I I ARBEID. k’ L- WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRJ5CHE DRUKKERIJ i A iHB Nieuwe orde, meer welvaart? if Tobben helpt niet Voor(schrijdende wetenschap J O N G 3AAK L.E NAS SAU FA y?B 30e Jaargang 20 APRIL 1935 No. 15 1 BI life* 1 FEUILLETON. daa., waarop gij vernemen moet, wat uw Nauwelijks een week in Essen, ontving hij een telegram van Gruner, hetwelk luidde: „Kom tot ons, wegens dringende familieaangelegenheden. In zonderling opgewonden stemming legde de ingenieur deze reis af. Wat be- teekenden deze geheimzinnige woorden? Het rustige, gelukkige huiselijk leven zij ner ouders scheen hem voor alle stormen gewaarborgd. De heer von Ehrenstolpe begroette den aankomende op het station. U hier, mijnheer de baron? riep Hans verwonderd. Ik wilde uw brave ouders wederzien, die ik sedert vele jaren ken, luide het ant woord, bovendien voerde mij nog een an dere reden hierheen. Hans werd oplettend. Staat die soms in verband met de aan gelegenheden, waarvan in het telegram melding werd gemaakt? vroeg de ingeni eur. Ia, antwoordde de oude heer, De zaak kwam Hans hoe langer zoo raadselachtig voor. B j '.'U' Wee$u, dat Kurt in het duel gevallen is? vroeg Ehrenstolpe. Wat? Neen, ik wist nog van niets riep Hans. Men moet het eigenlijk een geluk noe men. Hij zat tot over de ooren in schuld en geraakte aan lager wal. Bij een bras partij kreeg hij ruzie met een Rus, er volg de een uitdaging en von Landow werd zwaar gewond, hij stierf na twee dagen. Wie erft nu het majoraat? vroeg Hans met eenige belangstelling. Jobst broeder had nog een tweede zoon, zeide Ehrenstolpe met eigenaardige na druk. Zoo? Dat was mij niet bekend. Waar woont die dan? Geduld, m’n jonge vriend, gij zult het spoedig vernemen, gaf Ehrenstolpe glim lachend ten antwoord. Zij hadden het huis der Schultze’s be reikt. Allen begroetten Hans met een ze kere plechtigheid, die hem op nieuw deed verbazen. Ook Helmi was aanwezig, toen de vader met plechtige nadruk langzaam begon Mijne lieve kinderen... De brave man haperde en ging toen, mei diepe ontroe- vader mij heeft opgedragen. Onzevader?! herhaalden broeder en zuster als uit eenen mond, en Helmi vlij de zich angstig tegen haren broeder aan, die zijn arm om haar heen sloeg. Ja, het was graaf Ulrich von Landow, die te Metz gesneuveld is, zeide Schultze met diepe ontroering En nu verhaalde hij aan de twee pleeg kinderen de geschiedenis hunner ouders en die hunner jeugd. Wij hebben getracht, ons naar best ver mogen van onze taak te kwijten, eindigde hij zijn verslag. Jij, beste Hans, bent een man geworden, die door arbeid zich op eigen voeten heeft geplaatst. Onze Helmi zal eenmaal, zoo God het wil, een dege lijke huisvrouw en echtgenoote worden, Graaf Jobst is oud en ziekelijk, hij staat alleen, daarom zult jelui met Gruner naar Reikinnen reizen, hij zal jelui bij oom brengen. En ik vergezel u, zeide Ehrenstolpe, ik ben immers op de bruiloft uwer ouders geweest en ben steeds op de hoogte ge houden van uwe ontwikkeling en gezond heidstoestand Over Helmi’s wangen biggelden tranen ring in de stem voort: Het oogenblik is en in de mannelijke trekken haars broers werkte een zenuwachtige ontroering. Vader...! Moeder...! meer konden zij niet zeggen, zij strengelden hunne armen om de trouwe menschen aan wie zij alles te danken hadden, en kusten hen erkente lijk de handen. God zegene u voor al uwe liefde! brak het over de lippen van den jongen graaf. Kinderen van mijn Uli! snikte de grijs aard, o, ongetwijfeld ziet hij in deze ure op ons neer... Een bruid mag op den dag harer verlo ving geen tranen storten, zei Ehrenstolpe terwijl hij de deur der zijkamer opendeed en zijn zoon naar binnentrok. Helmi, mijn