WEEKBLAD VOOR BAAD LE-N ASSAIL
HERTOG EN OMSTREKEN
UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ
IDE JONG BAARLE-NASSAU
el
di
DE GALEIBOEF
4
26 MEI 1934
No 21
29e Jaargang
J
Volkenbondsdag.
FEUILLETON*
ik
:h
s
fr.
5 tl
s
of de man, die Nalots schoonzoon zou
worden was werkelijk de ontvluchtte ge
vangene Ricceur.
Merindol keerde nu met zijn ouden be
diende, naar het tuinhuis terug om met
dezen te beraadslagen over de te nemen
maatregelen.
In zijn woning aangekomen, bracht hij
Piganiou in de kamer, die op de straat
uitzag, opdat men van den tuin uit geen
verlicht venster zou kunnen zien.
Hij gaf er nu weinig om of Nalot zich
over zijn wegblijven zou verwonderen
dan wel of mevrouw Nalot zijn plotseling
verdwijnen kwalijk zou nemen; in zijn
oogen kon deze gewaande fabrikant, die
zijn dochter met een ontvluchten galei-
boefwilde laten huwen,slechts een schurk
van het ergste soort zijn en zijne vrouw
was er waarschijnlijk mede ingenomen.
Eene persoon echter, Gabrielle, die
zonder bescherming aan de lompheden
van een afschuwelijken vereerder was
overgeleverd, moest zich over zijne afwe
zigheid beklagen.
Zij had zijne hulp noodig tegen de ti
rannie van een zelfzuchtigen vader en
eene liefdelooze stiefmoeder.
Louis wilde Gabrielle niet verlaten,
maar hij voelde toch geen verlangen meer
om met haar te huwen na ^1 hetgeen hij
S.
28
Ik was er reeds van overtuigd, maar
zonder u kon ik niets tegen den booswicht
doen. Morgen, misschien vandaag nog,
moet er gehandeld worden! Kom mee
naar binnen.
er-
m,
!U-
la-
ijt.
la-
ip-
;n,
1-
>n
)r
s
ir
!t
nu ervaren had.
Piganiou, mijn vriend, zei hij, aan u
heb ik het te danken, dat ik niet de groot
ste domheid mijns levens begaan heb!
Piganiou zag hem ten hoogste verwon
derd aan. Dat was toch Ricceur, dien gij
zooeven gezien hebt, niet waar? vroeg
Merindol nog eenmaal aan den molenaar
als om iederen twijfel op te heffen.
Zeer zeker, antwoordde Piganiou, hij
is weinig veranderd sinds ik hem de laat
ste maal zag.
Wat denkt gij van iemand, die zoo’n
mensch zoo feestelijk in zijn salon ont
vangt?
Ik denk, dat zoo iemand van dezelfde
soort moet zijn, immers soort zoekt soort.
Dat is ook mijne meening en sinds een
jaar ben ik bij dezen man aangesteld! En
hij heeft eene dochter, waarmee ik wilde
trouwen.
Dat zult gij niet doen, mijnheer Louis,
al was het alleen maar uit achting voor
den naam uws vaders, ofschoon gij hier
van afstand gedaan hebt.
Neen, ik zal het niet doen. Van nu af
zal ik mij weder Louis de Merindol noe
men en dit huis verlaten, om het nooit
weder te betreden. Maar wat denkt gij er
van: moet ik dezen Ricceur ongestoord
in het bezit laten van den naam, dien hij
VI.
De onverwachte ontdekking, die Me
rindol dezen avond gedaan had, bracht
hem natuurlijkerwijze in de grootste op
gewondenheid.
Terwijl de brutale schurk, die zich van
zijn naam had meester gemaakt, van de
familieportretten vertelde, was Merindol
overtuigd, dat deze mensch niemand an
ders dan Ricceur kon zijn en Piganiou
had, zooals wij gezien hebben, in den ge-
waanden markies werkelijk den voorma-
ligen gevangene herkend.
Merindol kon zich de gelaatstrekken
van Ricceur, dien hij in zijne prilste jeugd
gezien had, niet juist meer herinneren.
Piganiou echter had vroeger in leven
dig verkeer gestaan met den toenmaligen
rentmeester van den gestorven markies
en du$ kon er geen twijfel meer bestaan,
voor een groot deel onder de suggestie,
die trovwens volstrekt niet alleen suges-
tie is, dat verzet tegen het gezag toch nut
teloos is. Vandaar dat met een relatief
kleine politiemacht kan worden volstaan
om het gezag, zooals wij dat in onze
maatschappelijke orde kennen te hand
haven.
