KNIPPATRONEN I WANNEER DE MOUWEN SLIJTEN BET COVERING. WAT IS UW LIEVELINGSKLEUR? ONZE FEUILLETON Wordt vervolg; I Rood is de kleur van de kracht, van de akkers gebeuren zou, die mijn v< van zijn bespaard geld gekocht I I 3 vroe: ontbrak, eens had zij een bezem in de hand, een anderen keer een soep- terine, en wat nog het ergste was, hare moeder gluurde steeds door de half geopende deur. Eindelijk kwam de hemel tot in keer; de zon spiegelde zich in de boordevolle rivier en droogde de plassen in het tuintje en op de bin nenplaats. Er heerschte een Zon- dagsche fust; het loopen der dakgo ten, het eentonig gekletter van den hemelschen neerslag had opgehou den en slechts de neergeslagen bloe men en weggespoelde bloesemblaad jes vertoonden de sporen van den gevallen regen. Mijn eerste gang dien morgen was naar den tuin; maar ach, het zag er alles nog zoo treurig uit. De grond en de lucht waren zoo vochtig, dat de innigste liefde daar nog een verkoudheid zou h'ëbijen opgevat. Eindelijk kwam er een heldere, zonnige dag, die het verblijf in den tuin veroorloofde zonder gevaar voor de gezondheid, zei het dan ook niet voor het hart; ik ging er heen en ontdekte, den smallen weg achter den muur der bibliotheek volgende, in een tusschen de rivier en den muur gelegen prieeltje, het meisje naar wie ik zoozeer verlangde, in een licht zomertoilet. Zij bemerkte mij niet, want zij was geheel ver diept in een boek. Toen ik naderbij kwam, keek zij eerst tersluiks op zijde; daarna hield zij het boek een tijdlang als een scherm voor de oogen en liet het zachtjes in den schoot glijden. Het scheen mij toe, dat zij op deze wijze de aandoening zocht te verbergen, die ze bij mijne nadering ondervond. Vervolgens beantwoordde zij mijn groet op eenigszins koelen toon. Komt u mij in mijn schuilhoekje En zij zat stellig uren lang daar, en wachtte mij; ik behoefde slechts den grendel van het kleine traliehek open te schuiven wat had ik ver zuimd, ik, ongelukkige! Welke schoone oogenblikken, kwartieren, ja, wellicht uren; want voor een ge lukkige slaat geen uur en de oude torenklok had zich kunnen inspan nen zooveel zij wilde, we zouden niets van hare slagen gehoerd heb ben! Ik liep de trappen op en af, maakte visites bij vader en moeder, martelde mijne hersenen om een geschikte aanleiding daartoe te vin den en zij zat intusschen daar ginds in het tuintje! Maar het berouw heeft geen waarde, wanneer het niet met goede voornemens hand aan hand gaat, en zoo nam ik mij dan ook vast voor, het verzuimde in te halen, en den volgenden dag reeds wilde ik daarmede een aanvang ma ken. Toen kwam de hemel tusschen- beiden, verijdelde de snelle uitvoe ring van mijn besluit en gaf mij nog een week lang aan het knagende be rouw prijs; want, hoe schoon de Zondag geweest was den volgenden morgen vroeg had de hemel zich in dikke wolken gehuld, en het goot van den regen. Het regende dagen lang onafgebroken voort; een onein dige regen stroomde neer, zooals Schiller het zoo schoon voor mijn gevoelig gemoed heeft uitgedrukt, een dier landregens, waarbij de pad destoelen gedijen en ’s menschen humeur bedorven wordt. Wel ont moette ik haar enkele malen in dien aschgrauwen tijd, doch alle poezie Men zou een kleinen variant op een be- waardigheid en de zegepraal. dampwolkjes die daaruit opstel zag ik Lotjes bekoorlijk gezichil toewenken, als een door wolken I geven engelenkopje. Ik schonk! een glas in en zette het droorrl aan de lippen, doch ik gevol eensklaps iets als een steek in I hart... mijne herinneringen w;| gekomen aan het punt, waai! rose sluier, die boven mijn kl zweefde, plotseling verscheurd I en ik in een troosteloos afschuw; I duister blikte. Met den rouwband om den I keerde ik naar de universiteits I terug. Ik had niets meer in de we I dan Lotje... aan haar behoorde m I liefde en trouw, geheel mijn w gevoel! Ik trof haar weder in tuin; zij begroette mij met een genden blik en sprak haar leedwt I uit over den zwaren slag, die mij I troffen had. Ik zou haar in mijne I men hebben willen sluiten, om haar hart uit te weenen, maa miste bij haar elke innige tegen; I koming, zij had iets koels in 11 