AKKERTJES
d. De crisisperiode.
Vrij plotselinge en scherpe daling van
de goederenprijzen. Op de effectenmarkt
heerscht eveneens baisse. De investeerin-
gen zijn tot het maximum opgevoerd. De
verscherpte crediet-en financiedngsmoeL
lijkheden leiden tot talrijke faillissemen
ten en reorganisaties. De geldmark^wordt
later ruim, echter is de factor vertrouwen
nog zoek.
Ondernemerswinsten loopen scherp
terug; toonen en salarissen worden reeds
verlaagd.
De goederenproductie zakt over de ge
heele lijn scherp in.
De invoer wordt belangrijk minder.
AKKER-CACHETS)
Binnenlaridsch overzicht
c. Hoogconjunctuur.
De geldmarkt wordt „verstijfd”: de
rentetarieven loopen op. Het wordt moei
lijk om crediet te verkrijgen. De effecten-
koersen dalen reeds. De goederenprijzen
bereiken het hoogtepunt of gaan daar
reeds over heen.
De ondernemerswinsten bereiken hun
maximum; de loonen en salarissen blijven
ongeveer ap het bereikte (intusschen ver
hoogde) niveau.
In de goederenproductie valt eenigen
teruggang te constateeren, hoewel de
verbruiksgoederenproductie nog blijft toe
nemen.
ding tusschen spaarkapitaal en investee-
ringen. Weer andere theorieën nemen als
oorzaak van de conjunctuur aan, de
overproductie of de onderconsumptie in
de maatschappij. Het is hier echter niet
de plaats om op de verklaring van het
conjunctuurverschijnsel nader in te gaan.
De conjunctuurleer verdeelt het eco
nomisch leven in verband met haar on-
derzoekingsobject in verschillende perio
den.
Ook hier stemmen de verschillende
schrijvers niet geheel overeen, doch in
den grond der zaak wijken de schema’s
toch niet veel van elkaar af.
Een veel gevolgde indeeling is die van
het Duitsche Institut für Konjuncturfor-
schung, n. 1.: a. depressie; b. opleving;-
c. hoogconjunctuur; d. crisis.
Ai deze termen kan men schier dage-
k^.... -- ._..UUlflL£Qmnien en tijdschriften ontmoe-.
j ten, zoodat het niet ondienstig schijnt om
I er even bij stil te staan.
a. De depressie of laagconjunctuur.
De depressie volgt op de crisis. De leek
is soms van meening dat er steeds crisis
heerscht als het over het algemeen slecht
gaat in de zaken en industrie, doch de
eigenlijke crisis is (overeenkomstig de let
terlijke beteekenis) meestal van korten
duur, de daaropvolgende periode van de
pressie, te vergelijken met algeheele
zwakte van den herstellenden zieke na
een doorstane ziekte, kan van langen duur
zijn.
De depressie is gekenmerkt door vrij
vaste prijzen op de goederenmarkt met
tendenz tot verandering naar beneden
eerder dan omhoog. De geldmarkt is over
vloedig, met lage rentetarieven, terwijl ’n
duidelijke voorkeur blijkt voor waardepa
pieren met vaste rente (obligaties) tegen-
over de dividend brengende waardepapie
ren (aandeelen).
De inkomens, zoowel vaste inkomens
als loonende salarissen, als de variable
inkomens, zooals de ondernemerswinsten
bevinden zich op een laag niveau.
De goederenproductie is ingezakt, in
het bijzonder de productie van machines
e.d. De invoer zal in het algemeen sterk
terugloopen; de uitvoer daarentegen ver
toont neiging tot vrij sterke toename,
b. De oplevingsperiode.
De opleving in de conjunctuurcyclus
is gekenmerkt door stijging der goederen
prijzen en effectenkoersen. In het bijzon
der de laatste, waarbij speciaal aandeelen
de aandacht hebben. Voorloopig blijft de
geldmarkt nog ruim; de rentetarieven vol
gen slechts langzaam de stijging der
goederenprijzen.
De ondernemerswinsten nemen toe, de
loonen en salarissen blijven meestal nog
achter.
De productie breidt zich uit, terwijl
de invoer sterk toeneemt. De uitvoer
schommelt om het in de depressie be
reikte punt.
Er valt credietuitzettlng over de gehee
le lijn te constateeren. (Rol der banken).
’k Zou zoo zeggen
’k Zou zoo zeggen, dat de prediker der
oudheid wel gelijk had, toen hij beweerde
dat er niets nieuws onder de zon was,
want dat alles, wat er is, alreeds ge
weest is.
Wij werden daar dezer dagen nogeens
aan herinnerd, toen we naar aanleiding
van ons meer dan eens herhaald wijzen
op de noodzakelijkheid, dat op de kalkS
behoefte van den bodem gelet wordt, een
brief van een belangstellende lezer kre
gen via de uitgevever van de krant.
Deze briefschrijver was het met ons
eens, dat het eisch van goed boeren of
tuinen is, dat men let op een goede kalk-
toestand van de grond.
Natuurlijk kan men geen adviezen van
ons verwachten. Dat doen we nu eenmaal
niet en dat gaat ook niet. Voor ieder be
drijf, voor ieder gewas en voor ieder stuk
land is de behoefte aan verschillende
plantenvoedende stoffen weer verschil
lend, hoogstens kan men algemeen wen
ken geven. Maar een goed ontwikkelde
boer of tuinder kent zijn bedrijf of leert
het wel kennen. Hij heeft zoo nu en dan
eens een kleine herinnering noodig, om
bij het vele, dat voor het goede voeren
van zijn bedrijf door zijn hoofd moet gaan,
bepaalde dingen niet te vergeten. Dat is
m
bevredigende
(Nadruk verboden)
VER KOOP CENTRALE
KRING BREDA N.C.B
Varkens ’t Was deze week, óverhel gehee
genomen een slappe boel. De aanvoeren waren
overal wat ruimer, terwijl de prijzen, nagenoeg
over de geheele linie, wat lager waren. Ook de
slachthuizen waren minder vlot gestemd
Ondanks deze minder gunstige marktberich
ten, konden we de prijzen voor onze leden, over
de geleverde varkens van deze week handhaven
n 1. 6061 ets, enkele uitzonderingen daar
gelaten. Wij geloven ook thans nog niet dat er
in de naaste toekomst groote pi ijssehommelin-
gen te verwachten zijn.
Onze opgave werd geheel geruimd.
Vervolgt.
'li&oo Grieperig
if Zoo rillerig, zoo koortsig, geen
wonder met dat slechte gure
weer en al die zieke menschen
om U heen. Weest Gij echter
verstandig en neem dadelijk
'n "AKKERTJE" en vanavond
voor 't naar bed gaan weer 'n
"AKKERTJE" (Akker-Cachet).
Tien tegen één dat Ge daar
mede alle narigheid voorkomt
en morgen gezond en frisch
opstaat, want de "AKKERTJES"
werken buitengewoon bij griep,
gevatte koude, rheumatische
pijnen, spier- en zenuwpijnen.
Verdrijven ook direct hoofd
pijn, migraine, tand-en kiespijn.
“Per 12 stuks slechts 52 cent.
Nogmaals het initiatief van minister Pa-
tijn inzake de erkenning van den Keizer
van Ethiopië. - De interpellatie-Vorrink
- Het minutieuse onderscheid: in feite of
rechtens - De onderhandeling worden
voortgezet. - Een Nederlandsch schip ge
torpedeerd.
Onder opvallend groote belangstelling heeft
Dinsdagmiddag ineen speciaal daartoe bijeenge
komen vergadering van de Eerste Kamer de heer
Vorrink zijn interpellatie gehouden over den stap
van minister Patijn inzake erkenning van de ver
overing van Abessinie door Italië. Zooals onze
lezers weten, heeft dit initiatief zoowel in ons land
als buiten onze grenzen veel stof'doen opwaaien
en is het op zeer verschillende wijze beoordeeld.
Dat onze regeering er eigenerbeweging toe zou
willen overgaan, een toestand, die door groote
wreedheid en door schreeuwende onrechtvaardig
heid in de wereld is gekomen, officieel te erken
nen, heeft bij het groote publiek, dat zich in ge
zond rechtsgevoel steeds aan de zijde van het
onderdrukte Abessijnsche volk en zijn beklagens-
waardigen heerscher heeft gesteld, over het al-,
gemeen geen gunstigen indruk gemaakt. Een re
geerder evenwel heeft zich door andere dingen
dan een gekwetst rechtsgevoel te laten leiden.
Hoe zeer hij ook begaan mag zijn met het lot van
het onderdrukte volk, er komt een tijd, dat de
nieuwe toestand dit hebben ook de tegenstan
ders van het genomen initiatief volmondigerkend
als niet meer te veranderen worden aanvaard,
wil men geen aanleiding tot nieuwe wrijving en
conflicten scheppen. Dit oogenblik achtte onze
regeering thans gekomen. Twee gewichtige ar
gumenten pleiten er voor den stap van minister
Patijn. Allereerst het belang,.dat ons land heeft,
bij het herstel van normale betrekkingen met een
groote mogendheid als Italië, doch daar boven
uit het veel grootere, internationale belang, dat
'gediend wordt door eiken maatregel, diéde goede
verstandhouding tusschen de Europeesche lan
den kan bevorderen. En dat het genomen initia
tief een nuttige stap is in die richting, daarvan is
onze regeering overtuigd. Meer nog dan ons land
alleen is geheel Europa gebaat bij een terugkeer
van Italië in het normale verband der staten. De
vraag kan hier opgeworpen worden: lag het op
de weg van Nederland, hierin het initiatief te ne
men? De heer Vorrink in zijn interpellatie meent
dat ons land zich hiermede teveel op den voor
grond heeft gesteld, doch Minister Patijn voerde
hiertegenaan, dat van dezelfde sociaal-demo-
cratische zijde in den tijd dat er sprake was
van sancties tegen Italië, werd aangedrongen op
meedoen van Nederland in de voorste gelederen.
De heer Vorrink ontkent tevens het groote belang
van ons land bij een gezantschapspost te Rome
hij meent, dat wij evengoed door een legatiese-
cretaris vertegenwoordigd kunnen zijn en herin
nert aan den toestand, die op dit punt reeds 20
jaar met Rusland bestaat, zonder dat dit een be
lemmering vormt voor onzen handel. Het moet
gezegd, dat minister Patijn op de desbetreffende
vraag van den heer Vorrink een zeer vaag en
weinig zeggend antwoord heeft gegeven, doch te
verwonderen is dit niet. Immers is, zooals wij
reeds opmerkten, niet de benoeming van een ge
zant het eigenlijke motief tot den stap geweest,
doch de vrede en goede verstandhouding in
Europa. Zooals ook bij de legeruitbreiding onze
regeering zich vooral heeft laten leiden door over
wegingen van internationalen aard, één zwakke
plek in West-Europa kan den vrede in Europa in
gevaar brengen zoo heeft ook thans de inter
nationale beteekenis van een feitelijke erkenning
der Italiaansche veroveringen in Abessinie bij het
nemen van dit initiatief vooropgestaan. En de
kans dat een dergelijke erkenning.een algemeen
ontspanning in Europa ten gevolge zal hebben,
moet zoo groot worden geacht, dat daardoor de
„onbescheidenheid’’ van Nederland om zich hier
in op den voorgrond te stellen, wordt gerecht
vaardigd.
Het bezwaar van den heer Vorrink, dat het ini
tiatief ongunstige gevolgen zou kunnen hebben
onder de inheemsche bevolking van onze koloni
ën, lijkt eenigszins overdreven. Daarvan is tot
nog toe niets gebleken, terwijl er nu toch al lang
genoeg over geschreven en gesproken is. In zijn
drie volgende vragen raakt de heer Vorrink aan
den principieelen kant van de zaak. In de eerste
plaats acht hij het initiatief in strijd met onze Vol-
kenbondsverplichtingen, terwijl h’ij verder van
meening is, dat de beoogde erkenning de facto in
wezen juist een erkenning de jure en dat zij in
strijd is met den „positief Christelijken” grond
slag van het kabinet. Dit is wel het meest neteli
ge deel van deze heele netelige kwestie, een deel
ook waarover de meeningen wel zullen blijven
verschillen. Men kent het standpunt van minister
Patijn, dat hij in antwoord op de vragen van den
interpeilent nogmaals uiteenzette. Het initiatief
om via overleg met de Oslostaten gezamenlijk
stappen te doen bij de groote mogendheden En
geland en Frankrijk om te komen tot een alge-
meene erkenning van den feitelijken teestand in
Abessinië, is niet in strijd met onze Volkenbonds-
verplichtingen. Door het falen van de sanctiepoli-
tiek van den Volkenbond ontstond de toestand
zooals hij thans is en die nu niet meer te verande
ren is. Zich bij dezen toestand neer te leggen en
dit te bekrachtigen door den huidigen heerscher
een titel toe te kennen, wil niet zeggen, dat men
de wijze, waarop deze toestand geschapen werd,
goedkeurt. Integendeel, deze blijft ook onze re
geering ten sterkste afkeuren, doch aan het feit
verandert dit niets. Moreele beginselen worden
dus niet geschonden en minister Patijn heeft den
bewusten stap in volle overtuiging als „positief
Christen” gedaan.
Daar de heer Vorrink de Kamer geen uitspraak
heeft gevraagd en hij de regeering niet heeft kun
nen bewegen, van verdere onderhandelingen af
te zien, zullen de besprekingen met de Oslostaten
dus worden voortgezet. Of deze tot het beoogde
doel van een gezamenlijken stap bij Engeland en
Frankrijk zullen leiden, moet'worden afgewacht.
Naast deze belangrijke kwestie treden de ove
rige gebeurtenissen van deze week eigenlijk ge
heel op den achtergrond. Slechts dient vermeld
te worden, dat thans ook een Nederlandsch schip
het slachtoffer is geworden van een dier geheim
zinnige duikbootaanvallendie van tijd tot tijd
nog steeds de Spaansche wateren verontrusten.
Het s. s. „Hannah” van een Rotterdamsche ree-
derij werd tusschen Valencia en Alicante zes mijl
buiten de kust getorpedeerd dooreen onbekenden
onderzeeër, doch gelukkig konden alle opvaren
den, daar het gebeurde van de kust af was waar
genomen, worden gered.
Besluiten wij ons overzicht met het vermelden
van de benoeming van Eduard van Beinum tot
tot eersten dirigent van Het Amst. Concertge
bouworkest.
Wat de gebruiksveehandel betreft, schijnen
we alweer over het „doode punt” heen te zijn.
De stille periode, die gewoonlijk om en bij
nieuwjaar het hoogte- of eigenlijk laagtepunt be
reikt, heeft weer plaats gemaakt voV een tikje
meer leven op de gebruiksveemarktelL Er zijn
evenwel heel weinig weken geweest in dezen
winter, dat de handel absoluut lusteloos
want er is regelmatig nog een bevredigende
omzet geweest.
Reeds vorige week Dinsdag was er te Rotter
dam en elders al wat meer kooplust te bespeii-
reg en dit was vooral voor goede gebrtiiksbees-
ten het geval. Woensdag te Den Bosch bij een
tamelijk kort aanbod een flinke belangstelling
en vlotten handel Te Leeuwarden was Vrijdag
eveneens een vlugge handel en alles wat duur
der Te Zwolle en Leiden evenals Zaterdag te
LTtrecht slepend duur. Alles eerder nog wat stij
ver in prijs Vooral wat betreft goede kalf- of
versch gekalfde koeien, Jong vee ging stug In
verhouding tot de melkprijzen is het gebrtiiks-
vee meer dan duur genoeg en zoolang de teelt-
beperking gehandhaafd blijft, zal dat wel zoo
blijven. Ook het magere vee voor de mesterij is
wat te hoog in prijs Vooral nu de voederprij
zen zoo stijgen is de mesterij in een zeer moei
lijk parket gekomen De weideis verwachten
blijkaar dit voorjaar hooge prijzen, want er zijn
er nu reeds die materiaal aankoopen en tijde
lijk uitbesteden Dit gebeurt wel altijd, maar
niet in zulk een mate als op ’t oogenblik, naar
het ons voorkomt.
De slachtveemarkt is de vorige week voor de
goede kwaliteiten zeer vast geëindigd, doch de
mindere soorten werden wat moeilijker ver
kocht.
De inzet is deze week met wat ruimere aan
voeren, zoowel te Rotterdam als te Amsterdam
iets stroever en even gedrukt in prijs, vooral te
Rotterdam.
De stierenmarkt verliep einde vorige week
tamelijk ving en algemeen flink prijshoudend.
De vette kalverenmarkt eindigde vorige week
kalm prijshoudend te Leeuwarden, doch te Lei
den zeer duur, ofschoon er geen beste kwaliteit
aanwezig was.
De nuchtere kalverenmarkt was algemeen
weer redelijk vlug en flink prijshoudend; alleen
Zaterdag te Utrecht bij afloop wat gedrukt in
prijs Graskalveren voor den dood ving en stij
ver in prijs
De varkensmarkt eindigde vorige week prijs
houdend te Leeuwarden, ofschoon met Aanwen
afloop. Maandag waren de aanvoeren over de
geheele linie flink met een stroeveren handel
en gedrukte of iets lagere prijzen. Aan de
slachthuizen ook een ruimer aanbod en iets
lager in prijs.
De magere varkensmarkt was einde vorige
week zeer duur. In ’t bijzonder voor de biggen
was zulks het geval