Helmijubelde Fred, haar innig omhelzend. Heb ik het goed gedaan, kinderen? vroeg de baron. Mijn jongen heeft mij zijn liefde bekend en ik heb voor hem bij deze jonge dame een goed woordje ge daan Maar ook al zou Helmi geen com- tesse von Landow zijn geweest, dan had ik toch mijn toestemming gegeven. Ik heb door dezen hier hij wees op Hans alle respect voor de Schultzesche opvoe ding gekregen. Nog nooit was er in dien eenvoudigen familiekring Fransche schuimende wijn gedronken, maar heden parelde de cham pagne vroolijk in de glazen. Men dronk De tijd is gekomen, waarin het vast houden aan de beginselen van het katho liek geloof zal worden bestraft met zware maatschappelijke benadeeling. Dat is tegenwoordig de toetssteen, waaraan onze trouwe katholiek zichzelf zal moeten toetsen, iets wat misschien moeilijker te dragen zal zijn dan open lijke vervolging. De afwijzende houding van de Kerk tegenover de plutocratie heeft sinds onheugelijke tijden de katho lieken in den strijd om de rijkdommen der aarde tegenover andere richtingen in het nadeel gesteld. Men noemde de Kerk verachtelijk „de Kerk der armen”. De ontwikkeling van den jongsten tijd heeft deze benadeeling in hooge mate vermeerderd. De oprech te naleving der christelijke geboden om trent huwelijk en familie zal bijvoorbeeld ten gevolge hebben, dat de komende ka tholieke generatie in den regel talrijker zal zijn dan die van haar niet-katholieke naturen. Dit heeft echter ten gevolge, dat de toekomstige katholieke generatie veel sterker beperkt zal zijn in de mogelijk heid eener omvattende opvoeding en be roepsopleiding aan naar mei kaïnöneKe tijdgenooten, en zich dientengevolge niet zelden met minder voordeelige posten zal moeten tevreden stellen. De standvastige katholieken, die trouw aan hun geloof vasthouden, moeten der halve bereid zijn, niet slechts persoonlijke ontberingen en offers op zich te nemen, maar wat nog zwaarder te dragen is, niet zelden ook er toe bereid zijn af te zien van het volle (natuurlijk aardsche) geluk hunner kinderen. Wij moeten verder er aan vasthouden dat aan hen, die dagelijks bidden, „leid ons niet in bekoring” vaste grenzen ge steld zijn in de keuze van hun beroep. Er zijn genoeg gronden aanwezig, dat de katholieken zich volkomen verwijderd fes ze zal de vrees langzamerhand haar macht over ons verliezen en we zullen ondervinden, dat we de omstandigheden de baas worden inplaats van, zooals vroe ger er door beheerscht te worden. Vrees en gebrek aan geloof gaan hand aan hand De eerste is het kind van de tweede. Zeg me, in welke mate iemand zich aan vrees overgeeft, en ik zal u zeggen hoezeei het hem aan geloof ontbreekt. den gedrongen. Nu is dit niet alleen een zaak van ka tholieken wil, maar ook een van katho liek inzicht en kennis van de beteekenis der christelijke voorschriften. Wanneer men dan ook allerwege hoort verkondigen, dat een nieuwe maatschap pelijke ordening op komst is of aan het groeien, dat het oude heeft afgedaan zal dat voor de katholieken moeten beteeke- nen, dat zij het ongeschonden christelijk systeem helpen herstellen. Gelukt dat niet men durft het nauwelijks hopen in een grootendeels heidensche wereld dan mogen de goeden zich realisee- ren dat gebeuren moet wat een australi- sche schrijver heeft aangeduid. En dat reeds bezig is zich te voltrekken. Maar dan is ook voor een nieuwe volkswel vaart de kans verkeken. Het kan voor niemand kwaad, reeds in zijn jonge leven een beetje aan „philo sophic” te doen. Deze zal hem, als hij ouder wordt, van veel nut kunnen zijn; ze zal in zijn verder leven en in moeilij ke tijden zoowel bron van grooten troost lyfopi^ Jïian.eri rp_e- of meer jaren verkort door te kniezen, door te tobben over de eene of andere gebeurtenis of gebeurtenissen in het ver leden, wat nutteloos en bijzonder dwaas is. Ze fnuiken alle initiatief en neutrali- seeren machten die, goed gebruikt, spoe dig er toe geleid zouden hebben, dat d- gewenschte omstandigheden werkelijke heid werden. Indien onze geestestoestand positief, blijmoedig is, indien we de vrees vaar wel zeggen en vast besloten beginnen de toestanden, die goed en begeerenswaar- dig zijn, te verwerkelijken, dan zetten we stille, maar subtiele en almachtige krach ten aan het werk, die een blijvend goed voor ons zullen verwerven. Op deze wij- houden van de beroepen, die met de mo derne zucht naar vermaak verbonden zijn. Ook beroepen, die uitsluitend naar ka pitalistische grondregelen gedreven wor den, zooals groothandel, grootindustrie, beursspeculatie, enz. zijn tegenwoordig met zooveel bekoringen verbonden, dat de katholiek met zeer sterk geloof ze vaak moet vermijden. Onze voorouders in de middeleeuwen hadden hiervoor nog een levend geweten dat ons geheel en al ontnomen is. Ook wanneer wij van het deelnemen aan ver boden vereenigingen gelijk de vrijmetse larij, die zoovele maatschappelijke voor- deelen brengen, geheel en al afzien, dan blijven er nog voor den overtuigden ka tholiek in onzen tijd, nog altijd zoovele benadeelingen, dat wij van een indirecte vervolging moeten spreken. Dit geldt in het bijzonder sinds de Paus de encycliek „Quadragesimo Anno” heeft afgekon- digd, die een openlijke veroordeeling van de plutocratie inhoudt. Het zijn voor een groot deel voor ons allen bekende waarheden, die wij trou wens dagelijks aan de waarheden kun nen toetsen. Maar de eenige conclusie, een'pujtd’craarr weormem lijk getrokken en evenmin gepropageerd. Want al geldt de waarheid voor alle ran gen en standen, niet dus alleen maar voor hen die in de gelegenheid zijn aan „plutocratie” te doen, niettemin of juist daarom is het tenslotte een voor dit leven hard klinkende waarheid. Toch is er geen ontkomen aan. Want het is een wel te bewijzen stelling, dat een geheel katholieke samenleving, dat wil zeggen, een katholiek levende en naar katholieke beginselen consequent geregeerde, de grootste welvaart zou be reiken, maar dat evenzeer, nu de boven liggende geest in de wereld vlakweg anti katholiek is, zij die katholieke heiligen willen worden naar beneden zullen wor- 20 Ieder .zijn eigen veevoederfabrikant. In de laatste jaren wordt heel wat ge sproken en'geschreven over twee nieuwe, een Duitsche en Finsche wijze, van het inkuilen van gras, waarbij, zooals men weet, gebruik gemaakt wordt van bepaal- Dit inkuilen js een prachtig middel om de rekeningen van krachtvoeder te druk ken. Men moet meer zijn eigen veevoe derfabrikant zijn, want gedurende de stal- periode gaat een groot deel, zoo niet al les, van het toch al karige melkgeld naar den veevoederhandelaar. En hoewel we ook die wel wat gunnen toch moet thans meer dan ooit bedacht worden, dat men zich zelf het naast is. het geld voor veevoeder niet meer aan wezig is en men gaat dan bezuinigen op de voedering, wat op schade moet uit- loopen. Qpor inkuilen op de Finsche of Duit sche wijze kan men krachtig besparen op krachtvoeder. En nu is in den laatsten tijd gebleken, dat men in plaats van het benoodigde zuur, heel goed zure wei kan gebruiken. Dit is een heele uitkomst, want het werken met bovenbedoelde zu ren had nog al eenige bezwaren. De Rijkslandbouwconsulent Ir. G. J. Lienesch heeft proeven genomen met inkuilen van gras geheel op de Finsche wijze, doch voor zuur gebruikte hij 4 pet. zure wei. Ook in Engeland deed iemand SU :i i' 30 573

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1935 | | pagina 1