een Vreemde heerschappij stimuleerde krachtig nationaal bewustzijn BETOOVERING. lil Levensomstandigheden niet altijd even rooskleurig, maar toch: een rijke cuituur ONZE FEUILLETON Wordt vervo 6 Zijne vrouw had hem een aan zienlijk vermogen mede ten huwe lijk gebracht, en daar zij van adel was, hield hij zich nu voor geheel gedesinfecteerd van de boeren-be- smettingsstoffen en van alles wat aan zijne afkomst herinnerde; hij gevoelde zich edelman, ja, hij verze gelde zijne stukken meestentijds met het wapen zijner vrouw. Hij had omgang met den adel van den om trek, met de officieren en hooge amb tenaren der naburige stad; zelfs was de president der rechtbank eens bij hem te gast geweest en Bruning werd ook steeds uitgenoodigd bij diens groot winterfeest, waaraan de hooge waarheidsbekleeder al zijne presen tiegelden verspilde, en|waarbij het dan ook voor eenmaal bleef, daar hij anders niets verspillen kon. Bruning was een gezet heer, met breede borst en breede schouders, een vuurrood gezicht en een paar sluwe, grijze oogjes, die moeite had den om over zijn dikke wangen te zien. Des te tengerder was zijne adellijke gemalin, bijna zonder li chaam; als in aetherisch spinneweb zat hare schoone ziel, die al het or dinaire verre van zich hield. Het huwelijk was gezegend met twee spruiten. De nog jonge knaap aardde naar zijne moeder; hij was uitermate slank en mager, een waar uitrroepteeken, en het was slechts aan de bemoeiingen eener orthopse- dische inrichting te danken, dat het uitroepteeken niet in een vraagtee- ken veranderd was. De dochter, die iets ouder was, geleek haren vader; .er zelve over denken mocht dat het, wat haar betrof, bij een man op ge heel iets anders aankwam dan op zijne burgerlijke betrekking, zij kon zich toch niet onttrekken aan den maatschappelijke!) dwang, die nu eenmaal op ons, paria’s rust; zij zou zich geschaamd hebben, mij voorde wereld een genegenheid te doen blij ken, die zij onder vier oogen niet zou verheeld hebben. Het onaangenaamst was mij de aanwezigheid van twee vroegere studiemakkers, de een nu assessor, de ander nog referendaris, beiden in de uniform van reserve .officier, daar er in de omgeving een militaire oefe ning plaats vond. De eerste, een mijnheer Von Lancken, zette reeds op de universiteit een hooge borst, nu was ik natuurlijk geheel beneden zijn gezichtskring gedaald. De ander, Bruno Muhling, was daarentegen eenigszins bedeesd, en gewoon, zich naar zijn ouderen makker te schik ken. Verder zaten nog aan de tafel de kantonrechter en een paar voor name grondeigenaars uit de buurt. Eenigen van hen kende ik als min zaam en tegemoetkomend; maar toch wist ik, dat ik voor hen ook slechts tot den levenden inboedel van het riddergoed behoorde. Midden in dezen kring, die in mij slechts het doorborend gevoel van mijne nietigheid te voorschijn riep, was er toch ook een opwekkend beeld voor mij, een lichtende ster aan den donkeren hemel. Helene was aanwezig; zij had mij vriendelijk en hartelijk gegroet, toen zij langs mij naar hare plaats ging, en ook de opperhoutvester had mij en allen aanwezigen door een hartelijken handdruk getoond, dat hij mij als een jongen vriend beschouwde. Helene zat tusschen den assessor zij was een plomp meisje, als ge schapen voor het zwaarste akker werk en de veeteelt. Wij beambten, hadden reeds in den morgen onze gelukwenschen aangeboden, tegelijk met een reus- achtigen bloemruiker, dien de tuin man met smaak samengesteld had, en tevens in die kolossale afmeting, welke op den landheer indruk maak te; want alleen dat kon hem naar den zin zijn, wat groot, sterk en dik was. Voor het diner waren we met de nauwgezetheid, welke het dienstper soneel betaamt, aanwezig. Ik monsterde de tafel eens; van de laatste plaats af kon ik haar geheel overzien, en ik had goede oogen. Het deed mij pijnlijk aan, zoovele goede bekenden te ontdekken; ik wist dat ze mij over het hoofd zouden zien. Daar was