was FE WEEKBLAD VOOR BAADLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ DE JONG 5AAPLE-NASSAU 0 De Prinses van den Vuurtoren, 30e Jaargang 19 OCT. 1935 No. 41 s 3 3 VAN WEEK TOT WEEK. •1 de n, El S a El El u e- n. nt ;n Ik het fokzeil opzetten, kapitein! Aan de bevelen van den jeugdigen commandant werd, op een wenk van den kapitein, dadelijk gevolg geven. Ralf moest zijn aandacht geheel wijden aan de verraderlijke zee voor zich, anders an ders zou hij zijn gedachten gaarne heb ben laten gaan naar het eiland. Waarom weigerde het licht van den vuurtoren? En juist in deze nacht? Wan neer het toeval hem niet op dit schip ge bracht had, wie weet, of schip en beman ning dan nu al niet vergaan waren. God zij dank, tot nu toe had hij een on geluk kunnen voorkomen, maar nu moest hij ook zijn volle opmerkzaamheid en te genwoordigheid van geest bewaren. Hij had niets anders om den koers van het schip te bepalen, dan de berekening van de snelheid van de vaart, waarom hij ook geen verandering in het tuig liet aan brengen, de richting van den wind, de aanwijzing van het lood, en de druk van het roer, dat hem zei of hij in de richting Binnenland. 15 October 1935. Er is betrekkelijk weinig binnenlandsch economisch nieuws te vermelden. Ons land zal zich bij eventueele sancties te gen Italië aansluiten, tenminste, wat het economische gedeelte betreft. Van mili taire sancties zullen wij vanzelfsprekend niets willen weten, trouwens wat zouden wij kunnen uitrichten. Geen enkel groot land zal dit dan ook van ons verwachten. De economische sancties zullen voor ons, als land in zijn geheel genomen, niet zoo pernicieus zijn. Wel voor verschillende individueele belangen, zooals bv. voor de haven van Rotterdam, die den door voer opnieuw zal zien terugloopen. Eerst was er sprake van een uitvoerverbod van olie en olie-derivaten, den doorvoer inbe grepen. Hiertegen zijn echter steekhou dende bezwaren ingediend en de Regee- ring heeft deze bezwaren als juist erkend. De betreffende bepalingen zijn veel mil der geworden en men zal den loop in de practijk moeten afwachten. Intusschen is een wet aangenomen, waarbij de Regee- ring gemachtigd is uitvoerverboden in hetjeven.te roepen,, wanneer dit nocdza- kelijk is ingevolge internationale samen werking, een oorlog te voorkomen of te doen beëindigen. Dit natuurlijk in ver band met mogelijke verdere sancties. De oorlogspsychose heeft geleid tot hamsieren. Velen hebben gedacht aan de situatie van 1914 en al mag men hamste ren onverstandig en foutief vinden, de gevolgen van het niet-hamsteren in den wereldoorlog waren nu niet zoo aange naam. Zij, die zich eenigermate voor den komenden bui gedekt hebben, zaten be ter in hun spullen dan degenen, die er niet aan hebben medegedaan. De winke liers zien hun omzetten vermeerderen, hetgeen voor hen zeer welkom genoemd mag worden. Bovendien beginnen grond- stoffenprijzen en die van verschillende levensmiddelen, zooals thee, suiker, kof fie etc. te stijgen. Stijgende prijzen prik kelen de ondernemingslust en het kan geen kwaad, dat een dergelijke prikkel weer is ontwaakt. De hamsterbeweging en de stijging der algemeene prijzen komen in den tijd van de Middenstandsactie, de Mica. Deze Mi ca moet, volgens diverse inlichtingen, succes hebben. Er bestaat ook een flinke actie en een bevredigende deelname. In vele plaatsen van ons land is de kooplust van het publiek gestegen en men ver heugt zich over de pakkende en goede etalages. Het zou jammer zijn, indien de middenstanders deze actie niet benutten om tot grootere samenwerking te komen, ook plaatselijk. Het nut van dergelijke ge zamenlijke propaganda-campagnes mag niet worden onderschat. De middenstand is ontwaakt en gezorgd moet worden, dat hij niet opnieuw gaat inslapen. Een nieu we sera is ingeluid, de ontkenningen van de liberaal-economisch georiënteerden ten spijt. Zonder samenwerking komt men niet ver, en zonder nog tot ordening te besluiten, hetgeen een vaag denkbeeld is, al beginnen de uiterlijke vormen zich te concretiseeren, is een beetje ordening niet kwaad. Grootsche pogingen in deze richting zullen voorloopig nog schipbreuk moeten lijden, tenminste zoolang de Re- geering zich er met den sterken arm niet mede bemoeid. De ordening in de schoe nen- en leerbranche, is uiteindelijk mis lukt, terwijl die in de maalderijen nog geen aanleiding geeft tot juichen. In het jongste verslag van de Korenschoof wordt gewezen op het nut, dat de maalcapaci- teit in ons land niet wordt uitgebreid, maar men heeft niet getornd aan de con currentie. Deze is nog steeds scherp met lage en niet loonende prijzen. In de bak kerijen is men aan een ordening bezig. Wanneer ook hier de Regeering afzijdig blijft, zal deze poging wel niet kunnen gelukken. De N.S.B. heeft den grooten landdag in den Haag gehouden. Om het even of men fel tegenstander van deze beweging is of aanhanger, ontkend kan niet worden dat vele door Ir. Mussert gesproken woor den, schreinende waarheid bevat, vooral toen hij zich richtte tegen onze lauwheid ten opzichte van Indië. Het bezit van In- dië is op den langen duur ongetwijfeld in gevaar, tenminste wanneer wij niet zor gen voor een efficiënte verdediging en voor een economische openlegging van nog achterlijke gebieden. Dit spreekt te- van den wind naderde of daarvan afweek. Iedereen op het schip voelde, dat zijn leven en het lot van de brik in handen van den jongen man was, die onbeweeg lijk aan het roer stond. Sterker dan het fluiten en gieren van den stormwind was nu het doffe gebrul van de golven, die braken op de talrijke klippen; grillig wer den de schuimkoppen verlicht door den bliksem. Zoo verliep minuut op minuut, waar van elke een eeuwigheid scheen; onafge wend keek de kapitein naar den man aan het roer, maar hij eiken bliksemschicht zag hij steeds de zelfde vaste, rustige uit drukking op zijn gezicht Nu moest men nog het laatste, het zoo genaamde slangenrif passeeren; ’t zette zich in twee, wijd uiteenlopende vertak kingen voort en gold voor een der gevaar lijkste. Ralf’s borst ging zwaar op en neer, niet uit vrees, maar onder den druk der zwa re verantwoordelijkheid, die hij op zich 24 Wat gevaar! stoof de kapitein op, in zijn zeemanstrots gekrenkt; voorloopig zijn we nog in open water! We zijn midden inde branding! Het eerste rif ligt achter ons, we zijn er maar net over gekomen, het tweede ligt twintig vaam voor ons uit, wij houden er juist op aan, we moeten drie a vier streken naar kakboord afhouden! De kapitein bekeek den matroos van nabij in ’t zwakke licht van een lantaarn. Ik moet je in je gezicht zien, Petersen riep hij uit, spreek de waarheid? Ik heb nog nooit gelogen van mijn le ven, kapitein, antwoordde de aangespro kene op rustigen, vasten toon. Mensch, weet je ook welke verant woording je te dragen hebt? Ik weet ’t kapitein, antwoordde de an der, hem met rustigen helderen blik aan ziende. Nu, dan zul jij het schip sturen, Peter sen! Moor zoo waar ik Erickson heet, ik waag te veel! Hij ging met den jongen man zelf naar het stuurrad. Kapitein, hij luistert slecht naar het roer, merkte de roerganger op. Laat Petersen eens aan het roer, hij kent den weg hier! De jonge matroos had het roer al ge grepen en met reuzenkracht omgedraaid. Een halve minuut mocht er verloopen zijn, toen het schip een lichten stoot kreeg, maar 't volgend oogenblik stampte het weer in het vrije water. Wat was dat? riep de kapitein gejaagd. ’t Was hoog tijd, dat we afhielden! We zijn maar net den dans ontsprongen. Laat bovendien weigert te vertrekken. Men schrijft dit aan de eene zijde toe aan het feit, dat nog niet alle Italiaansche consuls vertrokken zijn, zoodat hij als „kapitein” het laatst zijn post wil verlaten. Doch van anderen kant beweert men, dat hij niet naar Italië durft terug te keeren in ver band met zijn onjuiste aanwijzingen om trent de Abessynische mentaliteit. Dit zou niet behoeven te bevreemden, daar al enkele malen gezegd is, dat de Duce verkeerd over Abssynië zou zijn ingelicht. In het algemeen ziet het er in Europa niet meer zoo stormachtig uit. Memel, waar de verkiezingen sterk in het voor deel van Duitschland zijn uitgevallen, behoort niet meer tot een der gevaarlijke stormcentra. De tijd heeft hier al heel wat geheeld, gelijk destijds ook het geval was met de Corridor, de Saar en vroeger met de fantastische Duitsche herstelbe talingen. Tal van financieele experts heb ben destijds dagen zoek gebracht met het opstellen van ingewikkelde schuld-bere- keningen en annuïteiten, alhoewel men achter de schermen wel wist, dat er niets van terecht zou komen. De wereld wil bedrogen zijn en de massa moet den in druk behouden van ernst, al vinden de leidende staatslieden het geheel een farce. De regeeringswisseling in Griekenland heeft tot dusver niet den minsten invloed en zelfs al zou de monarchie in dat land worden hersteld, dan nog zullen de groo- te naties zich daarvan weinig aan trekken. Oostenrijk, Hongarije houden zich rus tig, terwijl Duitschland haar strikte neu traliteit heeft uitgesproken. Of Duitsch land groote hoeveelheden naar Italië zal exporteeren, valt buiten kolen misschien te betwijfelen, daar Duitschland niet erg dik in de grondstoffen zit en zelf in vele gevallen Ersatz heeft de verwerken. De kalmte, die er, zooals gezegd, in Europa heerscht doet weldadig aan na de eerste opwinding. Wij hebben steeds als onze meening te kennen gegeven, dat er geen Europeesche oorlog in de lucht zat en tot dusver wordt dit meeren meer als juist erkend. Amerika heeft haar neutraliteit ver klaard; aan geen der strijdenden zal oor logsmateriaal worden verzonden. Deze export is verboden. Verder heeft de Re- 4^ meer, nu er bij verschillende groote na ties een heftige koloniën-honger bestaat, die Italië zelfs heeft doen grijpen naar de wapenen tegen een Volkenbondsstaat en daardoor speelt met de wereldsympathie. Dan moet de honger naar gebiedsexpan- sie wel zeer nijpend zijn. Buitenland. 15 October 1935. Op internationaal politiek gebied ziet het er niet slecht uit. Natuurlijk is de Ita- liaansch-Apessynische strijd iets ver- schriklijks. Hoe een beschaafde, moder ne natie op een krijgshaftig, nagenoeg ■onbewapend Volk, dat zijn vrijheid eeuwen lang heeft weten te bewaren, in slaat met de ulttramoderne middelen, zooals vliegtuigen, tanks en gifgassen! Doch dit heeft op zichzelf met de interna tionale verplichtingen niets te maken. De Volkenbond heeft unaniem Italië als de aanvaller aangewezen en nu is men be zig sancties voor te bereiden. Het ziet er naar uit, dat slechts enkele landen zich daar aan zullen onttrekken, maar dit zijn dan landen, die in zeer nauwe betrekking tot Italië staan en die belangrijke hoeveel heden onontbeerlijke grondstoffen zuilen kunnen leveren, zij het ook indirect. Een eventueel uit- en invoerverbod naar en van Italië zal dus niet die uitwerking heb ben als het geval zou zijn, wanneer nie mand zich eraan onttrok. Toch vindt Ita lië het geheel onbehaaglijk en naar ver luidt zouden ernstige onderhandelingen worden gevoerd in Londen om hetgehee- le geschil te beslechten, wat voor het Ita liaansche prestige mogelijk is, nu Adoea veroverd is en een deel van Tigre door het verraad van Haile Selassi’s zwager in Italiaansche handen is gekomen. De Italiaansche veldtocht ziet er niet erg gunstig uit. Zeer zeker moet men in zijn oordeel niet te voorbarig zijn, daar de be richten van beide fronten niet kunnen worden vertrouwd. Maar een modern le ger met een sterk mechanisch overwicht zou o.i. al veel verder moeten zijn. Alles wijst op een onvermoeden weerstand en het is in dit verband typeerend, dat Graaf Vinei, de Italiaansche gezant in Addis Abeba nog steeds niet is vertrokken en kJ BAARLE’S NIEUWS EN ADVERTENTIE BLAD H—Mill IIIMKIM MIMIMllll—MHHlfllllHIlilWMI■Illl llilllIIIIIMIIIWHI

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1935 | | pagina 1