r
Overzicht.
^lusteloos
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NASSAU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
sS i DE JONG BAARLE - NASSAU.
SNZEFEWILLETQN
34e Jaargang
Na vijf en twintig jaan
Buitenlandse!)
J!
5 AUGUSTUS 1939
No. 31
Een Ellendeling gestraft.
9
Uil
11 1
JS'j
en I
>r I
ate]
t ml
etel
ij 1
>U!Z|
Vijf en twintig jaar scheiden ons van
den rampzaligen dag, waarop in Europa
de oorlogsfakkel ontbrandde en een strijd
ontketend werd, die steeds verder om zich
heen greep, zoodat geen enkel volk ter
wereld van de gevolgen verschoond bleef.
Hoeveel millioenen gezinnen heeft de
afschuwelijke moord, begaan door een fa-
natieken jongen in Serajewo, in rouw en
ellende gedompeld! En hoeveel honderd
tallen millioenen lijden niet nog heden on
der de gevolgen van zijn laaghartige daad 1
Meer dan eens in de vijf en twintig jaar,
die achter ons liggen, hebben de oorlogs-
wolken zich opnieuw dreigend boven ons
hoofd samengepakt, liepen er geruchten
over mobilisatie en ultimatums. Op het
oogenblik, waarop wij dit schrijven, ligt
zelfs een groot aantal onzer militairen aan
de grenzen, om op alles voorbereid te zijn.
Denkt men er dan in ernst aan, de ram
pen van 1914 te herhalen, en dan nog wel
op een schaal, waarbij de voorgaande oor
log in het niet verzinkt? Wij kunnen niet
anders dan hopen, dat wijsstaatsmansbe-
leid er in zal slagen, alle hangende kwes
ties langs den weg van overleg te beslech
ten.
Geen aardsch bezit is zoo kostbaar, dat
het de moeite waard is, met menschen-
bloed te worden gekocht. Dat heeft ons
ook de oorlog van 1914|18 geleerd, die én
overwinnaars èn overwonnenen een slag
heeft toegebracht, welks gevolgen zij nog
niet te boven hebben kunnen komen.
Thans weten wij nog beter dan in 1914
wat een groote oorlog beteekent. Wij staan
er geheel anders tegenover dan zij, die
eind Juli 1914 meenden, dat de strijd in
enkele weken, enkele maanden hoogstens,
volstreden zou zijn. De uitkomst heeft
hun geleerd, hoe ijdel hun voorspellingen
waren.
Had men toen kunnen voorzien, welk
Gij zult geen levens meer verwoesten,
zooals gij het mijne hebt gedaan. Gij zult
geen harten meer vaneenrijten, zooals gij
het mijne hebt gedaan. Ik zal de wereld
bevrijden van een vergiftig beest. Neem
dat, jij hond! en dat! en dat! en
dat! en dat!
Zij had een kleine, glinsterende revol
ver voor den dag gehaald en loste lading
na lading in het lichaam van Milverton,
waarbij de loop nog geen twee voet van
zijn borst was verwijderd. Hij sprong ach
teruit en viel vervolgens voorover op de
tafel, vreeselijk hoestend, terwijl hij met
zijn handen wild in de papieren rond
draaide. Plotseling stond hij weer op,
kreeg nog een schot en rolde op den vloer.
Je hebt me vermoord, riep hij, en lag stil.
De vrouw keek hem strak aan en plantte
haar hiel in zijn gelaat. Weer keek zij,
maar er was geen beweging of geluid meer
in hem. Ik hoorde iets ruischen, de koude
buitenlucht drong in het warme vertrek
en de wreekster was weg.
De tusschenkomst van onze zijde zou
den man niet hebben kunnen redden, zoo
snel ging alles in zijn werk, maar toen de
vrouw kogel na kogel in het ineenkrim
pende lichaam van Milverton joeg, stond
ik op ’t punt te voorschijn te springen, had
5
Wij konden het ruischen van een japon
hooren. Ik had de reet van het gordijn
dichtgedaan, zoodra Milverton was opge
staan, omdat hij misschien in onze rich
ting zou kijken, maar nu waagde ik het de
gordijnen nog even op een kier te zetten.
Hij was weer gaan zitten, zijn sigaar
vormde met zijn neus een hoek van 90,
en voor hem in het volle licht stond een
lange, slanke, donkere vrouwenfiguur met
een voile voor het gelaat, haar mantel
hoog tot over haar kin dichtgeknoopt. Zij
haalde snel en diep adem en elk deel van
haar lichaam sidderde van ontroering.
Wel, vervolgde Milverton, u hebt mij
geruimen tijd van mijn nachtrust beroofd,
mijn waarde. Ik hoop, dat gij ’t waard zijt.
U kondt op geen ander uur komen?
De vrouw schudde het hoofd.
Wel, als u niet kondt komen, was er
kwaad zal doen, maar ieder heeft zijn za
ken en wat kon ik anders doen? Ik stelde
de som binnen uw bereik. U wildet niet
betalen.
Daarom zondt gij de brieven aan mijn
echtgenoot en hij de edelste man, die
ooit leefde, een man, wiens schoenen ik
zelfs niet waard was te rijgen hij werd
er door gebroken en stierf. Gij herinnert u
dien nacht nog, toen ik door die deur kwam
en smeekte en bad om genade en gij lach-
tet mij in mijn gezicht uit, evenals gij nu
tracht te lachen, alleen uw laf hart kan
niet verhinderen, dat uw lippen beven. Ja,
gij dacht niet mij hier weer te zullen zien,
maar het was op dien avond, dat mij ge
leerd werd, hoe ik u van aangezicht tot
aangezicht kon ontmoeten. Wij zijn nu
alleen. Wel Charles Milverton, wat hebt
gij te zeggen?
Denk niet, dat gij mij vrees kunt aan
jagen, zeide hij opstaande. Ik heb alleen
luid te roepen en mijn personeel is hier
om u te arresteeren. Maar ik kan mij uw
ergernis zeer goed verklaren. Daarom,
verlaat de kamer, zooals gij gekomen zijt
en ik zal er verder over zwijgen.
De vrouw stond met haar hand in haar
boezem verborgen en dezelfde doodelijke
glimlach speelde om haar lippen.
Weinig woorden over Danzig.
Engeland en het Verre Oosten.
natuurlijk niets aan te doen. Indien de
gravin een strenge meesteres is hebt u nu
de gelegenheid het haar betaald te zetten.
Wees kalm, meisje, waarom beeft ge zoo!
Het is in orde! Kom tot je zelf. Laat ons
nu de zaak bespreken. Hij haalde een
briefje uit een lade. Je zegt, datje vijf brie
ven hebt, waardoor de gravin d’Albert
wordt gecompromitteerd. Je wilt ze ver-
koopen. Ik wil ze koopen. Dat is dus ook
in orde. Alleen blijft nu nog de prijs over
Natuurlijk moet ik de brieven eerst zien.
Als het werkelijk goede stukken goede
hemel, is u het?
De vrouw had zonder een woord te
zeggen haar voile in de hoogte gedaan en
den mantel om haar kin losgemaakt. Het
was een donker, mooi, zuiver gelijnd ge
laat, dat Milverton aanschouwde, een ge
laat met een arendsneus, zware donkere
wenkbrauwen, die een paar harde, schit
terende oogen overschaduwden en een
dunnen mond, waarom een gevaarlijk
lachje speelde.
Ik ben het, zeide ze, de vrouw, wier le
ven gij verwoest hebt. Milverton lachte,
maar vrees deed zijn stem trillen: Gij
waart zoo onhandelbaar, zeide hij. Waai-
om hebt gij mij ook tot het uiterste gedre
ven? Ik verzeker u, dat ik zelfs geen vlieg
een geweldigen nasleep het ultimatum
aan Servië zou hebben, dan zou men zeer
zeker niet zoo star op het eenmaal inge
nomen standpunt zijn blijven staan. Had
men zich een duidelijk beeld gevormd
van de machten, die zich tegenover elkan
der geplaatst zouden zien, dan zou men
geweifeld hebben.
In zooverre is de toestand van tegen
woordig scherper omlijnd. Elk land weet
met aan zekerheid grenzende waarschijn
lijkheid, wij zijn voor- en wie zijn tegen
standers zullen zijn; en die zekerheid is
ons een soort waarborg, dat men niet naar
den oorlog zal grijpen als middel om ge
schillen te beslechten.
Men zal geen legerkorpsen zich met
donderend geweld op elkaar zien werpen
om elkaar te verdelgen. Wij zijn ervan
overtuigd, dat de sirenes niet noodig zul
len hebben, haar luguber gehuil te doen
weerklinken om weerlooze burgers, man
nen, vrouwen en kinderen, de waarschu
wing toe te brullen: „Zoekt dekking! De
vliegmachines zijn in aantocht!”
Wij mogen de hoop, de verwachting
koesteren, dat de menschheid in die vijf
en twintig jaar heeft leeren inzien, dat een
oorlog alleen verschrikking, dood en el
lende vermag te brengen, doch geen winst,
geen roem, geen eer. De wereldoorlog
moet de oogen hebben geopend van allen,
die den krijg nog uit een ander oogpunt
beschouwden.
Er waren menschen, die den oorlog be
schouwden als het groote avontuur”, die
spraken van „de poëzie van den oorlog”.
Zij kunnen niet anders dan bekeerd zijn,
als zij de verschrikkingen van den oorlog
hebben aanschouwd en zelfs als zij die
uitsluitend hebben leeren kennen door
krantenverslagen en boeken.
