WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTR.ISCHE DRUKKERIJ IDE JONG BAARLE-NASSAU. De Prinses van den Vuurtoren, Aan onze Abonnees De Kaliproefvelden. 20 JULI 1935 30e Jaargang No. 28 Idealen! paar jaar kan hij me geen kwaad meer doen! Kapitein Schmith knikte toestemmend, schoof naderbij en de twee brave kerels ontwierpen nu een plan, dat daarop neer kwam, om Ralf die den volgenden dag met visch naar de stad zou gaan om ze daar te verkoopen, door list of met geweld aan boord van de Zwaluw te brengen, zoodat kapitein Kurt nu de handen vrij kreeg. Aan het slot van de onderhandeling tel de hij voor zijn besten vriend een aantal geldstukken op tafel uit; de wezenlooze oogen van den kapitein van de Zwaluw beginnen bij hun aanblik begeerig te fonkelen. Veel geld, Sbhmith, zei kapitein Kurt, die. aarzelend, nog eenige muntstukken er bij legde, ik verlaat me op je wijsheid en doorzicht. Is alles nu afgesproken? Afgesprokenbevestigde de ander, zijn dikke, breede hand in die van kapitein Kurt leggend, morgenavond zit de brave jongen aan boord van de Zwaluw zoo waar als ik Schmith heet! Spoedig daarna stond kapitein Kurt op. sloeg zijn mantel om en ging aan dek. Ka pitein Schmith deed hem geen uitgeleide, maar gaf bevel, dat een van zijn lieden me sluiten zich velen af van het boven natuurlijke, van het heerlijke rijk der wa re en goede idealen. Doch wij, bevoor rechte kinderen Gods, wij zoeken de vlucht naar bovenwij bestijgen kloek moedig den steilenberg, en de aarde on der ons latend, schouwen wij ten hemel. Daar is ons hoogste, en tenslotte, ons eenigst ideaal, God wiens beelddrager wij zijn, door wie en voor wie wij geschapen zijn. over te denken, mijn jongen, antwoordde de moeder, wees daarover maar niet be zorgd. Maak maar goede zaken en goede reis! Daarna verliet Ralf het huisje, nam den zwaren mast op zijn breeden schouder en ging vlug zijn jongen gezel na. Nadat zij de visch in karen en netten geborgen hadden, stak de Noordster van wal; een stevige bries deed de zeilen zwellen en ruischend doorkliefde de boeg van het ranke vaartuig de hooge golven. Ralf had gelijk. Toen zijde Rotsbaai achter zich hadden en den vuurtoren na derden, werd de nevel dunner en blies de zuidooster^ met zijn krachtige adem de regenwolken weg. Het geraas van de branding tegen den vuurtoren overstemde het gepraat van de beide jongelieden. Ralf hield het roer, terwijl zijn jonge metgezel bij de schoten zat, om op bevel te kunnen vieren of aanhalen. Ralf moest opletten, want de zee was daar vol gevaarlijke plekken, maar toch wierp hij van tijd tot tijd een snellen blik naar de kleine vensters van het torenka mertje. Zou de prinses vergeten, dat 't vandaag zijn marktdag was? Plotseling vloog een tevreden lachje over het gebruinde gezicht. Hoog boven werken onder de strijdende volkeren, ook al is dit ideaal niet heelemaal verwezen lijkt^ Doch om groote idealen te zoeken, behoeft men heusch niet tot machtige fi guren in de wereldgeschiedenis zijn toe vlucht te nomen. Want ook het ideaal van een eenvoudige moeder is groot en mooi te noemen, wanneer zij voor een goede toekomst harer kinderen zwoegt en ploe tert door veelvuldig ontberenook de jon ge, talentvolle kunstenaar blijft zijn ide aal trouw, wanneer hij liever honger wil lijden, dan zijn slecht betaalde kunst ver zaken. Een mensch zonder een enkel ideaal is beklagenswaardig. Zijn leven is dor en droog. Hij is als een bloom, die in tries- tigheid met gesloten kelk te verwelken staat, daar geen opwekkende zonnestra len binnendringen, om hare bladeren te spreiden en het mooie hart te voorschijn te roepen. Zoo’n mensch leeft voort in het