O
I
I
Ib
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NASSAU*
HEPTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
fiSDE JONG BAARLE-NASSAU T
B ONZE FEUILLETON
ia
Feestelijke naklanken
WRAAK.
33e Jaargang
10 SEPTEMBER 1938
No. 37
Schuim den aanslag weg met Ivorol
t.
3
F
Binnenlandsch Overzicht.
t
t
r
r
De herdenking te Amsterdam
Hun hoogtepunt vonden de feestelijk
heden op den officieelen herdenkingsdag,
den 6den September, toen de hoofdstad
de eer genoot, de hooge jubilaresse in
haar midden te hebben. Dankzij de radio
heeft heel het land dezen onvergetelijken
daq kunnen medeleven, die wel culmi
neerde in den indrukwekkenden herden
kingsdienst in de Nieuwe Kerk aan den
Dam, waar 40 jaar geleden de kronings
plechtigheid plaats vond. Het was alles
even grootsch van waardigen eenvoud,
zoo geheel passend bij het karakter van
de jubileerende Vorstin: de schoone mu
ziek onder leiding van dr. Willem Men
gelberg, de indrukwekkende rede van den
minister-president, die een beeld ophing
van de ontwikkeling welke ons land onder
de regeering van H. M. Koningin Wilhel
mina heeft doorgemaakt, de plechtige aan
bieding van de adressen van hulde door
de voorzitters der Kamers en niet in de
laatste plaats het waardige, met diepen
ernst uitgesproken dankwoord van H. M.
de Koningin, dat vooral daarom zoo in
drukwekkend en vertrouwengevend was,
omdat het temidden van al het feestge-
druisch herinnert aan den ernst der tijds
omstandigheden en aanspoort, deze moe
dig onder de oogen te zien.
Deze plechtigheid had het slot kunnen
zijn van de feestelijkheden, doch de hoofd
stad had nog meer op haar programma
staan. Ook de jeugd wilde haar Vorstin
nog een speciale hulde bereiden. En zij
heeft dit op een wel zeer gelukkige wijze
weten te doen. Alle provincies van het
land waren door groepen, samengesteld
uit afgevaardigden van de jeugdorganisa
ties der verschillenpe gemeenten, verte
genwoordigd, elke groep met de vlag van
de betreffende provincie, waarop in een
der hoeken het wapen der gemeente was
aangebracht. Daarbij nog de noodige vlag-
Hij liep de straat door van het station
en ging een paar herbergen binnen. In
een er van bleef hij wel een half uur.
Toen hij haar verliet, was hij niet goed
meer op de been. Vlak bij ons reed een
hansom, die hij aanriep. Ik volgde het rij
tuig zoo op den voet, dat de neus van mijn
paard den achterwand bijna raakte. Wij
reden de Waterloo-brug over en een aan
tal straten door, tot wij tot mijn verbazing
op dezelfde plaats terugkeerde, waar hij
gelogeerd had. Ik begreep niet met welk
doel hij daar terugkeerde, maar ik reed
mede en hield mijn rijtuig in op een hon
derd meter van het zijne. Hij trad het huis
binnen en zijn rijtuig reed weg. Een kwar
tier lang wachtte ik. Toen kwam het mij
voor, dat er in dat huis gevochten werd.
Het volgend oogenblik werd de deur open
geworpen en Drebber over de straat vloog.
Hij zag mij en zei: Rijd mij naar Private
Hotel.
Toen ik hem eenmaal in mijn rijtuig
had, reed ik langzaam voort, overleggen
de wat te doen. Ik had heui naar buiten
kunnen rijden en op een afgelegen plek
1
oo
Niemand is nutteloos in deze wereld.
elkaar gaan. Niets ontmoedigde mij, want
het stond vast, eenmaal zouden ze in mijn
macht zijn.
Eindelijk, op zekeren avond, toen ik de
straat, waar zij woonden, op en neder
reed, zag ik een rijtuig voor hun deur stil
houden. Een oogenblik later werd eenige
bagage naar buiten gedragen en kort daar
op reden in dat rijtuig Drebber en Stan-
gerson weg. Ik zette mijn paard aan en
volgde hen. Aan Euston-station stapten
zij uit, ik liet mijn paard door een jongen
vasthouden en volgde hen op het perron.
Ik hoorde hen naar den trein naar Liver
pool vragen en het antwoord was, dat er
juist een weg was en de volgende pas
over eenige uren vertrok. Stangerson
scheen dit zeer onaangenaam te vinden,
maar Drebber was er over in zijn schik.
Ik wist zoo dicht in hun nabijheid te ko
men, dat ik elk woord kon hooren, dat zij
spraken. Drebber zei dat hij een paar za
ken had af te doen en dat zijn vriend hem
daar moest wachten. Deze trachtte hem
van dat plan af te brengen en herinnerde
er hem aan, dat zij afgesproken hadden
bij elkaar te blijven, maar Drebber ant
woordde, dat hij die zaak alleen moest af
doen. Ik kon niet hooren, wat Stangerson
toen zei, maar de andere begon te vloe-
*icn, Haar uit het hart gewelde woorden
willen wij besluiten, de hoop uitsprekend
dat het der Hooge Vrouwe gegeven moge
zijn, nog lange jaren in vrede en voor
spoed over haar volk te regeeren.
(Nadrük verboden)
19
Het duurde eenigen tijd, voor ik te we
ten kwam, waar de beide mannen logeer
den, maar ik vroeg, zou lang tot ik er ach
ter kwam. Zij logeerden in een boardings-
huis in Camberwell, aan den anderen
kant der rvier. Toen ik hen eenmaal had
gevonden, wist ik dat zij in mijn macht
waren. Ik had mijn baard laten groeien,
zoodat er geen kans was, dat zij mij zou
den herkennen. Ik besloot hen te volgen,
tot ik een gelegenheid vond hen in han
den te krijgen. Ik was besloten, dat zij mij
niet zouden ontsnappen.
Toch waren zij mij bijna ontkomen.
Waar zij ook gingen, ik zat hen steeds op
de hielen. Soms volgde ik hen met mijn
rijtuig, soms te voet. Zij waren echter
slim. Bepaald gevoelden zij, dat er kans
was, dat zij vervolgd werden want zij gin
gen altijd te zamen uit en nimmer na
zonsondergang. Twee weken lang reed ik
dagelijks achter hen en zag hen nooit van
ten, heeft gericht en die zoo rechtstreeks
tot ons hart hebben gesproken:
„Op het onafzienbare arbeidsveld, dat
zal moeten worden ontgonnen zie Ik in ge
dachten Mijne Kinderen, ieder op eigen
gebied, aan die taak medewerken, de ide
alen van hun tijdgenooten deelende, hen
begrijpende en door hen begrepen.
Moge het Mijner Dochter gegeven zijn,
wanneer zij eenmaal tot den troon geroe
pen wordt, met raad en daad door hen ge
steund en door hun liefde en vertrouwen
gedragen, mijn geliefd volk met wijsheid
en beleid naar een gelukkige en voorspoe
dige toekomst te leiden. U allen dankend
voor Uw medeleven met Mij op dit hoog
tij, onverschillig of gij in het moederland,
in Nederlandsch Indië, Suriname of Cu
rasao woont, dan wel in het buitenland
toeft, besluit Ik met den wensch, dat deze
Iherdenking het besef van ons aller saam-
-hoorigheid moge verlevendigen en dat wij
ions bewust mogen zijn één te zijn in wil
len, streven en offervaardigheid, waar het
‘geldt de hoogste belangen van volk en
rrijk. Dat God daartoe Uw en Mijn ge-
Doch ook hebben wij gedeeld in de vreug- jmeenschappelijk streven met Zijn zege
fkrone”.
ken, wees hem er op, dat hij slechts een
betaald knecht was en hij zich geen wetten
liet voorschrijven, waarop de secietaris
het opgaf en afsprak, dat, zoo zij den laat-
sten trein misten, zij elkander weder zou
den vinden in Private Hotel, waarop Dreb
ber aanmerkte, dat hij voor elven weer
op het perron zou zijn. Toen verliet hij
het station.
Eindelijk had ik mijn vijanden in mijn
macht. Te zamen konden zij elkaar be
schermen, doch op zich zelf hingen zij
van mijn genade af. Toch handelde ik
niet met overdreven haast. Het toeval
wilde, dat eenige dagen te voren een heer,
die eenige huizen in Brixton-Road had
nagezien, den sleutel van een daarvan in
mijn rijtuig verloren had. Dien avond
werd hij opgeeischten teruggegeven, maar
ik had onderwijl een afdruk van den sleu
tel genomen en er een duplicaat van laten
maken. Daardoor had ik ten minste toe
gang tot een plaats in deze groote stad,
waar ik niet gestoord zou worden. De
vraag was nu slechts hoe kreeg ik Dreb
ber in dat huis?
zoodat het mooie witte glazuur Uwer tanden weer te voorschijn komt. Tube 60, 40 en 25 ct.
Oranje en Nederland Nederland en
Oranje! Is er bij menschenheugenis wel
ooit een Oranjefeest zoo grootsch opge
zet, met zooveel geestdrift, zoo met hart
en ziel door het gansche Nederlandsche
volk van jong tot oud, van laag tot hoog
gevierd, als dit veertig jarige jubileum van
onze geëerbiedigde Landvorstin? Tot ver
over de grenzen zelfs heeft dit feestelijk
gebeuren weerklank gevonden ook in
letterlijken zinwant wij kunnen ons voor
stellen hoe duizenden Nederlanders in
den vreemde hun radiotoestellen op onze
zenders hebben afgestemd en met ontroe
ring zullen hebben geluisterd naar de ju-
belklanken uit het moederland. Met klop
pend hart zullen zij de woorden hebben
opgevangen, die de Vorstin op dezen zoo
gedenkwaardigen 31en Augustus tot haar
volk heeft gesproken; woorden vol waar
digheid, vol liefde, die rechtstreeks den
weg hebben gevonden naar de harten ha-
rer onderdanen.
Vlaggen wapperden, jubelkreten schal
den, muziek klonk allerwegen op straten
en pleinen: Nederland vierde feest. Feest,
ter eere van Haar, die met vaste hand en
wijs beleid het schip van staat veertig jaar
lang veilig door ruwe stormen en tallooze
klippen heeft gestuurd. Veertig jaar van
moed, beleid en trouw, en bovenal van
liefde voor Haar volk, dat Haar in deze
dagen, met diepe danbaarheid en onwan
kelbare aanhankelijkheid aan het Huis
van Oranje, hulde heeft gebracht.
Ja, Nederland heeft in deze onvergefe
lijke dagen aan heel de wereld getoond,
dat een klein land waarlijk groot kan zijn
in de betuigingen van zijn gehechtheid
aan de waardige nakomelinge van den
grooten Zwijger. Eén roep ging door het
land, van Nooid tot Zuid, van Oost tot
West: „Leve de Koningin!” Ontroerend
door haar eenvoud, staat daar de Konin
gin, ónze Koningin, omringd door Haar
geliefde Kinderen, Prinses Juliana en
Prins Bernhard met het kleine, aanvallige
Prinsesje Beatrix; omringd ook door het
gansche Nederlandsche volk, schouder
aan schouder, het oog gericht op Haar,
op wie thans veertig jaar lang de zware
zorgen van het Staatsbestuur hebben ge
rust. Dankbaar zijn wij het voor het verle
den, hoopvol voor de toekomst, die land
en volk onder Haar wijze leiding tegemoet
gaan.
Wél hebben wij reden tot dankbaar
heid, wanneer wij achter ons zien. On
wrikbaar als een rots temidden van de
woedende baren wist een Oranjetelg, Ko
ningin Wilhelmina, ons land te bewaren
voor de gruwelen van een oorlog, die de
gansche wereld in vuur en vlam zette.
Veertig jaar van vrede heeft Zij Haar volk
geschonken, het grootste, het hoogste
goed. Wij hebben medegeleefd met het
onzegbare leed, dat Haar heeft getroffen
door het verlies van Haar dierbare, door
gnnsch Nederland beweende Moeder, van
Haar geliefden Gemaal, Prins Hendrik.
de van Haar moederhart, bij de verloving
van Prinses Juliana en Prins Bernhard. Met deze door Hare Majesteit gespro-
En wie herinnert zich niet den jubel, die^1u----•->- -->
zich in luttele minuten over het geheele
land verspreidde bij de vreugdemare: „Er
is een Prinsesje geborenGelukkig het
volk dat zóó, in leed en vreugd, zich nauw
verbonden voelt aan zijn Vorstin.
De diepe klank der klokken heeft zich
in het blijde feestgedruisch gemengd,
vreugdevuren hebben opgevlamd, het
oog heeft zich vergast aan de kleurige en
smaakvolle versieringen en illuminaties;
alles ter eere van het veertigjarig Regee-
ringsjubileum van Koningin Wilhelmina,
als evenzooveele blijken van medeleven
en hulde van Haar volk.
Hoe zouden wij beter kunnen doen,
dan hier enkele van de woorden aanha
len, die Zij door de radio tot Haar volk,
zoowel hier als in de overzeesche gewes-
Te groot vertrouwen is even gevaarlijk als
gebrek aan vertrouwen.
oo
De ware reine liefde verheft ons boven ons
zelf, maakt ons goed en groot.
oo
Het huwelijk is de haven, waarin verreweg de
meeste meisjesgedachten binnenloopen.
o —o
Beter een onbezorgde ouderdom dan eene
onbezorgde jeugd.
LI
i"
i
5
*51
i:
1
1
1
■iiiiiiibi' iiiii hi y|iiü irbii-iiiT -t'ir iuioin'iPiiWMririi;wTiïi
a
1
21
j
I
a
Ais