Men sprak van idealen. Doch men heeft
moeten erkennen, dat de oorlog niets an
ders is dan een uiting van bruut geweld,
leidend tot mateloos bloedvergieten, tot
knechting van volken, tot in het verderf
storten van onschuldigen, tot enorme ka-
pitaal verspilling.
Neen, met dit droeve beeld voor oogen
weigeren wij te gelooven, dat een herha
ling van het drama, dat voor vijf en twin
tig jaar aangeving, mogelijk zou zijn. Wij
brengen oprechte hulde, aan de mannen,
die ons voor een nieuwen oorlog hebben
weten te behoeden, toen het gevaar het
dreigendst was en wij hopen metonsgan-
sche hart, met onze geheele ziel, dat het
menschdom bewaard zal blijven vooreen
catastrophe, zooals die, welke de moord
te Serajewo na zich sleepte.
(Nadruk verboden)
«Mill
I
'E-
-19
jeen
ast
imj
iga
i dj
e v I
nir.j
mij
ar I
lev]
ani
kr
ijvj
i eel
Sv
ika
ja]
SSK
dl
sim
t
■t
ir. I
I n.
it 11
riisa
■led]
dez]
chijl
e z
r zl
0V1
drol
d
s e]
rod
>uiz]
irec
an 1
ils j
au]
■edl
;rn]
kd
aH
koi
erki
1
1
ter
(Detective verhaal.)
Chamberlain heeft in het Engelsche Lager
huis een overzicht gegeven van de buiten-
landsche politieke situatie. Men kan van de
ze rede getuigen, dat zij sober was en waar
dig, maar nieuws van beteekenis bracht zij
niet. De zending van militaire missies naar
Moskou was immers reeds aangekondigd.
Chamberlain’s rede was het antwoord op
bepaalde vragen van de zijde der oppositie
gesteld. Nu maakt deze oppositie het de
Londensche regeering niet gemakkelijk.
Vooral bij de onderhandelingen met Rus
land heeft zij steeds aangedrongen op een
verder toegeven, waardoor zij de Russen in
hun vasthoudendheid stijfde en het stand
punt van de eigen regeering ondermijnde.
Overigens krijgt men, ondanks de zending van
de militaire missies naar de Sovjethoofdstad, nog
steeds nietden indruk, dat een Engelsch-Fransch-
Russisch accoord nu zoo heel spoedig tot stand
zal komen. Chamberlain immers heeft erkend,
dat de onderhandelende partijen het nog steeds
niet eens zijn kunnen worden over de vraag, wat
onder indirecte agressie moet worden verstaan.
Ja, hij kon zelfs nog geenszins de zekerheid geven,
dat er op de politieke punten inderdaad overeen
stemming zal kunnen worden bereikt. Men koes
tert nu de hoop, dat door de militaire missie ook
de politieke standpunten dichter bij elkaar zullen
komen, d.w.z. dat de zending van een dergelijke
missie het Russische wantrouwen wegneemt en
Moskou alsnog beweegt het Engelsche standpunt
te aanvaarden. Men moet zich dan ook afvragen
of deze zending niet te beschouwen is als een
soort noodsprong om uit de impasse te komen.
Aan de kwestie van Danzing heeft Chamber-
lain dit keer weinig woorden gewijd. Het opmer
kelijke daarbij was wel, dat de Britsche minister
president zich onthield van alle critiek op Duitsch-
land. En belangwekkend was zeker zijn in alge-
meene bewoordingen gehouden slotverklaring,
waarin hij een beroep deed op herstel van ver
trouwen. Optimistisch waren deze slotwoorden
overigens niet. Hij sprak van een woordenoorlog,
welke de stemming vergiftigd en gestaakt zou
moeten worden. En deze uitlating richtte zich
evenzeer tegen de Engelsche als tegen de buiten-
landsche pers. Voor de Duitsche bladen was dit
natuurlijk onmiddellijk aanleiding er op te wijzen,
dat Hitler zich reeds lang geleden tegen de onge
breidelde persvrijheid had uitgesproken.
Bij de bespreking van den toestand in het Ver
re Oosten heeft Chamberlain niet na kunnen la
ten een bits antwoord te geven aan de critici, die
naar zijn overtuiging de Britsche politiek verdacht
maken. Leest men de vele, soms scherpe, uitla
tingen tegen Engeland’s houding in China, dan
is zijn geïrriteerdheid ook wel te begrijpen. Be
langrijk in Chamberlain’s verklaring was de me-
Moe en afgemat thuisgekomen?
Neem vlug een "AKKERTJE"!
U is dan spoedig weer frisch
//SC'N en Fit» als door een wonderI
BAADLES NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD
-JA.