Knippatroon VAN OUD TOT NIEUW NAAR SIBERIE. BABY Manteltje en Muts Iets over de fun€ti der huid 7 ONZE FEUILLETON I Wordt vervolgd Js I geld deden. En van nu af aan was Frogière des keizers gunsteling. Deze ontbood hem dagelijks bij zijn ontbijt en dan moest hij de i schilders of buitenlandsche avontu riers. Een klein, maar uitgelezen or kest, deed van een estrade zijne op wekkende tonen hooren. De keizer zat met zijne uitgelaten gezellen aan den welvoorzienen disch; de wijn vloeide in stroomen, men sprak, lachte, zong, schertste en haalde al lerlei grappen uit. De grootste onge bondenheid heerschte daar en dat was noodig, wilde Czaar Paul zich amuseeren. Door een luim van toéval speelde in deze omgeving de acteur Fro gière een eerste viool. Deze gunste ling van de Czaar was een komiek ■van den derden of vierden rang. Daar hij in Parijs geen opgang ma ken kon, vatte hij het stoute besluit op naar Rusland te gaan, waarde Fransche schouwburg zich in aller belangstelling mocht verheugen. Na allerlei avonturen kwam hij te Pe tersburg, trad er in een dankbare rol op, viel in den smaak van het publiek en trok, wat nog meer beteekende, de opmerkzaamheid van den Czaar. Paul liet hem in zijn loge bij zich komen. Frogière gedroeg zich bij die gelegenheid als een echt Fransch- man, was vriendelijk en geestig, doch toonde een zeker bescheiden, maar passend gevoel van eigen waarde. Dit beviel den alleenheer- scher, die gewoonlijk slechts krui pende vleiers, gebogen ruggen en deemoedige slaven om zich zag. Nog beter bevielen hem eenige onschuldige bom-mots die de acteur in de Parijsche koffiehuizen had op gevangen en die hier, waar niemand nieuwtjes van den dag met zijne aar digheden illustreeren en de rijks- grooten over den hekel halen, ter wijl zij er bij stonden met een ge dwongen glimlachje om de lippen, Noch nimmer mocht de tooneel- speler ontbreken bij het meer intieme souper van den monarch en wanneer de duistere uren kwamen, waarin de waanzin van Paul zich meester maakte, dan behoorde de luchtige Franschman onder de weinigen, die hem durfde genaken, ja hij werd zelfs meermalen in den nacht ge roepen om, gelijk Paul het uitdrukte de uilen te verdrijven, die in het win terpaleis nestelde en wiergeklapwiek den ongelukkigen despoot doods angst deden uitstaan. Dien nacht scheen de waanzin den keizer te midden van zijn uitge laten gezelschap te overvallen, ’t Was alsof zijn zwakke oogen de hem omringde genoodigden niet zagen, alsof zijn oor doof was voor hunne liederen en grappen en de lustige muziek staarde hij als wezenloos voor zich uit en zijne bleeke lippen beefden smartelijk. Een der gasten, prinsSchuboskooi stond op, met een schuimend glas champagne in de hand en hield, om den vorst wat op te vroolijken of al thans zijne opmerkzaamheid te trek ken, eene aanspraak. Hij vergeleek daarin Paul met Peter den Groote en de vergelijking van zelf spreekt ge heel in voordeel van den levenden despoot uit. Paul ontwaakte uit zijn droome- rijen, luisterde toe, lachte verachte- het wagen durfde te schertsen, op- lijk en wendde zich eensklaps tot Frogière met de vraag: Noemt men dat niet Peter beste len om Paul te betalen? Wat denkt gij er van? Zeer juist aangemerkt Sire, ant- De trotsche stad van Peter den Groote, de sombere beheerscheres van het noorden, was in.hare winter- tooi gehuld. De Newa was met ijs en sneeuw bedekt. De gebeeldhouwde zuilen die op hare reusachtige schou deren de gevels en balkons der prachtige paleizen droegen, waren in een sneeuwkleed gehuld. Aan de daklijsten der huizen hingen zware ijskegels, schitterend als diamanten. ’t Was nacht. Zachtkens gleden de met drie of meer paarden bespan nen sleden over de sneeuw, die den grond bedekte; slechts van tijd tot tijd klonk in de stilte van den nacht het zacht gerinkel der bellen of nu en dan het verwijderd geroep vdn een schildwacht, niet ongelijk aan een wegstervenden kreet om hulp. Over de slapende stad welfde zich een diepblauwe, met tallooze sterren bedekten hemel. Slechts in het winterpaleis was alles nog leven en gewoel. Daar klonk vroolijk gezang en luidde stem men vermengden zich methet geluid der instrumenten. Czaar Paul, de zoon'der Semira- mis van het Noorden, de vorstelijke zonderling, zat in een prachtvolle met schilderijen en standbeelden versierde zaal aan tafel met zijn gun stelingen, die hij zonder op afkomst of stand te letten, eenvoudig naar zijne grillen of zijn goeddunken uit koos. Daar zaten vorsten, wier namen met gulden letteren in de historie bladen staan opgeteekend, naast ar me luitenants, staatslieden naast De officier toonde Frogière door den Czaar geteekend bevel, tooneelspeler las en herlas dat j en keek den officier aan alsof hij den inhoud niets begreep. Gij zijt verbannen naar Sybe zei de officier, hem te hulp kome en ge moet dat aangename re dadelijk beginnen. Ik... verbannen naar Siberië! k dat is niet mogelijk j jammerde .1 gière. De officier haalde de schouders De ongelukkige stelde zich in z| vertwijfeling aan als een krank! nige; hij wentelde zich over grond, trok zich de haren uit, we de, snikte en smeekte om genal Wat heb ik dan toch uitgevoerd?! hij telkens opnievw. Ik ben ongel kig en geen staatsverrader! De officier, een van Frogia vrienden en die ook behoorde tot gezelschvps des Keizers, bleef zl gen. Om ’s Hemelswil, bad de acta nadat hij een weinig tot zichzell was gekomen, geef me één dag, enkele rampzaligen dag, opdat ik keizer te voet vallei Geen antwoord. Een uur dan, heb toch medelij] één enkel uur! Nog geen antwoord. Ze'g me dan tenminste voor wel euveldaad ik zoo zwaar gestl word? Geen ander antwoord gaf de 1 cier dan een wenk om zich klaal maken. Bevende over zijn geheele lichal kleedde Frogière zich aan, pa eenig linnengoed en wat kleerel een bundeltje en hulde zich in I mantel. woordde de tooneelspeler, maar alsdan.... verklaar me? gij voortgaat als tot nu, zal niemand' ooit op de gedachte komen uwe na gedachtenis met gelijke munt te be talen, want wat ter wereld zal er van Paul te stelen vallen? Allen keken den keizer aan. Hij had vroeger wel gelachen om vrij wat scherper zetten, die Frogière zichjte zijnen kosten veroorloofd had. Het jolig rondje wachtte ook dit maal slechts op het sein van den monarch, om luid aan zijn vroolijk- heid luchtte geven, maar ditmaal bleef Paul stil en scheen hij onte vreden op Frogière. De glimlach be stierf op hunne lippen en de grap penmaker zelf werd bleek en stil. Nadat de keizer zich nog eenige oogenblikken had beziggehouden met kogeltjes van brood te kneden, stond hij plotseling op en verliet het gezelschap, zonder Frogière met een blik te waardigen. De Franschman klaagde nu luid en in de sterkste bewoordingen zich zelve aan, terwijl de anderen hem zochten te troosten. Eindelijk nam men afscheid van elkander en met een bezwaard hart ging de ongeluk kigen tooneelspeler naar huis. Eerst kon hij den slaap niet vat ten lang pijnigden hem de akeligste visioenen, maareindelijk ontfermde Morpheus zich toch over hem. Een lange rust was hem echter niet gegund. Plotseling werd er luid op zijne deur geklopt. Hij sprong uit bed, deed open en zag tot zijn groote ontzetting