professor Danlcke met zijne vrouw. Hij was lang en schraal, en zijn hoofd nam eene voorname afzonder lijke plaats in, daar het van het ove rige lichaam door een langen hals gescheiden was. Zijne vrouw was een verre bloedverwante van me vrouw Bruning; ook zij had haren adel ingeboet, zooals dat vroeger niet enkel bij burgerlijke mesalliances, maar ook bij misdaden het geval was. Naast den stijven man maakte de kleine dikke vrouw een weldadi- gen indruk; zij had iets beweeglijks en scheen gestadig rond te gluren, of zij een of ander voordeel voor haar en hare familie kon verkrijgen; want zij had twee nog onverzorgde dochters, wier toekomst onzeker was, ondanks de collegegelden, die toch op een goeden dag moesten binnenkomen. De oudste had bijna de grenslijn bereikt, waar hopen en wachten plegen te eindigen en men de overtuiging krijgt, dat men zitten blijft. Hulda moest ongeveer haar zes en twintigste levensjaar bereikt heb ben. Haar jongere zuster, Tilde, be vond zich nog in den hoopvollen bloeitijd van twee en twintig zomers; zij was voor vijf jaren een aardig meisje met een poppengezichtje, koralen lippen en doorzichtige gla zen oogen, en wat deze kleine betrof hare moeder had reeds het oog op mij geslagen, want ik was toch, in later tijd, een mogelijke bruidegom; ik had, wat niemand mij ontnemen kon, toekomst en aan wachten zijn de meisjes gewoon. Hulda had intusschen wel uitge rekend, dat de termijn wat lang zou worden en behandelde mij dienover eenkomstig met snoode verachting. Voor Tilde stonden de kansen gun stiger; zij had een beter inzicht, ik scheen haar bovendien nogal aan te staan, en zoo had ik mij dikwijls den indruk, alsof zij mij aanmoedig- de; maar, mijn hart bleef ongeroerd. Naast den heer Danicke zat me vrouw Von Robeck, een jonge we duwe, die voor eene schoonheid gold; zij had donkere oogen, mooi gewelfde, donkere wenkbrauwen, kastanje bruin haar en eene slanke, statige gestalte. Ik had haar eens in het salon van den professor aange troffen zij had een oogje op mij ge worpen en trok mij voor bij andere jonge mannen. Dat zij mij nu minder beminnelijk vond, omdat ik eene ondergeschikte betrekking kiezen moest, was niet te denken. Hare steeds zoekende oogen hadden mij dan ook weldra gevonden, en ik be merkte, dat zij meermalen met ze kere deelneming op mij rustten. Doch, hoe vrij van vooroordeel zij Dit is een eenvoudig feit, dat wij vast- en den referendaris, tusschei huzaren- en den ulaneniuiti ingesloten door de bonte unifo en slechts nu en dan kon ik haa profiel zien, tusschen den fp drukten kalmukkenneus van d ferendaris en den troschen, ri gelachtigen dito van den asses; Het onderhoud werd(steedsl diger, de wijnkelder van den Bruning leverde zijn beste sch de meest zeldzame wijnen vo elkander, en toen de cham, aanrukte, werden de sluizei welsprekendheid geopend; slechts een schuimvlokje gee zat, ontkurkte de anders ge; lippen. De gebruikelijke tooste braken niet; de kantonrechte; als Kamerlid wist te zwijgen, des te meer in gezelschapskri zijne toespraken waren bekend eene schitterende welsprekem met zonnetjes en raketten. V sprak de heer Bruning, als o; landhuishoudkundig congres kantonrechter had zijne verdie wegens de beworking van he dergoed geroemd; mijnheer Bn sprak over den druk, die op hei bouwkundig bedrijf rustte. De ke grondeigenaars die aanwezi; ren, schonken deze rede den I; digsten bijval en klonken met en toen de champagneglazen overvloeiden en ik de hooggekli gezichten zag, zei ik tot mij ze dat van dien op de grondeige drukkenden last op dit ooge toch weinig te zien was. De c pagne bezat evenwel de mach alles in een rooskleurig licht te zien. 1 schouwden, die hun allerlei diensten HP i wijl die van Rome begon af te nemen, min of meer een tegenwicht gevormd te heb- BULGARIJE het Pruisen van den Balkan Een greep in de geschiedenis. Het eerste volk waarvan wij historische gegevens bezitten, dat zij vertoefd hebben op den huidigen Bulgaarschen bodem en ook aan de andere zijde van den Donau, is dat der Thraciërs geweest. De relicten, die uit deze vroege periode nog in de taal zijn te onderscheiden, rechtvaardigen de con clusie dat het Bulgaarsch behoort tot de Indo-Germaansche taalfamilie. Ofschoon met name via Macedonië, Grieksche cul tuur veel terrein won op het Balkan Schier eiland, moet het Thracisch in den tijd der Romeinen hier nog overal de gangbare taal zijn geweest. Ovidius, de dichter der ..Me tamorfosen”, heeft tijdens zijn ballingschap doorgebracht in de Dobroedsja. deze taal van het volk geleerd. In de eerste eeuw van onze jaartelling werd Thracië een Ro- meinsche provincie, die moest dienen als buffergebied tegen mogelijke invallen van de steppenvolkeren uit het Oosten. Vele soldaten, die hier gestreden hadden, vestig- den zich in het vruchtbare land als boeren en bleven er ook later wonen. Toch schijnt de invloed van Byzantium, die toenam, ter-1 ben. Van beide zijn echter nauwelijks nog /sporen overgebleven, daar zich in de zesde eeuw een veel machtiger kracht deed gel den, tocr Slavische volksstammen het land bezette’ Het waren Nomaden, die hier op primitieve wijze koloniseerden en tot den huidigen dag hun stempel op de gebruiken en gewoonten van de boerenbevolking heb ben gedrukt. Het Bulgaarsch is een Zuid- Slavische taal; van de Slaven zijn ook af komstig de verschillende patriarchale in stellingen. In Westelijk Bulgarije beginnen eerst in de laatste jaren die oude gebrui ken en opvattingen te verdwijnen. Nog al tijd is e i sterk Oostersche-Byzantijnsche inslag merkbaar. Van de Zuid-Slaven slaagden alleen de Serven er in, om een eigen nationalen staat te stichten; de toekomst van het nabuur land in het Oosten zou gevormd worden door vreemde elementen: de Bulgaren. Wie deze Bulgaren wel geweest mogen zijn, is thans nog een veelomstreden vraag. Wa ren zij wellicht van Finsch-Oeralischen oor sprong, ofwel-Turko-Tartaren, of Mongool- sche Nomaden?. Het eenige wat wij met ze kerheid weten, is, dat in historischen tijd hun vaderland de streek rond den midden- loop van de Wolga vandaar ook de naam Bulgaren moet zijn geweest. Enkele re licten van hun taal toonen in zekere mate verwantschap met het TurkschTartaar- sche idioom. De oudste kroniekschrijvers weten over deze oerbevolking nog de vol gende bijzonderheden mede te deelen; man nen zoowel als vrouwen droegen een wit soort broeken; het gelaat der vrouwen ging schuil achter een sluier, de mannen droe gen een tulband; vossenbont deed dienst als betaalmiddel. Er was nauwelijks sprake van eenigen nationalen opstand, zoolang het land onder de vreemde heerschers stond. Dat zal wel vooral hieraan zijn toe te schrijven, dat de Turken hun operatiebasis naar Europa overbrachten, waardoor Bulgarije het cen trum van het Groot Turksche Rijk werd. De oorspronkelijke bevolking werd niet door de Turken verdreven of uitgeroeid, maar wel onderdrukt, met dien verstande dat zij de Bulgaren als hun slaven be schouwden, die hun allerlei diensten moes- Installatie voor ’t drogen van tabak in de buurt van Dupnica. De ta bak is een van de voornaamste Bul gaarsche export artikelen. Bulgarije is slechts 110.000 vierkante kilometer groot en telt niet meer dan 6(4 mil- lioen inwoners. Hoewel het door de Balkanoorlogen en den ongelukkigen afloop van den Wereldoorlog ten zeerste verzwakt was, verloor het ook na 1918 zijn beteekenis niet, zoowel in politiek als economisch opzicht als mogendheid ‘in het Zuid Oosten. Deze belangrijke positie is niet in de laatste plaats toe te schrijven aan het feit, dat Bulgarije politiek, economisch en cultureel tot de rijpste en hoogst ontwikkelde lan den van Europa behoort. De woelige historie en de dikwijls buitensporig moeilijke levensomstandigheden hebben het karakter van dit volk bepaald. ten bewijzen; vrijwel alle lasten kwamen I te rusten op hun schouders. De machtige heeren wisten in vele gevallen aan dit lot te ontkomen door het Christendom los te laten en over te gaan tot den Islam. Bulgarije moest onder den Turkschen druk de blikken 'laten gaan in een andere richting. Had men zich tot dusverre inge steld op Byzantium, thans was het front naar Europa gekeerd. Adrianopel, Philip- popel en Sofia werden oorlogsbases van de naar het Westen oprukkende Turksche weermacht; hier moest de uitrusting pro- viandeering en het transport van de troe pen worden verzorgd. De vestingen, die vroeger gebouwd waren om de macht van Byzantium binnen de perken te houden, verloren haar beteekenis. Daarvoor in de plaats ontstonden langs het Donautraject nieuwe, strategisch belangrijke plaatsen als evenzoo voor zich verloren haar beteekenis. Daarvoor in de plaats ontstonden langs het Donautraject Nikopol, Lom-Palanka, en Vidin: ontstonden rond de pleisterplaatsen de Turksche karavanen al spoedig steeds uitbreidende nederzettingen. Het is niet verwonderlijk dat thans nog veel herinnert aan die vijf eeuwen Turk sche heerschappij; vele namen van steden, bergen en rivieren, in het Oosten zelfs de bouwstijl van dc huizen, de opzet van den stedenbouw met de echt Turksche handels- bazars getuigen nog van dezen allesover- heerschenden invloed. De Wolga-Bulgaren, ook wel „Zwarte Bulgaren” geheeten, waren Mohammedaan en hun rijk hield stand tot in de dertiende eeuw. Een tak van dezen stam duikt in de zesde eeuw op tusschen den Dnjestr en den Donau en slaagt er in om tegen het einde van de zevende eeuw ten Zuiden van den Donau, de Slaven, wonende tusschen deze rivier, het Balkan gebergte en de Servische Morawa, te onderwerpen. Het gebergte was voor hen blijkbaar geen noemenswaardige hinderpaal. In het begin van de achtste eeuw hebben zij ook het land in het Wes ten tot aan het Meer van Ochrid in bezit en in het Zuiden nadert hun macht nage noeg de kust der Aegeïsche zee. Maar, zoo als dit veelal geschiedt, de veroverende stam assimileerde zich al spoedig met de oorspronkelijke bevolking, hoewel de boe renbevolking per saldo toch het sterkste bleek, zoodat de Bulgaarsche Nomaden van lieverlede Slavische gebruiken overnamen. Het karakter van een land openbaart zich meestal met ondubbelzinnige duidelijkheid, wanneer men de grens eenmaal heeft over schreden. Wie naar Bulgarije komt, zoo mogelijk langs een der landelijke wegen uit een nabuurland, zal verrast zijn. Of schoon zeer bereidwillig en vriendelijk, maakt de douanebeamte een gereserveer- den en strengen indruk. Het kleine kan toor ziet er proper uit en is omringd door een uitstekend onderhouden tuin. Een schit terend land van orde, dit Bulgarije dat is de eerste indruk en men wordt in de da gen die volgen, niet ontgoocheld; integen deel de nieuwe ervaringen onderstrepen de ervaring bij de eerste kennismaking. Wij rijden door het land. Het is in de vlakten van zwarte aarde zorgvuldig in cultuur gebracht, met katoen en tabak, mais en paprika, ooft wijn en rozen. Overal kleine boeren. In de dorpen, die ook al den indruk maken bijzonder proper te zijn, zitten de vrouwen en meisjes in haar bonte kleederdracht voor de huizen en spinnen wol. Maar het schoonste en nieuwste ge bouw in een dorp is altijd de school. Ook dat past in het karakterbeeld van den Bul gaar. Want in dit Pruisen van den Balkan gelijk het land dikwijls genoemd wordt, kent men nauwelijks analfabeten. Men maakt kennis met de menschen, die gaarne bereid zijn om te helpen en wordt daardoor prettig getroffen. De kleeren van de vrouwen zijn hel van tint en in negen van de tien gevallen door haarzelf gewe ven. Wel zijn de tinten hel en bont, maar nimmer zoo dat zij het oog niet zouden be koren. Er ligt een milde ernst van den harden arbeid over haar gezichten. Groot en krachtig zijn de mannen; zij verraden onmiddellijk dat wij hier te doen hebben met een menschenslag, dat intelligent en vooruitstrevend is. De boersche