I
I
NA-KERMIS
DANSEN
IN ZAAL NOVA
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAADLE-NASSAU.
te
A
33e Jaargang
No. 26
Vrij dansen.
Entree 25 cent.
WRAAK.
Bij hoofdpijn en knagende kiespijn
Voedt Uw huid ’s nachts met Purol
op den bekende THE WILLIAM BAND
A
25 JUNI 1938
)P
„China’s smart sinds
oudste tijden”.
t
ii
•i
Binnenlandsch Overzicht.
I
Meer dan één fractie is er tegen. Aller
eerst natuurlijk de Katholieken, die er
zich van den aanvang af tegen hebben
gekant, daar zij er een ondergraving van
het vertrouwen in de regeering in zien.
Welk standpunt de Christelijke Histori
sche fractie zou innemen, was aanvanke
lijk nog onzeker, doch ook zij heeft zich
tegen het voorstel verklaard. Wel is deze
fractie van meening, dat nadere ophelde
ring gewenscht is, waartoe zij een nieuwe
interpellatie noodig acht, die zoo spoedig
mogelijk zou moeten worden gehouden.
De woordvoerder dersociaal-democraten,
de heer Albarda, deed weer een ander
voorstel aan de hand. Zijn partij voelt
meer voor een uitvoerige schriftelijke uit
eenzetting van den minister, waarover
een commissie een rapport zou moeten
uitbrengen. De zaak zou dan weer in de
Kamer komen, waar ook de Minister aan
de beraadslagingen kan deelnemen.
Dit debat is overigens aanleiding ge
worden tot een niet alledaagsche gebeur
tenis in het Parlement. Een der leden van
de N. S. B. fractie, de heer Rost vanTon-
ningin liet zich in dusdanige termen uit
et. S
d
Dat gesprek was gevoerd, terwijl de
koetsier door een aantal vuile straten en
stegen reed. In een der vuilste hield de
man stil.
Daar is Audley-Court, zei hij, wijzende
op een nauwe gang tusschen de huizen.
Ik zal u hier wachten.
Audley-Court was geen aanlokkende
plaats. De nauwe gang voerde ons naar
een vierkant plein met ellendige huizen.
De beide mannen gingen door een troep
havelooze kinderen, langs lijnen met ver
schillend linnengoed, tot zij nommer 46
bereikten, waar op een deur een klein
naambordje stond, waar op de naam
Rance. De bewoner ontving de bezoekers
niet zeer vriendelijk en zei, dat hij zijn
dat ik het geraden vond, iemand bij mij
te hebben. Daarom liep ik terug naar het
hek om te zien, of ik Murchers lantaren
nog zag, maar ik zag niemand. Toen ging
ik naar het huis terug en opende de deur.
Alles was binnen rustig en ik trad de ka
mer binnen, waar het licht was. Een kaars
brandde op den schoorsteenmantel een
roode en bij het licht er van zag ik
Ja, ik weet, wat gij zaagt, viel Lister
hem in de rede. Gij liept de kamer ver
scheidene malen rond, knieldet bij het
lijk, trachtet de keukendeur te openen,
en
Waar waart gij verborgen, dat gij dat
alles zaagt? riep Rance uit. Het schijnt
mij toe, dat gij meer weet, dan ik.
Lister lachte en wierp den agent over
tafel zijn naamkaartje toe. Vertel verder.
Daarop ging ik naar het hek terug en
gaf het signaal, zei Rance. Toen kwamen
Murcher en nog twee anderen.
Bij het hek stond een beschonken man,
die een Amerikaansch deuntje zong, ’t
Was een lange man, met rood gelaat, ge
deeltelijk in een bouffante gewikkeld. Hij
droeg een bruine overjas.
(Wordt vervolgd.)
het
wika
stel
evcj
der
q
nofl
W
woi
bbel
54)
vod
and
50
Dd
ie lt|
Jen
;eb«
ged
hel
nil
d.
üft
rapport aan het bureau afgegeven had.
Lister haalde een goudstuk uit den zak,
en speelde er als in gedachten mede. Wij
zouden het liever uit uw eigen mond hoo-
ren, zei hij
Ik zal u gaarne alles vertellen, wat ik
weet, zei de agent met een begeerigen blik
op het goudstuk.
