FE
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU*
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
«DE JONG BAARLE-NASSAU.
OPENING
„DE VEEHANDEL"
WRAAK,
1
33e Jaargang
30 JULI 1938
No. 31
ZONDAG 7 AUGUSTUS
J. LEIJTEN-GEE RTS
Wereldhandel leeft op.
Binnenlandsch Overzicht.
toch zeker op zijn plaats. De te Kopenha
gen gehouden besprekingen tusschen de
ministers van buitenlandsche zaken der
Scandinavische staten, Finland, België-
Luxemburg en ons land, tezamen vor
mende de z. g. Oslo-staten, hebben, of
schoon men er uiteraard geen groote din
gen van kon verwachten, toch inzooverre
positief resultaat opgeleverd, dat de eens
gezindheid van deze staten ten aanzien
van hun betrekkingen tot den Volkenbond
definitief is komen vast te staan. Dat art.
16 van het Volkenbondsstatuut, het ha
chelijke artikel betreffende de sanctiebe-
palingen, voor alle leden van den Bond
facultatief moet zijn, hebben de Oslo-sta
ten eenparig met groote beslistheid te
kennen gegeven, doch'tevens hebben zij
gezamenlijk het Geneefsche instituut hun
boekjaar 1938 bedraat de gezamenlijke
tonnage van Spanjes vloot zelfs minder
dan een millioen ton. Daar staat tegen
over de enorme stijging, die Japan te zien
geeft met ruim 700.000 ton, Noorwegen
met ruim een half millioen en Grieken
land metiets minder dan een half millioen.
Die toenamein Griekenlandbestaat hoofd
zakelijk uit schepen, die uit den vreemde
zijn aangekocht, dus geen nieuwbouw.
Sinds het vorige jaar is Nederland’s
vloot toegenomen met 221.000 ton. Merk-
waardie is, dat de Vereenigde Staten over
het afgeloopen boekjaar nog een terug
gang van bijna een half millioen te zien
gaven, te wijten aan afbraak en verkoop
van materiaal aan het buitenland, Spanje
in het bijzonder.
(Nadruk verboden.)
Prima consumptie. Nette bediening.
Beleefd tot een bezoek ui t n o o d i g e n d.
ULICOTEN.
is nog de kwestie der bewapeningsbeper-
king ter sprake gebracht, aan een oplos
sing waarvan de Oslostaten te allen tijde
bereid zijn in internationaal verband met
kracht mede te werken. Ten slotte heb
ben de economische betrekkingen tot het
nationalistische Spanje nog een punt van
bespreking uitgemaakt, waarbij minister
Patijn het Nederlandsche standpunt te
dien aanzien uitvoerig heeft uiteengezet.
Al met al is deze conferentie, ofschoon
niet uitermate belangrijk, een toch onge
twijfeld nuttige gedachtenwisseling ge
weest tusschen leidende regeeringsper-
sonen van eenige sterk op elkaar aange
wezen kleine staten, wier standpunt, in
dien het in gemeenschappelijk overleg
bepaald wordt, zeer zeker meer gezag en
meer invloed zal hebben in het Euro-
Was de zwerveling niet door den slaap
overmand, dan zou zich een eigenaardig
schouwspel aan zijn oog hebben vertoond.
Aan den uitersten rand van de zoutvlakte
steeg een kleine stofwolk op eerst zeer
klein en ternauwernood te onderscheiden
van de damp, doch allengs grooter en
grooter en blijkbaar ontstaan door een
groot aantal levende wezens. In vrucht-
baarderstreken zoude opmerkergemeend
hebben,dat een kudde grazende bissons
in aantocht was, maar dat was hier onmo
gelijk.
Toen de stofwolk de eenzame plek na
derde, waar de twee zwervelingen lagen,
werden wagens en gewapende ruiters
zichtbaar en bleek het een karavaan. Toen
het begin daarvan de bergen was genaderd
was de staart nog niet zichtbaar aan den
horizon. In een rechte lijn strekte zich de
karavaan, bestaande uit wagens en kar
ren, mannen te voet en te paard uit. Tal
Langen tijd heeft de crisis zich in de
scheepvaart geducht doen gelden. Daarin
is nu blijkens de door Lloyds regelmatig
uitgegeven scheepvaartstatistieken, een
belangrijke kentering getreden. Nietalleen
in Nederland, maar in vrijwel alle landen
der wereld Frankrijk maakt een uit
zondering heeft de scheepvaart onver
wacht een hooge vlucht genomen. In het
bijzonder betreft het hier den vrachtdienst
met stoom en motorschepen. Het zeil
schip zag zijn bevrachting terug loopen,
en zijn gezamenlijke tonnage bedraagt
nog niet 1 O|o van die der stoom- en mo
torschepen.
Deze verandering ten goede is ingezet
in den herfst van 1936 en leidde in enke
le weken tot een hoogconjunctuur. De
handelsvloten namen hand over hand in
omvang toe, daar in vele gevallen de re-
geeringen der verschillende landen deze
opwaartsche beweging hebben gestimu
leerd. Reeds in het jaar 1936|’37 (JunijJu-
li) kon een toename van de wereldvloot
met 1.222.381 bruto registerton worden
geboekt.
In het thans verstreken jaar 1937|’38
is deze toename bereids nog grooter ge
bleken. Daarmee heeft de wereldvloot een
tonnage bereikt van 67.846.511 b. r. t. en
overtreft het jaar van den laagsten stand,
1935, reeds weer met 2.960.541 ton, ter
wijl men nog 2.284.529 ton verwijderd is
van het recordjaar 1931.
In de tabel van de reeds genoemde
Lloydstatistiek neemt Nederland de tien
de plaats in. Het Britsche Rijk gaat aan
het hoofd, dan volgen de Dominions, de
Vereenigde Staten, Japan, Noorwegen,
Duitschland, Italië en Frankrijk.
Merkwaardig is ook uit deze tabel te
zien, hoe in de verschillende landen de
stijging is verloopen. Spanje behoort tot
de weinige landen, die een teruggang ver-
toonen, hetgeen uit den aard der zaak aan
den burgeroorlog is te wijten. Voor het
- 1~
Zij stonden op het punt hun reis te
hervatten, toen een van de jongsten een
kreet uitte en op de rots wees. Van den
top woei een klein lapje rood katoen. Men
spoorde de paarden aan. Het woord Rood
huiden kwam op aller lippen.
Er kunnen hier niet veel Indianen zijn,
zei de oude man, diede aanvoerder scheen
te zijn. Wij zijn de Pawnees voorbij en er
zijn geen andere stammen, voor wij de
groote bergen over zijn.
Zal ik eens gaan zien Stangerson, vroeg
een uit den troep.
En ik, en ik! riepen tal van stemmen.
Laat uw paarden hier. Wij zullen u hier
wachten, zei de oudste. In een oogwenk
waren de jonge mannen afgestegen, bon
den hun paarden vast en klauterden de
steile helling op naar het voorwerp, dat de
opmerkzaamheid had getrokken. Zij na
derden snel en onhoorbaar metde behoed
zaamheid van geoefende schildwachten.
De jonge man, die het eerst alarm maakte,
ging voor.
Plotseling zagen zijn volgers hem de
handen opheffen en even verwonderd wa-
blijvende medewerking toegezegd, het
geen eveneens in een tijd, dat telkens
stemmen opgaan die voor uittreden plei
ten, niet zonder beteekenis is.
Minder eensgezindheid bleek er te be
staan ten aanzien van het vluchtelingen
probleem, dat voor de onderscheiden er
bij betrokken landen een geheel verschil
lend aspect vertoont. Waar op het oogen-
blik een internationale regeling van dit
vraagstuk in voorbereiding is, achtte men
het bovendien niet gewenscht, hierin thans
van vrouwen droegen zware pakken en
kinderen liepen mede naast de wagens
of staken daar hun hoofden uit. Dat was
geen gewone troep landverhuizers, doch
een nomadenvolk, door de omstandighe
den gedwongen een nieuwe woonplaats
te zoeken. Een dof geluid van stemmen,
een gekraak van wielen, een gehinnik
van paarden steeg uit deze menigte op,
maar hoe luide ook, het was nog niet luid
genoeg om de beide zwervers te doen ont
waken.