wezen. Ik kon mij zelf niet beh I schende tranen stonden mij ii oogen. Zij wachtte tot ik gekalm; was, onderwijl ijverig breiende de kous, die zij onder handen I Toen vroeg zij mij, wat er mei ik moest haar bekennen, dat die de schuldeischers toekwamen. Aan de schuldeischers? - opgewonden, en de breinaalden ten ongeduldig. Wel, als er sch eischers zijn, wal moet er dan v< I worden? Ik zweeg een oogenblik; het mij zwaar, de ontmoedigende wl heid te zeggen. meteen; Dag, mijnheer Sternlein! reikte zij mij de hand, die ik eenigs zins lang in de mijne hield, zonder dat zij die onstuimig zocht te bevrij den, en ook mijn lichten druk beant woordde zij. Ik vergiste mij niet: er zat iets in dien handdruk; daarvoor heb ik een fijn gevoel. Op deze eerste ontmoeting in het tuintje volgden andere; we zaten heel ongestoord in het prieel en begon nen recht verirouwelijk te praten. Lotje was verbazend openhartig en daarbij verrukkelijkschalksch. Wan neer ik haar karakter openvouwde, zag ik ook allerlei kleine diertjes rondkruipen, maar het waren meest nietige goudkevertjes ja, zij had hare gebreken, zij was een weinig spotziek en was hooghartig, maar dat stond haar alles zoo bekoorlijk, dat men het niet anders zou wen- schen. Er verliep eene week. Ik weende bij het lijk mijns vaders en op het kerkhof; mijn vader was de eenige mensch geweest, die voor mij ge zorgd, die zich om mij bekommerd had. Maar in welk een toestand ge raakte ik zelf! Hij had geen vermo gen nagelaten, slechts eenige schul den, die gedekt moesten worden door den verkoop van zijne akkers; ik kon geene ondersteuning, van wien ook, verwachten. Hij had in zijn testa ment zijn leedwezen er over uitge1 sproken, dat hij mij geheel zonder middelen in de wereld moest achter laten, en mij den raad gegeven, mij aan den landbouw te wijden, waar van ik reeds eenige kennis bezat. Ik had mij dit bekoorlijk beeld uit mijn studententijd, weder voor den geest gehaald en genoot volop van de herinnering. De ketel, waarin ik mij een puch dacht klaar te maken, stond op de tafel te zingen, en uit de (Prof, Dr, II. opzoeken, mijnheer Sternlein? Wel wat laat, dunkt mij. Ach, dat onaangename regen weer antwoordde ik. O, dit prieel geeft volkomen be schutting; ik heb zelfs op die regen dagen somtijds hier gezeten. Dat had ik allerminst verwacht; daar stond ik weder beschaamd. Ik had slechts een parapluie noodig gehad, om tot mijn geluk door te dringen; en Leander is zelfs wel over den Hellespont gezwommen! Ik dacht niet.... stotterde ik. Laat ons daarover maar niet spre ken, sprak zij koel. Zij schikte wat op zijde, opdat ik naast haar kon plaats nemen. We zaten een poosje zwijgend bijeen, Hare nabijheid had een be dwelmenden invloed op mij; het was of uit het ritselend kleedje, dat mij aanraakte, een electrische stroom vloeide, die mij inwendig deed tril len. U is jurist, niet waar, mijnheer Sternlein? Ik beantwoordde deze vraag be vestigend met een zuiver geweten, voor zoover zij mijne betrekking tot faculiteit betrof, en niet de. kennis, die den jurist eerst maakt. U verzekert u daarmede een voor name toekomst... dat is toch wat an ders dan zulk een schrijfmachine, zooals helaas ook mijn vader is. Lotje scheen met mijne antwoor den tevreden zij sloot de onderzoe kende oogjes, om een oogenblik rustig te kunnen nadefrken; haar hoofdje lag achterover op de lenning der bank. Ach, had ik een kus op hare lippen durven drukken! Alles scheen daartoe uit te noodigen: maar ik wist te goed, dat ik door zulk een dwaasheid alles bederven Kon. Zij opende de oogen, stond op en KB MANTELTJE. Succespatroon aan den A 640 A 641 A 642 0 „Zeg s ne- een en kend spreekwoord kunnen maken: „Zeg mij wat uw lievelingskleur is en ik zal u zeggen wat voor iemand gij zijt!” Nemen wij aan, dat rood de lievelings kleur is van iemand; rood nu heeft iets uit dagends, hetgeen opvalt, indien men een rood vlak ziet, dat als het ware den indruk maakt, dat het op ons afkomt. Rood, heeft Goethe eens gezegd, boort ons in de oogen. Verschillende dieren voelen zich geprik keld door rood, ontsteken er zelfs door in woede; denken wij slechts aan de roode lappen, die de