Rance ging zitten en knipte met de
oogen als of hij wilde zeggen, dat hij zor
gen zou niets te vergeten.
Ik zal het u vertellen van het begin af,
zei hij. Mijn diensttijd is van tien uur ’s
avonds tot zes uur ’s morgens. Om elf
uur was er een standje in het Witte Hort,
maar na dien tijd was alles rustig. Om
een uur begon het te regenen en ontmoet
te ik Harry Murcher, die de wacht had in
Holland Grove en wij praatten even met
elkaar. Om twee uur sloeg ik Brixton Ro
ad in. Het was er zeer vuil en stil, nie
mand kwam ik tegen, alleen een paar rij
tuigen rende mij voorbij. Ik slenterde op
en neer, toen ik op eens licht zag in dat
huis. Nu wist ik, dat twee huizen in Lau-
riston Gardens leeg stonden, daar de laat
ste bewoner van het bewuste huis aan ty
phus was gestorven. Er moest dus iets
niet in den haak zijn. Toen ik bij de deur
kwam, was alles zoo vrees aanjagend stil,
de catastrofe betrokken en werden alleen
tusschen Woehoe en Nanking 200.000
morgenrijscultures vernietigd. Spoorwe
gen werden over vele kilometers wegge
spoeld en duizende huizen in Nanking
en Hankou vernield. In het water dreven
tienduizenden lijken, die een enorm ge
vaar voor epidemieën beteekenden. Bij
na 100.000 menschen zijn bij deze ver
schrikkelijke ramp om het leven gekomen.
Inderdaad, het arme, door den oorlog
geteisterde Chineesche volk is op het
oogenblik niet te benijden.
(Nadruk verboden.)
De verschrikkelijke berichten, die op
het oogenblik over de doorbraak van de
dijken de Hwang Ho en de daardoor ver
oorzaakte catastrophe binnenkomen, ope-
reeren met cijfers, die ons bevattingsver
mogen bijna te boven gaan. Maar van
veel in dit reusachtige Chineesche rijk
heeft de Westerling geen juiste voorstel
ling, hoewel het dringend noodzakelijk
is, dat Europa zich langzamerhand eens
een duidelijk beeld van de werkelijke toe
standen in het Verre Oosten maakt. Juist
het tegenwoordige gebeuren in het Hwang
Ho-gebied dwingt daartoe, wijl het op een
beslissend oogenblik met elementair ge
weld ingrijpt in een voor de geheele we
reld belangrijke historische ontwikkeling,
welker afloop onder bepaalde omstan-
heden daardoor ten sterkste beïnvloed
kan worden. Vooral, wanneer het, wat in
het geheel niet uitgesloten schijnt te zijn,
ook in de andere overstroomingsgebieden
van Midden-China, aan de Hwai-rivier,
aan het Keizerkanaal en zelfs aan de
Jangtse Kiang tot dergelijk catastrofen
zou komen.
„China’s smart sinds oudste tijden”
dat is, hoe verschrikkelijk soms ook de
overstroomingen in het Jangtsedal zijn,
de Hwang Ho. Niets is daarvoor karak-
teristiekerdan het feit, dat in het jaar 2278
v. Chr. de toenmalige keizer van China
zijn troon aan den waterbouwkundigen
ingenieur Yu schonk, als dank voor het
feit, dat deze de „Gele Rivier” had weten
te bedwingen. De Hwang Ho intusschen
had hij „slechts” voor 1500 jaar aan ban
den gelegd. Sinds de 7e eeuw v. Chr.
veranderde de rivier herhaaldelijk van
benedenloop, totdat zij eindelijk in 1853
in een catastrofe, waarvan men zich geen
voorstelling kan maken, haar tegenwoor
dige bedding vond. Men moet daarbij be
denken, dat het gebied, dat door deze ver
anderingen steeds in groote rampen werd
gestort, een ruimte beslaat, die op
Europeesche verhoudingen overgedra
gen van Den Haag tot Stettin en van
deze kustlijn af naar het Zuiden totBohe-
men zou reiken.
