I I WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ fidSDE JONG BAARLE-NASSAU. KW-h 1 ■Sib ARBEID. IÉ A A Voortschrijdende wetenschap 30e Jaargang 30 MAART 1935 No. 12 ONTVANGEN R. K. STAATSPARTIJ. f T. V. FEUILLETON. sn id je 27 Een onderneming, waaraan Krupp als multi millionnair deelneemt, biedt volle- ledigen waarborg. Zijn naam is zekerheid genoeg. Komaan, sla toch toe, ik zou je zoo gaarne helpen De graaf nam zijn aanbod eindelijk dank baar aan. Aan Kurt zeg je niemandal, hoor! Die voorwaarde stel ik nadrukkelijk, aldus eindigde Dorffinger het gesprek. Dat beloof ik je. Dat is dus afgedaan. Nu zal ik je den gevolmachtigde der Kruppsche fabrieken voorstellen. Gedurende dit onderhoud had Hans Schultze, die op last van Krupp hierheen gereisd was, het huis betreden. Vele maanden waren er verloopen se dert het kleine gezeldschap te Rudesheim uiteen was gegaan. Een jaar van arbeid lag achter den jongen ingenieur, terwijl hij zich het volle vertrouwen van zijn pa troon verworven had. Krupp wist die jeugdige, degelijke kracht te wardeeren. Thans was Hans eerste assistent (zooveel als onderdirecteur) in Essen en zijn sala- y n o n o o n •g id *s in d- c- w 1. et m Ij. m la Os ;n :n i- ris was verhoogd. Fred Ehrenstolpe, die een goed examen gemaakt had, was als scheikundige eveneens in Essen. De vrienden woonden bij elkaar, Fred sprak dikwijls met den broeder van Helmi over zijn liefde. Hans daarentegen bleef geslo ten en zweeg over datgene, wat hem zoo heilig was, dat hij het in het diepste hoek je zijner ziel verborg. De villa bleef onbewoond, jutta schreef eenige malen aan haren neef, eeist uit Oost-Pruisen, daarna uit Berlijn. Meestal waren het prent-briefkaarten met ’n paar woorden, nooit stond daarin een groet aan Hans, nooit stond daarin een groet aan Hans, nooit deed zij navraag naar hem. Desniettegenstaande wanhoopte hij niet, hij beoordeelde die vrouwenziel in hare terughoudendheid naar zijn eigene, Had hij meer noodig dan den thans ver droogden stengel met blauwe bloempjes, bij welker aanblik hij de beminde stem meende te hooren zeggen: „Vergeet mij niet?” Van Jutta beteekende deze bloem voor hem zooveel als een belofte, zij was hem een zwaarwichtig antwoord op de vurige vraag, welke zij bij het afscheid in zijne oogen had moeten lezen en die vroeg of laat in woorden kleeden moest. Uit Berlijn schreef de baronesse in den laatsten tijd soms brieven aan Fred. Zij maakte ter loops melding van Kurt von Landow. Ook Klingenberg schreef aan de vrienden, door hem vernam Hans, dat freule von Rauhenfels den erfgenaam van Reikinnen een blauwtje had laten loopen. Mijnheer de graaf moet daarbij leelijk op zijn neus gekeken hebben”, schreef de majoor. Hij is bijna geruïneerd en had gehoopt door den goudvisch weer vlot te geraken. Ik heb Jutta’s hand gekust, toen zij dien windbuil den bons gegeven had. Rauhenfels is geweldig boos, hij zou zijn dochter gaarne als gravin gezien hebben. Een gevoel van gelukzaligheid óver kwam Hans bij het lezen van dezen brief. Hij rekte zijn als uit staal gesmeede ge stalte tot hare volle lengte uit en voelde zich in staat met den voornamen huwe- lijkscandidaat in ’t strijdperk te treden. In ’t voorjaar ontving hij een aanbod, om naar Australië te gaan, waar hem schitterende geldelijke voordeelen wach ten. Hij had lust die betrekking aan te ne men en sprak er over met Krupp. Deze wist, wat zijn eerste assistent waard was, daarom wenschte hij hem duurzaam aan zich te binden en beloofde hem de plaats van directeur in de nieuw op te richten staal en ijzerfabriek te Koningsberg. Hans 7. Werkbehoud door bevordering van den aan koop van Nederlandsch fabrikaat. Men make thans met ons propaganda blad kennis, hetgeen zonder twijfel zal leiden tot een blijvend abonnement. Van de verkiezingsvlugschriften wer- er in 10 dagen 180 000 nummers ver spreid. Alleen van de brochure: „Ismaël trekt op!” werden 100.000 exemplaren geplaatst. De derde druk is ter perse. 