I
LANDBOUW-.
r
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAARLE-NASSAU
ONZE FEUILLETON
A
34e Jaargang
ra
No. 52
1X zf »>-
R
‘l
au
Aan onze Abonnee’s
Bewaar de zachtheid Uw van huid
30 DECEMBER 1939
Tóor Boeren en Tuinders.
Teeltregelingen en
practische zin.
De dolk eens
Moordenaars.
B
L-
ondanks alles!
I opnieuw, terwijl hij de matrozen weder
r
De zeeschuimers namen zijn lijk open
wierpen het in zee.
Zijn laatste woorden waren:
Mijn God vergiffenis... redt dien....
De afgrond sloot zich over zijn laatste
woorden.
Het vreeselijke strijdgewoel had August
uit zijn staat van verdooving gewekt.
Een paar malen trachtte hij zich op te
richten.
Mijn enterbijl.... ik wil mijn enterbijl....
Ik kan ook vechten; ook ik ben sterk!
De ongelukkige ijlde.
Via-Long naderde den beschermeling
van den mandarijn en op August wijzen
de vroeg hij
Ken je dien man?
Heel goed.
Zeker een landsman?
Neen.... hij is van Frankrijk.
Spreek dan zijn vonnis uit.
Heinrich aarzelde een oogenblik. Se
dert een paar minuten volgde hij de evo
lution van het Fransche fregat, dat hij
langzaam zag naderen. Welk was zijn
Gelukkig Nieuwjaar
aanvoerde. Doodt hem!
Een vreeselijk verwoede strijd volgde.
Hack, door vijanden omringd, verde
digde zich met de kracht der wanhoop.
De handspaak bleek een gevaarlijk wapen
in zijne hand. Drie matrozen lagen op het
dek te reutelen, getroffen door zijne vree
selijke slagen. De zege zou duur worden
gekocht.
Plotseling scheen Via-Long zich te
herinneren dat hij zeeschuimer was. Hij
ging naar het tusschendek en verscheen
spoedig met een paar pistolen.
Laat ons er een eind aan maken! riep
hij de hand aan den trekker.
Ja, maak er een eind aan! herhaalde
Heinrich. Een dubbele losbranding volg
de en de ongelukkige neger stortte met
doorboorde borst neder, om niet meer op
te staan.
Mijn God, fluisterde hij nog met ge
broken stem, ik wilde mijn vriend red
den.... Ik heb den tijd niet gehad mijn
taakte volbrengen.... Ik sterf.... vergeef
mij....
ve man heeft ons door zijn moed en
doodsverachting gered.
Laat mij met rust! brulde Heinrich,
terwijl hij in het water sprong, om de
Annamitische jonk te bereiken.
Ellendeling brulde de neger hem na.
Toen sprong hij zelf in het water, zon
der zijn last te laten varen en zwom met
krachtige slagen naar de boot. Na een
paar minuten klampte hij er zich aan vast.
Een tros hing buiten boord, hij greep ze
en slaagde met bovenmenschelijke in
spanning erin, zich aan boord te hijschen.
Heinrich had van zijn kant vasten voet
op het dek weten te krijgen.
Met een veelbeteekenend gebaar wees
hij de indringers aan den loods Via-Long.
Deze gaf een wenk en twee of drie matro
zen traden vooruit, om hen weder te wa
ter te werpen.
Raak mij niet aan, brulde de neger,
terwijl hij een handspaak greep; raak mij
niet aan.
Doodt hem riep Heinrich.
De handspaak suisde door de lucht
en verpletterde een Annamiet den sche
del.
Doodt hem, schreeuwde de Dalmatiër
Daar het tweede halfjaar 1939 ten
einde is, verzoeken wij onze abon -
nee’s beleefd het abonnementsgeld
voor het eerste halfjaar 1940 zijnde
f 1.25 vóór of op 15 Januari a.s.
te komen voldoen.
Na dien datum wordt over het
bedrag beschikt met 15 cent ver-
hooging voor onkosten.
DE UITGEVER.
21
Ik heb dat vlot niet vergeten, wees er
zeker van. Ik heb ook niet vergeten, hoe
netjes gij mij hebt behandelt, goede zwar
te van Florida en gij beminnenswaardige
August!... Ik gevoel mij gelukkig u mij
nen dank te kunnen betoonen.
De neger maakte een dreigende bewe
ging.
Mijnheer Heinrich sprak hij, het is een
ernstig oogenblik, het bloed van dien man
vliedt met zijn leven. Help mij hem aan
boord van de jonk te brengen.
Ik kan niets voor je doen.
Ik smeek er u in ’s Hemels naam om.
Wat kan mij je smeeken schelen!
Hack toonde hem den gewonde, wiens
hoofd machteloos tegen zijn schouders
leunde.
Weet wel, dat het zijn doodvonnis is,
dat gij daar uitspreekt, zeide hij, die bra-
Weer staan wij op den drempel van het
Nieuwe jaar en werpen wij nog een laat-
sten blik achter ons naar het Oude. Im
mers, wij zijn de gewoonte getrouw ge
bleven om bij den overgang van het jaar
de balans op te maken van het goed en
het kwaad,’ dat ons in wedervaren in de
twaalf maanden, die met den laats,ten der
klokslagen op -21 Dsccmber zijn afge
sloten.
Wij hebben de boeken der herinnering
opgeslagen en den geestelijken blik op de
bladen laten rusten. Het is niet bemoedi
gend geweest, wat wij daar gezien hebben.
Maanden lang heeft de wereld in spanning
geleefd en zich voorbereid op het ergste.
De bewapening werd ten top gevoerd,
onder de leuze; „Wie den vrede wil, be
reide zich voor op den oorlog.”
En de oorlog is gekomen, helaas. De
oorlog, die weder een groot deel van de
menschheid in zorg en rouw heeft gedom
peld. Onze gedachten zijn uitgegaan naar
de vrouwen, die haar echtgenoot, de moe
ders die haar zoons, de kinderen die hun
vader hebben verloren en in ons hart
is de stille bede gerezen, dat de tijd hun
schrijnende wonden moge heelen en hun
Waar de bodemproductie in de jaren
vóór de wereldoorlog van 1914 1918
internationale producten geworden waren
en een groot deel ervan, met name van
de tuinderij doch ook van de veehou
derij en akkerbouwproducten, hun
weg zochten over vele staatkundige gren
zen, daar is het begrijpelijk, dat door dien
grooten oorlog en de daarop volgende
wereldcrisis na een tijd van opbloei er een
geweldige inzinking is gekomen in de in
ternationale handel in die producten.
Vooral toen de landen zich weer be
wust of onbewust gereed maakten voor
een volgenden oorlog, waarin de voed-
oreiden, door de oorlogsgedachte uit te
’annen. Wanneer wij ons allen voelen als
leden van één groot gezin, van één groote
gemeenschapde gemeenschap der vol
keren, zal het ons ten slotte moeten ge
lukken om het spook van den oorlog,
dien verwoester van het geluk van den
eenling zoowel als van de gemeenschap,
te verdrijven.
Dat is het bemoedigende denkbeeld,
letwélk ons het overschrijden van den
drempel van het Nieuwe Jaar lichter
maakt: niet achter ons zien naarde ellen
de van het verleden, maar vóór ons, naar
.ie stralende zon van den Vrede, die ons
iet geluk zal brengen en die wellicht spoe-
liger dan wij hadden durven hopen door
ie wolken zal breken. Die gedachte geeft
.ms den moed om, ondanks alles, den
/ensch uit te spreken
„Gelukkig Nieuwjaar!”
kW
Moor en Gimborn schrijfinkt,
Vulpeninkt, Oost-Indisché inkt.
Stempelinkt, Blauwe inkt, Roode
inkt, Groene inkt, verkrijgbaar bij:
DE JONG
Drukker ij - Papierhandel
wanneer het weer koyd en <juur is met de huidvoedende en huidverfrlaiende Purol. Doos 30 ct
selvoorziening een minstens even groote
rol zou spelen als de voorziening van
wapentuig en het streven naar zelfvoor
ziening dus steeds sterker werd, moesten
landen als het onze wel getroffen worden.
Wij weten daar alles van.
Door teeltregelingen van overheids
wege opgelegd heeft men getracht de ont
stane gaten eenigszins te heelen. Doch
iedere huisvrouw zou zulk heelen geen
netjes stoppen noemen, maar het met
dichtrijgen betitelen, wat we stemmen
het grif toe in bepaalde gevallen ook
wel eens de eenige weg is.
Pogingen om iets wat ontwricht is weer
in het lid te brengen, of het aanleggen
van noodverbanden zijn nu eenmaal voor
een patient niet aangenaam, hoe heilzaam
ze ook kunnen zijn.
Ook thans dringt het vraagstuk der be
perking zich weer meer naar voren en
men vreest al de onaangename ervarin
gen van 1914—1918 opnieuw te moeten
ondergaan. Toch moet men niet vergeten
dat de ervaringen toen opgedaan, thans
wel als gids zullen dienen om te vragen,
hoe het liever niet moet.
Op een persconferentie eenigen tijd
geleden gehouden, zei de minister, dat
een regelend optreden van de regeering
noodig is, zij het dan ook niet bij de teelt
van groenten en dat hij de practische zin
van de boeren en tuinders een belangrij
ke steun voor de regeering achtte.
Daar zit wat in, in zoo’n uitdrukking.
Als er met dien prachtischen zin dan ook
maar gerekend wordt.
(Nadruk verboden.)
Agricola.
troost moge schenken.
Den blik naar eigen land wendend, naar
eigen omstandigheden, zijn wij dankbaar
geweest, dat ons de vreeselijkebeproeving
van een oorlog bespaard is gebleven, dat
de vrede ons nog omringt; en wij zijn
dankbaar voor de veiligheid, die wij ge
nieten, dank zij de regeering en onze Vor
stin, die over het welzijn van ons volk
waken.
De tijd verbolgt zijn rusteloozen loop.
Weer is er een jaar vergleden, waaraan
wij later niet dan met huivering zullen
terugdenken, omdat het de wereld het on
noemelijke leed van een nieuwen oorlog
heeft gebracht. Liever zien wij vooruit
naar het jaar, dat zijn poorten voor ons
opent; want de mênsch bezit de gelukkige
.gave, dat hij altijd gaarne het beste.. blijft
hopen van de toekomst.
Zeker, op het oogenblik ziet de toe
komst er somber genoeg uit/maar-achter
de woken blijft de zon schijnen en op
haar bouwen wij onze verwachting. De
zon de zon van den Trede! 'Wel lijkt
zij óns op dit oogenblik nog ver ver.wij- f
derd, maar wij weten, dat zij er is en dat
zij eenmaal zal doorbreken.
DiC hoop iö'iroi, weiKc ulib'uai t'Sirclrcti
doet slaan; en daarom treden wij het
nieuwe jaar in met de bede op de lippen:
„Breng ons spoedig de zegeningen van
den Vrede weer! Maak een eind aan de
verdeeldheid, aan de vijandigheid onder
de volken, door een vrede, die gebaseerd
is op het Recht
Nooit is het beter tot ons doorgedron
gen bij onze overpeinzingen ter gelegen
heid van de jaarwisseling, dat de mensch
niet is geschapen om zijn evenmensch
te vernietigen, maar om in vrede en vriend
schap met hem te levenniet om zijn las
ten te verzwaren, doch om die te verlich
ten; niet om zich te hooren verwenschen
dooreen vijand, doch om zich te hooren
begroeten als een vriend.
Daartoe kunnen wij allen het onze bij
dragen, door de vredesgedachte te ver-
'ïT' .i
i
?'-:G