I
I
©IRAK IN II IE
IB ©W IE IN I!
K
ONZEfEtórfc ii
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
H*DE JONG BAARLE-NASSAU.
a
I
Waar ligt Smakt?
12 AUGUSTUS 1939
34e Jaargang
No. 32
s
Katholiek Comité van
Actie „VOOR GOD":
De Maandintentie van het Aposto
laat des Gebeds luidt:
De dolk eens
Moordenaars.
F
R_Jj
Ik ga er juist heen, antwoordde de Ja
vaan, zijn ondervrager met een onderzoe
kenden blik aanziende.
De uitslag van dit vluchtig onderzoek
was gunstig voor den vreemdeling.
’t Was een man van nauwelijks dertig
jaren, van middelmatige groote en in een
deftig Europeesch gewaadgekleed. Kwam
hij van Parijs, Londen of Weenen? Was
hij een Russisch aristocraat of een geld-
monarch?
Den Javaan lachte wederom een nieuw
fortuintje tegen.
Als gij wilt, hernam hij, zal ik u den
weg wijzen.
Aangenomen! zeide de vreemdeling, en
hij liet eveneens een geldstuk in de hand
van den Javaan glijden.
Den eerzamen bediende het hart op van
blijdschap. Zijn dag was goed.
Zij gingen eenige oogenblikken stilzwij
gend voort. Weldra geraakten zij in ge
sprek. De vreemdeling was spraakzaam
en praatte over alles: over het Commer
cial Hotel, over de aankomst van de laat
ste Indische pakketboot, over de parel-
vangst te Ceylon, over den Chineeschen
opiumhandel en over de goede hoedanig
heden van den brandewijn....
De loerende oogen van den Javaan
Een plaats’e onder den hemel, hoe
bescheiden ook heeft soms maar héél
weinig noodig, om met groote letters in
het veel-zeggende boek der eeuwigheid
genoteerd te staan. En miami en Nice,
Monte Carlo of Garmisch Partenkirchen
mogen in het album der wereld zeer be
kende bladzijden tellen, Smakt staat met
heel wat rijker gecalligrafeerde letters in
den atlas, dien engelen bij tijd en wijle
aandragen voor Gods troon.
Hoe heette het bij de Profeten ook weer,
over dat Bethlehem, dat geenszins de
kleinste was onder de steden van Juda...
Zoo ongeveer zou ook Smakt kunnen wor
den aangeduid onder de meest bescheiden
gehuchten van Nederland.
Het is zoo maar een dóódsimpel ge
huchtje, verwaaid ergens aan den rand
van de Peel. De treinen, die de verbinding
vormen met het Zuiden, komen er dende
rend voorbij, vergeten blijft het gehucht
zooals het verdwijnt in den neerslaanden
stoom der haastige locomotieven. Het
groote verkeer snelt ergens heel ver weg
door het Noord-Limburgsche land en het
geluid van het haastige leven dringt hier
niet door. Een trage kar dokkert wel door
de zandwegen en soms een flits van het
tempo-leven, als een enkele auto er den
hoofdweg passeert.
Verdei is het hier maar het land van de
devote stilte, zoo’n paradijslijk stukje lan
delijke rust, waar je zóó H. Frans zou
kunnen ontmoeten, die z’n stille gesprek
ken staat te houden met de vogels en de
visschen of Sint Jozef, die met z’n ge
reedschappenkist van een karweitje te
rugkeert, dat hij opknapte in een van die
eenvoudige huizen.
Want dat is het merkteeken van Smakt:
Sint Jozef.
Die heeft hier zoo maar een zéér be
scheiden kapelletje. Zoo eenvoudig, als
eens zijn liefde was voor die pure bruid
Hier is een brief, breng hem naar het
postkantoor!
Goed, Nicols!
Maar dadelijk. Er is haast, groote haast
bij
De Javaan nam hem aan, ging een paar
passen vooruit en bleef staan.
Ach, ik vergat het! zeide de vreemde
ling lachende. Hier is het geld voor de
port.
Hij liet een geldstuk in de hem toege
stoken hand glijden.
De Javaan groette allerbeleefst en ging
heen. Een honderd passen liep hij snel
door, toen vertraagde hij werktuigelijk
zijn gang, opende half de gesloten hand
en zeide bij zich zelven:
Welk een schoon nieuw geldstuk! Die
vreemdeling is bepaald een groot heer.
Gedurende de acht dagen, welke hij in
ons hotel verblijf houdt, heeft hij mij steeds
met weldaden overladen. Het spijt'mij,
dat hij van avond heengaat. Maar hij wil
naar Lupon in China vertrekken, dat weet
ik.... Met de Marsenia....
Zijn gedachtenloop werd op dit oogen-
blik onderbroken, doordat een ander hem
de hand op den schouder legde.
Wijs mij, als ’t u blieft, het postkantoor!
zeide een heer hem kortaf.
hebben het alom in den lande met luider
stemme den volke verkondigd: Het Huis
van Oranje is heden verblijd met de ge
boorte van een Prinses!
Een klein, klein weinig teleurstelling
heeft zich wellicht gemengd in de alge-
meene vreugde. Diep in de harten van ve
len leefde de hoop, al kwam men er niet
rond voor uit: was het ditmaal maar een
Prins!
Die hoop is niet verwezenlijkt, maar de
feestvreugde is er niet minder om. Prin
ses Beatrix heeft nu een zusje, dat naast
haar een plaats vraagt in de harten van
het Nederlandsche volk; en deze nieuwe
Oranje-spruit is niet minder hartelijk ver
welkomd dan de kleine Beatrix.
En in onze vreugde betrekken wij het
geheele Koninklijke Gezin: de gelukkige
Ouders en de niet minder gelukkige Groot
moeders, want een groot en innig geluk
is hun beschoren geworden op dezen ge
boortedag van de kleine Prinses. Een
drachtig staat het Hooge Gezin geschaard
om de wieg waarin de kleine wereldbur-
geres sluimert, die op dien gedenkwaar-
digen vijfden Augustus voor het eerst
het licht dezer wereld aanschouwde in
het paleis te Soestdijk. En wanneer Ko
ningin Wilhelmina de oogen laat rusten
op Haar geliefde Dochter, op Prins Bern-
hard, op de kleine Beatrix en op de jong
geborene, dan moet Haar hart vervuld
worden van een stil, onzegbaar innig ge
luk; en dan zal van Haar lippen een dank-
bede opstijgen, dat deze Blijde Gebeurte
nis, deze vermeerdering van het Prinse
lijk Gezin, zoo voorspoedig is verloopen
voor Moeder en Kind.
Naast ons medeleven met Prinsesjuli-
ana en Prins Bernhard is daar dan ook
ons medeleven met onze geëerbiedigde
Vorstinne, Koningin Wilhelmina. Wij
trachten, in onze gedachten, ons te ver
plaatsen in Haar geluk, dat immers ook
het onze isen uit ons midden rijst de stille
wensclr, dat het Haar, nog lange, lange
Mogen de christenen met
volharding en geordend strij
den voor Gods rechten.
jaren gegeven moge zijn, in ongestoorde
levensvreugde getuige te zijn van den
groei en de ontwikkeling van Haar klein
kinderen.
Het feestgedruisch verstomt en het da-
gelijksche leven met zijn beslommeringen
eischt ons weer op. Vlaggen zijn binnen
gehaald, versieringen verdwenen. Maar
binnenin ons laten zich nog de naklanken
vernemen van deze onvergetelijke dagen,
waarin een Volk en een Vorstenhuis de
wereld weder het opwekkende schouw
spel hebben geboden van een onverbre
kelijke Eenheid, een liefde en een harmo
nie, welke geen twijfel laten aan den band
die het volk van Nederland aan zijn Ko
ningshuis bindt.
Deze Blijde Gebeurtenis in het Prinse-
lijk Gezin is weder een welkome gelegen
heid geweest om den vrijen loop te laten
aan onze ware gevoelens, om ons te too-
nen zooals wij zijn: warme aanhangers
van het Huis van Oranje Onze ingebo
ren Oranjezin heeft ons niet verloochend
bij de geboorte van deze nieuwe Prinses;
integendeel, hartelijker en spontaner dan
ooit hebben wij in deze dagen medege
leefd met de jeugdige Moeder en Haar
Gemaal en de Koninklijke Grootmoeders
in het Paleis te Soestdijk.