17. Ballaststoffen niet steeds ballast. Ballaststoffen noemt men die stoffen in de kunstmest, die men niet noodig meent te hebben, maar die toch een groot decider kunstmeststoffen innemen. Als men om een voorbeeld te nemen chilisalpeter, deze oude en nog altijd be faamde kunstmeststof, koopt, dan doet men dit om de 15 112 percent stikstof. De rest 84 1|2 percent is ballast, die men tegen wil en dank wel moet nemen omdat het nu eenmaal een bestanddeel er van is. Wij het doen in gesloten eenheid. Ook schikbare arbeidskrachten, de samenwerking met anderen is dan het best gewaarborgd. Wie de eenheid verbreekt, schakelt den invloed der Katholieken uit. Dat leert het verleden in Nederland, dat leert het hedenelders. Wij hebben het onverdiende voorrecht uit dit heden te kunnen leeren, voor de toekomst van ons land. En daarom: wij samen sterk! Wie de R. K. Staatspartij stemt en steunt, stemt niet den „status quo“ maar even zeker steunt hij en stemt hij voor Nederland! De weldaad der sociale wetgeving wordt pakkend in beeld gebracht even als hetgeen in Nederland reeds werd be steed tot steun aan de werkloozen. Aan Ir. Mussert worden enkele rake vragen gesteld, o.a. omtrent de verhouding van de N.S.B. ten opzichte van de vrijmetse larij en van de katholieken en over het door den leider zelf gegeven lang niet malsche oordeel over den inhoud van Volk en Vaderland”. De urgente eischen van de R.K. Staats partij op sociaal-economisch terrein wor den nog eens als volgt aangegeven: 1. Krachtiger uitvoering van het 60 millioe- nenplan en beschikbaarstelling van ruimer Crc< diet voorhetzelfde doel. 2. Verlaging van vaste lasten. 3. Principieele wijziging van de Tariefwet. 4. Samenwerking tusschen alle bedrijfsgeno- ten. 6. Bevordering van economisch-technologisch onderzoekingen en steun aan industriebanken, 6 Betere verdeeling door a. verbod van arbeid der gehuwde vrouw, niet kostwinster, in beroep en bedrijf, behoudens uit zonderingen in het algemeen belang; b. tewerkstelling van mannelijke arbeidskrach ten, overal waar dit mogeiijk en wenschelijk is. c. Waar mogelijk, vervanging van oudere door jongere werkkrachten: d. beperking van den arbeid voor vreemde lingen; e. betere regeling van den arbeid over de be- hun vrouwen zijn er enkel nog op uit hun gasten te overtroeven door uit te pakken met weelde op elk gebied. Aan de harte lijkheid wordt niet meer gedacht vermits het bezoeken niet meer aan een noodwen digheid beantwoord, gelijk voorheen toen men zijn zaken niet kon afhandelen tus schen twee treinen. Laten wij er genoe gen mee hebben dat de grootscheepsche ontvangsten van vroeger tot het verleden behooren, dat de kostbare, landurige gast vrijheid niet meer van deze tijd is; doch laten we daarin geen reden zien om bij de bezoeken die zich nog voordoen enkel aan ons zelf te denken en niet aan de menschen die we ontvangen. Laten we de menschen binnenleiden in ons hnis gelijk vrienden en niet gelijk spionnen of indringers. In ons huis, gelijk we dat zelf bewonen met zijn atmosfeer van ge negenheid, onderlinge eerbied, gezellig heid en opgewekte harmonie tusscheude samenlevenden. Geen complimenten, geen wantrouwen, geen grootdoenerij, geen ,,ontvangkunst”maar „gastvrijheid” gelijk in den goeden ouden tijd. Laten we elke uitnoodiging meenen wanneer we ze uitspreken en in iedere ontvangst hartelijheid leggen en oprechtheid, die nog de beste goede manieren en de schoonste beleefdheid zijn. Wij hebben, in de huidige samenleving veel dingen, die voortijds sterk waren en stoer, laten verzoeten en verbasteren. Haat en liefde hebben we geheeten sym pathie en antiphatie, waarschijnlijk uit naam van de nu zoo zeer geprezen ver draagzaamheid, die wil dat we niets meer te koud of te warm vinden, maar dat alles ons gelijkelijk bevalt uit naam van de princiepen van de anderen. Onze eigen princiepen moeten we namelijk van kant zetten in het openbare leven. Alleen wordt nog geduld dat we ze in het privaat eeren. Is het ook zoo niet vergaan met de gast vrijheid welke onze voorouders een hei lige deugd noemden en die wij vervangen hebben door de kunst van het ontvangen. Er zijn natuurlijk ook historische redenen die het teleurgaan van de gastvrijheid helpen verklaren. Vroegen gaf een gast zich geheel over aan zijn gastheer, want hij kon niet binnen de vier en twintig uren weer thuis geraken wanneer hij slecht ge komen was, noch in |het hotel gaan eten en slapen wanneer hij het dak van zijn gastheer vluchtte omdat de huisvrouw hem daar al te stekelige opmerkingen naar het hoofd slingerde. Toen moest de gastheer wel alles geven, toen moest de gast wel van het hartelijkste onthaal ver zekerd zijn of er zou van reizen ntets meer in huis zijn gekomen. Doch nu is de toe stand anders en de gastheeren en vooral DE „OPMARSCH". Voor ons ligt de onder Nolens’ wa penspreuk „Utrique fidelis”, trouw aan God en Vaderland, verschenen Lim- burgsche éditie van ons propaganda-or- gaan: „De Opmarsch”. In 1.250.000 exemplaren gaat deze „Opmarsch” door het land, in elf verschil lende edities. De voorzitter van het partijbestuur, mr. Goseling, opent met een kort en krachtig artikel „Samen sterk”, waarvan wij het slot hier geven: Het is niet waar, dat de opdringerige actie der nieuwe beweging (N.S.B.) de de innerlijke eenheid zou versterken, eenheid zou versterken. De ervaring leert het tegendeel, reeds nu. Wanneer het ons niet zou gelukken in een ware volkspartij, waarin alle ge ledingen van het volk vertegenwoor digd zijn, een machtige groep bijeen te houden, dan gelukt het niemand. Het is niet waar, dat een nieuwe or de kan worden gebouwd op leuzen en frasen en uiterlijke flinkheid. Het is niet waar, dat Nederland uit de wereldcrisis zou kunnen worden ge haald door welke „flinkerds” dan ook. Deze al of niet uitdrukkelijk uitgespro ken veronderstelling is erger dan on waar, zij is gruwelijk wreed, omdat zij het leed slechts verergert. Wat verant woordelijke critieken doelbewuste stu wing vermag heeft de R.K. Staatspar tij getoond door daden. Die daden kunnen doorz.g. nationa le gelijkschakelingen en door kleinzie lige afsplintering slechts worden ge dwarsboomd. De Katholieken moeten hun taak groot zien. Wij bouwen aan een nieu we orde. Wij willen onzen heilzamen invloed doen gelden ten bate van ons land. Dat is slechts mogeiijk wanneer nam dit voorstel aan. Met Kerstmis was hij weder eens thuis geweest. Met een zwaar hart zag Fred den vriend vertrekken. In de brieven, die zus ter en broer met elkaar wisselden, vlogen groeten van Helmi aan Ehrenstolpe, en omgekeerd, over en weer. Meer permit teerde Hans zich niet. Fred verwachtte zijn ouders, die uit Petersburg naar Duitschland komen wil den. Te Kun^eren, het landgoed der Ehren- stolpe’s zou de familie zich vereenigen. Ook Helmi wachtte en hoopte. Het Gluck auf! dat zij den beminde bij het af scheid had toegeroepen, en zijn schitte rende, warme blik van dankbaarheid, welk haar ter belooning ten deel viel, wa ren niet vergeten. Zonder het te weten stond Hans in het huis zijner voorvaderen. Dus hier had Gruner zoo lang geleefd, hier was die Ulrich von Landow geboren, die hem een held toescheen. Hier behoorde ook Kurt von Landow thuis, die door Jutta was af gewezen. De bediende liet Hans in de galerij tre den en verwijderde zich dan. Nieuwsgie rig keek de jonge ingenieur rond. Daar hingen de wapenschilden der graven en van burn? r.?.'.:r.~T hei licht viel - -V I A J W k I: K-

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1935 | | pagina 1