WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- 1
MnkfemilletqÏR
1
HERTOG EN OMSTREKEN
RIJK LAND
ARM VOLK
i
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
WE JONG BAADLE-NASSAU.
34e Jaargang
15 JULI 1939
No. 28
Een Ellendeling gestraft.
legde de hand op zijn revolver en draaide
zich om naar de deur. Ik nam een stoel,
maar Smith schudde het hoofd en ik liet
den stoel weer los. Met een buiging, een
glimlach en een knippen van de oogen
ging Milverton de deur uit en eenige
oogenblikken later hoorden wij het por
tier van het rijtuig dichtslaan en het gera
tel van de wielen, terwijl het wegreed.
Smith zat bewegingloos bij den haard,
met de handen in zijn zakken, de kin op
de borst en zijn oogen gericht op het knet
terende vuur. Gedurende een half uur
bleef hij stil zitten kijken. Toen sprong hij
eensklaps op als iemand, die een besluit
genomen heeft, en ging naar zijn slaap
kamer.
Kort daarop kwam een jonge werkman,
slordig gekleed, met een weinig onderhou
den baard en knevel te voorschijn en stak
zijn steenen pijp aan de lamp aan, voor
hij naar beneden ging. Ik zal over eenigen
tijd terugkomen, Butter, zeide hij en ver
dween. Ik begreep, dat Smith zijn cam
pagne tegen Charles Augustus Milverton
Polulariteit is roem in kopergeld.
Victor Hugo
zelfs groot voordeel hebben. Ik heb acht
of tien dergelijke gevallen in portefeuille.
Indien onder de bedreigden bekend werd,
hoe ik Lady Eva heb behandeld, zou ik
hem of haar zeker handelbaarder vinden.
Ziet, u, dat is mijn zienswijze.
Smith sprong op van zijn stoel.
Ga achter hem, Butter. Laat hem er
niet uit. En nu, mijnheer, laat ons den in
houd van dat zakboekje zien.
Snel als een rat was Milverton naar den
wand gesprongen en stond nu met zijn
rug tegen muur.
Mijuheer Smith, mijnheer Smith, zei
de hij, zijn jas openslaande en den loop
van een grote revolver latende zien, die
uit den binnenzak stak. Ik verwachtte, dat
u iets origineels zoudt doen. Dat is echter
zoo dikwijls gedaan, en wat goeds is er
ooit uit voortgekomen? Ik verzeker u, dat
ik tot de tanden gewapend ben en zeker
niet zal aarzelen mijn wapens te gebrui
ken, wetende, dat ik de wet aan mijn zij
de heb.... Voorts is uw vermoeden, dat ik
de brieven in een zakboekje mee zou bren
gen, geheel en al onjuist. Zoo dwaas ben
ik niet. En nu, heeren, ik heb heden avond
nog een of twee kleine afspraken en het
is een heel eind naar Hampstead.
Hij stapte naar voren, nam zijn jas op,
Kennis zij macht: geen macht is goed
geplaatst,
Tenzij er wijsheid zij, erboven of ernaast.
Beets
ver daarbij tevens vermeldt, dat wij hier
van de 16 bedoelde landen het bedenke
lijke voorrecht genieten, op één na den
hoogsten kleinhandelsprijs te betalen 1
Wat suiker betreft, een van de andere
meest noodzakelijke levensbehoeften, be
talen wij dit voorrecht iets minder duur:
daar zijn wij, van 14 landen, degenen die
op 3 na den hoogsten kleinhandelsprijs
moeten neerleggen.
Kan het ons dan verwonderen, dat wij
in het buitenland, behalve voor een rijk
land, ook voor een buitengewoon duur
land doorgaan?
Rijkdom, in geld uitgedrukt, is voor de
bevolking van bepaalde landen een be-
briegelijke maatstaf. Zeker, er zit geld in
Nederland. Dat weet men in het buiten
land, en dat weten wij Nederlanders zelf
ook. Op de buitenlandsche geldmarkt
neemt Nederland een zoodanige plaats in,
dat daaraan niet valt te twijfelen. Doch
geen mensch is zoo dwaas om het reken
sommetje te vertoonen: Nederland bezit
in totaal zóóveel, dus bezit de Nederlan
der met dit bedrag omslaat over het aan
tal bewoners, per hoofd gemiddeld zóó
veel. In dit geval gaat de regel van Bartjes
niet op. Terwijl enorme kapitalen ineen
hand zijn vereenigd, zijn er honderddui
zenden Nederlanders, die geen cent be
zitten van hun gezamenlijke in Nederland
aanwezige kapitaal.
Naast klassen, die zich in weelde ba
den, treft men hier, zoo goed als elders,
klassen aan, die niet het minste deel heb
ben aan de beteekenis van ons land als
kapttaal-reservoir. Er bestaan ook in ons
land, helaas, standen die het peil der ar
moede hebben bereikt, of die het beden
kelijk dicht naderen. Dat dit zoo is en dat
dit de nood veel hooger is gestegen, dat
velen denken, blijkt overduidelijk uit het
lijstje, dat de schrijver geeft van het ver
bruik van consumptie-artikelen in Neder
land. Een dergelijk lijstje kan men be
schouwen als de barometer voor de wel-
2
Ik ben er van overtuigd, dat, wat gij
zegt over de middelen van de dame in
questie, waar is, zeide hij. Maar, vervolg
de Milverton, terzelfder tijd zult gij moe
ten toegeven dat een huwelijk van een da
me een zeer geschikte gelegenheid is voor
vrienden en verwanten om iets te doen te
haren behoeve. Zij zullen misschien ver
legen zijn in de keuze van een huwelijks
geschenk. Laat mij u verzekeren, dat dit
pakje brieven der bruid meer vreugde zal
geven dan alle candelabres en serviezen
in geheel Londen.
Dat is onmogelijk, riep Smith uit.
Wel, wel, hoe ongelukkigmeende Mil
verton, een dik zakboek voor den dag ha
lend. Het komt mij voor, dat men dames
een slechten raad geeft door te adviseeren
zulk een zaak op haar beloop te laten. Kijk
eens hier naar! Hij hield een briefje in de
hoogte, waarop een wapen zichtbaar was.
vaart van de bevolking van ons land.
Welnu dit lijstje geeft een afschrikwek
kend beeld van den stand van zaken in
ons land. Men oordeele zelf. Van 14 lan
den komt Nederrland, zooals wij reeds op
merkten, op de 14e plaats als verbruiker
■van boter; van 14 landen op de 11e plaats
als verbruiker van suiker; van 15 landen
op de 9de plaats als verbruiker van melk;
van 4 landen op de laatste plaats als ver
bruiker van eieren; van 9 landen op de
3de plaats als verbruiker van thee; van 9
landen op de 6de plaats als verbruiker
van koffie; van 16 landen op de 11de
plaats als verbruiker van vleesch; van 8
landen op de 7de plaats als verbruiker
van bier; van 8 landen op de 8ste plaats
„~'s verbruiker van wijn; van 8 landen op
de 4de plaats als verbruiker van gedistil
leerd.
Wat het aantal telefoons aangaat, ne
men wij op 20 landen de 13 de plaats in.
Voorbioscopen van 9 landen de 8ste plaats
Voor radiotoestellen van 18 landen de
15de plaats. Voor badkamers op 11 lan
den de 6de plaats. Voor electriciteitop 10
landen de 8ste plaats.
Verheffend is dit lijstje waarvoor wij
de verantwoordelijkheid geheel voor re
kening van den schrijver moeten laten
alles behalve. Het meerendeel onzer land-
genooten zal er van schrikken, wanneer
men moet vaststellen dat Nederland een
zeer achterlijke plaats inneemt op het ge
bied van consumptie-artikelen. Het lijstje
levert het bewijs, dat een aanzienlijk deel
Nederland heeft in het buitenland over
het algemeen den roep, rijk te zijn. Aan
dien roep hebben wij het zelfs te danken
dat de Duitscher spreekt van „steinrei-
chen Hollander”. De meeste menschen
zijn er op gesteld in de oogen van ande
ren door te gaan voor welgesteld, rijk zelfs.
Doch er is een groot verschil tusschen
schijn en wezen. Is Nederland inderdaad
zoo rijk? Baadt onze bevolking zich in
weelde? Wij weten het wel beter. Maar
dat wij in vele opzichten zoover verwij
derd zijn van rijkdom, als wij zouden
moeten opmaken uit een geschrift, dat
ons dezer dagen in handen kwam, was
toch ook voor ons een verrassing en
geen aangename.
