4 0)
WEEKBLAD VOOR BAAD LE-N ASSAlb
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAARLE-NASSAU
ONZt FEUILLETON
fc
fc
34e Jaargang
18 NOVEMBER 1939
No. 46
I
De dolk eens
Moordenaars.
zoo-
jaar geleden knalden
de Mausers der Boeren
de Boeren uit, vernielden hun bezittingen
waardoor vrouwen en kinderen met hon
gersnood werden bedreigd, voor zoover
zij niet in de door Baden Powell gestichte
concentratiekampen zuchten.
Daarentegenover vertrouwden de Boe
ren slechts op hun Mauser-geweer, «op
hun zelden falend schot, hun kennis van
het land en zijn natuurlijke gesteldheid.
Met onvergelijken moed streden de kom
mando’s tegen een tot vijfvoudige over
macht der Engelschen. De namen hunner
aanvoerders kregen een bijkans legenda-
rischen klank: Christiaan de Wet, De la
Rey, Danie Theron, „Slim Piet”, Joubert,
Botha, Hertzog, Cronjé, hun faam ging
de wereld over. En vooral in de laatste
phase van den oorlog, de guerilla der ver
spreidde kommando’s oogstten de Boe
ren onvergankelijken krijgsroem.
Het was een wonderlijk leger, volgens
onze begrippen, het Boerenleger, dat
veertig jaar geleden ten strijde trok. Fan
tastisch, deze kerels met hun breedgeran
de hoeden, patroonbanden over de schou
ders. De bloedjonge knapen vochten naast
baardige grijsaards met als vrijwel eenig
sche kust bevind, arm en naakt als een
Napelschen lazarone.
Dat is een heele geschiedenis.
Gij zult mij die toch, hoop ik, vertellen?
Volgaarne, doorluchtige mandarijn,
volgaarne. Maar zou het voor alles niet
billijk zijn mij te verklaren....
Von Weber lachte boosaardig.
Komaan, mijn volk wantrouwt u,
als ik bemerk; maar dit heeft niets te be-
teekenen, al waren hun ooren ook nog zoo
onbescheiden, zij zouden geen woord van
ons gesprek begrijpen.
Zij zetten zich op een rotsblok neder,
en de Dalmatiër verhaalde met luider
stemme zijne geschiedenis. Hij sprak over
Europa, over Spanje en over het geheim
genootschap, dat hem had opgedragen
Sir Mendez Dudela te vermoorden. Hij
verhaalde de gebeurtenis in de herberg te
Singapore, de schipbreuk en den tocht op
het vlot....
Von Weber luisterde met klimmende
belangstelling. Toen Heinrich geëindigd
had greep de Duitscher zijne hand.
Dus die man, die verrader is daar, op
de Annamitische kust? vroeg hij.
Hij is in gezelschap van den Fransch-
man Pierre Commore, ook een verachte
lijk verrader.
Veertig jaar geleden knalden de eerste
schoten uit Mauser-geweren der Boeren:
Transvaal en Oranje Vrijstaat, de zelf
standige Zuid-Afrikaansche republieken
waren in oorlog met Engeland, dat aan
vaardde de imperialistische politiek van
Cecil Rhodes en zich opmaakte om met
geweld zijn heerschappij in Zuid-Afrika
te vestigen. De Boeren hadden niet ge
wacht tot Joseph Chamberlain, de Brit-
sche minister van Koloniën, zijn handen
in Soedan vrij had en voldoende troepen
in Zuid-Afrika kon samentrekken. Na het
ultimatium, dat juist op den verjaardag
van Oom Paul, den grijzen president Kru
ger, rukten zij op, en Donderdagnacht,
13 October 1899 begon de groote aanval
van generaal Cronjé op het door Baden
Powell verdedigde Mafeking in Natal.
Er zijn weinige oorlogen geweest in den
jongsten tijd, die zoo sterke reacties heb
ben gewekt, die zoo tol de verbeelding
spraken van het opgroeiend geslacht, nog
lang nadien als deze strijd van het stam
verwante Boerenvolk tegen de Britsche
overmacht. Het was misschien ook de
laatste „romantische” oorlog, althans
aan de zijde der Boeren, want de Engel
schen van hun kant waren weinig zacht
zinnig in hun methoden, om den weer
stand van den vijand te breken. Aan Brit
sche zijde was het wellicht juist de eerste
moderne oorlog, waarbij het khaki de
oude bonte uniform verving, machinege
weren, 15 cm. veldgeschut, met prikkel
draad beschermde loopgraven en kabel
ballons voor de eerste maal in een oorlog
op groote schaal toepassing vonden. De
Engelschen voerden trouwens ook een
„totalen oorlog”. Zij moorden het vee van
triarchaal was de leiding, ernstig en God-
vreezend de geest in den troep. Rond de
vuren van het avondlijk leger klonk het
plechtig psalmgezang. Op Zondag rustte
het krijgsbedrijf, tenzij de vijand aanviel.