Waarom pleegt nu de Hwang Ho, die
5100 km. lang is (bijna viermaal langer
dan de Rijn) met zoo’n vreesaanjagende
regelmatigheid de meest verschrikkelijke
rampen te veroorzaken? Het antwoord op
deze vraag luidt: wijl zij de „GeleRivier”
is, de grootste lösstroom der aarde. De
uit de Tibetaansche randgebergten ko
mende zijrivieren voeren haar reeds zoo
veel slib toe, dat zij al in de meest noord
westelijke Chineesche provincie Kansoe
geel van kleur is. En in het verdere ver
loop wordt zij steeds sterker van dit gele
slib verzadigd. Bij normaal hoog water
voert zij in de omgeving van Kaifeng 10
deelen löss op 90 deelen water mede. Al
leen in abnormale jaren, zooals op het
oogenblik, stijgt het lössgehalte tot een
hoogte van 50 O|o- Het water van de Gele
Rivier wordt dan tot een gele brij, die
maar al te vaak de dijken doorbreekt en
tienduizenden vierkante kilometers over
stroomt.
De löss heeft ook veroorzaakt, dat de
rivierbodem binnen de dijken dikwijls
hooger ligt dan het omliggende land, van
Tsjengtsjoe-Kaifeng af b. v. een meter; de
bodem van de rivierbedding wel te ver
staan, zoodat de waterspiegel zelf zes,
acht of tien meter boven de eeuwig be
dreigde laagvlakte ligt! Overigens doet
hetzelfde geval zich ook voor met de
Jangtse.
Geschiedt thans, wat in het jaar 1931
gebeurde, dat zowel de Hwang Ho als de
Jangtse en het Keizerkanaal het tooneel
van dergelijke overstroomingen worden,
dan beteekent dat een nationale ramp,
waartegenover alles verbleekt, wat in
Europeesche verhoudingen denkbaar is.
Volgens de verslagen van het Nationale
Hulpcomité waren indertijd 16 provincies
en 50 millioen menschen onmiddellijk bij
bal
I
a I
I
De Kamer tegen het enquête-voorstel
Het voorstel-Wendelaar tot het houden
van een enquête inzake Oss is thans in
de Tweede Kamer in behandeling ge
weest. Op het oogenblik, dat wij dit schrij
ven heeft de stemming nog niet plaatsge
vonden, doch te ooi deelen naar het ge
houden debat, is niet anders te verwach
ten dan dat het zal worden verworpen.
Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct.
8
Ik heb wat asch van den grond opge
raapt. Deze was donker van kleur en vlok
kig, dergelijke asch komt alleen van dat
soort sigaren.
En het blozeud gelaat?
Dat was raden, ofschoon ik zeker ben
ook daarin juist gezien te hebben. Waarom
moet gij mij thans niet vragen. Er is nog
duisters in de zaak, ofschoon ik van de
hoofdpunten zeker ben. Ik zal u nog een
ding zeggen. De man in de patentleder
schoenen en die in de schoenen met bree-
de neuzen kwamen in hetzelfde rijtuig en
liepen zeer vriendschappelijk, waarschijn
lijk arm in arm het voetpad af. Toen zij in
huis waren, liepen zij de kamer op en
neer of beter, de man in patentleer schoei
sel stond stil, terwijl de ander heen en
O
want zij wordt er zoo zacht en mooi, zuiver en gezond door. Doe dit 1 of x per week.
Ook vetwormpjes, vlekjes, pukkels en uitslag verdwijnen er door. Tube 45, Doos 60-30 ct.
.-S«
'T-
■‘r
e!
asssassBaaasssBSKxsEssassssss^assas^sssa
weder liep. Ik kon dit alles in het stof le
zen en ook, dat hij zich onder het loopen
hoe langer hoe meer opwond. Dat bewijst
de lengte zijner stappen. Ongetwijfeld
sprak hij onder het loopen en werd hij
langzamerhand opgewonden. Toen be
gon het drama. Ik heb thans alles verteld,
wat ik weet, maar wij hebben een uitste
kend punt van uitgang.
iwel
veel!
)ui
ijzer
cd
puï
is,j
itse
ond
jots:
r I
de B
®t