Een zoodanig gezag zal de volkenbond
zich slechts langzaam kunnen verwerven
Momenteel ligt de krachteloosheid van
den Bond tegen daadwerkelijk verzet nog
te veel voor ieders oogen open. Hierin
moet men ook het antwoord vinden op de
vraag waarom toch den Bond zoo uiterst
voorzichtig is met het bewandelen van
den directen weg. Deze zou toch zoo ge
makkelijk kunnen uitloopen op een fias
co of -wat tenslotte op hetzelfde of er
ger zou kunnen uitloopen op een toe
spitsen der werkelijke kracht. Slechts en
kele malen dan ook zoo’n krachtproef
aangedurfd; indien men nu aan den eene
kant den Volkenbond een verwijt zou
kunnen maken van te groote voorzichtig
heid op politiek gebied, dan mag hem an
derzijds zeer zeker niet de erkenning
worden onthouden, dat herhaaldelijk zijn
werkelijk ingrijpen een juist ingrijpen is
gebleken!
Daarnaast de andere, de indirecte weg
Deze is de weg, die leidt langs de inter
nationalisatie van de wereld en van de
gedachten in die wereld. We weten allen
natuurlijk wel dat er ook voor den oorlog
veel internationaal geregeld was. Maar
we weten evenzeer, hoeveel bezwaren
het vroeger meebracht om een internati
onale conferentie te beleggen. En ziehier
nu een geweldige vooruitgang op dit ge
bied. De Volkenbond behoeft slechts zijn
apparaat in werking te stellen en in den
kortst mogelijken tijd kunnen de diplo
maten, de economen, de geleerden, enz.
van alle landen elkaar in een conferentie
ontmoeten. Er is nog iets zeer belangrijks
annex aan den Volkenbond; n.l. zijn zoo-
Anti-Oorlograad samenwerkten, werden
deze beide samengesmolten ten einde tot
een geheel nieuwe Vereeniging voor Vol
kenbond en Vrede te geraken. Ook deze
Nederlandsche Vereeniging, die als cen
trale organisatie voor de verspreiding van
de kennis omtrent den Volkenbond mag
worden beschouwd, stelt zich ten doel
den Volkenbond nader tot de massa in
one land te brengen. Den Volkenbond en
zijn arbeid te doen kennen en daardoor
waardeeren. Want het moge vreemd en
bevreemdend kiinken, maar ontstellend
is nog veelal de onwetendheid, die er om
trent den Volkenbond heerscht, ook ja
voornamelijk zelfs bij degenen, die hem
het meest becritiseeren. In die leemte aan
kennis moet worden voorzien, niet het
minst ter wille van den Volkenbond zelf.
Want en dit willen we uitdrukkelijk
vooropstellen deze is geenszins vol
maakt; deze is nog gebrekkig samenge
steld en op nog gebrekkigen grondslag
opgerokken. Het is het streven van de ver
schillende Volkenbondsvereenigingen in
de verschillende landen om de samen
stelling en dien grondslag te verbeteren,
uit te breiden, te verbreeden.
Dit zal slechts kunnen geschieden door
langzamen, gestadigen arbeid die inspan
ning en toewijding zal vorderen. Dat zal
slechts kunnen geschieden, indien ver-
eenigingen als die voor volkenbond en
vrede de massa achter zich weten. Zeker
kunnen niet alle Nederlanders lid worden
van deze vereeniging, maar zij kunnen
toch blijk geven van hun belangstelling
in den arbeid ervan en zoodoende de
kracht harer werkzaamheden schragen.
Want, laten wij een ding niet vergeten.
Er worden menig maal en vooral ook den
laatsten tijd weer, allerlei uitingen van
ontevredenheid vernomen over den Vol
kenbond en zijn wrkzaamheid; er worden
meer dan eens ook wenschen geuit in po
sitieve richting. Maar hoe kan men van
de regeering van eenig land verlangen
gestolen heeft?
Ik kan u slechts raden, hem zonder een
oogenblik te verliezen, over te leveren
aan het gerecht.
Dan zal men ook Nalot pakken, die
zijn bondgenoot moet zijn, want ik heb
van morgen ontdekt dat hij een verdach
ten handel drijft.
Dan geschiedt hem recht.
En wat moet er met zijn dochter ge
beuren?
Zij mag doen, wat zij wil.
Men kan hooren, dat gij haar niet kent,
anders zoudt gij zoo niet spreken!
Maar, mijnheer Louis, gij kunt toch
niet voor hare toekomst zorgen
Ik kan haar toch de schande besparen
haar vader in de gevangenis te zien. Ik
kan haar zeggen, wat er gebeuren zal.
Opdat zij de schurken kan waarschu
wen. Dat kan geen ernst van u zijn, mijn
heer Louis!
Toch wel! volkomen ernst! Mijn be
sluit staat vast: ik zal er nog heden nacht
met haar over spreken.
Dan was het overbodig, om mij naar
mijne meening te vragen, zei Piganiou
een weinig geraakt.
O neen, ik zal den raad volgen, dien ge
mij gegeven hebt, ik zal Ricceur bij de
politie aanklagen. Maar eerst meet Nalot
genaamd secendair werk, waarvoor hij
het stelsel van decentralisatie heeft toe
gepast, dat in dezen uitstekend werk heeft
verricht.
Er is, zij het ook min of meer onafhan
kelijk van den Volkenbond, aan dezen
verbonden een internationale arbeidsor
ganisatie, die voor de doorvoering van
de internationale arbeidswetgeving zorg
draagt; er is een organisatie voor door
voer en verkeer welke de moeilijkheden,
tevoren aan het internationaal verkeer
verbonden, zeer beduidend heeft verge
makkelijkt of heeft doen ophouden; er
zijn organisaties voor financieele en eco
nomische aangelegenheden, bij welke
men de namen van Oostenrijk en Honga
rije maar behoeft te noemen om van haar
nut overtuigd te zijn of te worden; er is
een hygiënische organisatie, die reeds
heel wat rampen van Europa heeft afge
wend.
De vraag is nu vooral hoe dezen om
vangrijken arbeid en den ondergrond van
de gedachten, tot de groote massa in de
verschillende landen te doen doordringen
De Volkenbond is zonder een superstaat
te zijn, een officieel lichaam, waarvan le
den zijn het meerendeel der landen. De
1 Volkenbond mag en kan tusschen zijn
leden geen onderscheid maken en toch
beseft hij levendig, dat wat in het eene
land vrij en gemakkelijk kan geschieden,
in het andere onmogelijk is. De Volken
bond kan daardoor zoo moeilijk anders
dan langs indirecten weg propaganda ma
ken voor eigen gedachten of deze in po-
pulairen vorm tot de groote massa bren
gen. In dit verband is het o.i. wel heel
juist gezien van de Engelsche pacifisten,
toen zij, bijna terzelftertijd dat de Volken
bond werd opgericht, een League of Nati
ons Union tot stand brachten; een voor
beeld spoedig dóór Frankrijk en andere
landen ook gevolgd. In ons eigen land
waar gedurende den oorlog de oude Bond
„Vrede door recht” en de Nederlandsche
Waarom, zal menigeen zich allicht eens
hebben afgevraagd, gevoelt de Vereen,
voor Volkenbond en Vrede behoefte om
telken jare op 18 Mei een algemeenen
Volkenbondsdag te houden, zooveel mo
gelijk door het geheele land en wat is en
wat wil deze vereeniging?
Om deze vragen te bean’twöorden moet
men wel eerst een juist inzicht krijgen in
den arbeid van den Volkenbond en ook
trachten een zoo goed mogelijk denk
beeld van de moeilijkheden die de Vol
kenbond ondervindt om zijn arbeid te
brengen onder de aandacht van de groote
massa in alle landen. En zeer zeker moet
men zich hierbij doordringen van de juist
heid der bewering, dat de Volkenbond er
niet is alleen maar voor de regeeringen
doch bovenal voor de volken zelf.
De Volkenbond is meer dan een gewo
ne vereeniging, want hij beoogt het wel
zijn van alle volken tegelijk. Dat welzijn
wil hij behartigen vooral door de volken
te verhinderen elkaar en daardoor zich
zelf nadeel toe te brengen door onderlin
ge oorlogen, waardoor ze slechts eikaars
bloed zouden aftappen. Tot dit doel nu
bewandelt de Volkenbond in hoofdzaak
tweeërlei weg: den directen en den indi
recten.
Als we eens rondzien in onze maat
schappij, dan zullen we allicht totde con
clusie moeten komen, dat gezag slechts
zelden en dan alleen op een of ander be
slissend oogenblik, berust op daadwerke
lijke kracht: gezag berust voor een heel
groot gedeelte op de suggestie die er van
uitgaat. Wel in geen enkele stad van ons
over het algemeen toch ordelievend va
derland bestaat een politiecorps, krachtig
en talrijk genoeg om weerstand te bieden
aan pogingen tot verstoring van die orde
eventueel door de gezamenlijke bewoners
van die stad. Maar de politie is georgani
seerd, de menigte niet; deze laatste leeft
ui a
4
I'
i-
n
n
i,
LU.
1-
1!
BAARLE S NIEUWS EN
ADVERTENTIE BLAD