WEEKBLAD VOOR BAAQLE-NaSaU
H®
I
9 ONZE FE VILLI
iffl
HERTOG EN OMSTREKEN
LHTG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
i DE JONG BAARLE - NASSAU Li
34e Jaargang
Onze kaasexport in gevaar
DE MUMMIE.
Last van Uw zenuwen?
Sp&edig weer opgewekt en gekalmeerd met
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
3 JUNI 1939
No. 22
Hulde aan de
MILITAIREN.
Een matte ot gebruinde teint staat altijd charmant
UW
’n Toeschouwer.
Amilda-crême, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde teinte
1
OVERZICHT EIEREN.
In de afgeloopen week was de handel tegen al
le verwachting in zeer stil. Vooral in Engeland
was de markt buttengewoon flauw. De prijzen
liepen dan ook eiken dag terug. Einde der week
betaalde men prijzen van ca. f 2.302.35 per
100 stuks f.o.b. Rotterdam.
De Londensche markt is erg overvoerd zoodat
men ook de volgende week geen betere prijzen
verwacht. De aanvoeren blijven nog steeds zeer
groot en bedroeg de totaal-aanvoer bij de C.R.E.
in de laatste week nog 7.400.000 stuks.
Men betaalde de volgende prijzen: Kleine eie
ren f 2.803.00, groote eieren f 3.103.50, een
deneieren f 2.402.70.
Eigenlijk hadden wij boven dit artikel
moeten plaatsen: onze kaasexport is nog
grooter gevaar; want de gevaren, waar
door de uitvoer van dit product zich reeds
bedreigd ziet, zijn op dit oogenblik niet
weinige. Scherpe contingenteeringen in
landen, welke vroeger tot onze grootste
afnemers behoorden, samengaande met
de fabricage van namaak-Nederlandsche
kaas in die landen, zijn wel de grootste
hinderpalen op den weg naar den eertijds
zoo belangrijken uitvoer van dit bij uitstek
Nederlandsche product.
Men kent de nieuwe ramp, welke kort
geleden onzen kaasexport heeft getoffen;
Amerika heeft besloten tot het heffen van
compensatierechten op onze zuivelpro
ducten, omdat men in de Vereenigde Sta
ten de meening is toegedaan dat wij ons
schuldig maken aan „dumping”, dit wil
zeggen dat wij bijvoorbeeld de kaas in
Amerika verkoopen tegen een prijs, lig
gende beneden den eigen kostprijs in Ne
derland, hetgeen natuurlijk alleen moge
lijk is, wanneer de regeering de kaasfabri-
kanten steunt.
Wij hebben gewezen op de noodzaak
om tegen dezen maatregel te protestee-
ren, daar deze geacht kan worden inbreuk
te maken op vroeger te dien aanzien met
Amerika gesloten overeenkomsten. Tot
een dergelijk protest is onze regeering
dan ook inderdaad overgegaan. Zij heeft
daarmede in zekeren zin een matig suc
ces behaald, in den vorm een kleine, door
de Vereenigde Staten gedane concessie.
Deze consessie bestaat hierin, bat be
doeld compensatierecht niet meer zal
worden geheven van zuivel-producten,
zie rechtstreeks uit Nederland worden in
gevoerd en waarbij een verklaring wordt
dverlegd, dat de Nederlandsche regeering
geen premie verstrekt op den uitvoer van
ouivelproducten naar Amerika.
hoorden hoe de menschen over den brand
spraken. Daar sloeg de pendule zes uur.
Dames en heeren, u wordt vriendelijk
verzocht het museum te verlaten! riepen
de beambten en na verloop van nog geen
twee minuten was het in de lokalen dood
stil.
Nu zal moeten blijken of mijn bereke
ning klopt, fluisterde John zijn medeplich
tige toe. Of de mummie wordt bewaakt en
wij brengen een martelvollen nacht door
in deze zelf gekozen kooi of de mum
mie wordt weggedragen en dan zeker
slechts naar de schatkamer van den lord.
Zeg, John, ik gevoel zoo iets van be
rouw en heb een gewaarwording, alsof ik
bij al mijne daden nog nooit in zoo’n be
roerden toestand geweest ben, als heden.
Stel je eens voor, dat iemand het in z’n
bol krijgt, deze deur te openen dan
zouden wij verloren zijn!
Volkomen waar! Wij spelen vabanque!
(Alles staat op ’t spel!) De inzet is hoog:
ons leven! De winst is grooter: een reus
achtig vermogen. Stil men komt!
De museumbeambten traden binnen.
2
Hoe vrijwaren wij ons tegen den dief
stal vam Kinlurenos mummie? Doe een
voorstel! zeide de lord.
Er bestaan twee wegen. Eerstens, wij
laten ’s nachts de mummie bewaken
Te omslachtig en onpractisch. Uw twee
de voorstel
Tweedens: Wij laten eiken avond de
mummie met haar kostbaar voetstuk in
de schatkamer en des morgens weder te
rug in het museum brengen. In de schat
kamer steelt geen duivel haar. De oppas
sers van het museum transporteeren ze.
Accoord. Afgedaan.
Het voorstel was goedgekeurd en dien
zelfden avond droegen de zes museumop-
passers meneer Kinlureno met zijn voet
stuk in 't zweet huns aanschijns naar de
schatkamer en den volgenden morgen
weder terug naar de museumzaal.
Den volgenden dag ’s namiddags ver
schenen John en Charles weder in het mu
il wel weten, Pater de Greeve heeft ’t
onlangs nog zo duidelijk gezegd.
Dat er hier 'n Comité is weet U allen,
ook zult u weten dat er hulp moet zijn
van de burgers, om ’t comité in staat te
stellen iets voor de militairen te doen.
Helpt dus allen ’t comité mee. Ik weet
wel, u hebt allen wel gegeven bijv, met ’t
verkopen van speldjes. Maar vindt U niet
dat we van) onze kant nog wel meer
mogen geven, als de militairen voor ons
ook zo veel doen. Steunt dus allen ’t
comité, ’t zij in natura, ’t zij in geld. Maar
helpt allen mee, zodat de militairen kun
nen zeggen: Baal, dat is pas ’n dorp, daar
wonen nog ’ns mensen. Dus burgers van
Baal helpen en goed helpen.
En aan onze militairen nogmaals dank
voor alles wat ze voor ons doen, ik hoop
dat ze de Baalse dankbaarheid zullen
ondervinden.
'r
Wij vreezen echter, dat er op die wijze
weinig is bereikt, en dat onze uitvoer er
weinig of in het geheel geen gunstigen te
rugslag van zal ondervinden. Er zijn zelfs
zakenlieden die voorspellen dat de uit
voer er eer nadeel dan voordeel bij zal
hebben.
Zij verdedigen.hun meening met er op
te wijzen dat men tot dusverre op indirec
te wijze onze producten in Amerika kon
invoeren, door dit bijvoorbeeld via Enge
land te doen. Zoodoende verviel de ver
plichting om er het compensatierecht op
te betalen. Daaraan zal nu echter wel een
einde komen, omdat er strenger op dezen
indirecten uitvoer naar de Vereenigde
Staten zal worden gelet.
Uit een en ander vloeit alleen als
schrale troost dit ééne voordeel voort,
dat onze boter niet goedkooper naar Ame
rika zal mogen worden verkocht, dan de
prijs, welke wij zelf betalen, het verschil
tusschen den prijs op de wereldmarkt en
den binnenlandschen prijs zal derhalve
niet ten voordeele komen van de Ameri-
kaansche schatkist, in den vorm van com
pensatierecht, doch in het Landbouwcri
sisfonds terecht komen, evenals dit het
geval is met de binnenlandsche heffingen.
Met dit al zijn wij evenwel weinig ge
baat. Het feit blijft bestaan dat onze afzet
van kaas opnieuw een veer heeft moeten
laten, na al de slagen die den uitvoer daar
van tot dusverre reeds hebben getroffen.
Welke landen blijven er nu nog over,
die voor vrijwel ongehinderden invoer
van Nederlandsche kaas in belangrijke
hoeveelheden in aanmerking komen?
Niet anders dan Engeland en België. En
wat dit laatste land betreft, ziet de toestand
er ook niet zoo rooskleurig uit, wantin
het lokaal, waar gevaar dreigde. De mum-
miezaal was ledig. Met bewonderenswaar-
dige vlugheid drukte John op den knop
der deur van het bronzen voetstuk. De
deur opende zich. Gelijk een wezel kroop
Charles in het ruime voetstuk. John volgde
en de deur sloot zich weder. Dat alles was
binnen nog geen vijf seconden geschied,
en de twee personen in het voetstuk be
gonnen nu met krankzinnigen haast te
arbeiden. In een ommezien hadden zij
hunne stalen drilboren uit den zak gehaald
en na verloop van weinige seconden had
elk in den bronzen zijwand ’n dozijn klei
ne gaatjes geboord, welke men wegens de
figuren van het spijkerschrift (hieroglie-
ven onmogelijk van buiten zien kon. De
deur even op ’n kier gezet,' met een klei
nen blaasbalg de metaaldeeltjes (het boor
sel) weggeblazen, dat was ook het werk
van een oogenblik. John en Charles had
den nu niet alleen eenigen luchttoevoer,
maar zij konden nu ook hooren wat er
buiten gesproken werd.
Na verloop van eenige minuten werd
het in de mummiezaal weer levendig. Zij
het begin van dit jaar heeft men daar be-
paalde maatregelen getroffen, waardoor
een soort stelsel van invoervergunningen
is ontstaan, naar het heet om een einde te
maken aan ongewenschte toestanden bij
den invoer en den verkoop.
Het bestaan van zekere wantoestanden
op dat gebied kan inderdaad niet worden
ontkend, doch het is de vraag, of men
daaraan niet op andere wijze den kop had
kunnen indrukken dan door het kiezen
van den thans ingeslagen weg, die de
vrees wettigt dat de invoer er den beper
kenden invloed van zal gaan ondervinden.
Dit te meer daar men tegelijkertijd in Bel
gië de binnenlandsche productie van kaas
aanmoedigt. Dit laatste is trouwens ook
in Engeland het geval.
Neen bemoedigend zijn de vooruit
zichten niet voor onzen kaasexport.
(Nadruk verboden)
in. Mat of Bruin. Doos 50 en 25 ct.
seum, maar de bediende, die hun gisteren
lief en leed uit het leven van meneer Kin
lureno verteld had, herkend hen niet meer.
Beiden hadden respectable buikjes, of
schoon zij gisteren nog slank en tenger
waren geweest zij droegen heden den
typisch Engelschen coteletbaard giste
ren waren zij mooi glad geschoren, en
ook in de kleeding verschilden zij aan
merkelijk met de dracht van gisteren. Zij
beschouwden heden de mummiezaal in
het geheel niet, maar vereerden heden
voornamelijk de zoölogische verzameling
met hun bezoek. Op ’n oogenblik dat er
juist niemand anders in het lokaal aanwe
zig was, legde John handig een lont onder
het voetstuk van een zilvervos en stak ze
aan. De lont leidde hij naar den staart van
het dier. Daarna verlieten beiden, schie
lijk, nochtans zonder dat de spoed in ’t
oog liep, de zaal en begaven zich naar die
waar de mumie tentoongesteld was. Wei
nige minuten daarna ontstond er in het
zoölogische kabinet alarm De kreet brand
werd gehoord. En op hetzelfde oogenblik
snelden alle bezoekers en opzichters naar
Ja „Hulde aan de Militairen”, dat mag
en uai kan van onze „Baalse” militairen
gezegd worden. Want wie waren ’t die
Donderdagmiddag 't eerste bij de brand
waren? Wie spaarden daardoor vele hui
zen, die zonder hun hulp toch waarschijn
lijk ’n prooi der vlammen geworden
waren?
En toen diezelfde avond bosbrand uit
brak, waren’t weer zij „de Baalse mili
tairen” die gewerkt en gezwoegd hebben
om te redden wat te redden was. Mocht
er toch nog veel verbrand zijn, dan is ’t
zéker niet hun schuld.
De andere branden waar ze bij aan
wezig waren en waar ze flink mee hielpen
zal ik maar niet noemen. Maar burgers
van Baarle mijn mening is ’t, en ik hoop
ook de uwe, dat we tegenover zulke man-
een plicht hebben. Wat die plicht is zult
di
I
tl
(1
I?
6'
ie
v-
'II
'II
'I
■d
I
BAARLE S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD