I
I
g
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG.ELECTRISCHE DRUKKERIJ
OE JONG BAARLE-NASSAUk.
ANZE f EMILL ETON
»1
A
WR A A K.
en uitslag
Aan onze Abonnees.
Bij kiespijn en kloppende hoofdpijn
Huidonzuiverheden, vetwormpjes, vlekjes, pukkels
9 JULI 1938
33e Jaargang
No. 28
Verdedigbare zaak in
een leelijke verpakking
3
Eenvoud van karakter is het natuurlijk
resultaat van diepte van gedachte.
Hazlitt.
om de eenzijdige passiviteit, waartoe men
zich opmaakte, met een schoonen mantel
te omhullen. De schoonere mantel om de
onschoone substantie was dat, wat men
„non-interventie” noemde nl. de fictie
van de alzijdige passiviteit. Aan deze be
manteling houdt men sindsdien vast. Wat
zich ook in het verloop van den burger
oorlog aan nieuwe incidenten, crisis en
gruwelen voordoet: onmiddellijk schuift
men ook dat weer, zij het zelfs met de
grootste willekeur, onder de zg. schoone
re bemanteling. Onmiddellijk vindt men
een of andere nieuwe demarche, formule,
commissie of verklaring uit, die den kern,
den voortbestaanden eenzijdigen wil tot
passiviteit, opnieuw als bestanddeel van
den nietbestaanden alzijdigen wil tot pas-
siviteit laat schijnen. Maar dat dit steeds
onmogelijker wordt en steeds grover on-
waarheden noodig maakt, is de mantel
veel leelijker geworden dan de substantie.
Wat, wanneer men het openlijk bedreef,
eenvoudig een politiek zou zijn, is, wijl
niet, dat mijn angst voortvloeit uit de mee-
ning, dat mijn zoon iets te maken zou heb
ben met deze vreeselijke gebeurtenis. Hij
is er onschuldig aan, maar misschien zal
hij in uw oogen schuldig schijnen.
Het beste is, dat gij alles vertelt, zei ik.
Wees verzekerd, dat alles terecht komt,
als uw zoon onschuldig is.
Misschien, Alice, deed gij beter ons al
leen te laten, zei zij tot haar dochter, en
deze ging heen. Ik zal alles zonder achter
houding vertellen, ging zij voort, zich tot
mij wendend. Mijnheer Drebber is onge
veer drie weken bij ons geweest. Hij en
zijn secretaris Stangerson hadden op het
vaste land gereisd. Ik zag een biljet van
een hotel te kopenhage op hun koffers en
maakte daaruit de gevolgtrekking, dat zij
daar het laatst geweest waren. Stanger
son was een kalm man, maar zijn heer
was wat ruw in zijn optreden en spreken.
Ik ben een arme weduwe en zag daarom
veel door de vingers. Toch liep het mij te
erg en ik zeide toen, dat zij moesten ver
trekken. Daarom gingen zij ook. Ik voelde
mij verlicht, toen ik hen zag wegrijden.
Mijn zoon is juist met verlof, doch ik ver.
in tranen uit.
Hoe laat ging mijnheer Drebber hier
van dan naar den trein? vroeg ik verder.
Om acht uur, antwoordde zij met
moeite haar aandoening verbergend. Zijn
secretaris, mijnheer Stangerson zei, dat
er twee treinen waren, een om 9.15 en
een om 11 uur. Hij wilde met den eersten
trein gaan.
En hebt gij hem na dien tijd niet meer
gezien? Een plotselinge verandering had
plaats op het gelaat der vrouw, toen ik
haar die vraag deed. Zij werd doodsbleek
en kon eenige oogenblikken geen woord
uiten. Ja, bracht zij eindelijk schoorvoe
tend uit.
Laat ons oprecht zijn, moeder, zei de
dochter, wij hebben mijnheer Drebber te
ruggezien.
O God, riep nu mevrouw Charpentier
uit, de handen wringend, je hebt nu je
broeder vermoord.
Arthur zou ook liever hebben, dat wij
de waarheid spraken moeder.
’t Komt alles op je hoofd neder, Alice,
sprak de moeder en zich tot mij wenden
de, zei zij: Ik zal u alles vertellen. Meen
Het is duidelijk, dat vele tijdgenooten
een steeds grooter verachting gaan ge
voelen voor datgene, wat zich in en om
de Spaansche kwestie afspeelt. Aan deze
gevoelens van afkeer ontbreekt ongetwij
feld een bepaalde gedefiniëerdheid, maar
dat zij sterk en echt zijn, staat als een paal
boven water.
Men doet er intusschen goed aan, wel
degelijk te definieeren en te onderzoeken,
vanwaar deze steeds verder om zich heen
grijpende gevoelens van weerzin eigenlijk
stammen. Er blijkt nl., dat het niet zoo
zeer het wezen van de Engelsch-Fransche
Spanje-politiek is, hetwelk den steen des
aanstoots vormt, alswel hare bijkomstig
heden. Wat de regeeringen van Londen
en Parijs willen, wat zij doen of niet doen,
vormt een politiek. Een politiek kan als
juist of verkeerd worden beschouwd, zij
kan vreugde wekken of verbitteren, maar
een ding kan zij niet: zoolang zij conse
quent bepaalde logische ideeën volgt, kan
zij deze politiek! geen emoties wekken,
die aan walging grenzen. Iets anders moet
bij de gebruikelijke meeningsverschillen
komen, opdat zulke gevoelseffecten ont
staan. Dit andere is hier klaarblijkelijk de
verpakking, dienu twee jaar geleden in
Londen en Parijs voor de politiek, waar
toe men besloot, werd gekozen. Men be
sloot tegenover den Spaanschen burger
oorlog een politiek van algemeene, alzij
dige passiviteit. Voor de zaak zelve lieten
en laten zich krachtige argumenten vin
den, argumenten, die sindsdien zelfs
nog sterker gegeven tot zoovele leugens,
dat de geheele atmosfeer van Europa er
door wordt vergiftigd. Stellen wij ons
voor, welke argumenten voor de Engelsch
Fransche passiviteit in Spanje, zelfs voor
de eenzijdige spraken en spreken.
Het eerst is het eenvoudige: Wij zijn
houdt, een voortdurende verkrachting van
alom bekende feiten, een ononderbroken
hyprocrisie, een eeuwige creatie van on-
moraal geworden. Terwijl de politiek, zich
tot geen enkelen prijs in te mengen,
slechts een politiek zou zijn -juist of
verkeerd, maar in elk geval te verdedigen
eerbaar en waar is het requisiet van
van de „niet-inmenging” tot een der meest
weerzinwekkende fenomenen van onzen
tijd geworden.
Men kan slechts hopen, dat de daaruit
voortvloeiende demoraliseering. spoedig
groot genoeg zal zijn, om het requisiet de
finitief onbruikbaar te maken. Misschien
zal dan blijken, dat een andere Engelsch-
Fransche Spanje-politiek als die der pas
siviteit in het geheel niet mogelijk, of op
huidverfraaiende kracht die Purol in hooge mate bezit. Doos 30, 60 ct. Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Daar het eerste halfjaar van 1938
ten einde is, verzoeken wij onze
abonnee’s beleefd het abonnements
geld voor het tweede haljaar van
1938 zijnde f 1,25 vóór of op 15
Juli a.s. te komen voldoen.
Na dien datum wordt over het
bedrag beschikt met 15 cent ver-
hooging voor onkosten.
De Uitgeefster.
zoo slim is, op een geheel verkeerd spoor
is. Hij gaat steeds dien secretaris Stanger
son na, die evenveel met de misdaad te
maken heeft als een pasgeboren kind. Ik
ben er zeker van dat hij hem thans gearre
steerd heeft. Weet gij, hoe ik te werk ging.
Gij herinnert u dien hoed naast den ver
moorden man?
Hij wasafkomstlg van John Underwood,
Rombersvell. Road 129. Ik ging daar heen
en vroeg hem, of hij een hoed van dien
vorm en die grootte verkocht had. Hij zag
zijn boeken na en was er dadelijk. Hij had
den hoed gezonden aan zekeren Drebber,
die in het boardingshuis van mevrouw
Charpentier woonde Torquaijstraat.
Zoo kreeg ik zijn adres. Daarop ging ik
naar Mevrouw Charpentier. Zij was erg
bleek en zenuwachtig. Haar dochter had
roodbeschreide oogen en haar lippen beef
den, toen ik haar aansprak. Dat ontging
mijn aandacht niet en ik begon lont te
ruiken. Hebt gij gehoord van den geheim-
zinnigen dood van uw kostganger, den
heer Drebber? vroeg ik De moeder knik
te bevestigend; zij scheen geen woord te
kunnen uitbrengen en de dochter barstte
het oogenblik niet meer mogelijk is. Ook
wanneer de huidige „niet-inmenging” tot
het verleden behoort, kan een andere niet-
inmenging haar moeten volgen. Maar dat
zou dan een in waarachtigheid van stapel
loopende politiek zijn. Het karakteristiek
van de huidige situatie is juist de ondra
gelijke onwaarachtigheid, die alle betrek
kingen vergiftigt.
(Nadruk Verboden)
Valt gij, dat is niet-met-allen;
Weest daarover niet begaan;
Het is geen schand’ te vallen;
Het is schand’ niet op te staan.
Huygens
niet gereed. Ieder jaar uitstel, dat wij krij
gen, om ons te kunnen bewapenen, is van
ongekende beteekenis. Beter al het moge
lijke te laten gebeuren ook in Spanje!
dan het noodlot juist op het oogenblik van
abnormaal ongunstige krachtsverhouding
te tarten. Men zal toegeven, dat dit een
voudige argument misschien kan worden
weersproken, maar dat een zoo verdedig
de politiek in elk geval haar zin haar eer
en niets weerzinwekkends heeft.
Een ander argument, voor een politiek
der Engelsch-Fransche passiviteit is de
theso; welke partij in den burgeroorlog
ook wint, de overwinning zal steeds mede
aan de zijde van Engeland en Frankrijk
zijn, want de helpers van gisteren zal
men spoedig buiten het land zetten. Het
schijnt, alsof men over dit punt in het bij-
zonder ook met Franco reeds tot overeen
stemming gekomen is en in elk geval is
uit vele bronnen bekend dat in het kamp
derSpaansche nationalisten vooral tegen
over de Italianen een gevoel van haat
groeit, terwijl ook de Russen in het Re-
publikeinsche Spanje zich vele vijanden
hebben gemaakt. De particulier, die uit
den aard der zaak niet over voldoende in
formaties beschikt, is niet in staat, op der- Lunen aan de fictie der niet-interventie vast
gelijke delicate punten de bepaalde over
tuigingen van een regeering definitief te
gen te spreken. Men kan afwegen, men
kan twijfelen. Maar het argument blijft be
staan, het behoudt zijn kracht, voor de
passiviteitspolitiek der beide Westersche
regeeringen.
Verkeerd of juist; wanneer het slechts
om het wezen van de Engelsch-Fransche
Spanje-politiek zou gaan -nl. om de
vastbesloten, eenzijdige passiviteit dan
zou er geen afschuw ontmoediging, ver
twijfeling, die met iedere iedere nieuwe
fase van het Spaansche gebeuren verder
om zich heen grijpt, bestaan.
Ongelukkigerwijze heeft men niet
slechts met de substantie te doen. In het
jaar 1936 wordt een middel uitgedacht,
Hi
Zij, die zich kunnen verheffen boven
de behoefte aan „erkenning” leven in
een sfeer van goddelijke vrijheid.
Brederode.
helpen Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct.
verdwijnen door de huidzuiverende, buidvoedende en
10
Mijn waarde, wensch mij geluk, riep
hij Lister toe, ik heb de zaak zoo duidelijk
gemaakt als de dag.
Bedoelt gij daarmede op het rechte
spoor te zijn?
Op het juiste spoor! Neen, wij hebben
den man achter slot en grendel!
En hoe heet hij?
Arthur Charpentier, tweede luitenant
bij de Koninklijke marine, riep Gregson,
zich vergenoegd de handen wrijvende en
zich toen vol trots op de borst slaande.
Wij zijn verlangend te vernemen, hoe
gij dat aanlegdet?
De detective nam plaats in een arm
stoel en stak een sigaar op. Opeens werd
hij vroolijk en zei:
't Aardigste van de zaak is, dat die
dwaas van een Lestrade, die denkt, dat hij
'A
Ï.V r>>-
k/A
L
- •F’rV