
zijn, toch schuilt er een kern van waarheid
in. De voortschrijdende ontwikkeling van
de vliegtechniek heeft de contructie van
het vliegtuig dermate verfijnd, dat het niet
alleen noodzakelijk was om het grondper
soneel numeriek aanzienlijk uit te breiden,
maar meer nog hen wetenschappelijk op te
leiden; zij dienen een groote dosis techni
sche wetenschap te bezitten en dit te paren
aan degelijke practijkervaringen. Het zijn
specialisten in den besten zin van het
woord, die als „luchtwapen-technici” alle
zorgen hebben voor de vliegtuigen en mede
hun verantwoordelijkheid dragen voor het
leven van de bemanning.
Ze zijn allen, zonder uitzondering al
thans voor zoover het de hoogere rangen
betreft, vroegere scholieren van de Hoo
gere Vliegtechnische School van het Lucht
wapen. Deze Hoogeschoo] van de luchtwa-
pentechnici”, zooals men het instituut ook
zou kunnen noemen, schenkt haar studen
ten in tallooze cursussen en colleges het
wetenschappelijke en practische instru
ment, niet alleen om dat wonderlijk gede
tailleerde en minutieus werkende mecha
nisme van het moderne legervliegtuig in
elkaar te zetten, maar evenzeer om zoo
snel en accuraat mogelijk fouten te her
stellen.
De gebouwen van de Hoogere Vliegtech
nische School, kortweg in Duitschland aan
gemerkt als H.T.S., de eenige school van
deze soort in het geheele Rijk, liggen in
het heuvelachtige landschap van Midden-
Duitschland. De eerste indruk, dien de leek
ervan krijgt bij een bezoek is wel. dat hier
alles ruim uitgezet is. In elk opzicht doet
dit instituut, met al wat daarbij behoort
denken aan een vliegbasis Men ziet er hal
len en loodsen hangars gebouwen voor de
administratie, voor de onderkomens der
leerlingen, terwijl aan den rand van het
vliegveld natuurlijk de rondgebouwde uit
kijktoren is te zien, waarin de comman
dant zijn zetel heeft. Menschen ziet men
nauwelijks. De enkelen die wij evenwel op
onzen rondgang ontmoeten bezitten den
tang van officier of onderofficier, hetgeen1
waaraan zij begrijpelijk de voorkeur l
ben gegeven.
Het antieke leven is te Hercular.
geenszins weggevaagd; het is in verste
den toestand uitstekend bewaard geble:
zoodat het ons mogelijk is het wezen
stad en haar bewoners beter te benade
en daardoor ook de levenswijze der Rot
nen in deze mondaine badplaats van
iaren geleden nauwkeurig te bestudea
Naar de tegenwoordige stand der opg
vingen valt over het vroegere Hercular
het volgende op te merken:
Even onafscheidelijk als de havens
Ostia destijds bij Rome behoorde, was E
culanum van vitaal belang voor de bloe:
de handelsstad in de provincie Pompeï
wegen tusschen beide plaatsen waren
iswaar niet erg breed, doch bijzonder gi
verzorgd.
Evenals onze moderne badplaatsen
stond Herculanum grootendeels uit s
gebouwde zomerhuisjes en villa’s, we
echter opvielen door de onbegrijpelijke!,
en elegance, waarmede zij ingericht wal
De Bacchus-vereering moet te Herct
num wel tot abnormale vormen uitgegw
zijn, gezien het fantastisch groote aar
beelden en maskers van dezen wijn?
waarbij zelfs Hercules, de schutspatn
der stad bespot werd en in zeer beden!
lijken toestand afgebeeld werd na ken
lijk te zwaar drank-gebruik. Druiven:
tuur en wijnbouw zijn er in zoo ruime
ze gesymboliseerd en het aantal taveen
is zoo overmatig groot, dat men hieruit J
afleiden kan. dat de wijn tot de belangri
ste levensbehoeften en genoegens mt
hebben behoord.
De niet lang geleden ontdekte „Taber
Vinaria”, die thans zorgvuldig gerest:
reerd wordt en uit een bijzonder ruim ai
tal vertrekken bestond, waar de aanwe"'
luxe vrij gaaf bewaard is gebleven, bew!
de juistheid der hierboven geopperde vi
onderstelling duidelijk.
De huizenbouw toonde zeer weinig
schil: de meeste villa’s waren voorzien’
terrassen en zuilengalerijen aan de
zijde: deze konden door middel van
zen deuren worden gesloten, zoodat zij
elk jaargetijde bewoonbaar waren. Vol.?’
oude kronieken was het zelfs vrij algen#
gebruikelijk in den erfst naar Hc-rcula"'-B
te gaan om er een druivenkuur te onde
gaan. Deze plaats wordt verder beschre”
als een ideaal verblijfsoord. bekend 0
den overvloed aan heerlijk, frisch water'
weelderigen plantengroei, waar het volk
men ontbreken van stadsrumoer blijkt#
toen reeds zeer gewaardeerd werd.
Naar men thans heeft kunnen vastst’
len. was Herculanum een verrukkelijk o®
in merkwaardige tegenstelling tot het
naburige Baia, waar voornamelijk dobW
spel en andere dergelijke sensatie-am®
menten bedreven werden. Van dit
weelderige centrum van uitbundig en I®
zinnig vermaak rest ons echter niets
dan de naam en de tallooze uitvoerige
schrijvingen, welke klassieke auteurs 1
van gegeven hebben.
Was het uiterlijke verschil tusschen
antieke Herculanum en onze hedenda’!
sche moderne badplaatsen zoo opvall®
groot, in wezen is dit welbeschouwd het
mindere mate. Want een zeebadplaats
teekent te allen tijde vreugde, zon. zee
alles wat deze ons vermogen te schenk?
en deze zullen nimmer veranderen, offl»
ze eeuwig zijn!