B
I
g
s
a
WEEKBLAD VOOR BAADLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAARLE-NASSAU.
kj
I
BWEFEMILLETO
O
A
A
A
33e Jaargang
No. 23
ER IS NIET BETER, WEL DUURDER
WRAAK.
a
4 JUNI 1938
VEEVOEDERFABRIEK N.V.
Onbekend gebied in Oost-
Indië onderzocht.
UT'
•\,z;
ROEST’S PLUIMVEE^ en
<1^
F
Wettig gedeponeerd.
Officieele verkoopers:
rijtuig?
dezen plicht vervuld, dan keeren zij zoo
snel mogelijk terug naar de wouden, waar
zij rustig en onbekommerd leven.
In tegenstelling met de West-Alfoeren,
vindt men onder hen geen koppensnellers.
De Alfoeren zijn aanhangers van het Sja
manisme, dat bij hen op een bijzondere
wijze ontwikkeld is. De sjamaan of medi
cijnman kan een geest dwingen om hem
b. v. te helpen en ziekte te genezen. Is een
Alfoer ziek dan wordt een medicijnman
geroepen. Op een reusachtigen trommel
wordt zoo lang geslagen, totdat de medi-
HEEMSTEDE.
en verstrek Uw leghennen uitsluitend:
ROEST’S EIERLEGMEEL
(’t zakje met de gele band)*
neer een Papoea is gestorven, wordt een
uitgeholde plank zoo onder het lijk gelegd,
dat het hoofd juist in de uitholling komt
te liggen. Onder het hoofd leggen de Pa
poea’s een Chineesch bord. Zoo wordt de
doode voorloopig bijgezet. Na hoogstens
een jaar, wanneer het lijk is vergaan,
wordt het weer opgegraven. Het hoofd,
dat nu op het bord is gevallen, wordt naar
het doodenhuis gebracht en dan begint
een feest, dat maanden kan duren en vaak
zoo uitgelaten vormen aanneemt, dat de
Nederlandsche regeering moest ingrijpen.
De papoea’s leven van koolvruchten
en bananen. Gejaagd wordt er in hoofd
zaak slechts op het wilde zwijn. Zij ver
handelden muskaatnoten en dammar, een
waardevolle harssoort. Eerst toonden zij
zich tegenover de Duitsche geleerden zeer
wantrouwend, maar nadat dezen door het
overhandigen van eenige geschenken
blijk hadden gegeven van hun goede be
doelingen, werden zij al spoedig goede
vrienden.
Van Nieuw-Guinea keerde de expedi
tie weer terug naar het eiland Ceram, om
nu het Oostelijk deel te bestudeeren
Daartoe begaf dr. Niggemeierzich, verge
zeld van een tolk en een drager, naar het
binnenland aan de Waroebaai en het
stroomgebied van de Robot. Hier woont
de stam der Oost-Alfoeren. De hypothe
ses, welke men omtrent deze bevolking
had opgesteld, bleken alle onjuist. Met
missionarissen zijn de Alfoeren nog nooit
in aanraking geweest en derhalve nog
volslagen heidenen. Overigens vindt men
nog slechts weinig Oost-Alfoeren in het
binnenland, zoodat dr. Niggemeier zich
vaak moeilijke marschen moest getroos
ten om hen te bereiken. Zij zijn zeer schuw
en toen Dr. Niggemeier plotseling voor
hen opdook, beefden zij van angst! Mees
tal leven zij in groepen van 20 tot 40 per
sonen in een gemeenschappelijk huis. De
mannen gaan eenmaal per jaar naar de
kust om met sagokloppen of ander werk
drie gulden te verdienen, die zij als be
lasting moeten opbrengen. Hebben zij
H. J. THEEUWES te Ulicoten en
F. W. THEEUWES te Baarle-Nassau.
blik was hun aandacht bepaald op het le
venloos lichaam, dat uitgestrekt lag op
den vloer, met de oogen naar het kleur-
looze plafond gericht. Het was het lijk
vaneen man van 43 of 44 jaar van middel
matige lengte, breede schouders, zwart,
krullend haar en een korten, borsteligen
baard. Hij was gekleed in een zwart la-
kensche jas, met lichte pantalon en smet
teloos boord en manchetten.
Een glimmende hooge hoed stond naast
hem op den grond. Zijn handen waren
dichtgeknepen en de armen naast het
hoofd uitgestrekt, terwijl de beenen over
elkaar lagen saamgetrokken, alsof de
doodstrijd vreeselijk geweest was.
Lestrade stond bij de deur en groette
hen bij het binnenkomen.
Deze zaak zal sensatie wekken, mijn
heer, zei hij, ik heb nooit zoo iets bijge
woond. (Wordt vervolgd.)
Dezei dagen is Dr. Niggemeier van de
door hem geleidde expeditie naar de Mo-
lukken met een rijken buit teruggekeerd.
Het verzamelde materiaal wordt thans on
derzocht in het „Instituut voor Kultuur-
morfologie,, te Frankfort. De eilanden Ce
ram en Nieuw-Guinea zijn hiermee voor
de eerste maal systematisch en weten
schappelijk onderzocht. Vele duizenden
fotografische opnamen geven ons een
beeldvande gedeeltelijk onbekende volks
stammen.
