Q WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ LS DE JONG BAAOLE - NASSAU I I 34e Jaargang 25 MAART 1939 No. 12 flNZEFEWILLETBN EXPORT- ZORGEN, ALS U MIJ VRAAGT Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden De Liefde eener Blinde AT en was zij de samenleving ingetreden zonder den eersten gelukkigen droom ba rer jeugd, wiens vervulling haar zoo ho peloos scheen, uit hare gedachten te ver liezen, Toen sprak Stella over haar vader hoe zijne vriendelijkheid meer en meer toegenomen was, tot hij haar door den dood ontrukt werd. Haar wakkere broeder was naar Indie vertrokken, en nu zou ze alleen hebben gestaan, indien niet me vrouw Lyle de plaats van moederen zus ter bij haar vervuld had. Hun gesprek werd gestoord door me vrouw Lyle, die zonderling opzag van hunne vertrouwelijkheid, maar dit raad sel was weldra opgelost, en zij verheugde zich bijna als eene moeder over het geluk van die beide menschen, die zij zoo lief had. Nogmaals herhaalden Philip en Stel la hunne beloften van voorheen; thans bestond er geen beletsel meer tegen hun ne verbintenis, dan alleen dat Philips trots zich niet verzoenen kon met de ge dachte, dat hij van zijne vrouw het ver mogen zou ontvangen, waarmede hij zoo gelukkig zou geweest zijn haar het leven 5 Op zekeren dag kwam de jonge advo- kaat mevrouw Lyle een bezoek brengen. De oude dame was in haar bloementuin, en Philip werd verzocht in een achterka mer te gaan, waar zij hare meest begun- stige gasten ontving. Philip Armytage trad binnen, maar bleef op eens staan, want er bevond zich reeds iemand in het vertrek. Bij het raam zat eene dame te lezen. Aan hare gevorm de gestalte te zien, scheen zij in den vol len bloei harer jaren te zijn; haar gelaat was van Philip afgewend, maar hij bewon derde den bevalligen omtrek harer wan gen, en den Griekschen vorm van het hoofd, waarover het zachte gouden haar was heengevlochten, dat zonderling afstak bij het rouwgewaad dat zij droeg. Verwonderd wie deze dame zijn kon, trad hij nader; zij keerde zich om, groette den vreemdeling die voor haar stond en Philip herkende zijne eerste en eenige Die niet veel dragen kan, veel weldoen, veel vergeven, Bezit de wijsheid niet, noch ook de kunst te leven. Lavater. dl geliefde. Ja, het was Stella, maar hoe ver anderd! Het schoone meisje was tot eene waardige vrouw opgewassen, en hare zachte blauwen oogen, niet langer zonder licht, staarden koel de zijne aan, zonder Philip Armytage te herkennen. Eene rilling voer hem door de leden. Hij die een dag te voren naar haar zou zijn toegesneld om haar aan zijn borst te drukken, was nu door hare tegenwoordig heid betooverd, alsof hij eene verschijning uit den doode voor zich zag. Hebt gij mij vergeten? kwam er ten laatste van zijne bevende lippen. Bij het geluid van zijne stem ontstelde zij en keek hem verward aan, terwijl haar gelaat eerst doodsbleek en toen hoogrood werd. Hebt gij mij vergeten, Stella? Hebt gij Philip Armytage vergeten? Hij nam hare hand in de zijne. Neen neen! riep het meisje uit, klemde zijn hand in beide de hare, en sloeg op hem een blik vol vurige liefde. Het volgende oogenblik had Philip zijne armen om haar heen geslagen, en zijne Er heerschen eigenaardige opvattingen in de wereld; opvattingen, waarover men zich de oogen uitwrijft, omdat er geen schijn van logica in valt te ontdekken. Zoo hoort men vaak de zonderlinge mee- ning verkondigen, dat de prijzen der land bouwproducten niet verder omhoog kun nen, omdat deze producten de eerst noodige levensbehoeften vormen. Dat zal niemand tegenspreken; doch hoeveel andere dingen zijn er niet, die eveneens tot de noodige levensbehoeften behooren! Of behooren daartoe niet Wee ding, schoenen, honderden huishoude lijke artikelen, enz.? Juist bij deze artikelen nu willen wij een oogenblik stilstaan, en wel met be trekking tot de kortelings verhoogde in voerrechten op industrie-artikelen, waar door het maximum, behoudens weinige uitzonderingen, thans vrijwel 18 pCt. bedraagt. Dat daardoor de prijzen van tallooze eerste levensbehoeften buiten de landbouwproducten niet onaanzien lijk zullen stijgen, is op zichzelf reeds onrustbarend genoeg. Dat deze verhoogde prijzen zich vooral zullen doen gevoelen onder de klasse der minder bedeelden, is een treurig gevolg van deze politiek. Doch het ergste gevolg van dit alles is misschien nog wel, dat daardoor aan onze exportmogelijkheden opnieuw een gevoe lige slag wordt toegebracht. Wij wezen onlangs reeds op het groote belang, dat Nederland heeft bij een zoo hoog mogelijk uitvoercijfer. Daarbij legden wij er den nadruk op, dat Duitschland in dat opzicht voor onzen handel een zeer bijzondere plaats inneemt. Als buurstaat, met voortreffelijke ver bindingswegen en een sterk ontwikkelde industrie, voert Duitschland bij ons een groot aantal artikelen in, welke wij binnen onze grenzen niet of in niet voldoende hoeveelheid fabriceeren en die Duitsch land goedkooper levert dan zijn buiten- landsche concurrenten. Het voor de hand liggende gevolg van de verhooging der invoerrechten is natuur lijk, dat Duitschland daardoor in sterker mate wordt getroffen dan andere landen; en dit heeft weer tot gevolg dat Duitsch land, de groote afnemer van Nederland- sche goederen en niet in de laatste plaats van agrarische producten den invoer nog verder zal gaan beperken. Immers, zooals wij reeds uiteenzetten: er bestaat een zekere verhouding tus- schen den invoer en den uitvoer van een land, men tracht zooveel mogelijk een soort evenwicht te bewaren. Deze verhouding nu zal aan Duitsche zijde nadeelig worden beïnvloed door de verhoogde invoerrechten aan onze grens, want de Nederlandsche kooper zal, voor al den eersten tijd, moeite hebben om zich aan te passen aan de hoogere prijzen hetgeen remmend zal werken op de aan- koopea bij den Duitschen leverancier. Dit is zuiver een kwestie van wissel- werkinn Het on.qanapnamp npvnin zijn wij wezen er reeds op dat de Nederlandsche landbouwer zijn debiet over de Oostgrens weder zal zien dalen, terwijl bovendien de ruilverhoudingen tusschen de producenten van agrarische artikelen, dus de boeren en tuinders, en het meerendeel der andere groepen, even eens producenten van levensbehoeften nog ongunstiger zullen worden voor de eerstgenoemden. Onder „indexcijfer” toch verstaat men de kosten van levensonderhoud, dit wil zeggen van wat de verbruiker te betalen heeft voor alle geleverde goederen en genoten diensten. In Amsterdam nu staat dit indexcijfer op 140, terwijl het zich voor de agrarische producten beweegt om de 90. Moet het nog slechter worden. Wij herinneren hier aan de woorden van den heer Graadtvan Roggen, gespro ken bij gelegenheid van de op 14 dezer geopende Jaarbeurs te Utrecht: „Vooral de export ziet bezorgd de toekomst tege moet. Het is te hopen, dat de voorgestelde bemoeilijking van den import zich niet op onzen export wreken zal; verhooging van kostenpeil kan de uitvoer niet meer dragen. Naast steun aan de inheemsche nijverheid op de eigen markt zullen maat regelen ter bevordering van den uitvoer niet ontbeerd kunnen worden”. Wij kunnen niet anders dan die be zorgdheid deelen. (Nadruk verboden) Hoofdpun, Kiespijn. Bij een zoo snel voortschrijdende we tenschap als de land- en tuinbouwweten- schap is, valt