WEEKBLAD VOOR BAADLE-NAS5AU’ i
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
JONG BAARLE-NASSAU, s s&s
HET HEIDEBLOEMPJE.
29e Jaargang
25 AUGUSTUS 1934
No. 34
FEUILLETON,
l
stempeld goud. Goeden avond verder,
mijnheer. Hij was versteend van ontstel
tenis ik zag het. Vriendelijk knikte ik
hem toe en ging naar de danszaal. Ik weet
het wel: wat ik gezegd had, streed tegen
alle regelen der hoffelijkheid, het was dom
en zonder geest. Maar wie kan een fijne
handelwijze verwachten van een kleinen
beer? Wat de Candidaat-notaris daarvan
dacht, was mij onverschillig; ik verachtte
hem.
Toen ik de zaal binnentrad, was het
eerste beeld dat zich aan mijn oog ver
toonde: luitenant Klinkaert met een valsch
glimlachje op het gelaat in een vriend
schappelijk onderhoud met juffrouw Hooi
berg. Duister herinner ik mij nog, dat
eenige jongeheeren naar mij toekwamen
en zich verontschuldigden, wijl zij mij
niet geëngageerd hadden voor de vorige
dansen, ik was plotseling uit hun oog
verdwenen- Met wien ik later danste, wie
met mij sprak, en wat ik zeide, ben ik to
taal vergeten. Alles scheen mij gelijk een
verwarde droom, waarin alleen het be
wustzijn van mijn volslagen onwaarde
mij helder en duidelijk voor den geest
stond.
Dit bewustzijn sloeg over tot zelfbe
spotting en verwekte Hi mij ten slotte een
soort van galgenhumor. Ik meen mij te
Sinds enkele dagen zijn de herden-
dinksplechtigheden en de inhuldiging van
zijn gedenkteeken te Antwerpen, over ge
heel Vlaanderen voorbijgevloden.
Als een siddering ging de weerslag de
zer blijde gebeurtenissen door de gelede
ren van ons Volk, bij de huldiging van
een der besten, der aristocraten (in den
goeden zin van het woord) hunner stam-
genooten. Het is dan ook alles behalve
verwonderlijk dat deze feestelijkheden tot
een sukses zijn uitgegroeid, ten spijt van
al wie het benijdt.
Peter Benoit! Die naam roept bij ons
op het beeld van dén Dietschen Harpe-
naar en Volksvriend, den Schepper on
zer eigene Dietsch-Nationale Muziek
kunst, schepping die hem veel misken
ning en spot op den hals haalde, die ech
ter steeds hun uitwerking misten. Trots
alle miskenning en verachting hield de
stoere West-Vlaming standzijn rotsvaste
overtuiging gebood hem zijn eigen Diet-
sche Volk een Muziekkunst te schenken,
zooals het reeds had een eigen Letterkun
de en een eigen Schilderkunst.
Niet minder hardnekkig was zijn strijd
tot vervlaamsching der Antwerpsche Mu
ziekschool, strijd die in een zege veran
derde bij de erkenning daarvan tot Ko
ninklijk Vlaamsch Conservatorium.
Op kunstgebied staat op ééne lijn met
een Joost van den Vondel, een Rubens,
en met hun drieën, te zamen met Artevel-
de, Nassau, Rembrandt zijn ze de waar
dige vertolkers der Dietsche Volksziel.
Evenals een Conscience zijn Volk leer
de lezen zoo leerde Benoit dat zelfde Volk
zingen; kon Rubens met een enkelen
penseeltrek een lachend gelaat in een
weenend veranderen, een enkele maat
slag, een handvol akkoorden, waren Be
noit voldoende een kalme menigte in een
geestdriftig zingende te veranderen.
Wie ook, zou kunnen weerstaan aan
den indruk die bijvoorbeeld een uitvoe
ring van zijn „Rubenscantate”, door een
duizendkoppig koor, met begeleiding van
bazuingeschal en beiaard spel, maakt;
wie onder u heeft niet meegeneuried wan
neer de zoete melodij van „Mijn Moeder
spraak” uw ooren trof.
Doch, met zijn oratoriums behaalt hij
den lauwerkrans. Vooral in zijn oratorio
„De Schelde” komt zijn diepen kunstzin
en zijn Dietsch Stambewustzijn tot uiting.