afkomst kunnen zij nergens loochenen, ook niet in een stad als Sofia, die men niet ten on re ?'ite wel eens het Amsterdam van den E !kan heeft genoemd. In de negende eeuw reikte Bulgar dit was de eerste bloei-periode va.’ land in het Westen voor een groo over de grenzen van het huidige Hon; gerekend naar het oppervlak was Bul in het begin van de Middeleeuwen er grootste staten van Europa. Toen w eerste Duitsch-Bulgaarsche overeen met Lodewijk den Duitscher geslote machtigste heerScher in het Bulgarij dien tijd was tsaar Simeon (begin 1 eeuw). Onder zijn bewind heeft Bul afstand gedaan van den middenloor den Donau; klein was het daardoor schen niet geworden, wanneer men bedenkt dat geheel Zuid-Slavië en A onder Bulgaarsche heerschappij stond zijn invloed derhalve reikte tot de ku de Adriatische Zee. In de elfde en tw eeuw trok Byzantium andermaal vf rend door het Schiereiland en op die ten werd ook Bulgarije niet gespaard eenmaal beleefde toen het oud Bulgar Rijk een tweehonderd jarige ópsta: Toen verbleekte zijn ster aan het 1 ment der Europeesche staten, vooral het door de Turken onderworpen Reeds in 1366 moest het de Turksche schappij erkennen; dertig jaar later w met zijn zelfstandigheid radicaal geda De bezetting van Bulgarije door de ken ging zeer snel in haar werk. De Turksche bevolking, die reeds achttiende eeuw door epidemieën ster decimeerd werd, is nadat Bulgarije zelfstandigheid herwonnen had, ter gaan naar haar land van herkomst, geene zijde van de Dardanellen. 1 vormt zij een minderheid van niet menswaardige beteekenis. Evenzoo zi Grieken na den Wereldoorlog voor grootste deel uit Bulgarije verdwene ruil daarvoor heeft het land toen 31 vluchtelingen in het bezit van de Bul sche nationaliteit, uit de Dobroedsja, cië en Macedonië opgenomen. Het tegenwoordige Bulgarije is ont onder de verwarde politiek van de la twintig jaar. Eerst werd het land T» dat na afloop van den Russisch-Turfe oorlog danig verzwakt was, ontnome: den vrede van San Stefano kreeg he' gebied toegewezen van 165.000 vied kilometer; echter nog in hetzelfde werd deze oppervlakte op het Congres Berlijn gereduceerd tot 64.000 K.M.2J verdere Turksche oorlogen droeg Bul® den voornaamsten last van den strijd,' was door z’n ongunstige ligging nimffl staat van de voordeelen, voortvloeien! de overwinningen, eenig profijt te tre» ofschoon de opoffering van de vrijheid den buitensporig was. Dat was wellk' •beslissende oorzaak dat Bulgarije zie den Wereldoorlog bij de Centraler sloot. Het belangrijke aandeel dat het had in dezen krijg, is genoegzaam bel De uitslag was oorzaak dat het bij den de van Neuilly in 1919 de nieuw vero' gebieden weer moest af staan; het total' pervlak liep van 116.000 tot 103.000 kante kilometer met nog geen 7 mil inwoners. Opnieuw is door de recent® beurtenissen dit prachtige land aan rand van het oorlogstooneel gebracht de toch al zoo bewogen geschiedenis, dit land, verlengd worden met een n hoofdstuk van strijd en leed, of hoU« toekomst een vreedzamer beschikking borgen? stellen en het wil allerminst een negatieve waardeering zijn; hier heeft de hoofdstad van het land haar taak begrepen in dien zin dat zij een school moet zijn van het Westen, waar de boeren beschaving kun nen verwerven. Bulgarije strekt zich uit van den Donau tot het Rhodopisgebergte, van Timok en het meer van Ochrida tot aan de Zwarte Zee. Het is in hoofdzaak heuvelland en bergge bied, arm aan water zoowel als aan wou den. De dalen zijn echter buitengewoon vruchtbaar. De merkwaardige en specifieke schoonheid van het land ziet men het beste op de Donauhoogvlakte, waar het weer heel anders is dan in de bergen van het Zuiden of de vlakte van Maritza. Niet in de laatste plaats kan men daaruit de vlijtige levens voorwaarden opnemen als iets natuurlijks, waarin nu eenmaal geen verandering is te brengen. «O - i 'i

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1941 | | pagina 4