I
TIJDENS DE KERMISDAGEN
DANSEN
IN ZAAL
0
i
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NASSAU-
HERTOG EN OMSTREKEN
NOVA"
ONZE FEilLL ETON W
I
WO
KI
33e Jaargang
8 OCTOBER 1938
No. 41
VREDE.
Met Dampo geen verkoudheid bij groot
VERDACHT.
en klein
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
&.&1DE JONG BAARLE-NASSAU
9-10-11 October en
16 Oct. (Nakermis)
PRACHTIGE MUZIEK
GEZELLIG DANSEN.
Lafe
■I «I
t
Gisteren avond zou de-vorst eten in de
Russische club, veranderde echter, van
een wandelrit in het Prater teruggekeerd,
plotseling van besluit tengevolge van een
telegram, dat hij in de garage ontving.
Toen was hij geheel veranderd, zijn ge
zicht straalde, en hij verzocht een der aan
wezige hem bekende heeren, hem in de
club te willen verontschuldigen, daar hij
onverwijld naar M. moest, waar men hem
verwachtte.
Kent ge den inhoud van het telegram?
vroeg Vogelberg.
De chauffeur antwoordde ontkennend,
doch zeide, dat het misschien nog te vin
den was, daar de vorst, toen hij het huis
verliet, zijn pelsmantel had achtergelaten
en gewoon was zijn portefeuille in den
binnenzak daarvan te bewaren.
Waar staat de automobiel van den vorst
thans?
Voor het station.
Onmiddellijk begaven de drie heeren
zich daarheen, waar de elegante merce-
deswagen van den vorst onder het toezicht
van een agent stond.
De portefeuille werd inderdaad gevon
den, en Vogelberg gunde zich geen tijd
het slot te openen, maar rukte het met ge
weld af. Eenige banknoten van duizend
roebel en Oostenrijksche bankbiljetten
vielen er uit, daarna de legitimatieve pa
pieren van den vorst en werkelijk een
in M. afgegeven telegram.
Treuenstein en de commissaris lazen
het tegelijk; het luidde: Ben van avond
eindelijk vrijals ge wilt komen, verwacht
u met vreugde en verlangen Meta.
Vogelberg glimlachte vergenoegd. Treu
enstein echter staarde met ontzetting op
de woorden Metalas hij wel goed?
Meta? Deze vrouw, die hem steeds als
eene heilige gesehenen had, zou een tele
gram met een zoo verdachten inhoud heb
ben verzonden?
Ónmogelijk! riep hij eindelijk uit. Ver
wonderd keek de commissaris hem aan
en zeide koel
Wat? Dat er een vrouw achter stak, die
den vorst in de hinderlaag lokte, heb ik
3
want elke verkoudheid géneest er vlug en radicaal mede. Pot 50 ct. Groote doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
menschelijk kunnen, dus blijft ons
niets anders over, dan te wachten.
Wij zouden hier evenwel nog een en
kel nuchter woord willen richten tot hen,
die Chamberlains verdiensten niet ten vol
le willen erkennen. Men kan een man als
onuuiMvi lain, vergrijbu in uc puiiuvx, Uw
zadigd, een man die alles wikt en weegt,
er toch niet van verdenken, dat hij licht
vaardig een weg zal inslaan, die dood
loopt of naar naamlooze ellende voert?
Wij hebben thans gezien, hoe op zijn ini
tiatief te elfder ure een conferentie werd
bijeengeroepen, die het oorlogsmonster
op de vlucht joeg.
Hoogstens zou men kunnen zeggen,
dat de besluiten, dank zij welke de vrede
werd bewaard, geen ideale oplossing vor
men; doch niemand zal kunnen ontken
nen, dat zij moeten worden beschouwd
als een gelukkige inleiding tot nieuwe
methoden ter regeling der betrekkingen
tusschen volken. Men moet de aangele
genheid, welke in de achter ons liggende
dagen te München is geregeld, meer aan-
slond, iedere luistervink, die zoo dicht
mogelijk bij den luidspreker zat, om toch
maar geen woord te missen, kortom, wij
allen, wij weten het, hoe men hun alom
hulde heeft gebracht.
Een welverdiende hulde maar ver-
yt.it.ii wij ook mei, aar mj ae mo=iis«k-
onderhandelingen tevens tot uiting is ge
komen de algemeene volkswil, om den
vrede te bewaren. En juist dit stemt ons
hoopvol met het oog op de toekomst. Het
geeft ons vertrouwen, dat eindelijk het:
„Nooit meer oorlog!” in vervulling zal
gaan, dat de wereld hiermede den beslis
senden stap heeft gezet op den weg, welke
leidt naar het heerlijke ideaal der mensch-
heid: den eeuwigen vrede!
Wij leven nog te veel in een sfeer van
wantrouwen.
Laten wij afwachten en hun een eer
lijke kans geven. Zoo ooit, dan is
hier het wijze woord op zijn plaats:
„Oordeelt niet, voor het tijd is, dus
wéét of wacht.” Weten ligt thans
nog niet binnen de grenzen van het
Is er een kostelijker goed te bedenken
dan de vrede? Kan men zich verwonderen
over de vlaggen, die men thans allerwe
gen in de gulden herfstzon ziet wapperen'?
Immers, zij geven uitdrukking aan onze
diepe, warme dankbaarheid, dat dit dier
baarste goed ons weder bewaard is ge
bleven.
Uit millioenen, uit tientallen millioenen
harten en monden is een dankbede opge
stegen bij de met zooveel angstige ver
wachting verbreide tijding: de vrede is
gered!
ja, de vrede is gered zij het dan ten
koste van zware offers. Doch kan wel één
offer te zwaar zijn, wanneer daarmede het
behoud van den vrede kan worden ge
kocht? De geslagen wonden heelen, maar
de vrede blijft; en in zijn licht verbleekt
de onheilspellende gloed van de oorlogs-
fakkel, welker rossig schijnsel dagen en
dagen lang het oude Europa in angstige
spanning heeft gehouden.
De spanning heeft plaats gemaakt voor
opluchting; en wij tijn dankbam vuui
wijze staatsbeleid, dat op het allerlaatste
oogenblik de oorlogsdreiging heeft weten
af te wenden. In alle harten woont dank
baarheid, dat het schrikbeeld van een
nieuwen oorlog op de vlucht is gejaagd.
Van al de kostbare goederen, die den
mensch zijn gegeven, is de vrede zeker
wel het hoogste, het edelste, het kostbaar
ste. Zegt niet de Muzelman, dat het beter
is „brood en zout met zijn naaste te eten,
dan het zwaard met hem te kruisen”?
Te München zijn het de leidende figu
ren van vier groote volken geweest, die,
in figuurlijken zin, brood en zout hebben
gegeten, liever dan het zwaard te kruisen.
Hoe de geheele wereld hun verdiensten
heeft erkend, behoeven wij hier niet te
herhalen; ieder lezer, die zijn krant ver-
chauffeur.
Leo Kalwang. Hij ook woont in het ho
tel van den vorst. Ik heb aan hem getele
grafeerd, of hij weet, waar Monsieur is.
Misschien is hij in M, in het hotel, waar
ik heb overnacht, de blauwe Druif.
Goed. Laten we eerst in de blauwe
Druif navragen. Gaat ge mee mijnheer
Treuenstein?
Natuurlijk. Treuenstein verlangde niets
vuriger dan eindelijk licht te zien in deze
geheimzinnige zaak, die hem meer had
aangegrepen dan welke ooit. Bovendien
was het zeer goed mogelijk, dat hij zich
ambtelijk met het geval zou moeten be
moeien. Zijn verlof van veertien dagen,
dat hij bij zijn zuster in M. had doorge
bracht liep dien avond ten einde, morgen
hervatte hij zijn dienst als rechter van in
structie in Weenen, en daar het de zaak
zeker voor de gezworenen moest komen,
zou hij wel met hei voorloopig onderzoek
belast worden.
Toen men het station verliet, kwam hun
een net gekleede jonge man tegemoet, op
wien de chauffeur onmiddellijk opgewon
den toeliep.
--T
onmiddellijk gedacht. Achter alle groote
misdaden steekt een vrouwdus ook
hier maar kent ge deze Meta misschien
van nabij?
Treuenstein had zich spoedig hersteld.
Zijne verdenking scheen hem nu zoo
dwaas, dat hij ze ver van zich wierp. Te
vaak toch was hij er getuige van geweest,
hoe eendrachtig en gelukkig het jonge
paar in de Hertenvilla leefde, en met welk
een afgodische liefde Meta van Heidrich
aan haar echtgenoot hing. Hoe zou ze ook,
teruggetokken als zij leefde, in kennis
hebben kunnen komen met den Rus?
Neen, ’t was slechts een gelijkluidende
naam, meer niet. Ook Horsten moest zich
vergist hebben. Wat hij gezien had, was
misschien in een naburige villa gebeurd,
maar nooit in de Hertenvilla.
Neen, zei hij op luider en beslister toon
dan noodig was, en voegde er dan de
vraag bijWat denkt ge nu te doen?
Deze Meta zoeken natuurlijk, bij wie
de vorst zich zonder twijfel tot aan zijn
dood bevond. Misschien kan de secretaris
ons de verlangde opheldering geven. Hoe
heet die heer? wendde hij zich tot den
voelen, dan beredeneeren. Het is inder
daad meer een gevoelskwestie, dan iets
anders.
Chamberlain heeft, vermoedelijk beter
dan iemand anders, begrip getoond voor
den werkelijken toestand in Europa. Als
echte Engelschman heeft hij zijn zin voor
realiteit laten spreken. Hij heeft geen
nieuw Europa gebracht neen, dit nieu
we Europa was er reeds, gelet op de
machtsverhoudingen. En dan is er nóg
een factor, waarmede slechts weinig men-
schen rekening schijnen te hebben ge
houden dat is het enorme Russische rijk.
Het ontketenen van een oorlog zou heb
ben beteekend: in de kaart der Sovjets
spelen. Vergeten wij dat vooral niet!
Men beschuldige ons niet van overdrij
ving! Lazen wij niet het door Tass uit
Moskou geseinde bericht, dat „het tele-
graafagentschap derSovjet-Unie gemach
tigd was tot de verklaring, dat de regee-
ring der Sovjet-Unie geen volmachten
had gegeven aan Daladier en dat zij niets
te maken had met de te München gehou
den conferentie en de door haar genomen
besluiten”?!
Men zal het in elk geval er over eens
Aljl), Qcii i vdv, uCic-lkl dalvlc.
Sovjets daarmede iets te maken hadden
verre te verkiezen is boven het tegendeel.
En, wij herhalen het: eerst na verloop van
tijd zal men kunnen beoordeelen, wat de
thans bereikte vrede ons uiteindelijk zal
hebben gebracht, wanneer alle daarbij be
trokkenen een eerlijke kans hebben gehad
om de oprechtheid van hun bedoelingen
te laten blijken.
Voor het oogenblik verheugen wij ons
over den vrede, welke ontegenzeggelijk
hoopvol stemt ten aanzien van de toe
komst. Zal het „Nooit meer oorlog” thans
in vervulling gaan en gloort aan de kim
de dageraad van het ideaal der geheele
menschheid: de eeuwigdurende vrede?
(Nadruk verboden'
1
;7
.Wi
A
r
P
- A