stieren tot den aanval prik kelen. Lang niet ieder mensch, -kan rood verdragen en er behoort soms zelfs een zekere energie toe, om op den duur tegen fel rood aan te zien. Men kan zich moeilijk voorstellen, dat een verlegen en teruggetrokken mensch zich op den duur behaaglijk zal gevoelen, indien hij zich steeds in een rood behangen kamer moet ophouden. Slechts levenslus tige, krachtige en impulsieve naturen, mis schien zelfs ook die, welke een weinig strijdlustig zijn, houden van rood. Het zijn veelal menschen, die niet altijd even ge makkelijk zijn om mee om te gaan, veelal driftige en heerschzuchtige naturen; zij gesteldheid overeen, past bij het wezen van maal niet evenwichtig?""’ -■"E Rood is de kleur van de kracht, van de gingen van dezelfde stof van den ma I gemaakt kan worden, omdat men dan I geheel vormt, dat juist in het voorjaar I modern is. De japon en mantel vormen I ensemble, dat vooral voor ’s middags I geschikt en een variatie op rok en bl< I is. Patronen in de maten 404244. KNIPPATRONEN VAN DEZE MODEL! Wie van groen houdt, is een har monisch mensch. aan het blauw een warme noot verleenen. Paars is veelal de lievelingskleur van oude re dames hetgeen zeer begrijpelijk is om dat de activiteit van rood door blauw bin nen zekere grenzen blijft. Een zekere drang tot werken blijft bestaan doch deze is rustiger en meer beheerscht waardoor de drager of draagster niet in uitersten ver valt. Het blauw dat in het paars aanwezig is verliest door de warmte van het rood, zijn egoïstisch karakter en de innerlijke rust wordt evenwichtiger, Succespatroon A 642. Prijs 40 cent. Middagjapon, die uit practische overwe- Licht- en schaduwzijden in het karakter. Men moet evenwel bedenken, dat men ten opzichte der kleuren twee kanten heeft, een goede en een minder goede zijde; van dit standpunt uitgaande moet men ook de ze dingen beoordeelen. Ieder karakter heeft zijn licht- en schaduwzijde, ernst en rust moeten op tijd worden afgewisseld door een zekere levendigheid en impulsieve handelingen. Het is evenwel een algemeen geldende wet, dat zelfs de goede dingen verkeerd kunnen werken, indien men overdrijft. Natuurlijk zijn het slechts en kele karaktertrekken, die uit de liefde voor kleuren opgemaakt kunnen worden en er bestaat geen regel zonder uitzonderingen. Het zou te dwaas zijn om van iemand, die van blauw houdt te zeggen dat hij of zij een karakterlooze egoïst is; men moet den gulden middenweg vinden. Het wezen van een mensch zal b.v. weer anders zijn in- dien het blauw met rood vermengd is en paars verkregen wordt. Het rood kan in meerdere of minder mate aanwezig zijn en zijn verkrijgbaar tegen den aangegf prijs bij „Het Practisch Modeblad”, F bus 36, Den Haag. Betaling steeds vooruit per giro (P rekening 203203) per postwissel of in P zegels, mits deze een waarde hebben U/2, 3 of 7% ct. Succespatroon A 641. Prijs 40 cent. Japon van geruite stof, die in de kleur van den mantel gekozen-kan worden, waar door een sportief geheel gevormd wordt. Ruitdessins in schuine richting verwerkt, terwijl de zakken een aardige tegenstelling vormen en een rechten ruit te zien geven. Kraagloozen hals en donkere ceintuur. Patronen in de maten 404244. 4 Groen voor rustige naturen. Blauw is juist het tegenovergestelde; evenals actieve persoonlijkheden het rood waardeeren, zullen rustige en wellicht ook temperamentvolle menschen de voorkeur geven aan blauw, Ook groen is een rustige kleur, doch er bestaat verschil van wezen tusschen degenen, die van blauw en die van groen houden. Groen heeft meer iets evenwichtigs, is de bemiddelaar tusschen actieve en passieve kleuren, aangezien het een mengsel is van blauw en geel. Men schen, die zich tot groene kleuren aange trokken gevoelen, zijn rustige tegemoetko mende en bezitten een harmonische natuur. De rust van degenen, die de voorkeur ge ven aan blauw, draagt menigmaal een egoïstisch karakter. Deze menschen zijn vaak flegmatiek en denken meer aan zichzelf dan zij, die van groen houden. Geven zij de voorkeur aan een koude, harde kleur, dan zullen zij meestal een „koud” hart hebben, d.w.z. min of meer liefdeloos zijn. Niets brengt hen