B
Ronzefebilletbn
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
jong baarle - Nassau
NEUTRALITEIT
IS KRACHT.
34e Jaargang
15 APRIL 1939
No. 15
ALS U MIJ VRAAGT
De Dochter van
den Bandiet.
•‘«Sat
1
Wie zich niet verder waagt dan de
werkelijkheid, die zal de waarheid nooit
veroveren. Schiller.
Opnieuw begint de politieke hemel te
betrekkenen sommigen, die den toestand
altijd zwarter inzien dan hij is, zouden
ons willen doen gelooven dat wij aanstu
ren op een crisis, minstens even ernstig
is als in de achter ons liggende Septem
berdagen. Het zou echter zeer verkeerd
zijn, als men zich door deze sombere voor
spellingen in de war liet brengen. Zeker,
wij zijn nog ver verwijderd van pais en
vree over de geheele wereld, doch er be
staat vooralsnog geen aanleiding om ons
zorgen te maken die, naar wij hopen,
spoedig weder zullen voorbijgaan.
In tijden als deze kan er niet genoeg op
worden aangedrongen om toch vooral het
hoofd koel te houden en zich niet te sta
ven aan opgewonden praatjes en aan ge
ruchten. En vooral hoede men zich er
voor, dergelijke praatjes en geruchten
verder te vertellen, want dat kon mede
werken tot het wekken van onrust, van
een paniekstemming zelfs. Wat wij noodig
hebben in tijden van politieke verwikke
lingen is: nuchterheid, koel overlegen
objectiviteit.
Vooral aan die objectiviteit ontbreekt
het velen; ook in ons land. Voor zulke
menschen schijnt het onmogelijk te zijn,
zich een onbevooroordeelde meening te
vormen. Zij laten zich teveel beïnvloe
den door hun voorliefde van een of ande
re partij, voor een of ander land, voorroo-
den of witten of gelen of zwarten. En dat
is funest, vooral in een land als Neder
land, dat het nut van neutraliteit inziet en
deze dan ook wil handhaven. Neutraliteit
is onze kracht;
Aan haar hebben wij het te danken ge
had dat wij in het vorige conflict buiten
den wereldbrand zijn gebleven, dat wij
niet met de wapens in de hand onze gren-
De verschrikkingen van den storm wor
den het meest gevoeld door hen, die in de
kajuit zitten. Emerson.
bli
tea
jet
lid
e. 1
Vel
(Veranderde inzichten)
Wij hebben in deze artikelen er reeds
meerdere malen op gewezen, dat er in de
loop der laatste jaren groote veranderin
gen zijn gekomen in de opvattingen om
trent verschillende land- en tuinbouw-
vraagstukken.
Met name is dat het geval op het ter
rein van de bemesting.
Hoeveel vroeger verkondigde theorieën
zijn al niet omgevallen.
Daaraan dachten wij dezer dagen, toen
we eens een nieuw leerboek in handen
kregen. Een leerboek voor de lagere land
en tuinbouwscholen en de wintercursus-
•-
hd
I
ril
I
j
i
tig of dertig malen halt geoouden, om met
het potlood in de hand zijne herinnerin
gen te gemoet te komen, en terwijl ik hem
over zijn kunstenaarsmanier beknorde,
had ik in mijne boeken over de oudheid
kundige vermaardheid der plaatsen waar
ik mij bevond, gestudeerd. Toen wij Pa
lestrina binnentraden, dook de zon achter
de Pontijnsche moerassen in zee; geene
vermoeidheid, maar honger noodzaakte
ons om in de eerste de beste osteria in te
keeren. Na een sober avondmaal, dat ech
ter veraangenaamd werd door den zach-
ten wijn Orvietto, was het nacht gewor
den, en niemand waagt het om des nachts
in de nabijheid der Appenijnen te reizen.
Voornemens om met het krieken van
den dag verder te gaan, legden wij ons ter
ruste: ik droomde van mijn penningen,
Charles van zijn schilderijen, maar niet
tegenstaande deze droomen sliepen wij
toch zoo goed, als zulks kon geschieden
in eene kamer, waar de ratten huishiel
den, en in bedden, waar wij zeker waren
niet alleen te zijn. Bij de eerste morgen
schemering zaten wij weder te paard en
maakten plan tegen den middag in Feren-
tino te zijn. Wij hadden slechts acht uren
af te leggen en onze paarden draafden met
al den ijver van Italiaansche paarden, die
kunst betrof, en meer ontwikkeld of min
der onverschillig omtrent wetenschappe
lijke zaken, dan de meeste kunstenaars
zijn, bezat hij daarenboven de onmisbare
hoedanigheden in reizigers van beroep,
namelijk een sterk lichaam, zedelijke
kracht, moed en onverschrokkenheid.