Dit geschrift dankt zijn ontstaan aan de
pen van iemand, die een vooraanstaande
positie inneemt bij een onzer grootste Ne-
derlandsche ondernemingen en is geba
seerd op vergelijkingen, die de schrijver
maakt op grond van een recente reis door
het land van den dollar.
Hoewel de schrijver in verschillende
opzichten niet is vrij te pleiten van een
zijdigheid, bevat zijn studie een leerrijke
strekking; en de meeste Nederlanders,
die er kennis mede maken, zullen even
verwonderd staan over verschillende
nuchtere feiten, als wij Wie zou b.v. ooit
hebben gedacht, dat wij Nederlanders, be
woners van het zuivelproductenland bij
uitnemendheid, op een iijstje van 16 lan
den de bedroevende plaats innemen van...
VEERTIENDE als verbruikers van boter,
zelfs nog na Duitschland, waar boter, naar
het in het buitenland heet, tot de rang van
weelde-artikel is verheven?
Wij kunnen het niet als een pleister op
de wond beschouwen, wanneer deschrij-
van ons volk op den rand van ondervoe
ding leeft.
Rijkdom van een volk is een rekbaar
begrip. De eenling heeft er bitter weinig
aan, dat zijn land onder de andere landen
als „rijk” bekend staat. Voor hém komt
het er op aan, over voldoende middelen
te beschikken, om van de noodzakelijke
levensmiddelen en andere levensbehoef
ten zooveel te kunnen inslaan, dat hij
voor honger en gebrek gevrijwaard blijft.
Deze feiten vaststellen is één ding; er
verbetering in trachten te brengen is een
tweede maar tevens de hoofdzaak. De
schrijver zou dit willen bereiken door
meer werk voorde binnenlandsche markt,
maar dan zonder regelingen en ordenin
gen van bovenaf. Als wij hier minder or
dening hadden en meer vrijheid, betoogt
hij, minder belastingen ook, dan zou er
ongetwijfeld heel wat meer voor de eigen
markt geproduceerd kunnen worden en
zou er, dank zij de op die vehoogde pro
ductie gemaakte winst een steeds opnieuw
aanzwellende welvaart zijn.
Wij helpen het den schrijver wenschen
dat die „aanzwellende welvaart” eenmaal
van theorie tot werkelijkheid zal worden
verheven; doch voorloopig moeten wij tot
de conclusie komen dat Nederland, als
gehéél een rijk land, een bevolking heeft,
welke het in vele opzichten aan het aller-
noodigste ontbreekt.
(Nadruk verboden)
Draag niet één enkele overtuiging in U
zelven rond; denk niet dat uw wooid, en
het uwe alleen, hetjuiste is. Sophocles.
Hooldpijn, Kiespijn.
Dat behoort aan wel, misschien is het
minder fair den naam te noemen voor
morgen ochtend. Maar tegen dien tijd zal
het in het bezit zijn van den echtgenoot
van de dame. En zulks alleen, omdat zij
weigert een luttel bedrag bijeen te bren
gen, dat zij in een uur zou kunnen krijgen
door haar diamanten te verwisselen voor
valsche steenen. Het is zoo jammer. En
u herinnert u toch wel het plotseling af
breken van het engagement tusschen miss
Miles en kolonel Darking? Slechts twee
dagen voor het huwelijk stond er in de
Morning Post een korte mededeeling, dat
het was ontbonden. En waarom? Het is
bijna ongelooflijk, maar de luttelele som
van twaalfhonderd pond zou de geheele
zaak in orde hebben gebracht. Is dat geen
zonde? En hier vind ik nu een man met
verstand, trachtende op mijn voorwaarden
af te dingen, terwijl de toekomst en de eer
van zijn cliente op het spel staan. U ver
baast mij, mijnheer Smith.
Wat ik zeg, is waar, antwoordde Smith.
Het geld is er niet. Voor u zou het beter
zijn dit geld aan te nemen, dan het leven
van deze vrouw te verwoesten, hetgeen
u toch geen voordeel kan brengen.
Daarin vergist gij u, mijnheer Smith.
Indirect zou ik van zulk een schandaal
(Detective verhaal.)
1
BAARLE'S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD
„schele hoofdpijn" maken be
hoorlijk werken onmogelijk!
Neem een "AKKERTJE”, even
PX liggen. Daarna weer frisch.
altijd een poeder oi cachet van Mljnhardt.
Mijnhardt’s Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets,genaamd..Mijnhardtjes”2st. 10ct. Doos50ct.
V.z-