WEEKBLAD VOOR BAAQLE-NAS5AU*
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
;^^DE JONG BAARLE-NASSAU.
Gevraagd
k’
B
Meisjes (of Vrouwen) boven 16 jaar
HET HEIDEBLOEMPJE.
29e Jaargang
No. 30
DE VEEMARKT
De Werkloosheid.
la
A
28 JULI 1934
voor de Hero-fabrieken te Breda
die gedurende de campagne aldaar willen werken* Hoog
loon. Transport per fabrieksautobus* Persoonlijke aan
melding pp het Gemeentehuis Maandagmorgen
van 9-12 uur*
z-
U'
as®
FEUILLETON.
De gebruiksveehandel is door de droogte wel
in een zeer moeilijk parket gekomen. De omstan
digheden waren voor de veehouders zoowel als
voor de veehandelaren toch al zeer moeilijk en
speculatief, maar deze zijn er door de droogte
niet gemakkelijker op geworden. Men zou, nu de
weiden zoo bijzonder slecht staan, moeten ver-
gebouwd en waarvan de huur belangrijk
lager is dan de huren der gewone arbei
derswoningen in Amsterdam. Degemeen-
te heeft hier feitelijk reeds het voorbeeld
gegeven.
Op het voorstel van B. en W. heeft de
raad indertijd besloten driehonderd werk
lieden die zestig jaar en ouder waren, te
vervangen door jeugdige werkkrachten.
Waarom zou iets dergelijks ook niet in
het particuliere bedrijf kunnen gebeuren?
Natuurlijk zou dit alles op groote schaal
georganiseerd moeten worden. Er zou ’n
grootscheepsche actie op touwgezet moe
ten worden, een soort volksbeweging in
de trant van de „Blue-Eagle-actie”, die
men in Amerika is begonnen, en die ten
slotte hierop berust, dat iedere burger
naar de mate van zijn krachten mede
werkt aan de bestrijding van de werkloos
heid. „We do our part”, „Wij staan voor
ons deel in”, dat moet ook hier de leuze
zijn van lederen staatsburger.
Wat het resultaat van een zoodanige
actie zal kunnen zijn?
De uitkomsten van de volkstelling van
1930 hebben geleerd dat er in ons land
in totaal 2.450.000 werknemers zijn,
waarvan er 114.000 beneden de zestig
jaar. Wanneer wij aannemen, dat zich
daaronder 80.000 arbeiders boven de
zestig jaar bevinden, en dat deze vervan
gen zouden kunnen worden, laten wij
zeggen door vijftigduizend jongere werk
lieden, dan zou op deze wijze reeds heel
bereikt zijn.
Mr. Kropman wees er op, dat ook de
bestaande liefdadige vereenigingen in de
ze richting werkzaam zonden kunnen
zijn. De tijd is er werkelijk rijp voor, zoo
besloot hij, de omstandigheden dwingen
er toe en in alle kringen der bevolking,
zoowel bij werkgevers als bij werknemers
zou het plan met instemming worden be
groet. ’t Is alleen maar de vraag, wie het
initiatief neemt. Van de overheid kan dit
niet uitgaan. De overheid moet er zooveel
mogelijk buiten blijven. Hier moet een
daad gesteld worden door het particulier
initiatief.
b
ii
riep een kleine brunette en lachte.
Precies alsof zij pas uit het water komt
Maar dan is haar puntig hoofd zeker
niet onder geweest want het roode haar
is nog even stijf als anders, meende een
andere.
Dat beteekent niets. Na verloop van
een half uur als zij maar wat rond
draait en zich warm maakt zit het zoo
glad als een jonge kat.
Ik geloof, dat die hals met die fameuze
coiffuur het heerlijk schoone kopje van
Jeanette wil naapen.
Nu ja, zij is immers haarcarricatuurin
alles. Ik ben brandend nieuwsgierig om
te weten, met welk liedje zij van avond
weer geuren wil. Naar die schelpen te
oordeelen, zou ik denken, dat zij iets uit
de Undine in haar doos heeft.
Men zal haar toch niet stimuleeren,
zeide Charlotte ongeloovig.
Stimuleeren! herhaalde de brunette en
zag Charlotte aan met spottenden blik.
