I
I
NOVA-BIOSCOOP
8
k
ZZJK1EN ZIJN ZZtKDN
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU-
HERTOG EN OMSTREKEN
ONZE FEVILLETQM
1 UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
DE JONG BAADLE-NASSAU.
A
==EDELE HARTEN.=
Iets over conjunctuur en daar
mee samenhangende termen*
I
22 JANUARI 1938
33e Jaargang
No. 4
Im
Ss
(Wordt vervolgd.)
ll.
TELEFOON 2. BAARLE-NASSAU.
naamste factor van invloed op ieder land
afzonderlijk, maar de constellatie van het
economisch verkeer en de economische
verhoudingen onderling, zijn tegenwoor
dig zoodanig, dat men allereerst heeft te
zien naar de binnenlandsche toestanden,
en deze in verband moet brengen met de
buitenlandsche.
Zoo is het denkbaar, dat in het eene
land depressie heerscht en in het andere
hoogconjunctuur.
Daarnaast kan het voorkomen, dat vol
gens de aanwijzingen van den conjunc
tuurbarometer, gebaseerd op de ervaring,
een crisis zou uitblijven, terwijl de crisis
toch uitbreekt. In 1929 gaf de zakencurve
nog geen directe aanleiding tot ongerust
heid. Niettemin brak de crisis in volle he
vigheid uit. En thans zien wij in de geld-
curve geen aanwijzingen voor ernstige
storingen, en toch zijn die storingen dui
delijk aanwijsbaar in het economisch le
ven over het geheel genomen, en er is al
le aanleiding om de vraag te stellen of wij
niet reeds in een nieuwe crisisperiode
zitten, welke hopenlijk niet van langen
duur of groote hevigheid moge zijn.
Ten slotte willen wij nog iets zeggen
over z. g. conjunctuurpolitiek. Hieronder
is te verstaan een ingrijpen van de over
heid in het economisch leven met de doel
stellingen om door dat ingrijpen de sto
ringen, die wij kennen onder den naam
crisis en depressie, zooveel mogelijk te
verhinderen of te verzachten.
Heeft de staat hier een taak om de con
junctuur te stimuleeren ofte remmen al
naar gelang hij dit noodig acht voor het
algemeen welzijn.
Of moet de staat zich van inmenging
op dit gebied onthouden en aan ’t ver
wachte automatisme in het economisch
gebeuren overlaten zelf een evenwicht te
vinden na verstoorde verhoudingen door
hausse of crisis?
Het antwoord op deze vragen hangt af
van het antwoord op een andere vraag,
n. 1. of het economisch leven zich auto-
1 Wat de Olie is voor Uw motor,
Is de Advertentie voor Uw zaak.
Rijpheid van den man: dat is, den
ernst te hebben teruggevonden, dien
men als kind had bij het spel.
Nietzsche.
8
Ja; de gevangenis in, herhaalde Me
vrouw Wynn. Gelukkig heeft Marie den
man nimmer gekend, doch zij heeft zijne
vrouw gekend, een meisje, iets ouder dan
zij zelf: zij zijn samen in Brussel op
de kostschool geweest; toen Marie hoor
de, dat zij in benarde omstandigheden
verkeerde, moest en zou ze naar haar toe.
NatuurlijkDat is juist iets voor Marie.
Zij groeit er in, zulke tragedies tot het ein
de toe bij te wonen. De toestand van de
moeder was hopeloos; toen het kind
geboren werd stierf zijMarie nam ket kind
tot zich in plaats van het naar eene van
de weesimichtingen of een vondelingen
huis te brengen.
Mevrouw Wynn hield een oogenblik
stil, haalde de schouders op en besloot
hare rede met de woorden
En tot nu toe zit zij met dat wezen op
gescheept.
Deed zij dat? Nam zij het kleine, hulp
behoevende wicht van die ongelukkige
ouders tot zich; zij is een uit duizen
den - werkelijk, u heeft reden trosch te
wezen op zulk eene schoonzuster, zeide
James met ontroerde stem.
Zij was altijd een beetje zonderling
meisje, vatbaar voor allerlei indrukken;
mijnheer Wilson; zij was zoo eigenzinnig
en stijfhoofdig, dat zij nooit naar goeden
raad wilde luisteren, laat staan raad aan
nemen van oudere en verstandiger men-
schen, vervolgde Marie.
Hebben wij het niet reeds lang genoeg
over Marie Wynn gehad? vroeg Flora,
naar de piano toeloopende.
Zij ging voor het instrument zitten en
speelde een wilden, woesten galop,
vlugge, opwekkende muziek zonder die-
peren ondergrond daar hield zij van; plot
seling ging zij van den galop over in een
luchtig Franscg chanson, waarbij zij on
der het zingen James nu en dan coquet
aanzag en toelachte.
Deze evenwel stond in diep gepeins
verzonken en was blijkbaar ten eenemale
vergeten dat zij vlak naast hem zat.
Stond hij aan Marie te denken?
Crash gingen de handen van het ja-
loersche meisje over de toetsen; zij sloeg
zulk een valsch accoord aan, dat James
uit zijn gepeins wakker schrok en rilde,
i
.pTA -1
W’-Ü
matisch zal loswerken uit een bestaande
depressie; of noodzakelijkerwijze uit de
innerlijke structuur van de volkshuishou
ding een opgang naar betere conjunctuur
zal ontstaan.
Deze laatste vraag nu moet ontkennend
beantwoord worden. Om de depressie te
Beëindigen zijn bijzondere impulsen noo
dig, die wel gegeven kunnen zijn, doch
niet noodzakelijk aanwezig zijn in het de-
pressietijdperk.
Hieruit volgt, dat de overheid het als
een deel van haar taak heeft te beschou
wen om door doelmatig ingrijpen de op
heffing van crisis en depressie te bevor
deren.
Dit nu kan geschieden op velerlei wij
ze. De maatregelen, welke de staat in dji
verband zou kunnen nemen, vormen te-
samen datgene, wat onder conjunctuur-
politiek is te verstaan.
De conjunctuurpolitiek is in verschil
lende onderdeden te splitsen, zooals b. v.
handelspolitiek, monetaire politiek, aan
leg van openbare werken, bankpolitiek,
financieele politiek.
Ieder van deze onderdeelen der over-
want hij deed veel aan muziek en speelde
zelf prachtig.
Flora zag hem opschrikken en rillen,
doch zij had haar doel bereikt, door hem
er aan te herinneren, dat zij er ook nog
was.
Zij sprong op en verzocht hem, aan de
piano plaats te nemen.
U zingt ook, zeide zij. Dat moet! Laat
ons een duo zingen, hier uit dit boek: Eens
in Mei... Kent u dat?
James schudde het hoofd.
Neen, antwoordde hij. Ik kan niet zin
gen, juffrouw Desmond.
Doch hij zat voor de piano en liet na
een oogenblik aarzelens, de vingers over
de toetsen glijden, aan het instrument
eene zachte, droomerige en sleepende
melodie ontlokkende.
Flora schreed op hare zuster toe, liet
zich voor haar nedervallen en fluisterde:
Laat Marie niet hier komen; wijs haar
af! Oh! Marie! doe dat! Ik smeek het je!
Waarom? vroeg mevrouw Wynn ver
baasd, op fluisterenden toon.
Ik wil haar niet hier zien. Wat moet dat
met hen beiden worden?
Hij heeft geen geld en zij is onderwij
zeres. Hij is op haar verliefd, dat weet ik,
maar als zij elkander niet ontmoeten, zal L
•eel
hij haar wel vergeten en zijne liefde zal
wegsterven. Verzin maar iets, maar zeg,
dat je haar nu niet kunt ontvangen, drong
het meisje aan.
Nonsens, Flora! Je lijkt wel dwaas, je
druk te maken over het feit, of Marie en
mijnheer Wilson dan niet verliefd zijn!
Hij kan in geen geval iets voor je wezen,
je zegt zelf, dat hij een arm onderwij-
zertje is. Je moet beter trouwen. Mijnheer
Marchant bijvoorbeeld, die zou morgen
wel met je willen trouwen, als je hem
zoudt willen hebben, stelde hare zuster
voor.
Een man, voor wien ik letterlijk niets
voel, neen, dank je vriendelijk, en
zoo gierig dat hij mij zelfs in mijn kleed
geld zou nagaan en mij misschien een
dubbeltje per jaar speldegeld zou geven.
Ik ging nog liever dood, dan dat ik met
Marchant trouwde, zoo rijk als hij is.
Onwillekeurig was zij luider gaan spre
ken en James verstond den naam Mar
chant zeer duidelijk.
heidswerkzaamheid kan beschouwd wor
den als ’n deel der maatregelen ter stimu-
leering of remming van de conjunctuur.
In onzen tijd zien wij herhaaldelijk
voorbeelden van een en ander in schier
alle landen. Amerika b. v. voert een zeer
uitgesproken conjunctuurpolitiek.
Ook in on.s land is men de laatste jaren
steeds meer daartoe overgegaan. Nog on
langs is b. v. in de Tweede Kamer behan
deld de crisisinvoerwet, die een sterk
conjunctureelen inslag heeft. En voor
degenen, die de begrootingsdebatten volg
den, zal het eveneens duidelijk zijn, dat
de financieele politiek (begrooting, belas
tingen, geldleeningen) in belangrijke ma
te conjunctuurpolitiek kan zijn.
Met ’t bovenstaande hopen wij er iets
toe te hebben bijgedragen, dat de belang
stelling voor de conjunctureele vraagstuk
ken wordt verlevendigd. v. H.
ZONDAG 23 JANUARI om 7 uur.
(dus slechts een groote voorstelling) vertoonen wij U
-als eerste hoofdfilm: -
„TJHE SINGING KID”
met in de hoofdrol AL JOLSON, bekend uit de Zingende
Dwaas. Elf diverse soorten amusement. De film die elk
wat wils biedt. Als tweede hoofdfilm:
met in de hoofdrol: JOE E* BROWN*
WEDEROM EEN SCHITTEREND PROGRAMMA
Het zal den lezer duidelijk zijn, dat bo
venstaande algemeene verschijnselen nog
met verschillende andere zouden kunnen
worden uitgebreid. De voornaamste zijn
echter kort aangegeven.
Men heeft deze veschijnselen weten
schappelijk gegroepeerd en vergeleken,
waarbij men gebruik maakt van indexcij
fers en statische voorstellingen. Deze laat
ste vormen den grondslag voor de z. g.
conjunctuurbarometers, welke men regel
matig in de groote bladen kan aantreffen.
De conjunctuurbarometer wordt sa
mengesteld uit eenige, op statistische en
wetenschappelijke wijze vastgestelde cur
ven, welker verloop de mogelijkheid biedt
om den stand en het verloop in de naaste
toekomst van hetoconomische leven (van
de conjunctuur) te bepalen.
De Havard-barometer b. v. bestaat uit
3 lijnen (curven) genaamd de speculatie-
curve, de zakencurve en de geldcurve.
De speculatiecurve wordt bepaalt uit
de banksaldo’s van New-Yorkerbanken
en de koersen van de industrieele aan-
deelen.
De zakencurve uit banksaldo’s van
banken buiten New-York en de groothan-
delsprijzen.
De geldcurve uit de discontotarieven
voor goederenwissels.
Het Duitsche Institut für Konjunctur-
forschung heeft een meer ingewikkeld
barometersysteem.
Ongetwijfeld bieden de conjunctuur
barometers eenig houvast, doch men hoe
de zich voor een al te groot vertrouwen
in hun betrouwbaarheid voor de toekomst.
Immers er is, vooral de laatste jaren,
een steeds groeiend verschil in conjunc-
tuurbeeld in de onderscheiden landen.
(Men denke aan het streven naar econo
mische onafhankelijkheid). Vanzelfspre
kend is de wereldconjunctuur als voor-
V:
■'3'
I'
‘S
5SSS I1 niliiJ'rBKL 11 'Til I'T.
vtM