het niet te verwonderen, dat men steeds weer tot inzichten komt, die van tot dusver gehuldigde begrippen. Dat is wel verklaarbaarbaar, omdat de land- en tuinbouwwetenschap vrij snel is gepopulariseerd en de theorie, die feitelijk de praktijk moet leiden, een tijdlang te veel op laboratoriumwetenschap steunde, waarbij het reageerbuisje de scepter zwaaide. En aan de hand van wat men daarbij zag en hoorde en rook werden allerlei leerstellingen opgezet, die wel veel schijn van waarheid hadden, doch later aan de praktijk getoetst bleken niet altijd geheel juist te zijn. Dat is den leeraren van langer of kor ter tijd geleden niet kwalijk te nemen. In geen geval. De land- en tuinbouwweten schap liep nog in de kinderschoenen. Maar de praktijk meesmuilde dan toch wel eens, als, wat geleerraard werd, niet met de ervaringen van de praktijk over eenkwamen. Thans gaat de wetenschap (en ze kan dit nu doen) meer te rade met nauwkeurig uitgevoerde en gecontroleer de proeven uit de praktijk. Neen maar een voorbeeld. Het reageer buisje leerde, dat als men bij zwavelzuren ammoniak kalk deed de ammoniak ver vluchtigde. Dat rook men. En men lee raarde: slakkenmeel en zwavelzure am moniak mogen niet kort na elkaar gezaaid worden, want de in slakkenmeel voorko mende vrije kalk zal de stikstof bevatten de ammoniak uitdrijven. Maar de praktijk nam het niet zoo nauw met de weten schappelijk voorgeschreven tijdsruimte tusschen het uitstrooien der beide ge noemde meststoffen. Eneen serie nauwkeurig uitgevoerde en gecontroleer de proeven heeft laten zien, dat van dat uitdrijven niets valt te bemerken. Slak kenmeel kan men gerust vlak voor of vlak R8uQaèViïïê’/^ ^mmnnlak- Het gaat hier net als met de oude leer, dat omdat het fosforzuur in slakkenmeel zóó sterk is gebonden, het slakkenmeel vroeg in den herfst uitgestrooid moest worden. Deze leer bleek immers ook geen stand te houden. De praktijk deed al lang iets anders zien. Als U mij vraagt, zou ik zeggen: de theorie moet op de praktijk rusten en zoo de praktijk voorlichten. De bodem is iets anders dan een reageerbuisje. (Nadruk verboden) lang verlorene, lang beminde weende tra nen van vreugde aan zijn borst. En hebt gij wezenlijk zoo lang aan mij gedacht, Philip? vroeg Stella met een twij felenden blik. Is dat in al die jaren niet veranderd? Gij zijt veranderd, mijn liefste, ant woordde Philip, en keek haar ernstig aan. Eene uitdrukking van verrukking kwam op Stella’s gelaat. jaIk ben nu niet zoo als gij mij gekend hebt ik ben niet langer blind. Ze gingen zitten, hand in hand, en praatten over alles wat er gebeurd was, sinds zij van gescheiden waren. Stella vertelde haar geliefde, hoe na hun ge dwongen scheiding de maanden haar ja ren hadden toegeschenen terwijl de tij dingen van hem altijd uitbleven; hoe zij en haar vader ten laatste naar Engeland terugkeerden, waar door de bedrevenheid van een ervaren oogheelkundige aan ha re oogen het daglicht was teruggegeven, met al de genietingen eener wereld, die zoo lang voor haar gesloten was geweest. Zoo was het meisje eene vrouw geworden N VS ein Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoestbonbons, Doos 25 ct. Dampo-neusdruppeis, Flacon met druppelspuitje 60 ct. it. I eits ld anf Del i d va o| al PM dol n 1 df :lid ef leej •i g ize J :ouq 1 w IS, j td,| r: dijk )bza g vJ 'oev )or aar] holl )PPl i je opi -a’ rkt H Vi' „Lei altijd een poeder of cachet van Mljnhardt. Mijnhardt’s Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" 2 st. 10ct. Doos 50 ct. J 1--X 1 BAADLES NIEUWS EN ADVERTENTIE BLAD

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1939 | | pagina 1