Mnkfemilletoii
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU-
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
»WSDE JONG BAARLE-NASSAU.
'1
SI
Om Europa s toekomst
WRAAK.
Binnenlandsch overzicht
Ho old pijn - Kiespijn - Gevatte koude
O5
Veel minder dan uit dergelijke voor de
Sergeant bij de mariniers, mijnheer.
Hij trok de beenen samen, maakte het
militair saluut en verdween.
Holm bekende, dat hij bepaald getrof
fen was door dit nieuwe bewijs van het
practisch nut der theorien van zijn vriend.
Zijn eerbied voor zijn kennis nam steeds
toe. En toch was hij nog niet zeker of niet
de hele zaak vooruit op touw was gezet
om hem te overbluffen. Toen hij naar hem
keek, had hij juist het briefje gelezen en
keek hij peinzend voor zich uit.
Hoe ter wereld kondt gij dat zien?, vroeg
hij.
Wat zien, antwoordde Lister geergerd.
Wel, dat hij een gepasporteerd sergeant
der mariniers was.
Ik heb nu geen tijd voor beuzelarijen
antwoordde hij, doch aanstonds voegde
hij er bij: Vergeef mij mijn ruwheid. Gij
sroorde zo opeens mijn gedachten, maar
misschien is dit juist goed. Dus kondt gij
inderdaad niet zien dat die man sergeant
der mariniers was?.
Neen.
Toen hij aan den overkant liep, kon ik
een groot blauw anker getatoeeerd op zijn
hand zien, zei Lister. Dat wees op de zee.
Hij had echter een militairen gang en
J
ie-
d
I
-d
deel over een historischen voorsprong
beschikken. De nationale spanningstoe-
standen zijn bij ons tot de hoogste ener
gie en rijpheid uitgedijd. Het nationale
Europa wil werkelijkheid worden en het
beeld van onze werelddeel zal, wanneer
eens de gevaarlijkste innerlijke spannin
gen zijn weggenomen, voor een man, die
zich de toekomst vermag voor te stellen,
van een ongekende grootheid zijn.
(Nadruk verboden.)
De ontploffingsramp te Rotterdam. Als
het kalf verdronken is Een internati
onale vredesorganisatie te Den Haag.
Geen Rembrandttentoonstelling dit jaar.
Internationale luchtvaartconferentie.
Nauwelijks was in Rotterdam de ontsteltenis
over den noodlottigen instortingsramp geluwd, of
reeds kwam een nieuwe sensationeele gebeurte
nis deze gemeente opschrikken. Op den altijd
Coolsingel kwam een helsche machine, welke
door een persoon, wien indentiteitnog nietvolko-
men vast staat werd vervoerd tot ontploffing met
het noodlottige gevolg, dat de drager zelf werd
gedood, twee personen die hij juist passeerde,
zwaar werden gewond en aan de omringende ge
bouwen vrij groote materieele schade werd aan
gebracht. Meende men aanvankelijk met een
bomaanslag te doen te hebben, welke gericht zou
zijn tegen den onlangs in Duitschland gearre
steerden, doch inmiddels weer vrijgelaten Neder
lander Tiben, die op het oogenblik dat de ontplof
fing plaats vond eveneens op het zelfde stuk van
den Coolsingel heette te hebben geloopen, thans
is reeds gebleken, dat deze veronderstelling op
zeer losse gronden berust. Want de verklaringen
van dezen persoon waren van dien aard, dat het
meer dan waarschijnlijk werd, dat hij heelemaal
niet bij het ongeluk is tegenwoordig geweest,
doch slechts nadat het gebeurd was, ter plaatse is
verschenen. De politie helt dan ook thans meer
over tot de opvatting, dat het slachtoffer, mis
schien wel onbewust van den gevaarlijken aard
van hetgeen hij bij zich had, in dienst van een
groote snorren. Dat duidde op de marine.
Hij was een man die zich van zijn waar
digheid bewust scheen, er was iets beve
lends in zijn optreden. Gij zult opgemerkt
hebben hoe hij zijn hoofd hield en met
zijn stok zwaaide. Hij scheen een flink
man van middelbaren leeftijd, daaruit kon
ik opmaken dat hij sergeant geweest was.
Doch lees dit eens en hij wierp zijn
vriend het briefje toe, dat de besteller ge
bracht had.
Het luidde: Er is van nacht in No 3
Lauriston Gardens, Brinton Bord iets ern
stigs gebeurd. Onze nachtwacht zag er
licht omstreeks twee uur en daar het huis
leeg stond, dacht hij, dat daar iets niet in
den haak was. Hij vond de deur open en
in de voorkamer lag het lijk van een met
gekleed man, in wiens jas wij kaartjes von
den waarop stond: Enoch Drabber Cleve
land. Er is geen sprake van diefstal en ’t
is niet te zien, hoe de man gedood werd.
In de kamer zijn bloedsporen, maar aan
het lijk zijn geen wonden. Wij begrijpen
niet, hoe hij in het ledige huis kwam; de
zaak is zeer eigenaardig. Kom voor twaalf
in het huis, dan zult gij mij er aan treffen.
Kunt.gij niet komen, dan zal ik u meer bij
zonderheden komen mededeelen en gij
gens anders ter wereld zien wij zoo talrij
ke, van leven en kracht overvloeiende,
1
1
I
hoog gecultiveerde naties, aaneenge
smeed in een prachtig werelddeel tot een
gemeenschap die weliswaar niet vaak
woidt erkend, maar op zekeren dag toch
algemeen begrepen zal worden. Aan een
ieder van deze naties is een beperkte vlak
te toegewezen. Maar wat voor landen zijn
dat! Rijk aan historie, doorstroomd van
verkeer, cultuur, geest, techniek, bewerkt
door bekwame boeren, gedragen door uit
stekende arbeiders, alles gerijpt, ver
zorgd, op de toekomst gericht, bezaaid
met heerlijke steden waar lijk geen an
der gebied ter wereld ligt levenskrachtiger
voor onze oogen! Zeker, aan deze vele
millioenen zijn de vierkante meters grond
slechts schaars toegemeten. En wanneer
men wil, kan men van een werelddeel
„ohne Raum” spreken. Maar een Euro-
peesche vierkante kilometer in Engeland,
Frankrijk, Duitschland, Nederland, enz.
beschikt over andere rijkdommen en een
anderen ziel dan een in Australië of Zuid-
Amerika. Zelfs een Azië zou ineenkrim
pen wanneer men zijn „Europa-waardi-
ge” vlakten naast elkaar legde, ja, het wa
re de vraag, of het „grooter” dan Europa
zou zijn. De eigenaars van de Europee-
sche vierkante kilometer zijn op de veel-
zijdigste en vruchtbaarste, maar ook op
de gevaarlijkste wijze in elkaar nabijheid
gebracht. De gebieden zijn aan en in el
kaar geschoven en de meeste der op aar
de leidende volken liggen in Europa naast
elkaar. Maar de groote gebieden buiten
ons werelddeel zijn politiek en cultureel
op het oogenblik even Europeesch, als
eens groote deelen van Europa Ro-
meinsch waren.
En wat nog niet Europeesch is, moet
zich vereuropeeschen om zich te kunnen
handhaven. De Vereenigde Staten zijn
doorstroomd van Europeesche energie.
Een onbevangen blik over de aarde be
wijst, dat op het oogenblik in Europa zoo-
als nergens elders ter wereld een voor
raad aan onverbruikte en leidende mo
gendheden bestaat. Engeland, Frankrijk,
Duitschland, Italië, Polen, Zwitserland,
Tsjecho-Slowakije, Nederland, maken
deze volken een ontaarden, zwakken in
druk? Het tegendeel is waar!
Wanneer er een gevaar bestaat, dat
spruit dan voort uit een verstrikking van
energieën, maar geenszins uit een verval
der Europeesche krachten. Geen ander
werelddeel beschiktover dergelijke krach
ten als Europa, Australië niet, Amerika
niet en tenslotte men kan zeggen, wat
men wil ook Azië niet.
Daarmee is intusschen niet gezegd, dat
Europa op den langen duur niet door
Azië kan worden bedreigt. Desondanks
gelooven wij, dat de gevaren voor Europa
veeleer dan op aanvallen van buiten be
rusten op de mogelijkheid, dat wij de wer
kelijk noodige vormen voor ons politiek,
economisch en geestelijk bestaan op het
beslissende oogenblik misschien nog niet
gevonden zullen hebben. De eindelooze
verwikkelingen van Europa zijn het, die
velen van ons met zorg naar het reusach
tige Azië doen zien, naar Japan, naarde
m beweging geraakte volksmassa’s van
China en zelfs naar de Russen, die men,
gevolggevend aan een nieuwe mode
tegenwoordig als kleurlingen en Aziaten
pleegt te beschouwen.
Wij bevinden ons midden in een pro
ces, dat voor velen op een naderend ver
val schijnt te wijzen, maar in werkelijk
heid slechts een rijpen is.
Een ding is zeker: ondanks alles is een
„werelddeel-bewustzijn” nergens ter we
reld zoo sterk ontwikkeld als in aanzien
lijke deelen van Europa, tusschen een
aantal zeer gecultiveerde naties. En
slechts dit hebben wij te doen: er zorg
voor te dragen, dat onze krachten niet in
de verkeerde richting worden geleid. Een
dergelijke taak kan volbracht worden.
Houde wij ons voor oogen, dat wij geens
zins bij de bevolkingen van andere we-
relddeelen ten achter staan, maar integen-
zoudt mij genoegen doen uw uueening te
zeggen. Hoogachtend,
Tobias Gragson.
Gragson is de slimste der detectives,
zei Lister, hij en Lastrade zijn de schrik
der misdadigers, zij zijn beiden vlug en
vol geestkracht, maar zeer jaloersch op
elkaar. Dat zal een aardige zaak worden,
als zij beiden een spoor vinden. Wat heb
ik er aan, of ik de zaak tot klaarheid breng.
Gij zult zien dat Lestrade en Gragson met
de eer gaan strijken. Doch wij kunnen
eens gaan kijken. Ik zal de zaak op mijn
manier uitwerken. Misschien, dat ik hen
eens zal kunnen uitlachen, Kom mede
Hij trok haastig zijn overjas aan en had
op eens een haast, alsof plotseling een
idee bij hem was opgekomen.
Een oogenblik later zaten beiden in een
rijtuig, die hen vlug naar Brixton-Rord
bracht. Honderd meter van de plaats der
misdaad stapten zij uit en legden den weg
verder te voet af.
Nommer 3. Lauriston Gordens zag er
niet aanlokkend uit. Het was een der vier
huizen, die eenigszins van den weg ston
den, twee er van waren bewoond, de an
dere stonden ledig.
(Wordt vervolgd.)
4
Waar die kerel toch naar kijkt? Een
groot, eenvoudig gekleede man liep lang
zaam aan de overzijde der straat heen en
weer en bezag alle nummers der huizen.
Hij hield een groote enveloppe in de hand.
,,’t Is de gepasporteerde sergeant der
mariniers, zei Lister.
De man in kwestie kreeg het nommer
van hun huis in het oog en stak haastig
de straat over. Wij hoorden luide aanklop
pen, toen een zware stem, daarna een
zwaren stap op de trap.
„Voor mijnheer Lister,” zei hij, de ka
mer binnenstappend en Lister den brief
overreikend.
Thans had Holm gelegenheid te zien,
of zijn vriend gebluft had. „Hoor eens
vriend, welk vak beoefent gij?” vroeg hij.
„Besteller,” was het antwoord, „ikheb
I de uniform afgelegd.”
I „Wat waart gij dan?” vroeg hij verder.
Zeer veel bewoners van ons wereld
deel beoordeelen Europa’s toekomst pes
simistisch. De waarnemingen en vaststel
lingen, waarop dit pessimisme steunt, zijn
gemeenplaatsen geworden. Desondanks
kan men niet beweren, dat de voorstellin
gen over den toekomstigen ondergang van
Europa bijzonder duidelijk zouden zijn.
Men neemt genoegen met algemeene ge
dachten en meeningen. Hoe echter zou
ons einde er nu werkelijk uitzien? Zullen
Russen en Mongolen als sprinkhanen
Europa overvallen en tenslotte over blan
ke koelies heerschen? Zullen wij verhon
geren, wijl de Japansche dumping onze
handelsbalans ruïneert en wij onze indu-
strie-arbeiders niet meer bezig kunnen
houden? Zullen wij geen tooneel en con
certen meer kennen en te voet of in osse-
wagens reizen Zullen onze nationale cul
turen verdwijnen?
Veel minder dan uit dergelijke voor de
R hand liggende voorstellingen spruit het
I huidige pessimisme uit veranderingen
dB van zoovele toestanden voort. Men moet
I echter verandering niet met een einde ver-
I I warren, hoewel deze verwaïiïng overi-
I gens te verontschuldigen is, wijl verande-
I ringen bepaalde toestanden eerst plegen
I te beëindigen, alvorens de nieuwe in hun
I plaats treden.
Als uiterst gevaarlijk geldt het feit, dat
I in Europa talrijke, energieke, dichtbe-
volkte staten op een betrekkelijk kleine
I ruimte naast elkaar huizen en geen van
B hen van zins schijnt te zijn, zich aan een
hoogere gemeenschappelijke orde te on
derwerpen. Geheel integendeel bieden de
moeilijkheden der Europeesche politiek
aan iedere natie vele mogelijkheden om
voor de andere volken de gevaarlijkste
vallen open te zetten. En zij worden open
gezet!
Maar anderzijds kan men zeggen: ner-
Mijnhardtjes helpen snel, want... Wat Mijnhardt maakt is goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct.
ET-
i,
st
-
1
is
t j
I
:n
st
s
;oü