Iets huiselijks had vaak ook hun wijze
van oorlog voeien. Niemand zag er be
zwaar in, om van tijd tot tijd op eigen ge
legenheid vrijaf te nemen. En toen Oom
Paul meer zninigheid met de munitie ge
bood, legden tal van scherpschuiters er
zich op toe, met een enkel van achter de
beroemde „kopjes” meer dan een „rooi-
nek” te vellen, zoodat één Boerenkogel
soms drie, vier Engelschen buiten gevecht
stelde.
De Boerenoorlog heeft een lange voor
geschiedenis gehad. Toen honderd jaar
geleden de Voortrekkers uit de Kaap
15
Hoe slaagde hij er in, de militaire stad
binnen te dringen? Over welke middelen
beschikte hij om het vertrouwen van den
Zoon des Hemels te winnen, om de hoog-
waardigheidsbekleeders en de geleerden
te verschalken? Dit is een geheim der di
plomatie.
Op zekeren morgen verscheen baron
Von Weber op een officieele bijeenkomst,
gedost in het gewaad van een militairen
mandarijn, eerste klasse; vanaf dit oogen-
blik had Buang-Tong, aldus was de naam
van den nieuwen mandarijn, een over
wegenden invloed op de gebeurtenissen,
welke in het Rijk van Annam plaats gre
pen. in 1875 werd zijn invloed echter door
de diplomatieke Fransche zending tegen
gewerkt, en dreigde al zijn succes verlo
ren te gaan. Hierover gebelgd, besloot de
Duitscher zich schitterend te zullen wre
ken, hetzij vroeg of laat.
Op het tijdstip, waarop wij hem thans
aantreffen, was zijn wraakneming reeds
begonnen
Pater Stanislaus, wiens vader hij reeds
tevoren had laten terdoodbrengen, was in
de gevangenis; ook zijn hoofd zou onder
de bijl van den beul vallen, tot straf voor
zijn dubbele misdaad, dat hij het vader
land en den godsdienst getrouw was. Pa
ter Hoang, een Franschman door opvoe
ding en genegenheid, was ook als slacht
offer aangewezen, en nevens hem boden
zich nog velen voor zijne wraakneming
aan.
Daags tevoren, toen Buang-Tong zijn
jonk verliet, kwam eensklaps een geha
vend en met lompen bedekt persoon van
achter de rotsen te voorschijn; zijn ver
schijning maakte op Buang-Tong een bij
zonderen indruk.
De onbekende trad vooruit en groette
op een geheel eigenaardige wijze.
Een broeder! mompelde Buang-Tong
geheel en verwonderd.
Hoe komt gij hier, Heinrich?
Ha! gij herkent mij dus nog!
Ik geloof het wel! Hoe zou ik mijn ouden
vriend Heinrich niet herkennen? Maar
vertel mij toch spoedig door welk een
noodlottig toeval gij u hier op de Aziati-
Noordwaarts een nieuw vaderland zoch
ten, om van de Engelsche overheersching
bevrijd te zijn, heeft het Britsche impe
rialisme met het ouder worden der eeuw
gestadig de onafhankelijkheid der Zuid-
Afrikaansche republieken van Nederland-
schen stam bedreigd en hun het leven
zuur gemaakt. Nog zou er uiteindelijk
wellicht geen oorlog zijn gekomen, wan
neer in den grond waar de Boeren, in
vrede en rust levend, volgens overgeërf
de patriarchale tradities, veeteelt en land
bouw beoefenden, niet de rijkste goud
velden ter wereld aan den Witwatersrand
werdenontdekt. Een run van gouddelvers,
gelukzoekers, zakenmenschen, industrie-
elen volgde en de Boeren zagen deze in
wijking met leede oogen aan. Zij waren
volstrekt niet genegen dezen door heb
zucht gedreven volksvreemde indringers,
ook al verschaften zij aan den Staat Trans
vaal hooge inkomsten, politieke rechten
te verleenen. Engeland maakte nu de
zaak dezer „Witlanders” tot de zijne be-
geérig naar het profijt der Transvaalsche
bodemschatten. Gesteund door Joseph
Chamberlain, den Britschen Minister van
en voornaamste wapen hun geweer. Pa- Koloniën, voerde de Kaapsche premier
inorm-joi ,»o<. cëc i 1 Rh odes zij n po 11 ie kbeoogen de een
totale onderwerping van Zuid-Afrika aan
de Engelsche heerschappij.
Maar de Boeren waren waakzaam en
weerbaar. De beruchte Jamesonraid met
medeweten van Rodes, een plotselinge
overval in vredestijd op Transuaal, in de
verwachting dat de Witlanders van den
Witwatersrand gelijktijdig in opstand zou
den komen, mislukte volkomen. „Zooals
een Transvaalsche Boer kan rijden als
zijn vaderland in gevaar is, zoo kan het
geen enkele soldaatter wereld”, verzeker
de luitenant Carel Eloff, president Kru-
kers’s neef. Binnen enkele dagen waren
3000 Boeren opgezadeld en strijdvaardig.
Generaal Conjé, de ruige patriarch, voer
de hen aan en versperde Jameson den
weg naar Johannesburg. De Engelschen
werden omsingeld en moesten zich over
geven.
Groot was de verontwaardiging in
Europa tegen Engeland. De Boeren voel
den zich daardoor in hun positie versterkt.
Zij geloofden vast, dat Duitschland of
Frankrijk of misschien wel beiden hen in
geval van oorlog te hulp zouden komen.
Engeland begon troepen te ontschepên
aan de Kaap, inmiddels de onderhande-
lingen tot oplossing der hangende vraag
stukken rekkend om zooveel mogelijk tijd
te winnen. De Boeren doorzagen het spel.
Op 9 October 1899 eischten zij terugtrek
king binnen de 48 uur van de Britsche
troepen aan de grens. Twee dagen later
begonnen de krijgsverrichtingen.
Veertigduizend boeren trokken ten strij
de tegen een vijandelijke macht die aan
vankelijk iets geringer in getal was. De
oorlog telde drie phasen. De eerste ken
merkte zich door een reeks snelle suc
cessen van het boerenleger, dat Natal
binnenviel en het beleg sloeg voor Mafe
king, Kimberley en Ladysmith. Het Brit
sche tegenoffensief omstreeks half De
cember mislukte volkomen. In deze, hun
„zwarte week”, leden de Engelschen
zware nederlagen bij Magersfontein, Cö-
lesberg en Colenso. De indruk in Enge
land was verpletterd. Het aanzien van
het Imperium stond op het spel en de oor-
logsstemming nam meer en meer toe,
aangewakkerd door mannen als Kipling,
wiens imperialistische opvatting hem den
stiijd als een „kruistocht der beschaving”
deed prediken.
Ook het nieuwe jaar zette nog gunstig
in voor het boerenleger. Bij Spionkop le
den de Engelschen die onder Generaal
Buller Ladysmith trachtten te ontzetten,
opnieuw een zware nederlaag. Inmiddels
echter waren uit Engeland, Canada,
Australië en Nieuw Zeeland belangrijke
versterkingen aangekomen, zoodat de En
gelschen geleidelijk een groote overmacht
kregen en tenslotte over 240.000 man
’t Is goed, hij zal sterven 1
Heinrich hernam na een kort opont
houd:
Gij rekent er dus op, mij behulpzaam
te zijn in het uitvoeren van mijn last?
Dat is mijne plichtMaar nu eene
vraag.
Spreek!
Hoe komt het, dat gij tot op heden ge
aarzeld hebt sir Mendez te treffen, hoewel
gij hiertoe wel tien malen in de gelegen
heid zijt geweest?
Die vraag verwachtte ik, zeide Hein
rich, wians oogen met woesten glans fon
kelden
Welnu? drong de pseude Mandarijn
aan.
Ik moet dus alles bekennen?
Alles!
Welnu het geschiedde, omdat sir Men
dez, de verrader van het Escuriaal, een
jong meisje bemint, dat ik eveneens lief
heb... of liever, dat ik eens bemind heb.
Buang-Tong lachte schamper.
Er is eene vrouw in het spel! Gij ver
wondert mij, mijn oude vriend; op mijn
woord, ik dacht niet dat gij zoo kinder
achtig waart.
Ik heb de zwakheid gehad de schoone
Creoolsche, Adit Magus te beminnen, dat
VS-",,4
I
K
:N
D