Ik kon mij, wel is waar, niet in gelijke
mate op die eigenschappen beroemen,
welke hij gedeeltelijk aan zijn gezond
sterk gestel en zijne jeugd te danken had;
maar ik bezat iets dat hierin kon voorzien,
ja die alle kon vervangen, namelijk een
gloeienden dorst naar wetenschap. Wij
vertrokken gezamenlijk, ieder te paard,
elk met een ligt valiesje voor ons goed.
Charles had behalve zijn valiesje, zijn
verfdoos, schilderezel, paneele en zijn on
afscheidelijke album; ik had eenige boe
ken over de oudheid en penningkunde bij
mij. Mijn valies was ook iets grooter dan
het zijne; want ik was bang voor verkleu
men en had een goeden voorraad wollen
hemden bij mij.
Wij moesten voor zonsondergang in
Ferentino aankomen, maar wij waren
nauwelijks halfweg, toen wij bemerkten,
dat onze schaduwen zeer lang werden en
de dag ten einde liep.
Charles had tegen zijn belofte wel twin-
digen vreezen geen bandieten, die het ook
verloren tijd zouden rekenen om zich met
hen te bemoeien.
Ik was juist op het punt om alleen te
vertrekken, hoewel ik een som gelds bij
mij had, die ik toereikend oordeelde om
een twintigtal penningen te kunnen op-
koopen, toen mijn vriend Charles A-, van
de Italiaansche schilderschool, aanbood
mij op dit reisje te vergezellen.
Ik nam dit voorstel aan, onder beding,
dat Charles V., zich niet bij ieder fraai ge
zichtspunt zou ophouden om er eene
schets van te maken. Dit was zijn liefheb
berij, ja zijn eenigste gebrekhij was nooit
zonder zijn album, en hij moest van alles
wat hij zag eene schets maken, ware het
een bemoste steen of de baard van een
monnik.
Ik herinner mij, dat ik eens drie volle
uren op eene wandeling met hem langs
den Tiber heb verloren, waar hij honderd
schetsen maakte op een afstand van
slechts honderd passen.
Voor het overige was Charles V. het
aangenaamste reisgezelschap, wat men
zich denken kanaltijd opgeruimd, schik
te hij zich goedsmoeds in de slechtste lo
gementen en het soberste maal; vroolijke
prater, opgewonden over alles wat de
sen. De schrijvers van dit leerboek, dat
over de bemesting handelt, zijn en dat
pleit voor hun arbeid aan dit boek be
steed geheel uitgegaan van de aller
nieuwste opvattingen, gebasseerd op de
praktische ervaringen.
Opvallend is dat o. m. bij de behande
ling van de fosforzuurmeststoffen. Daar
wordt er bijv, zeer terecht op gewezen,
dat het fosforzuur in slakkenmeel maar
weinig aan ijzer en aluminium is gebon
den, wat de vrij goede oplosbaarheid in
bodemwater verklaart. Verder wordt op
gemerkt, dat als de aanwezige vrije kalk
uit het slakkenmeel eerst gebonden is
zooals in den grond ook het geval is
slakkenmeel in het bodemwater goed op
losbaar is.
Dat zijn dingen die men een jaarof wat
geleden niet had moeten beweren of men
werd uitgelachen.
Zoo ook de uitspraak, dat ook op vele
kleigronden slakkenmeel gunstig zal wer
ken, terwijl op zand- en veengronden su
perfosfaat ook goed zou werken, mits die
gronden maar voldoende kalk bevatten.
Verder wordt opgemerkt, dat de mee
ning, dat slakkenmeel zich niet in den
grond verplaatst te herzien is nu de op
losbaarheid in het bodemvocht nauwkeu
riger is onderzocht.
Als U mij vraagt, zou ik zeggen, dat in
korte jaren al heel wat opvattingen gewij
zigd zijn en dat onze land- en tuinbouw
altijd blijft een belangrijk terrein voor
voortdurende studie over wat de praktijk
ons laat zien.
zen hebben behoeven te verdedigen. Wij
hebben het geweer bij den voet gehouden,
bereid op alle gebeurlijkheden; doch wij
hebben ons er niet van behoeven te be
dienen.
Onze regeering heeft den laatsten tijd
herhaaldelijk haar standpunt uiteengezet:
strikte neutraliteit is de eenige politiek,
die past voor een land als het onze. Deze
richtlijn, waarvan ieder denkend Neder
lander de juistheid zal erkennen, is niet
alleen de richtlijn van onze regeering,
doch moet ook die van ieder onzer per
soonlijk zijn. Geen partij kiezen in geschil
len, die ons niet aangaan. Wie anders
handelt en medewerkt tot het maken van
stemming in een bepaalde richting, tot
het ontketenen van een Hetze, handelt in
strijd met het volksbelang en saboteert de
wijze politiek onzer regeerders.
Wie zich dit goed inprent, zal zich er
voor wachten om de klakkeloos versprei
de meeningen van bepaalde volksmen
ners tot de zijne te maken en ze nog ver
der rond te bazuinen. Een dergelijke han
delwijze kan slechts dienen tot het stich
ten van verwarring in eigen land en het
zaaien van wrevel en haat in de aldus
aangevallen landen.
Wij behoeven geen slot op den mond
te nemen; doch wij behooren onze woor
den te wikken voordat wij ze uitspreken.
Door ons te laten verleiden tot het bezigen
van heftige taal en het verspreiden van
alarmeerende, vaak van allen grond ont-
bloote geruchten, spelen wij in de kaart
van elementen, die op verwarring aanstu
ren en verwarring is juist datgene, wat
wij in bewogen tijden in de eeiste plaats
dienen te vermijden.
Men kan het eens zijn of oneens zijn,
met het optreden van een of meerbuiten-
landsche mogendheden. Men kan er kri
tiek op uitoefenen; doch dan doet deze
kritiek binnen betamelijke perken te blij
ven en niet zoodanige vormen aan te ne
men, dat zij geen aanspraak meer kan
1
Tijdens mijn verblijf in Rome besloot
ik een uitstapje te maken naar Ferentino,
om eenige kostbare en zeldzame munten
en penningen op te koopen, welke daar,
zoo als men zeide, ontdekt waren.
Ferentino is eene stad in den Kerkdij
ken Staat. Ofschoon op slechts zeventien
mijlen afstand van Rome gelegen, komt
men er echter niet als men er niet bepaald
zijn wil; want zij ligt op de grenzen van
het koninkrijk Napels, tusschen Frosinone
en Pontecorvo, in een bergachtig en
boschrijk oord, waar de bandieten sedert
onheuglijke tijden hun verblijf hebben ge
kozen. Diligences en postwagens zijn bij
na geheel onbekend langs dezen weg, die,
romantischer en schilderachtiger dan
eenig andere, nooit veilig is geweest, niet
tegenstaande het gedurig heen en weer
patrouilleeren der pauselijke karabiniers.
Maar dichters, schilders en oudheidkun-
maken op objectiviteit, op neutraliteit. Wij
moeten logisch en bedaard redenen kun
nen aanvoeren voor hetgeen wij denken
en zeggen. Wanneer wij ons laten mee-
sleepen door gevoelens van blinde sym
pathie of onsympathiek vervallen wij van
zelf tot heftigheid en zeggen wij vaak on
verantwoordelijke dingen.
Dit zou nu niet zooveel te beteekenen
hebben, als iets dergelijks zich beperkte
tot eenlingen; doch voor elke meening
zijn aanhangers te vinden en indien
deze aanhang een sterke uitbreiding aan
neemt, kan daaruit een groot gevaar voort
vloeien voor ons geheele land en volk.
Laten wij dit voor oogen houden en
bedenken, welke ernstige gevolgen het
kan hebben, wanneer wij niet het hoofd
‘koel houden en wanneer wij er ons geen
rekenschap van geven, welke zware ver
antwoordelijkheid op ieder onzer rust in
tijden van groote politieke beroering.
(Nadruk verboden)
OM
d
e
T
a;
Vi
I
sk
ie:
i|
ie:
n I
T
ik
s!
e.
1
i
S
d
c:
C:
BAARLE S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD