I
I
g
ONZEFEWILLETQH
s
WEEKBLAD VOOR BAARLE-NASSAU*
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
JONG BAADLE-NASSAU. Ol
'Hi
o
r.’-W.
I
w
L-
A
ns
ÖS2
30e Jaargang
De Prinses van
den Vuurtoren*
Een merkwaardig gebed
voor de Post*
Het derde Ministerie-Colijn
Kracht of onmacht?
i
3 AUG. 1935
No. 30
L
1
fi
gjjsd
boeg van het groote schip en het woud
van masten in de en de huizenmassa van
de stad met haar talrijke torens werden
steeds onduidelijker voor het oog.
Spoedig strekte de groote watervlakte
zich voor hen uit en Ralf’s scherp oog
ontdekte na korten tijd reeds zijn eigen
vaartuig, dat recht op de Zwaluw aan
hield.
Hij trad op den kapitein toe en maakte
hem op ’t naderen van zijn scheepje op
merkzaam. Deze antwoordde niet dade
lijk. Het kwam hem zeer ongelegen, dat
de boot nu al zoo dichtbij was ’t Was
eigenlijk zijn bedoeling geweest, de boot
mei den opvarende uit den weg te blijven.
Dat kon nu niet meer en de schuit voor
bijvaren durfde hij ook niet wagen, zon
der den jongen Petersen op zijn eigen
schip veilig opgeborgen te weten. Want
de jonge visscher zag er mans genoeg
uit om bij het dreigen van gevaar kortweg
over boord te springen en zijn scheepje
had hem dan kunnen opnemen.
Hoe zou hij Ralf, zonder opzien te ba
ren, in verzekerde bewaring kunnen ne
men, maar beval intusschen den stuur
man, op de schuit aan te houden. Spoe
dig was deze ingehaald, het schip matig
de zijn vaart, een touw werd afgegooid,
k
e
a
3
t
3
3
3
3
3
3
3
3
gesteld in zijn Kamerrede. Alle politiek
die gevoerd moet worden, dus de taak van
elk Kabinet, zal bestaan hierin, dat het
Nederland voert langs een van beide we
gen. Beleid, dat bestaat in verdoezelen
van den tweesprong, in stil blijven staan,
zal ons land bitter duur komen te staan.
Ook de heer Joekes heeft dezer dagen
het dilemma goed gezien. Hij meende,
dat het groote vraagstuk, dat er nu een
maal is, de politiek zoo beheerscht. dat
men alleen een parlementair Kabinet kan
samenstellen, als er voldoende meerder
heid als basis voor een Kabinet te vinden
is, welke het over dit groote vraagstuk
eens is. Welnu, zegt hij, de noodige een
heid van opvatting in de verschillende
partijen ontbreekt daartoe. Dus, wij, vrij-
zinnig-democraten, doen aan een parle
mentair Kabinet niet mee. Dit „dus” was
zeer onvolledig. Want het is allerminst
zeker, dat andere oplossingen, b.v. het
laten zitten van het tegenwoordige Kabi
net aan den eisch van de noodige eenheid
in het groote vraagstuk wel voldoen. In
tusschen, er was toch veel werkelijkheids
zin in de houding van den heer Joekes te
waardeeren.
Niet alleen door zijn bekend overvra
gen, het eischcn van een uitspraak van
vertrouwen heeft de heer Colijn de katho-
ken afgestooten. Maar ook hierdoor, dat
hij in de noodzakelijk te maken keuze
nog meer dan vroeger aarzelde.
Devaluatie wil hij niet. Deflatie deed
hij slechts weinig. Men weet echter van
deflatie weinig af, als men meent, dat de
paar flauwe maatregelen, welke voorge
steld zijn, reeds deflatie mogen heeten.
In geheele reeksen van burgerrechtelijke
verhoudingen zal moeten worden inbe
grepen met flinke hand, wil men het le
vensniveau naar beneden dwingen en
wringen. Colijn deed het nog nietten hal
ve. En, hij gaf bij de behandeling der be
zuiniging blijk, dat hij slechts slap, zeker
niet met het leven van zijn Kabinet achter
zijn, gedeeltelijke, aanpassing ging staan.
-Cd
„De oogen en ooren der menschheid.”
Bij de inzegening van een nieuw post
kantoor te Philadelphia heeft de aartsbis
schop van genoemde stad, Z. H. Em. kar
dinaal Dougherty, het volgende merk
waardig gebed uitgesproken.
„Wanneer wij de goede diensten ge
denken die de post aan de menschheid
Ralf had ondertusschen het roer over
genomen en onafgewend was zijn blik nu
op het vaarwater voor hem gericht, ’t
Was een lust het schip te sturenvan ge
vaar kon geen sprake zijn, daar hij elke
rots en iedere bank rechts en links in de
zen doorgang kende.
Klaas stond naast hem en volgde elke
beweging van zijn ervaren vriend en iede
re wending van het roer. Zonder de min
ste stoornis gleed het schip verder en
reeds na een kwartier lag het gevaarte
achter hen. Maar nu was ’t ook tijd het
schip te verlaten, om niet te laat het eiland
te bereiken.
Ralf wilde dit den kapitein meedeelen,
doch zag tevergeefs naar hem uit. Op zijn
vragen vernam hij, dat de kapitein naar
beneden was gegaan.
Terwijl Ralf de trap afging om den ka
pitein zijn kajuit op te zoeken, kwam een
van de matrozen op Klaas toe en stelde
hem voor vast aan boord van Noordster
te gaan, waar de loods hem spoedig zou
volgen.
Zonder de minste achterdocht ging
Klaas op dit voorstel in. De Noordster
werd langzij getrokken en Klaas liet zich
langs een touw naar beneden.
Nauwelijks was hij aan boord of hij
De crisis opgelost? Alleen naar den
schijn. Door gebrek aan werkelijkheids
zin en waarheidsmoed gaan wij nu een
periode in van sterke regeerkracht naar
den schijn, van onvermogen in werkelijk
heid.
Hoe stonden de meeningen tot voor
kort? Waarover waren allen het eens?
Hierover, dat ons land, voor zoover het
nog aan het wereldproces van productie
en ruil mag meedoen, alleen dan zijn
kans zal benutten, als het van zijn hooge
levensniveau afdaalt. Met enkele andere
landen, Frankrijk (dat nu echter zeer ste
vig deflatie toepast) en Duitschland, dat
zijn export bijna geheel verloren heeft,
bevindt zich ons land in een uitzonde
ringspositie
Dat ons peil van algemeene kosten
voor ons productie-proces naar beneden
moet en vooral niet weinig, daarover wa
ren wij het allen eens. Aandoénlijk en
treffend eens.
Aanpassing was de algemeene. Ook
zij. die een constructieve politiek willen,
óók zij begrepen wel, dat zekere veilig-
L heidsvoorwaarden vervuld moesten zijn
in ons budget en dat de afzet van de op-
I nieuw geactiveerde productie verzekerd
I moet worden door aanpassing.
Aanpassing langs den eenen of langs
I den anderen weg.
Wij waren het allen vrijwel eens over
I de stelling, dat voor de aanpassing een
I dilemma bestond, zoodra men over de
I middelen ging spreken. Er waren slechts
I twee wegen naar de aanpassingofwel de
I consequente, grimmig consequente defla-
I tie, ofwel de devaluatie. Als „Dritte im
I Bunde” treedt de bezuiniging op, maar
I deze is slechts een onderdeel van de de-
I flatie, als men de deflatie kiest als oplos-
I sing of zij blijft naast devaluatie (zie b.v.
I Belgie) noodig.
Aalberse heeft het dilemma zoo goed
zuiniging, voor een tekort op de begroe
ting zal stellen van, men zegt, 60 millioen.
Dus ook, als men het staatsbeleid in twee
helften verdeelt: budget en positieve wel
vaart, is de eerste der twee bij lange niet
verzekerd, de tweede helft komt nog
steeds onvoldoende aan de beurt.
Onze katholieke fractie heeft aan de
beklemming een einde willen maken. Zij
heeff de zaken even aan het schudden
gebracht en, door diep besef van den
ernst der economischen ontwikkeling,
meer dan door perspectief op afdoende
oplossing, zich laten leiden. Haar ver
wanten in het Kabinet hebben deze kram
pen met een merkwaardig gebrek aan be
grijpen aangezien en helpen door hun
aanblijven mee het figuur der katholieke
fractie nog minder te doen apprecieeren.
Bijna had de lichtzinnige katholieke
partij een krachtige onmisbare Regeering
doen heengaan; dat is gelukkig verhoed.
Aldus de opvatting, welke de oppervlak
kige middenstof (ook de beurs, die in po-
liticis onnoozel is) luidruchtig verkondigt.
Terwijl de waarheid is, dat de fractie een
ontroerend gebaar heeft gemaakt in het
aangezicht van een der meest beangsti
gende situaties, die Nederland ooit heeft
beleefd. En de toekomst gaan wij flink en
kordaat ;egemoet, de werkelijkheid en
haar allergrootste vraagstuk, met held
haftigheid negeerend.
Het is een tragisch uur in onze ge
schiedenis.
BW
dat de jonge Klaas handig greep, waar
van hij het eind vlug om een bank sloeg
en daarna aan de voorsteven van zijn
schip vastmaakte. Langs een tweede
touw klom hij daarna vlug aan boord van
de Zwaluw en nu hernam het schip zijn
vroegere snelle vaart weer, terwijl het de
Noordster in zijn kielwater achter zich
aan sleepte.
Ralf ademde met volle teugen de fris-
sche zeelucht in. Zijn hoofd was verhit
door den wijn en de sterke bries deed
hem goed. Zijn blik keek intnsschen vor-
schend westwaarts uit naar den vuurto
ren van zijn eiland. Juist straalde het licht
door de steeds dichter wordende duister
nis heen.
Zij voeren nu tusschen zijn eiland en
een tweede eilandengreep, die zich rechts
van hen bevond, door, langs klippen en
over onzichtbare riffen heen. Daarvoor
zich zag hij al de schuimende koopen
van de golven, het werd nu tijd zelf het
roer te nemen.
Hij trad op den kapitein toe, die naden
kend het halfdek op en neer liep en maak
te hem opmerkzaam op de rotsbanken.
De loods aan het roer! beval hij den
roerganger; daarna wendde hij zich om
en keek op het kompas.
Op den weg der aanpassing, nauwelijks
bttreden, toonde hij dus aarzeling, al
thans kleinmoedigheid. Nu is het dus zoo
kracht in het afwijzen van de devaluatie,
grimmige vastberadenheid, fanatiek (zie
de bankstaat!) verzet; doch anderzijds
weinig of geen besluitvaardigheid in het
kiezen der andere richting. Noemt men
dit kracht? Hij, die de staatsmachine stil
zet, die weigert een der beide wegen in te
gdan, al maakt hij vertoon van flinkheid,
is-niet krachtig maar laat weer een paar
maanden langer ons economisch leven
verbloeden.
Wonderlijk, dat thans zovelen meenen,
dat er een oplossing is gevonden, nu een
nieuw Kabinet is geconstrueerd. Welk
een ellende van onzekerheid, besluiteloos
heid en onmacht heerscht er achter den
indrukwekkenden gevel. In krachtsver
toon, zonder zakelijk gehalte, kan het Ka
binet misschien zoo ver gaan, (men fiuis-
terd het ten minste) dat het de Kamer laat
thuisblijven. Zoodat maanden lang de
hervorming stop staat. Want de bezuini-
gj.nsontwerpen en de aanpassingsontwer-
pen, welke immers met grooten spoed
behandeld moesten worden (terecht!) wa
rn hervormingen, die den toestand in elk
'i nrnf *-v-% i »-> z-i /J T/Mirlnn
maken. Zal die arbeid zelfs voorloopig
gestaakt worden? Men noeme dat toch
geen kracht.
Het is eerder een zelfbedrog, een ont-
loopen van de beheerschende vraag. Den
eenen weg niet te willen, den anderen niet
op te gaan, terwijl de staatskaros noodza
kelijk vooruit moet en de grond bezig is
ons te ontzinken, het is de onmacht en
besluiteloosheid, hoe zij zich ook uiterlijk
aandient. Handhaven van den gaven gul-
een is nog pas ééne helft, is nog slechts:
den eenen weg niet kiest, handhaaft niets
handhaaft ja onze dagelijksche verarming
Oppervlakkigheid vindt dit alles mooi
en treffenden vergeet zelfs, dat het tegen
woordig beleid, dat nog gaat vertragen,
ons voor 1936, ook na aanneming der be-
OW
13
De kapitein kwam aan dek, besteeg de
de commandobrug en wierp een laatsten
I onderzoekende blik over het schip. De
I roerganger stond klaar om, wanneer het
I schip vrij zou zijn, de bewegingen van
I het groote vaartuig te leiden. De golven
werden al hooger door den invloed van
wind en opkomende vloed. De zwenkin
gen van het schip werden levendiger, en
nu zetie het zich in beweging.
Duidelijk hoorbaar sloeg het water te-
I gen den boeg en langzaam gleed het
voorbij de naburige schepen, waarvan de
sloepen en jollen lustig meedansten op
de deining, alsof zij ook wel gaarne de
stille haven voor de ruischende zee zou
den ruilen.
Een luid hallo van de matrozen van de
Zwaluw klonk tot afscheid over 't water.
Steeds voller werden de zeilen, sterker
ruischte het water tegen den breeden
w
1
3
E
g
a
a
a
1
1
r
a
j
1
kW
A
U
K a.. Vï cvl kzVIXlOliniK/l JU