In den machtigen, majestatischen Schel-
destroom ziet hij het symbool van den
broederband die de van elkaar gescheur
de deelen van het ééne Dietsche Volk:
Zuid en Noord, Vlaanderen en Rijks-Ne-
derland, tot broeders van een zelfde ge
zin, een zelfde Volkshuishouding ver
bindt; in geestdriftige ontroering zingt hij
het uit:
Vaarwel, Schelde, stroom der minne,
Vreugde roept ons aan het Strand
Kronkel voort, tot elks gewinne,
Door het vrije Vaderland.
’t machtig
prachtig
Nederland
Terecht beweert de priester-dichter
Cyriel Verschaeve in zijn „Uren bewon
dering voor groote kunstwerken,,
„De ziel van twee broedervolkeren had
„zich vereenigd: Vlaamsche gloed
„werd geënt op Noorderernst, zijn
„scheppende geestdrift enideale droom
„zucht op onverschrokken durf- en on-
„dernemingsgeest, zijn ruwer kracht
„op fijner beschaving: doch de over-
strooming was dezelfde: krachtig zelf-
„bewustzijn, hevige vrijheidszin, groo
ve gemoedsdiepte, natuurlijk of my-
„stiek, taaie werkzaamheid; dit, in de
kroes van Benoits geestdrift samenge-
„smolten, bleek één te zijn, en, met de
lukkig toeval! Bewondert gij evenals ik
den heerlijken nacht en de fonkelende
sterren daarboven, of verstaat gij de kunst
van in de sterren te lezen?... Ach, hoe
gaarne wenschte ik, dat gij voor mij eens
in de sterren kondet lezen! Hij naderde
mij zeer dicht en fluisterde: Uit uwen
mond wil ik mijn toekomst leeren kennen.
Zeg mij, Louise, ik bid er u omhoe staan
onze sterren tot elkander! Zullen zij el
kander nog eens kruisen en dan, tot een
sterrenbeeld vereenigd, langs dezelfde
hemelbaan wandelen?
Huichelaar! Nu was het uur mijner
wraak gekomen. Ik slaakte een diepen
zucht en verzamelde al mijn krachten.
Op den vriendelijksten toon der wereld
antwoordde ik: Van geheel den sterren
hemel ken ik slechts de Melkweg en de
Groote en Kleine beer. Wanneer ik nu de
twee laatstgenoemde hemelteekens als
ons beider zinnebeelden beschouw, kan
ik u mededeelen, dat de Kleine Beer zich
met beslistheid naar de Kreeftkeerkring
toewendt. De Groote Beer trekt vervol
gens langs de Melkweg en vindt op deze
niet geheel onbekende baan wellicht hier
of daar een ander hemelmonster, een nijl
paard of iets derqeliiks. dat de uitdruk
king zijner gevoelens voor nangbare munt
en ge- i aanneemt en ze omwisselt in echt, ge-
Groot Openluchtspel
te Baarle
Zondag 2 September zal voor Baarle
een groote dag zijn. Het zeer gekende en
flinke missietooneel van Turnhout zal op
de mooi gelegen en uitgestrekte speel
plaats der Eerwaarde Broeders Klooster
straat het machtig en roerend broederdra-
ma „Jozef in Dothan” van Neerlands
grootsten dramaturg Joost van den Von
del oproeren.
De spelleiding is in handen van den
zeer begaafden leider der Franciscusge-
zellen Jozef Maes. De opbrengst is ten
bate van het nieuwe geheel onbeschaafde
arbeidsveld van Pater A. van Tilburg, die
binnenkort met nog twee confraters naar
de arme en zware missie van Congo ver-
dan van anderen. Zij hebben behalve de
gewone bijeenkomsten nog de wekelijk-
sche groepsvergaderingen. Ook de ouders
mogen van hun Jonge Wachters wel wat
meer verlangen dan van de andere. Zij
moeten een voorbeeld zijn in alles, in de
Kerk, thuis, op school en op straat. Of
dit in werkelijkheid altijd het geval is, is
een andere kwestie; maar dat geheel ten
onrechte veel op het patronaat wordt ge
stoken, wat niet waar is, dat is ook een
feit.
In ieder geval is met eendrachtige sa
menwerking der ouders op dit punt nog
veel te verbeteren.
Moge ons Patronaat met haar keurben
de, de „Jonge Wacht”, onder de bescher
ming van Christus, onzen Koning, onder
de voorspraak van onze Allerzuiverste
Maagd Maria en onzen Patroon, de H.
Joseph, mede met behulp en medewer
king der ouders, steeds toenemen, niet
alleen in quantiteit, maar ook en vooral
in kwaliteit. Dit is de vurige wensch van
Directeur en Leiders.
Voor Christus, Onzen Koning
God wil het. Amen
«Jonge Wachtn-lnstallatie.
Morgen, Zondag 26 Augustus, wordt
het weer een jubeldag voor ons patronaat.
Bij onze „Jonge Wacht” worden weer 8
nieuwe leden ingelijfd. Acht flinke jon
gens gaan zich weer scharen bij het leger
van Koning Christus, hun machtige pa
troon.
Morgen na de vroegmis worden zij ge
ïnstalleerd.
Onder de H. Mis Algemeene Heilige
fcommunie voor „alle” patronaatsjongens
Alle jongens dragen hun Heilige Commu
nie op tot intentie van de jongens die ge
ïnstalleerd worden.
s De ouders der nieu we Jonge Wachters
worden verzocht zooveel mogelijk in de
H. Mis aanwezig te zijn en de installatie
bij te wonen.
Na de installatie wordt de zegen met
het Allerheilligste gegeven.
Daarna gezamelijk ontbijt in het patro
naat.
Vele ouders vereenzelvigen de „Jonge
Wachters” (jongens in uniform) met pa
tronaatsjongens, hetgeen totaal verkeerd
is. Alle jonge Wachters zijn wel patro
naatsjongens maar niet omgekeerd. Men
kan heel goed patronaatsjongen zijn zon
der Jonge Wachter.
Jonge Wachters zijn jongens, die een
keurbende, een modelgroep vormen in
patronaat. Van hen wordt meer gevorderd
S
herinneren, dat ik gedurende langen tijd
het middelpunt was van een kring waar
aanhoudend gelachen werd. De men-
schen-vroegen er immers niet naar, hoe
het kwam, dat de vonken mijner vroolijk-
heid naar alle kanten uitspatten. De schit
tering daarvan bezorgde hun vermaak, en
dat was genoeg! Ik hoorde uitroepen als:
Origineel! Onbetaalbaar! kostelijk! Pro
fessor Bruinsma dreigde mij lachend met
den vinger en vroeg zachtjes of ik ook
den klemmenden schoen mijne stugheid
had weggeworpen. Charlotte fluisterde
mij in het oor, dat ik in het geheel niet te
herkennen was.
De cotillon kwam aan de beurt. De co
tillon, die lange, lange dans, dien ik aan
Emil beloofd had! Met hem spreken, met
hem dansen, als of er niets was voorge
vallen dat kon ik niet. Ik moest weg
naar huis. Met zenuwachtige haast ijlde
ik door de zalen. Zooals ik had vermoed,
vond ik oom in de speelzaal. Hij was juist
als de vijfde man aan het whisttafeltje uit
gescheiden, maar zag het spel vol be
langstelling aan.
Oompje-lief, gij moet mij naar huis
brengen, fluisterde ik opgewonden.
Hij bekeek mij met een verbaasden,
vragenden blik. Maar, snoepertje, het bal
1 is nog niet afgeloopen
„verschillende geaardheden, die broe
ders in een familie kunnen hebben, te
„bewerken het heerlijkst harmonie-
„ëerend leven waar dicht en waarheid,
„droom en werkelijkheid, gloed en
„overweging, elkaar steunden en een
„verhoogde levenskracht schonken”.
Moge ons Dietsche Volk weldra, even
als de groote Benoit en anderen, tot het
besef komen van zijn nationale éénheid
POORTER.
8
Het duizelde mij voor de oogen’t was
of mij de keel werd dichtgeknepenkramp
achtig rukte ik de deur open, die toegang
gaf tot de waranda en stormde naar bui
ten. Wat bekommerde ik er mij over, dat
de avond wind zijn kouden adem over
mijn hoofd blies!
In ware vertwijfeling leunde ik over de
balustrade en staarde naar den met ster
ren bezaaiden hemel, die met wonderba
re helderheid op de duistere aarde neder-
blikte. Ik meende op dat oogenblik, dat ik
geschapen was tot afschrik der menschen
dat ik niemands liefde, maar aller verach
ting waaardig was.
Hoelang ik daar gestaan had, wist ik
niet. Op eens werd de deur van een der
danszalen geopend, en ik verschrok als
of mij een adder gestoken had. Emil
kwam onder de warande. Waarschijnlijk
zocht ook hij in zijn opgewondenheid de
frissche avondkoelte, Wat ik voorzien
had, gebeurde aanstonds had hij mij
gezien en kwam naar mij toe.
Gij hier, mijn liV 1 i -^neg hij
op weeken, vleienden toon, WHb e
Peter Benoit,
de Prins der Dietsche
Toondichters.
1834 - 1934.
-
BAARLE S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD