n
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU- 1
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAARLE - NASSAU.LMgWW
Binnenlandsch overzicht
WRAAK.
33e Jaargang
14 MEI 1938
(Nadruk verboden)
T
Meer verkoopen?
Iemand wordt van een misdaad verdacht,
maanden, nadat die gepleegd werd. Op
zijn kleederen vindt men bruinachtige
vlekken. Is dit van bloed, van modder, van
roest of wat anders? Thans behoeft men
nimmer te twijfelen.
Ik moet voorzichtig zijn, zei hij, ter
wijl hij een stuk pleister over zijn vinger
plakte, want ik knoei erg met vergiften.
Wij kwamen hier voor zaken, zei Stam-
for thans, mijn vriend zoekt kamers en
wilde met u samen wonen.
Dit denkbeeld scheen hem aan te staan.
Ik heb een paar kamers op het oog in Ba-
terstraat, zei hij, die juist geschikt voor
ons zouden zijn. Ik heb altijd chemicaliën
bij mij thuis en doe soms proeven. Zou u
dat hinderen?
Volstrekt niet!
Soms zeg ik dagen lang geen woord. U
moet niet denken, dat ik dan boos ben.
Laat mij dan met vrede, dan komt alles
in orde. Hebt gij een afkeer van viool
spel?
Dat hangt af van den speler, antwoord
de Holm.
Dan is alles in orde, riep Lister la
chend uit, als de kamers u ten minste
aanstaan.
Wanneer gaan wij ze zien.
Morgen om twaalf uur.
Best, precies twaalf uur ben ik hier,
gaf Holm ten antwoord, hem de hand rei
kend.
Zij gingen heen en wandelden naar het
hotel, waarin Holm zijn intrek genomen
had.
Hoe wist hij, dat ik uit Afghanistan
kwam? vroeg Holm.
Zijn vriend glimlachte. Dat is nu juist
zijn eigenaardigheid. Er zijn velen, die
niet begrijpen, hoe hij alles weet. Je moet
hem bestudeeren, dan zal je zien, dat hij
een raadsel is.
Holm brandde van verlangen nader
kennis te maken met den eigenaardigen
man.
De doop van Prinses Beatrix.
Prinses Juliana reikt onderscheidin
gen uit. Uitbreiding der produc
tieve werkverschaffing. De ha
ringvloot vaart nog niet uit. Ope
ning van de nieuwe K. R. O.-studio.
Als dit overzicht in druk verschijnt, is
de belangrijke gebeurtenis, die in deze
dagen de oogen van heel het land op de
Residentie gericht houdt, waar thans de
geheele Koninklijke familie vereenigd is,
reeds weer achter den rug. Indrukken
uit eigen aanschouwing van de doop
plechtigheid van Prinses Beatrix kunnen
wij onzen lezers dus nog niet geven, doch
noodig is dit ook niet, want radio, pers en
film zorgen daarvoor op overvloedige
wijze.
Prinses Juliana en Prins Bernhard, die
in verband met den doop van hun kind
rèeds enkele dagen tevoren naar Den
Haag waren gekomen, verrasten de aan
wezigen bij de internationale tenniswed
strijden te Scheveningen met een onver
wacht en geheel onofficieel bezoek, waar
schijnlijk in de hoop getuige te kunnen
zijn van een tweede Nederlandsche over
winning op de sterke Fransche spelers,
hetgeen echter niet het geval is geweest.
Van Haar Verblijf in de Residentie
maakte H. K. H. Prinses Juliana tevens
nog gebruik, om, evenals Haar Vader
zoo vele malen vóór Haar gedaan heeft,
als voorzitster van het Roode Kruis de
onderscheidingen uit te reiken, welke ter
gelegenheid van Haar verjaardag door
het Roode Kruis zijn toegekend. Vooral
bij het vertrek van de Prinses na afloop
van de kleine plechtigheid, die ongeveer
drie kwartier in beslag nam, was er groote
belangstelling van de zijde van het pu
bliek, dat inmiddels vernomen had, wat
er in het hoofdgebouw van het Roode
Kruis voorviel.
Ons land blijkt in zijn nieuwen minister
leidde een geregeld leven. Zelden bleef
hij des avonds later dan tien uur op en hij
was altijd reeds uitgegaan, voor zijn mak
ker opstond. Soms bracht hij den dag door
in het laboratorium, soms in de snijkamer,
soms ook deed hij lange wandelingen in
de armste wijken der City. Dagen lang
scheen hij geen vermoeienis te kennen,
doch dan volgde de reactie en lag hij da
gen achtereen op de sofa in de zitkamer,
zonder een woord te zeggen of een spier
te vertrekken. Hij was ongeveer zes voet
lang, doch zoo mager, dat hij veel langer
leek. Zijn oogen waren scherp en door
dringend en zijn haviksneus gaf zijn ge
laat een uitdrukking van geestkracht.
Zijn handen zaten altijd vol inkt en vlek
ken van chemicaliën en toch ging hij
er niet ruw mede om, als hij zijn proeven
nam.
Hij studeerde niet in de medicijnen,
had hij mij verteld. Ook scheen hij niet
zeer wetenschappelijk ontwikkeld. Zijn
opmerkingen getuigden echter van geest
en scherpzinnigheid.
(Wordt vervolgd.)
II.
Op het afgesproken uur bezagen Holm
en Lister de kamers in Bakerstraat. Het
waren een paar goed ingerichte slaapka
mers en een groote, luchtige zitkamer,
net gemeubeld, met twee flinke ramen.
Oogenblikkelijk was de keuze bepaald.
Dienzelfden dag nog betrokken zij deze
vertrekken en spoedig waren zij thuis in
hun nieuwe omgeving. Lister was geen
lastig mensch, hij was kalm van aard en
van Sociale Zaken een man te hebben,
wien het lot der werkloozen zeer ter harte
gaat. Na zijn in het najaar ondernomen
poging, om den ergsten nood der werk
loozen in de wintermaanden door middel
van een algemeene steunactie althans
eenigermate te leningen, heeft thans de
regeering op zijn voorstel besloten, de
productieve werkverschaffing zoodanig
uit te breiden dat hierbij ongeveer 75.000
arbeiders werk zullen vinden, in plaats
van omstreeks 50.000 zooals in den laat-
sten tijd het geval was. (in Februari be
droeg het totale aantal in werkverschaffing
te werk gestelden 53.367). De productieve
werkverschaffing zal dus met een kleine
50 pCt. worden uitgebreid. De bedoeling
is, dat vooral werken zullen worden uit
gevoerd, die een blijvende werkgelegen
heid kunnen scheppen, zooals ontgin-
nings-, bebosschings- en ruilverkavelings
werken. Voor de uitvoering van deze
plannen is de krachtige medewerking van
alle gemeentebesturen ingeroepen.
Het conflict in de haringvisscherij is
ondanks de herhaalde bemiddelingspo
gingen van den rijksmiddelaar nog niet
tot oplossing gebracht kunnen worden.
De visschers zagen hun eischen, die in
hoofdzaak langere rusttijden en hoogere
loonen betreffen, niet ingewilligd en zijn
evenmin bereid met de door de werkge
vers aangeboden voorwaarden genoegen
te nemen. Het gevolg van een en ander
is, dat de haringvloot, die Woensdag had
moeten uitvaren, voorloopig nog in de ha
ven blijft liggen, want in afwachting van
het resultaat der onderhandelingen heb
ben de werknemersorganisaties besloten,
de voorbereidings werkzaamheden voor
het uitvaren stop te zetten, zoodat de sche
pen op den dag dat de vangst beginnen
zou, niet gereed waren. Wij zullen de
„eerste nieuwe” van ’t jaar dus wat later
krijgen.
In de wereld van de aethergolven vond
weer een belangrijke gebeurtenis plaats.
Ditmaal was het de Katholieke Radio-
omroep, die haar nieuwe behuizing kon
de normale levensmiddelenreserves in
ons land slechts voor eenige maanden rei
ken, is het noodzakelijk groote reserves
op te slaan, waarbij men intusschen de
beide andere wegen niet behoeft te ver-
waarloozen.
Dat het opslaan van dergelijke groote
voorraden, die toch wel minstens voor
een half jaar zullen moeten strekken
slechts met steun van den staat kan plaats
vinden, behoeft geen betoog. Intusschen
is daarmede nog geenszins gezegd, dat
de staat deze reserves ook in eigen be
heer moet nemen, zooals dit b. v. in En
geland en eenige andere Europeesche
mogendheden geschiedt. Tegen een der
gelijke oplossing schijnen in ieder geval
in Nederland én bij de regeering én bij
den handel bezwaren te bestaan.
Men mag dus verwachten, dat men
een oplossing zal vinden, waarbij behan
del de reserves beheert. Dit heeft ook
vele voordeelen. In de eerste plaats komt
men dan tot een groote decentralisatie,
wat met het oog op het luchtgevaar een
eerste vereischte is. En in de tweede
plaats is de handel beter dan een staats-
instantie in staat om voor de voortduren
de verversching, die bij levensmiddelen
nu eenmaal noodig is, te zorgen.
Optelossen blijft dan natuurlijk nog
het financieringsprobleem. De regeering
zal b. v. aan graanimporteurs, enz. het
kapitaal voor extra-aankoopen kunnen
voorschieten. Ook is het wellicht moge
lijk hun slechts de onkosten der renten te
vergoeden..
Het is te hopen, dat regeering en han
del spoedig tot overeenstemming zullen
komen, want op het gebied van de levens
middelenvoorziening in oorlogstijd zijn
wij bij andere mogendheden ten achter. In
Engeland b. v. heeft men zoojuist in alle
stilte voorraden graan, suiker en traan op
gekocht.
I
2
Hoe ter wereld weet u dat? vroeg Holm
verbaasd.
Dat doet er niet toe, antwoordde hij la
chend. De ontdekking, die ik gedaan heb,
is van het hoogste gewicht, ’t Is de meest
practische uitvinding, die voor de medi
sche rechtspraak is gedaan, ’t Is een on
feilbaar middel om bloedsporen te ont
dekken.
Hij greep Holm bij de mouw en trok
hem naar zijn werktafel. Hij prikte zich
in den vinger en trok het bloed uit de
wonde in een pipot op. Daarna goot hij
het in een Liter water pn mengde er eeni
ge druppels van een doorschijnende vloei
stof door. In een oogenblik was de inhoud
mahoniehoutkleurig en sloeg een bruin
achtige stof op den bodem neder.
Was deze proef vroeger ontdekt, zei bij,
dan zouden velen die nu vrij zijn, reeds
lang hun misdaden geboet hebben.
M
i
L
Onze voedselvoorziening in
Oorlogstijd.
Gemeld wordt, dat er besprekin
gen worden gevoerd om te komen
tot voorraadsvorming van producten
waarvoor de regeering in verband
met ’s-lands defensie dit noodzake
lijk acht.
De geografische ligging van Nederland
en zijn afhankelijkheid van den invoer
voor het grootste deel zijner levensmid
delenvoorziening leggen het natuurlijk
voor de hand, een onderzoek naar het le
vensmiddelenprobleem in te stellen. Daar
toe staan veschillende wegen open. Om
dit vraagstuk op te lossen kan men groote
reserves opslaan. Of men kan overeen
komsten met buitenlandsche leveranciers
en met binnen- en buitenlandsche reede-
rijen over een gegarandeerde voorziening
in geval van oorlog sluiten. Deze laatste
weg doet echter de behoefte aan extra mi
litaire hulp ontstaaneen convooisysteem
en de bescherming van kust en havens
zijn noodig, om een afsnijden van dezen
aanvoer door den vijand onmogelijk te
I maken. Verder kan men er naar streven,
I de iheemsche levensmiddelenproductie
I als de veiligste weg der voedselvoorzie
ning uit te breiden. Hier zijn echter door
de geaardheid van den bodem en van het
klimaat en ook wel door economische
wetten zeer nauwe grenzen getrokken.
Het sluiten van genoemde leverantie-
contracten stuit eveneens op moeilijkhe
den. Want zelfs wanneer wij voor de be
langrijkste levensmiddelen dergelijke
overeenkomsten met overzeesche gebie
den zouden kunnen sluiten, blijft toch
nog altijd het transportvraagstuk op te
lossen. Het blijft de vraag, of men in oor
logstijd voldoende scheepsruimte zal kun
nen charteren. En wanneer dit het geval
is, is daarmee voor ons land nog niet de
mogelijkheid uitgeschakeld, dat een vij
and onze havens blokkeert. Daar echter
isie'
c
Heil
i d
■wd
vi
iisj
m
eefr
Cssef
öK
ee.’
ril:-
Ige
ter
zicj
d'
de:
eis-
ulj
zijd
ts i
11 1
,vid
va