Leve de KoninginLeve Prinses Juli
ana en Prins Bernhard, met de kleine
Prinsesjes! en Oranje Boven
(Nadruk verboden)
1
Op den Hen Maart 18 zat een nog jeug
dig vreemdeling, in gedachten verdiept,
onder de veranda van het Commercial
Hotel te Singapore. Toen de klok acht
uur sloeg, richtte hij eensklaps het hoofd
op.
Nu reeds? zeide hij, het moet toch ge
beuren!.. Zal ik zelf den brief brengen of
hem laten bezorgen? Dit laatste schijnt
mij het beste. Ik wil mijzelven niet de ge
ringste onvoorzichtigheid te wijten heb
ben, door mij aan het gevaar bloot te stel
len, herkend te worden.
Hij nam zijn portefeuille, haalde er een
met roode lakken verzegelden brief uit en
riep een bediende.
Wat blieft, mijnheer? vroeg deze, een
Javaan met een gebruind gelaat en slordi
ge kleeding.
Hebt gij op dit oogenblik niets te doen?
Neen, Nicols!
wendden zich onwillekeurig naar een na
bij gelegen herberg, waarvoor men in zeer
groote letters op een uithangbord kon le
zen:
Port en Brandewijn. Opium.
Kent gij deze herberg? vroeg de vreem
deling.
Zeer goed!
En de Whisky, die er verkocht wordt?
Is uitmuntend, de beste in Singapore?
zeide de Javaan met volle overtuiging. Ik
kan er over meepraten, want ik heb ze
dikwijls gedronken!
De Europeaan lachte hartelijk en zeide:
Dit doet mij er aan denken, dat ik een
geweldigen dorst heb. Wilt gij ook een
glas?
O, met veel plezier!... Maar de brief..?
Welke brief?
De brief van Signor Nicols, dien ik weg
moet brengen!
Dien zullen wij niet vergeten. Kom!
De bediende uit het Commercial Hotel
kon het aanbod niet afwijzen. Hij volgde
zijn nieuwen vriend in een bedompt hol,
waar te midden van een door brandewijn
en opium bezwangerde lucht het vreemd
ste gezelschap bijeen was. Er waren drin
kende, schreeuwende en zingende Hin
does, Arabieren van Bagdad, Chineesche
Er is op dit oogenblik in Nederland
slechts een gedachte, die ons aller harten
vervult: de Blijde Gebeurtenis, de ge
boorte van een Prinses in het Huis van
Oranje; en wij zijn allen gelukkig te we
ten, dat de Hooge Moeder en de nieuwe
vorstelijke telg het goed maken.
Een Prinses geborenEen nieuwe loot,
ontloken aan den alouden Oranje-stam!
Groote vreugde vervult het geheele land,
van Noord tot Zuid, van Oost tot West; De
nuchtere, kalme, flegmatieke Nederlan
ders vieren feest. Het is vooral bij blijde
gelegenheden zooals deze, dat de hechte
band welke volk en vorstenhuis bindt,
voor de buitenwereld zichtbaar wordt.
Een zee van vlaggen, oranje of rood-wit-
blauw op ieders borst zijn de symbolen
van wat er leeft in die honderdduizenden,
die millioenen Nederlandsche harten over
de geheele wereld in onze elf provin
cies, in Oost en West-Indië, aan de Kaap,
in Vlaanderen, in Amerika tot in het
fel geteisterde China.
Ja, dank en blijdschap vervult onze
harten; en wij willen het weten, wij willen
het uitroepen en aan de heele wereld ver
kondigen: deze kleine burgeres van Ne
derland, deze tweede dochter van Prinses
Juliana en van Prins Bernhard is welkom
in ons midden. Zij is een kind, niet alleen
van haar hooge Ouders, maar van geheel
een volk.
Wij leven mede met het Huis van Oran
je, in lief en leed; en in spanning hebben
wij het oogenblik verbeid, waarop ons het
eeuwige mysterie zou worden onthuld:
een Prins of een Prinses? Het geschut
heeft gedaverd, de radio heeft het ons
reeds in den vroegen morgen toegeroe
pen, zwierige herauten op vurige rossen
I-,
A
J-