in verteedering, hun belangstelling is be perkt, hun denken alledaagsch. Vele, menschen, wier lievelingskleur groen is, zijn ook min of meer flegmatiek, doch het warme geel, dat een van de sa menstellende kleuren van groen is, bewerkt een ander soort flegma, dat meer warmte verwekt. Geel bezit de gave, naar alle kanten te kunnen uitstralen, terwijl blauw samen trekt, zooals alles wat koud aandoet. In groen wordt deze eigenschap door de com binatie met geel, in zekeren zin te niet ge daan. Menschen, die zich in bijzondere ma te tot geel aangetrokken gevoelen, zijn flink, levenslustig, doch soms zijn zij on bestendig en wanneer de negatieve kant van deze kleur op den voorgrond treedt, zijn zij niet vrij van een zekere ijdelheid en zelfs.af en toe aanmatigend. Geel is een kleur, die bij voorkeur wordt gekozen door menschen, die veel hoofdwerk verrichten, als kleur voor de verf, terwijl ook het be hang naar geel zal overhellen, omdat het stimuleerend werkt. We zullen thans on getwijfeld meer aan dacht aan onze kleerep besteden, dan vroeger, toen het aanschaffen van nieuwe materialen geen puntenoffer noo- dig maakte. Slijtage onder de armen en aan de mouwen is een euvel, dat veel voorkomt en wanneer men niet over voldoende stof beschikt is het repareeren soms inderdaad een puzzle. We doen verschillen de mogelijkheden aan de hand om in verschil lende gevallen een goede oplossing te vin den. Beschikt men over voldoende stof voor mouwen, dan kost de vernieuwing niet zoo veel hoofdbrekens, ter wijl van de vrijkomen de goede deelen nog zijstukken gemaakt worden (links boven). In het midden zijn vleermuismouwen aan gebracht van afstekend materiaal, terwijl voor gesleten gedeelten onder de armen eveneens aparte stukken opgestikt worden. Versleten ellebogen brengen weer andere moeilijkheden, die opgelost worden als on deraan is aangegeven. Aardig is dan om Op de aangegeven wijze kan men karakter en bepaalde eigenschappen ui voorliefde voor zekere kleuren in ff1 trekken afleiden indien men althans gave bezit, dit niet met een al te staN deel te doen en men tevens bedenkt er tusschen de uitersten nog tallooze o1 gangen bestaan. (Nadruk verboden). Succespatroon A 640. Prijs 30 cent. Het voorjaar is wel iswaar meestal koud in ons land, doch op zon nige dagen verlangt men er toch altijd weer naar om iets anders te trekken. Mantelcostumes men nog steeds groote plaats in vooral de practische ensembles, bestaande uit mantel en rok van effen en fantasiemate- materiaal. i De voorkeur dient gegeven te worden aan neutrale kleuren, zoo- dat men zoo’n kort manteltje ook op ande- re japonnen of rokken kan dragen. Zeer veel manteltjes zijn kraagloos en wor den naar verkiezing met een shawltje ge dragen. Vlot kleedt het manteltje, dat onder bovenstaand nummer is aangegeven. Aanslui tend model met knoop- sluiting midden voor; schuine ingezette zakjes Patronen in de maten 404244. Reeds bij oppervlakkige beschouwing valt het op, dat vrouwen zich meer aange trokken gevoelen tot kleuren dan mannen. Natuurlijk is dit niet louter toeval, want de vrouw kan meestal een betere kleurenkeu- ze doen, niet door abstracte overwegingen, maar meer door haar aanvoelingsvermogen. De meeste vrouwen hebben bepaalde kleu ren, waartoe zij zich aangetrokken gevoe len, hetgeen dikwijls berust op uiterlijke verschijnselen. Een vrouw kiest de kleuren, die zij draagt, in overeenstemming met die van haar, oogen en gelaatstint, doch hierover zullen wij ditmaal niet in bijzonderheden treden. Een lievelingskleur wordt uit in nerlijke overwegingen gekozen; de vrouw Iaat zich niet door het uiterlijk leiden, want menigmaal houdt men van een of andere kleur, terwijl men deze niet kan dragen. De kleur, waaraan men de voor- keur geeft, komt veeleer met de innerlijke komen spoedig in extase, doch zijn menig- al <4«I avrainaav* 1—4 4 I— —'4 1 a een vrouw. tevens een of andere garneering aan hals aan te brengen. Een andere mogelijk heid om ellebogen te verstellen is, om over de lengte der mouwen breede stofreepen van afstekend materiaal in te zetten.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1941 | | pagina 4