vervelend-alledaagsch van zijn werk kring, zonder geestdrift voor opheffenden arbeid, Geen hooger levensideaal kent hij, noch hooger voorgeschreven levens program; maar uren en maanden en ja- ren brengt hij door in ijdele dingen. Ter wijl alle leven naar hooger dringt, zinkt het zijne weg in de diepte der eentonig heid. Slechts één ding kan hem redden, goede idealen in zich op te wekken. Want, waar deze zijn, is het leven hel gekleurd, vol warmte en zonneschijn, leeft liefde en schoonheidsgevoel op, wor den de krachten gespannen tot groote da den. Goede idealen leiden het leven langs goede paden en brengen bezieling in wat anders saai en dor en saai lijkt. Waar zij leven, is geen angst voor lusteloosheid- heid, doch worden sluimerende krachten gewekt uit 's menschen wezen en omge zet in vruchtbare werkelijkheid; daar worden moeilijkheden, die onverwinbaar schenen, toch overwonnen, worden ster ker vijanden neergeslagen, gespot met tegenkanting of menschelijk oordeel. Daar het le halfjaar van 1935 ten ein de is, verzoeken wij beleefd al onze abon nees, het abonnements geld voor het 2e halfjaar, zijnde fl 1,25, vóór of op 21 Juli a.s. te komen voldoen. Na dien datum wordt over het bedrag beschikt met 15 ct. verhooging voor onkosten. De Uitgeefster. den gentleman naarden wal zou brengen. HOOFDSTUK IX. Zonder ophouden had ’t den ganschen nacht geregend en toen ’t begon te sche meren hingen nog altijd zware regenwol ken boven de zee. Niettegenstaande het slebhte weer maakte Ralf Petersen zich klaar om naar het vasteland over te steken Terwijl hij daarmee bezig was, kwam een jonge, nog nauwelijks de kinder schoenen ontwassen visschersman, die Ralf op zijn tochten als helper placht te vergezellen, den weg naar het Witte Duin op. Goeden morgen, Klaas, riep Ralf hem tegemoet, je was zeker ook liever thuis gebleven! Maar ik geloof toch, besloot hij met een blik, naar de lucht, dat we van daag nog goed weer krijgen; de wind komt uit het zuidoosten, ’t duurt geen uur meer, of het is mooi weer! Terwijl de knaap zeilen en riemen naar het strand droeg, nam Ralf afscheid van zijn moeder. ’t Is jammer, dat de prinses niet meer, zooals vroeger, bij ons in en uit kan loo- pen, merkte hij op, naar de deur gaande ge zult ’t wel eenzaam hebben, zoo 'n heelen dag hier alleen moeder. Oude menschen hebben altijd veel om Goede idealen! Waai toch moeten wij ze zoeken? Wij weten het maar al tegoed De gewone afgoden der menschheid, ge not, geld, eer, zijn slechts schijnidealen. Wie deze alleen en uitsluitend nastreeft, en daar zijn beste krachten aan besteedt, mset tenslotte bedrogen uitkomen, en spoedig bemerken, dat wat hij zich als on vergankelijk gedroomd had, slechts ver gankelijk stof is. Want „lust” is slechts begeeren naar stof-„goud” het glanzende stof, en „eer” een gebrekkige lofzang uit stoffelijken mond. Slechts de mensch die ernstig streeft vrij te zijn van 't zinnelijk begeeren, vrij van onverzaadbaren dorst naargoud, vrij ook van rusteloos zoeken naar roem der menschen, kan tot hooger en beter ide alen opklimmen. God is de gedachte der gedachten, het hoogste ideaal, de wortel van en bron voor alle andere idealen. Want ieder ide aal moet schoon zijn, goed en waar, en God is de hoogste schoonheid, de hoog ste goedheid en de hoogste waarheid. Zijn machtige persoonlijkheid geeft de gemartelde mensch sterkte en steun. Zijn alomtegenwoordigheid behoedt tegen wanhoop in machtigen strijd. Zijn onbe grensde barmhartigheid verdrijft in de grootste levenscrisis allen bangen twijfel. Wee echter, wanneer de mensch van het hoogste ideaal zich afkeert. Dan ge lijkt hij op een stroom die van zijn bron is afgesnedenspoedig is slechts een le dige bedding over. Doch staat God als hoogste ideaal in ons hart, dan gaan wij onzen levensgang doelbewust. Alle andere idealen spruiten dan voort uit dat Eene, als de stralen uft de middagzon; van zelf volgen dan gods diensten geloof, zelfoverwinning endeug- denbeoefening, zuivere naastenliefde; dan vo!gen alle idealen, die goed zijn en schoon en waar, hoe verschillend ook bij de verschillende menschen. Nooit wordt het ideaal dan dwaze hersenschim. In den tijd van naturalisme, van materialis- 11 Nou, wat maar? Je moet hem zelf halen. Aha, zelf halen! Dacht ik ’t niet, dat je weer met zulke.... Ja, kapitein, maar iemand met geweld meenemen is een lee- lijk zaakje en je komt dan licht met de po litie in aanraking! Dat is jou zaak. Nou, wil je? Vertel eerst maar eens op, om wien gaat ’t? Om een jongen visscher; de jongen staat me in den weg. ’t Zal hem goed doen eens op zee te zijn; dat zal hem wel wat bekoelen, denk ik. Ah! knikte de ander en een slim lachje vloog over zijn opgezwollen gezicht, en intusschen heb jij zijn duifje gekaapt.Ja, zoo zijn je liefhebberijen! Blijf me met die praatjes van ’t lijf! zei kapitein Kurt afwerend. Dus 't is uitge maakt, je neemt den jongen mee: na een Goede idealen te bezitten is een hoog bezit, voor deze idealen te arbeiden is een durende arbeid. Er zijn gelukkig nog vele menschen, die idealen bezitten in hun leven, d. w. z. die in hun geest nog plannen voor de toekomst hebben liggen, vragend naar verwezenlijking. Zulke plannen kunnen soms groot zijn ja, dikwijls te groot en bespottelijk; doch dan zijn het geen idealen meer, maar heeten het hersenschimmen, die den mensch van de eene dwaasheid in de an dere voeren, zijn verstand benevelen, zijn wil door alles, geoorloofd en onge oorloofd, heen drijven en hem tenslotte plaatsen voor een ruïne of ijdel niets. Don Quichotte, de Spaansche ridder zonder vrees of blaam, was hiervan het type; hoogmoedswaanzin is dikwijls het treurige einde. Er zijn andere idealen, die groot en machtig heeten, doch geen hersenschim men mogen genoemd worden. Napoleon, de strijdlustige keizer, streefde naar we reldheerschappij, en zijn streven werd bijna werkelijkheid. Paus Pius X koos zich tot levensleus: „Alles herstellen in Ghristus”, en gedreven door dit ideaal heeft hij reusachtige hervormingen in de Katholieke Kerk teweeg gebradht. En wie durft het ideaal van zijn opvolger Paus Benedictus XV een hersenschim te noe men, nl. een durende vrede te mogen be- Het deed ons een groot genoegen van de N.V. Kalimaatschappij te Amsterdam een boekje te ontvangen over de kali- proefvelden. Hieruit blijkt, dat, over het geheele land verspreid, een groot aantal dezer proefvelden zijn aangelegd. Wij kunnen deze proefvelden in twee groepen verdeden, n.l. deze welke slechts een jaar, en die welken overeen aantal jaren worden aangehouden. Deze laatste de permanente velden dus, zijn het leer zaamste. Van deze proefvelden ligt er in de pro vincie Groningen, een en wel te Wehe op zavelgrond met 18 gewassen. In Fries land eveneens een te Finkum, zavelgrond 16 gewassen. In Gelderland drie n.l. te Ammerzoden, kleigrond 8 gewassen. He- del zavelgrond 16 gewassen en Groenlo, zandgrond 12 gewassen. Verder een in de provincie Noord-Holland te Obdam, kleigrond 8 gewassen, in de provincie Zeeland een te Westdorpe, kleigrond 10 gewassen, in Noordbrabanttwee te Kruis land, zavelgrond 10 gewassen en te Raamsdonk, kleigrond 10 gewassen en eindelijk in Limburg nog een te Gutteco- von losgrond 13 gewassen. t '5 BAARLE S NIEUWS EN ADVERTENTIE BLAD

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1935 | | pagina 1