een officier en vier solda ten voor zich staan. Pardon mijnheerU is zeker verkeerd.... stamelde hij, hier woont Frogière! Ik ben niet verkeerd, antwoordde de officier, want ik zoek Frogière! Zoekt u mij?.... maar vertel me - 1 I I s Bekend is, dat de huid een beland functie verricht en wanneer zij voor tl derde buiten werking gesteld is, b.v. j brandwonden, kan men niet blijven lei De huid beschermt het lichaam niet leen tegen allerlei invloeden van buita doch is een onontbeerlijke hulp bjj verrichtingen van het lichaam. Men da hierover feitelijk nooit na en vindt het doodgewoon verschijnsel, dat het lichj met een huid bedekt is, doch even vana sprekend is het, dat deze huid een taal verrichten heeft ten opzichte van het chaam. Welke deze is, weet echter iedereen. De hoofdwerkzaamheid van de j vindt plaats door de onnoemelijk vele k! tjes, die evenwicht aanbrengen tusschd warmte-verhoudingen van ons lichaam die tevens voor de noodige verkoeling] ten te zorgen. Het door de kliertjes uitgescheiden vt transpiratie bevordert een zeker j dampingsproces, dat tevens in ziekte aal len de kwade stoffen uit het lichaam i| te verdrijven, terwijl tevens een krach] bloedcirculatie der huid aan deze een haaglijke warmte verschaft. Bij groote koude daarentegen is het huid weer, die ons doet voelen, dat wij ze spieren in beweging moeten brengen! dergelijke gevallen ontstaat meermtl kippenvel, doordat de spieren zich saml trekken en het gevoel van koude ontstl Flinke beweging der spieren verhelpt! onaangename gevoel spoedig en doet I bloed beter circuleeren. Deze groote gei ligheid der huid maakt het wensehelijk,| de kleeding zoodanig gekozen wordt, dat] warmte tusschen huid en kleeding beh| den blijft. Poreuse stoffen zullen het aangewel materiaal zijn, niet alleen om onmiddell op de huid gedragen te worden, doch tev] als bovenkleeding. De temperatuur, welke aan het lichJ een gevoel van behaaglijkheid geeft, draagt volgens de laatste onderzoekin] 32 gr. Om de huid nu op deze temperat] te houden mag de ruimte tusschen kleef en huid nimmer luchtledig zijn, wat b.v] geval is, wanneer men zich door wer] loopen of de beoefening van een of ai] ren tak van sport, dermate ingespan] heeft, dat „de kleeren aan het lichaam pi ken” of met andere woorden doortrokl zijn van zweet, dat door onvoldoende reusheid der kleeding geen uitweg vind] af x totdat het werk aan den breederj kant (onderzijde) 15% c.M. hoog is niet ge rekt Vervolgens kant men 43 st. af, die evenwel aan het einde van den volgenden toer meer opgezet worden om de 16 cM. wijden mouw te breien, daarna deze 43 steken weer afkanten. Voor het rugdeel weer 48 st. op nieuw opgezet, waarop men werken als satijn of velours chiffon. Een zwarte wollen stof, gecombineerd met een der beide materialen in dezelfde kleur geeft een keurig en tevens afkleedend geheel, terwijl het effect verhoogd zal worden, in dien de knoopen in dit geval van strass 1 zijn. Langs hals en voorpanden wordt een bies gestikt, die eveneens langs den onder kant der driekwart lange mouwen komt. Patronen in de maten 44—46 en 48, We knappen een ouden win terhoed op. Kan men zich onder de modedetails wel iets belangrijkers indenken dan den hoed? Immers met hem staat of valt den totaal indruk, die men maakt. De keu ze van een hoed is inderdaad een pro bleem, dat meermalen heel wat hoofd brekens kost, want ieder gelaat stelt bepaalde eischen, terwijl ook de leef tijd een stem in het kapittel heeft. Hoeden zijn gelukkig nog punten- vrij, doch de aanschaffing van een goeden hoed, d.w.z. van mooi materi aal gemaakt, is vrij duur. Om deze reden zullen we onze oude getrouwe van een vorig jaar nog gaarne wat opknappen, om de eenvoudige reden, dat we het nu eenmaal niet met één enkel exemplaar kunnen stellen. Waar zuinigheid over de geheele li nie geboden is, zetten we bij het bood schappen doen in de morgenuren, gaarne een „uitloopertje” op, terwijl zelfs voor ’s middags een extra hoed goed van pas komt. Met geringe hulp middelen is het mogelijk om een hoed op te knappen, hetgeen de afbeelding hierneven te zien geeft. Rechts boven heeft de sportieve hoed een nieuw ribslint om den bol gekregen met kleine garneering rechts. Links, een kapje, waaraan een lus en afhangende einden van soepel lint bevestigd zijn, die de lokken grooten- deels bedekken. Midden in, een eenvoudig lintgarnituur, dat op gemakkelijke wijze te maken is door smal lint kruisgewijs tegen den bol te hechten. Model 4 is een vlotte matelot met ribs lint om den bol en strik tegen den achter kant hiervan, hetgeen bijzonder aardig staat. Interessant is de garneering van het vijfde model, dat gemaakt is van een bol, waarin stijf gaas langs den rand is gehecht. Garneering langs het opstaande deel van Schotsche zijde, waarvan ook de lussen zijn, die door leton omhoog gehouden wor den. Tenslotte een hoed, die langs den bol een lint van fluweel of ribslint heeft, hetgeen op den rand gestrikt wordt. KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELU zijn verkrijgbaar tegen den aangege' prijs bij .Het Practisch Modeblad”, P( bus 36. Den Haag. Betaling steeds vooruit per giro (Pi rekening 203203) per postwissel of in pi zegels, mits deze een waarde hebben 1 13 of 7'/? Pt. naaien aan den verkeerden kant. Omslag naar buiten slaan en het mutsje met een toer vasten omhaken en wel zóó, dat de omslag gelijk meegehaakt wordt. Aan den onderkant haakt men ten slotte nog 1 toer 1 losse, 1 vaste om een lint of koord door te halen. Voor dit aardige babygarnituur heeft men pl.m. 200 gram wol noodig en naalden no. 3. Het manteltje is uit één stuk gebreid en wel in de lengte. Men begint aan de voorzijde en zet 67 st. op. x 2 toeren over alle steken breien en in den derden toer uitbreien tot op 8 st. na, die ongebreid op de naald blijven staan. Werk omkeer en en resteerende 59 st. recht terugbreien. In den volgenden toer blijven de laatste 17 st. ongebreid en keert men het werk om, zoo- dat de teruggaande toer over 50 st, wordt 1 gebreid en wel averecht. Herhalen van- Succespatroon A 622. Prijs 40 cent. Gekleede middagjapon met breed mid denstuk, dat ondanks het feit, dat het aan de zijnaden iets is ingehaald, toch een aan sluitende lijn te zien geeft. Men kan zoowel gestreepte of geruite zijde voor dit deel ver- op de gewone wijze in patroon verder breit, totdat men een hoogte van 14% c.M. heeft, waarna men den tweeden helft van het manteltje op dezelfde wijze verder breit. Nadat deze grondvorm gereed is, worden mouw- en zijnaden verbonden en neemt men 36 st. aan den onderkant van de mou wen op om een 4 c.M. hoog boordje te breien in geribd patroon. 1 recht 1 averecht. Den geheëlen omtrek van het manteltje wordt met een toer vasten omgehaakt, ter wijl bovendien om den hals nog een toer gehaakt wordt, 1 losse 1 stokje, waardoor men een koord of lint haalt. Voor de muts begint men met 78 st. op te zetten en breit 4% c.M. in rechte toeren, vervolgens 15 c.M. in het patroon van het manteltje (vijf toeren recht 1 toer ave recht), daarna los afkanten, gestreept pa troon dubbel vouwen en achterkant, dicht-

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1941 | | pagina 4