Na het westelijk deel van Ceram te
hebben bestudeerd, begaf dr. Niggemeier
zich per schip naar Nieuw-Guinea en vond
daar tot zijn groote verbazing een plaateje
Babo, dat zelfs op de nieuwste kaarten
niet is aangegeven, ondanks het feit, dat
daar momenteel reeds een groote Euro-
peesche nederzetting is. De huizen schie
ten er als paddestoelen uit den grond en
de reden hiervan is, dat onlangs een rijke
oliebron ter plaatse is ontdekt. Oliemaat
schappijen hebben zich terstond van con
cessies verzekerd en zoo kan deze thans
nog onbekende plaats wellicht reeds bin
nen een jaar een belangrijke olie-metro-
pool zijn. In het bijzonder omtrent de ze
den en gewoonten van de inheemsche
bevolking wist dr. Niggemeier met zijn
medewerker dr. Roder heel wat nieuwe
gegevens te verzamelen. Hij heeft onver-
valschte resten van de oude Papoeacul-
tuur gevonden. Zoo kon dr. Niggemeier
vaststellen, dat in de vertellingen de Pa
poea’s dikwijls een paard voorkomt, hoe
wel zij nooit een paard hebben gezien.
Een Papoeaman kan slechts huwen, wan
neer hij een bruidsgeschenk heeft. Hier
blijken invloeden uit China aanwezig te
zijn want als bruidsgeschenk wordt steeds
een Chineesch bord of een klein bronzen
kanon gebruikt.
Geheel onbekend was tot nog toe de
dooden-cultus der Papoea’s, die tot op den
huldigen dag bewaard is gebleven. Wan-
cijnman in een soort zelfhypnose valt,
begint te sidderen en dan den geest
dwingt bij hem te komen en den zieke te
genezen.
Hierna vertoefde Dr. Niggemeier eeni-
gen tijd in Centraal-Ceram, bij de stam
men der koppensnellers, om tenslotte
naar huis terug te keeren.
(Nadruk verboden).
Maak nu van Uw kuikens gezonde, sterke leghennen met:
ROEST’S OVERGANGSVOER
(een kwaliteitsproduct bij uitnemendheid)
dP-
TELEFOON 28494.
pad, steeds de oogen naar den grond ge
richt. Tweemaal bleef hij staan en een
maal zag Holm hem glimlachen en een
uitroep van voldoening uiten. Daar waren
tal van voetstappen in den weeken bodem,
maar sedert de politie heen en weder ge-
loopen had, begreep Holm niet, hoe zijn
vriend hopen kon daaruit iets te ontdek
ken.
Bij de deur van het huis werden zij op
gewacht door een langen, bleeken man
met licht haar, die Lister hartelijk de hand
drukte. Het is inderdaad vriendelijk van
u, dat gij gekomen zijt, zei hij, ik heb al
les onaangeroerd gelaten.
Behalve dat het voetpad door honder
den is betreden, gaf Lister ten antwoord.
Ik had zooveel in het huis te doen, zei
de detectieve deemoedig. Ik had gedacht,
dat Lestrade daar op zou gelet hebben.
Met twee mannen, als gij en Lestrade
zal hier voor een derden man niet veel te
doen zijn, zei Lister.
Gragson wreef zich vol voldoening in
de handen. Ik geloof, dat wij gedaan heb
ben, wat kon, zei hij. Het is een zonder
ling geval en ik wist, dat gij van zulke za
ken houdt.
Kwaamt gij hierheen in een
Aan de Lezers
werd een boekje toegezonden over tand- en
mondverzorging met Ivorol (volgens nieuw
recept) in welke tandpasta de nieuwste weten
schappelijke vinding is toegepast. De tanden
worden er prachtig wit door en de mond bijzon
der frisch en rein. Gebruik wordt aanbevolen.
5
De beide laatste hadden drie op straat
uitzicht gevende raamen waarop hier en
daar een stuk papier geplakt was met de
woorden: Te Huur. Een kleine tuin, vol
onkruid en armoedige planten scheidde
beide huizen van de straat en een smal
pad leidde naar de huizen. Die tuintjes
waren erg modderachtig door den regen,
die des nachts gevallen was. De tuin was
begrensd door een drie voet dikken muur,
terwijl een houten hek er toegang gaf en
tegen dien muur geleund stond een flinke
politie-agent, omringd door eenige straat
slijpers, die hun halzen uitrekten om iets
te zien van hetgeen er aan den anderen
kant van den muur gebeurde.
Met een bijzondere kalmte liep Lister
het trottoir op en neder en keek dan naar
den grond, dan naar den hemel, dan naar
de huizen aan de overzijde of naar het
houten hek. Eindelijk liep hij langs het
vroeg Lister.
Neen.
Lestrade ook niet.
Ook hij kwamte voet.
Laten wij dan eens in de kamer gaan
kijken. En met deze opmerking ging hij
het huis binnen gevolgd door Gregson, die
zeer verbaasd keek. Een der deuren aan
de rechterkant was blijkbaar weken lang
gesloten geweest. De andere gaf toegang
tot de eetkamer, waarin de geheimzinnige
zaak had plaats gehad. Lister trad binnen
en Holm volgde hem met dat eigenaardig
gevoel, dat men heeft in het gezin van den
dood.
Het was een groote kamer die nog groo-
ter scheen door het volstrekt gemis van
meubelen. Het behangsel was hier en
daar afgescheurd, waardoor de geelge-
pleisterde muur zichtbaar werd. Tegen
over de deur was de schoorsteenmantel
van geïmiteerd witmarmer. Op een der
hoeken stond een stompje roode waskaars.
Het eenige raam was zoo vuil, dat de ka
mer slechts schemerig verlicht was. Het
geheele vertrek lag bovendien dik met
stof.
Al die bijzonderheden merkten Holm
en Lister eerst later op. Voor het oogen-
kil
I Wat de Olie is voor Uw motor,
Is de Advertentie voor Uw zaak, h
£§^^3
WS
'f;
I
I
i
I
I
I
'i