Aan het hoofd van den stoet reed een
twintigtal mannen met strenge gelaats
trekken, in sombere kleeding en met ge
weren gewapend. Dicht bij de rotsen ge
komen, bleven zij staan en hielden zij
raad.
De bronnen liggen rechts, zei een hun
ner, een man met glad geschoren gelaat
en grijnzend haar.
Rechts van de Sierra Blanco, daar zul
len wij dus de Rio Grande bereiken, zei
een ander.
Wees niet bang voor water, riep een
derde. Wij hebben nog voorraad genoeg.
De Kopenhaagsche conferentie
Het onderwerp, waarmee wij ons Bin
nenlandsch Overzicht ditmaal openen,
ligt wel is waar op buitenlandsch terrein,
doch daar ons land er een werkzaam aan
deel in heeft gehad, is het in deze rubriek reeds zijn standpunt te bepalen. Verder
peesch bestel dan wanneer elk dier kleine
landen geheel onafhankelijk te werk gaat.
De verhooging van het Werkfonds
Het aangevraagde crediet voor de werk
verruiming wacht nog slechts op de sanc
tie der Eerste Kamer. Op het Voorloopig
Verslag van dit lichaam is thans de me
morie van antwoord verschenen, waarin
de regeering nogmaals de verhoogde cre-
dietaanvrage verdedigt. Eén alinea daaruit
stemt in het bijzonder tot vertrouwen in
het beleid der regeering, namelijk, dat
„nimmer uit het oog (mag) worden verlo
ren, dat de geheele toestand in de wereld
er op wijst, dat het probleem van de wer
keloosheid er een is, hetwelk niet binnen
zeer korten tijd in zijn vollen omvang is
op te lossen. Hieruit vloeit voort, dat de te
nemen maatregelen met beleid moeten
worden genomen”. Vooral de conclusie,
die hieruit terecht wordt getrokken,
is voor ons land van zoo groot belang,
daar zij een waarborg is, dat deze regee
ring zich nooit met roekelooze millioenen-
experimenten zal inlaten. De memorie
vervolgt namelijk: „Nimmer mag de re-
geeringspolitiek tot bestrijding van de
werkeloosheid er toe te leiden, dat op het
Nederlandsche volk voor een lange toe
komst zoodanige lasten worden opgelegd,
dat de ontplooiing van het bedrijfsleven,
waaruit de werkgelegenheid allereerst
moet voortkomen, in de toekomst zou
worden belemmerd”. Bij een dergelijke
bedachtzaamheid in de beschikbaarstel
ling van millioenen voor de werkloos
heidsbestrijding behoeft ons volk niet be
vreesd te zijn, dat de bestrijding van één
kwaad de werkloosheid een ander
verlamming van het bedrijfsleven en
misschien zelfs insolvabiliteit van het
land zal oproepen.
Ministister Balthasar in ons land
Een vereerend bezoek ontving ons land
in de persoon van den Belgischen minis
ter van Openbare Werken en Werkver-
van het nieuwe CAFÉ
ren zij, toen zij nader kwamen. Op het
kleine plateau stond een enkele rots en
daartegen lag een lange man, met een
langen baard en ruwe trekken. Zijn gere
gelde ademhaling bewees, dat hij in die
pen slaap gedompeld was. Naast hem lag
een klein kind, met de blanke armpjes
om zijn hals geslagen, en haar blonde lok
ken rustende op zijn borst. Tusschen haar
roode lipjes prijkten hagelwitte tantjes en
een glimlach speelde om het kinderlijk
gelaat. Op den rand van de rots zaten drie
haviken, die bij het zien der vreemdelin
gen akelig krijschend opvlogen.
Het geschreeuw der roofvogels wekte
de slapenden, die verbaasd rondkeken.
De man scharrelde overeind en keek in de
vlakte, die zoo verlaten was, toen hij in
slaap viel, en thans vol menschen en die
ren. Hij dacht, dat hij droomde en streek
zich met de hand over het gelaat. Het kind
was ook opgestaan en stond thans naast
hem, zich vasthoudend aan de pand van
zijn jas en verwonderd om zich heen
ziend.
Maar de vreemdelingen deden de zwer-
Sfe
13
°P ^en bakvorm.
12 stuks 50 ct. 2 st. 10 ct,
BAARLE’S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD