FE WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ lh DE JONG EiAAQLE-NASSAU 0 De man met den Rooden Baard. 30e Jaargang 2 NOV. 1935 No. 43 I VAN WEEK TOT WEEK. Buitenland. 29 October 1935. Italië is op het moment weer in Abbes- synie aan het oprukken. Enkele weken van uiterlijke inactiviteit zijn achter den rug. Het gaat met de operaties van den Duce niet erg naar wensch. Men tracht de hoera-stemming er een beetje in te houden, maar het geheel maakt een matte zelfs wanhopigen indruk. Dat Rome tracht om op handige wijze vredesonderhandelingen te openen, is voor de troostelooze Italiaansche toekomst inAbessynie een duidelijk bewijs. Pres- Amerikaansch Defectieve Roman ken groet tot Jenny. Blijkbaar stond hij in zeer vriendschappelijke betrekking tot Karei en Jenny. Hebt gij ook al die sensatiemakende moordgeschiedenis gelezen? vroeg hij naar de courant wijzende, die op de tafel lag. Ja, zei de jonge detective met zijn hoofd knikkende, dat is al een vreeselijk lage streek. Daar hebt gij wel gelijk in, zei Brunt. Zoudt u denken, dat men den moorde naar zal ontdekken? zei Jenny hem in de rede vallende. Zeker wel, als uw broeder de zaak bij de hand neemt, maar ik hoop dat hij het niet zal doen. En waarom niet? vroeg Karei heftig. Hm, mijn beste jongen, het is een ge vaarlijke onderneming, weet ge dat wel. Smith lachte spotachtig. Wel, wel, Clemens Brunt, kent ge mij zoo slecht, dat ik me ooit door een gevaar zou laten afschrikken om mijn plicht te doen. Neen, zoo bedoel ik het niet; maar het is hier een geheel andere zaak. Er wordt gemompeld, dat vier mannen zich aan deze misdaad hebben schuldig gemaakt en dat zij behooren tot een groote bende, Binnenland. 29 October 1935. Het gaat nog niet erg goed met ons landje. De economische conjunctuur is nog niet gedraaid. Wij bevinden ons nog steeds in den cirkel en onze regeering ziet nog niet het doeltreffende middel om eruit te geraken. Wanneer men haar po litiek aanvalt, verweert zij zich door te wijzen op hetgeen zij gedaan heeft en op de moeilijkheden om ons van het buiten land afhankelijke landje door de stormen te loodsen. Critiek op haar beleid vindt zij niet aangenaam, terwijl het kernpunt van die critiek, nl. voor of tegen devaluatie niet mag worden aangeraakt. Wij zijn al zoodanig verblind, dat het spreken over muntwijziging als een a-nationale daad wordt beschouwd. Toch zal men zich hierover moeten uitspreken. Het is DE basis voor een herstel. Want men mag nog zooveel doen voor industrialisatie, voorexport-expansie, het hoofdpunt blijft het hooge prijsniveau ten opzichte van het wereldprijspeil. Landen die hebben gedevalueerd, zooals Belgie beginnen zich aan dat wereldprijspeil aan te passen. Wij blijven er echter boven uitsteken. Wij zoeken naar nivellatie in het binnenland door extra-zware heffin gen (de landbouwcrisis-maatregelen bijv, en wij denken, dat wij het daardoor zullen kunnen winnen. Wij exporteeren tegen de wereldprijzen, zelfs eronder. Het groo- ie verlies, dat daarop wordt geleden, ver deden wij over de binnenlandsche con sumenten, gevolg, dat het buitenland op uiterst goedkoope wijze onze hoogwaar dige producten geniet en wij er slechts tegen buitensporig hooge prijzen kunnen aankomen. Ons binnenlandsche prijspeil komt on der geen beding op deze wijze naar bene den. De andere landen hebben dit echter wel tot stand gebracht en daardoor scha kelen wij ons hoe langer hoe meer uit. bieden te bewerken en nieuwe te zoeken. Daarbij worden naar systemen gezocht, die ontdaan zijn van de euvelen, aan vroe gere systemen verbonden. In het alge meen kunnen wij, tenminste naar de voorloopige vrij vage gegevens te oordee- len, niet met het voorstel wegloopen. Wij zijn voorstanders van een deugdelijk in gericht export en importbereau. Het on derhavige monopolie is echter ten slotte niets anders dan een proepering van ver schillende exporteurs om een regeerings- centrale, waarbij de kosten aan de explo ratie verbonden, op hepaalde wijze wor den omgeslagen, terwijl tevens rekening wordt gehouden met producentenbelan- gen. Exporteurs, op speciale wijze door het monopolie erkend, kunnen slechts uitvoeren, wanneer zij producenten licen ties hebben gekocht. Eiken erkenden pro ducent ontvangt een quotum en deze quota zijn opkoopbaar. Waarom vra gen wij ons af wordt opnieuw een der- gelijken omslachtigen weg betreden? Het zou wellicht eenvoudiger zijn wanneer een centrale naar nieuwe afzetgebieden zoekt, de opgedane ervaring publiceert pnder de aangeslotene tegen bepaalde kosten en dan met belanghebbenden te 'fttde gaat over de manier, waai op üezc nieuwe gebieden kunnen worden be werkt niet veel aan je hebben, want zoodra gij maar iets hoort of leest omtrent een mis daad, zit gij er dadelijk achterheen. Och, als ge eens wist, hoe bang ik me altijd maak, dat je iets zal overkomen. Klein zottinnetje, zei Smith lachtend. Hoe kunt ge nu dadelijk zoo angstig zijn! Mij overkomt niets, maar alleen de hee- ren spitsboeven, die wij daardoor beletten hun handwerk verder uit te oefenen. Den laatsten keer, wel is waar, zijn zij ons te vlug af geweest; wij hebben tot nu toe de moordenaar van Kapitein Booth nog maar altijd niet kunnen vinden. Misschien is het dezelfde die deze vermetele daad heeft uitgevoerd. Gij zegt immers, dat het een diefstal op den spoortrein is? Ja, en nog zelfs erger dan dat dief stal met moord, Een moord? fluisterde Jenny rillend. Een echt gemeene verraderlijke moord De schurken hebben den weerloozen postambtenaar overvallen, gedood en toen 30.000 dollars ontstolen. Hoe vreeselijk! ’t Is een ongehoord onbeschaamde daad, waarvoor waarschijnlijk de gheele politie op de been zal komen. Kent gij de naam van den vermoorde? Er is een behoorlijke hoeveelheid werk in de wereld te verrichten. Dit werk wordt verricht, helaas door anderen. Ons geweten begint te ontwaken. Wij beginnen te beseffen, dat wij de komende generatie een uiterst slechten dienst heb ben bewezen. Dit geweten spreekt o. a. in de persoon van Minister Dekkers, die ge leidelijk een geheel nieuw landbouwcri sissysteem begint te ontwikkelen Hij kan natuurlijk niet ineens ingrijpen. De koers verandering echter is duidelijk en opval lend. Het baconcontract is opgezegd. De extra heffing op de varkensaccijns is te niet gedaan, pogingen worden in het werk gesteld om de overheidsbemoeienis met den boer in te krimpen. De minister snijdt excessen in de personeelbezetting bij de verschillendecrisisbureaux uit. De klei ne boeren moeten er onderuit worden ge haald, en meer profiteeren van de geboden steun. Er begint een nieuw wind te waaien. Maar en wij kunnen daarop niet ge noeg hameren niets helpt wanneer men ons prijspeil niet grondig weet te ver lagen zonder eenzijdig slechts loonen en pensioenen te drukken. De regeering be gint onze scheepvaart te steunen. De Hol land Amerika lijn krijgt zijn tweede Sta tendam over de saneering der Koninklij ke Hollandsche Lloyd wordt beraadslaagd Zijn het hier echter niet de vrachten en de passage-tarieven, welke het laatste woord spreken? Men kan toch niet alles door heffingen zien te verbeteren? Binnenkort zullen de verschillende vi tale wetsontwerpen in de kamer worden behandeld. De begroeting, de bezuinings- wetten in de begrooting verwerkt en het zoo gevaarlijke lasten-ontwerp. Spannen- nende tijden zijn ongetwijfeld opkomst. Het boter-exportmonopolie, door de commissie, destijds ingesteld door den oud-Minister Steenberghe, als wensche- lijk aanvaard, valt vermoedelijk niet in het kader van den huldigen minister. Dit export-monopolie tracht de oude afzetge- tige-overwegingen nopen Mussolini de noodige voorzichtigheid te betrachten en het Volk met groote woorden de werke lijkheid te verbloemen. De sancties tegen Italië drukken den Duce meer dan hij ©ogenschijnlijk laat blijken. Italië zal eco nomische sancties aanvaarden, zegt hij. De buikriem moet dan maar nauwer wor- dsn aangehaald. Toch is het voor hem een leelijke streep door de rekening. Het economische en hetfinancieele bankroet dreigt; boven dien zijn de Abessyniërs een harden noot gebleken om te kraken, De vredesonder handelingen betreffen nog slechts voor- deelen voor Italië. Verschillende provin cies, zooals Tigre moeten worden afge staan, maar de Negus zegt: „neen” en hij zal zoolang mogelijk doorvechten. Dit is geen bluf. Abessynie trekt nog steeds te rug in bijna onneembare stellingen. De munitie-aanvoer kan plaats vinden langs de grenzen met Engeland’s bezittingen, zoowel in het Oosten als in het Westen, Noorden en Zuid-westen. Het is natuurlijk mogelijk, dat Italië vredespogingen doet om sancties te kun nen uitstellen, en de tijd het werk der splijtzwammen te laten doen. Maar hier tegenover vindt hij Engeland. Londen wil geen uitstel van sancties. De Engelsche Regeering vindt de Italiaansche voorstel len onaanvaardbaar. Nu zijn er verschil lende mogelijkheden. Italië kan werkelijk de bedoeling hebben vrede te sluiten, be merkende, dat Abessynie nagenoeg on- overwinbaar is. Het kan ook zijn, dat het een handige poging is voor uitstel zooals hierboven gezegd. Ten slotte is het ook mogelijk, dat er aanwijzingen zijn, dat Abessynie blij zou zijn om met opoffering van enkele provincies een einde aan den oorlog te maken. Wij voor ons denken aan het eerste geval. De strijd is moeilijkmen schiet niet voldoende op, terwijl over en kele maanden de regentijd weer een aan vang neemt. Bevoegden hebben gezegd dat Italië op zijn vroegst na drie jaar Adis 1 Wel, mijn hemel, dat is nu toch het onbeschaamdste wat ik nog ooit gehoord heb! Karel Smith wierp de ochtend-cou- rant op tafel en begon met groote stappen in het vortrek op en neer te loopen. Hij was een van de handigste detectives uit het land, door alle misdadigers gevreesd, en wijd en zijd bekend om zijn ijver, zijn scherpzinnigheid en zijn moed. Zijn zuster Jenny, een mooi meisje van negentien jaar, dat zeer veel op hem ge leek, keek verwonderd van haar naaiwerk op, toen zij zijn uitroep hoorde, Wat is er nu weer Karei? vroeg zij nieuwsgierig. Wat er is? herhaalde hij, voor haar staan blijvende. Wel, alweer een diefstal en nog wel op den spoortrein. Vreeselijk! hernam het jonge meisje zuchtend. Dan zal ik deze week ook wel vroeg Jenny een oogenblik later. Zeker, ,t is de arme Claver. Het meisje sprong ontsteld op. Wat Claver? riep ze verschrikt uit. O, dat is toch al te. vreeselijk! Ik kan u niet half zeggen Karei, hoe naar ik dat vind, voeg de zij er droevig aan toe, Claver was al tijd een goed vriend voor ons en boven dien zoo stipt in zijn dienst. Ik had eerst willen vragen deze week bij mij te blijven maar nu moet je natuurlijk gaan. Ja, dat zal ik ook, hernam Smith met fonkelende oogen, en ik zal niet rusten voordat ik den lafhartigen moordenaar gevonden heb, want Claver was mijn vriend. Hij heeft mij eens een grooten dienst bewezen, waardoor hij zich veel onaangenaamheden op den hals heeft ge haald. ’t Is dus niet meer dan mijn plicht, dat ik zijn dood ga wreken. Terwijl hij nog sprak, ging de deur open en trad een man van ongeveer vijf- en veertig jaar met donker haar en een donkere baard het vertrek biunen. Ik stoor toch niet? vroeg hij op den drempel staan blijvende. Volstrekt niet, beste Brunt, gij zijt ons altijd welkom hernam Smith hem de hand toestekend. Brunt schudde die krachtig en wendde zich toen met een vriendelij- M BAARLE S NIEUWS EN ADVERTENTIE BLAD A

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1935 | | pagina 1