Meent gij, dat die zich laat stimuleeren?
Zij komt al vanzelf aan met een heelen
bundel muziek, en als Jeanette aan het
zingen is, zit zij daar reeds gereed met
haar liederen voorraad als een bom, die
wacht op het oogenblik waarop zij mag
losbarsten.
Nu dan hebben we tenminste rog eens
overheid. Het zou m.i. niet onbillijk zijn
indien de nieuw-tewerkgestelden, ’n ze
ker percentage van hun loon zouden af
staan ten bate van de oudere collega’s,
wier plaats zij hebben ingenomen. Daar
bij zouden nog kunnen komen een kleine
finantieele bijdrage van werkgevers- en
werknemersorganisaties (die er beide het
grootste belang bij hebben, dat de jonge
re werkkrachten aan den slag kunnen
gaan) en eventueel een bijdrage van so
ciale en charitatieve instellingen. Boven
dien zou men de vervroegd ontslagenen
kunnen helpen, door hun woningen aan
te wijzen, die uit het werkfonds worden
Hier kan men ten minste ongestoord zijn
buitverorberen, zeide Charlotte met blijk
bare voldoening.
Maar wij hadden daar nauwelijks een
minuut gezeten, of ik sprong op, als ware
ik plotseling geelectriseerd: Ik geloof, dat
men begint te dansenik hoor een viool,
riep ik op levendigen toon. Charlotte lach
te. Arme Louise, als gij denkt dat er nog
gedanst wordt voor het souper, moet ik u
die illusie, helaas ontnemen. Voor het
souper wordt er gemusiceerd; de instru
mentaal muziek vormt echter slechts het
voorspel; het glanspunt van den avond
is de zang van Jeanette. Gij zult zien dat
er op een bepaald oogenblik een ware
volksverhuizing in de muziekzaal ont
staat. Jeanette zingt inderdaad ook verruk
kelijk; het is een genot, haar te hooren.
Na een kort tijdsverloop had zich in
ons praathoekje een geheele kring van
jonge dames gevormd.
Nu kan het feest beginnen: Zijn Excel
lentie, generaal van Eijck, mevrouw zijn
echtgenoote en mejuffrouw zijne dochter
zijn zooeven verschenen, was de met ko
mische deftigheid overgebrachte bood
schap van een ondeugende blondine.
Zie toch eens, hoe die vogelverschrik-
ster zich weer behangen heeft met groen
en schelpen, ja, waarachtig met schelpen
Kan het particulier initiatief niets doen?
De Amsterdamsche Wethouder Mr.
Kropman heeft onlangs betoogd, dat de
steunverleening zooals deze thans is ge
regeld, op den duur door geen enkele ge
meente gehandhaafd kan worden.
Practisch komt de bestaande toestand
hierop neer, dat het overgroote deel van
de kosten der werkloozenondersteuning
alleen gedragen wordt door de gemeen
ten, waar werkeloosheid heerscht, terwijl
andere gemeenten te dien aanzien geen
lasten hebben te dragen. Deze situatie is
principeel fout, omdat de werkloosheid
geen plaatselijk verschijnsel, maar een
nationaal euvel is, waarvan de gevolgen
door alle burgers in gelijke mate dienen
te worden gedragen.
Van dit laatste is thans echter in de
verste verte geen sprake. Dit blijkt bijv,
uit het feit, dat, terwijl tegenwoordig ge
middeld ongeveer 11 procent van de be
lastinggelden besteedt wordt voor de on
dersteuning aan werkloozen, die percen
tage voor sommige gemeenten tweehon
derd bedraagt. Daaruit kan met onom-
stootelijke zekerheid worden afgeleid, dat
er ook gemeenten zijn, die veel minder
dan 11 procent der belastinggelden aan
ondersteuning uitkeeren. Tot deze laatste
gemeenten behoort Amsterdam in elk ge
val niet. Amsterdam geeft jaarlijks aan
steun uit een bedrag van ruim twintig
millioen gulden, waarbij dan nog komen
de kosten van de kleeding- en voedsel
voorziening. Het rijk past vijf millioen bij
zoodaf de sreun jaarlijks aan de gemeen
tekas een offer van 16 millioen gulden.
Dit kan nu de gemeente op den duur on
mogelijk dragen. Amsterdam moet nu
reeds, om de steunregeling te kunnen
uitvoeren, allerlei heffingen doen, en al
lerlei drastische bezuinigingen aanbren
gen, maar ook daaraan is een grens. Er
zal dus een wet moeten komen, die de
rondloopen. Die maatregel is hard, doch
harder nog is het lot van jonge huisva
ders, die niet aan den slag komen. De an
dere werklieden zouden dan een uitkee-
ring moeten krijgen, welke gefinancieerd
kan worden door de besparingen van
Maatschappelijken steun, daar immers
het aantal gesteunde werkloozen vermin
dert. Men kan veilig aannemen, dat de
meeste werklieden op 65-jarige leeftijd
de fabriek verlaten. Het is dus redelijk,
dat zij gedurende de vijf jaar, die zij eer
der het bedrijfsleven verlaten, geholpen
worden, maar dan niet alleen door de
begroet. Kom, spoedig!... laten we haar
gaan opzoeken! Ik moet mijn verzuim
goedmaken.
’t Heeft volstrekt geen haast, zeide mijn
vriendin koel. Juffrouw Jeannette zal u
volstrekt niet missen en ’t zal u ook niet
gelukken door haren hofstoet heen te
dringen. Zij zit op dit oogenblik midden
in een drom van aanbidders en laat zich
allerlei vleierijen welgevallen. Zien wij
ons liever een kop thee en wat van dat
verlokkelijk gebak te bemachtigen. Die
lakei daar metzijnzilveren koorden brandt
van verlangen om ons te bedienen. Kom
mede!.... Hier hebt gij reeds een kop.
Maar pas op, dat gij mij niets over mijn
kleed stort. Daar, neem ook watzoetigheid
er bij. Neem... laat die flesch met cognac
staan, Louise. Dat koppige goed is slechts
drank voor mannen. Kom nu met uw roof
achter de pyramide van planten. Ik ben
altijd nog bevreesd dat mijn kleed in het
gedrang onverhoopte kennismaking zal
aanknoopen met den inhoud van uw kop
je.
Het zorgvuldig door ons uitgekozen
plaatsje had het aanzien van een prieel.
Er stonden kleine peluchen stoelen en
men had er de heerlijkste gelegenheid om
onbeluisterd te spreken.
Dat was een gelukkig idee van mij.
tosten van de werkloozen-ondersteuning
laat betalen door het geheele volk.
Maar zelfs dan, zoo meent Wethouder
Kropman zou het finantieel offer, dat
van de gemeente geëscht wordt, op den
langen duur te zwaar worden. Het is zijn
stellige overtuiging, dat juist het particu
liere bedrijf nog veel kan bijdragen tot
een belangrijke vermindering van de
werkeloosheid.
Deze zou bereikt kunnen worden door
als regel alle werklieden, die den leeftijd
van b.v. zestig jaar hebben overschre
den hebben, te vervangen door jeugdiger
werkkrachten, die thans zonder emplooi
4
Kind, ik heb je gezocht als een verlo
ren speld! riep Charlotte verheugd en
legde aanstonds haar arm in de mijne.
Wat een prachtige bouquet, en hoe voor
treffelijk past die bij uw allerliefst toiletje!
Van wien hebt ge haar gekregen?
Van Klinkaert, antwoordde ik niet zon
der trotsch op de ietwat indiscrete vraag
van Charlotte en voegde er haastig bij:
Hebt ge hem dezen avond reeds gezien?
Den candidaat-notaris? Ja zeker; ik heb
hem reeds gesproken zoodra ik binnen
kwam.
Ik heb hem nog nergens gezien. Waar
mag hij toch wezen?
Vraagt ge dat nog? Natuurlijk in de
muziekzaal; daar is immers de magneet,
die al de heeren met onweerstaanbare
kracht aantrekt, sprak Charlotte bits.
Waarin bestaat die magneet? vroeg ik
eenigszins beklemd.
Maar Louise, denkt ge dan volstrekt
niet aan Jeanette, de schoone dochter en
koningin van dit huis, ter wier eere dit
soiree gegeven wordt?
Jeanette... ja juist, ik heb haar nog niet
n
H
D