WEEKBLAD VOOR BAARLE-NAS5AU- HERTOG EN OMSTREKEN UITG. ELECTRISCHE DRUKKERIJ DE JONG BAARLE-NASSAU, J AFKIJKEN. DE GALEIBOEF WK! 1 Aan onze Abonnees» DE OMZETBELASTING 13 JANUARI 1934 No. 2 29e Jaargang Bij Ruwe Gesprongen Handen FEUILLETON, Daar het tweede halfjaar van 1933 ten einde is, verzoeken wij beleefd aan al on ze abonneés, ook waar het vroeger werd opgehaald, het abonnementsgeld voor het eerste halfjaar 1934 zijnde fl 1,25 vóór of op 15 Januari a.s. te komen voldoen. Na dien datum wordt over het bedrag beschikt met 15 cent verhooging voor on kosten. De Uitgeefster. Men ziet nogal eens’t woordje „afge- luisterd” gedrukt, doch niet zoo vaak „af gekeken”, en toch is het wel de moeite waard, dit eens nader te beschouwen n.l. dit woordje heeft zijn goede, maar ook zijn kwade kant, zoo kan men zijn even- mensch afkijken, om in hem het goede te bemerken, en na te volgen, als het met onzen levensstaat overeenkomstig is, dit is den goeden kant. Maar men kan hem ook afkijken om met hem den spot te drij ven achter zijnen rug, dit is den kwaden kant, zoo kan iemand naar de Kerk gaan, meer om te zien en gezien te worden, als om hun Zondagsplicht te vervullen, en God te bidden, met eerbied en aandacht. Ja, met eerbied en aandacht dat wordt wel- eens vergeten, zoo is het weleens gebeurd, dat er vlak voor me iemand plaats nam, nauwelijks op de plaats, de paternoster uit de zak, en alles gaat in werking, de vingers tellen kralen, de lippen bewegen zich in gebed, de ooren luisteren naar de stappen der binnen komende, de oogen volgen hen, het hoofd net als ’n klokslin- ger gaat onophoudelijk van links naar rechtstot de laatste binnen is, men zal me met den besten wil van de wereld niet wijs maken, dat zoo iemand met eerbied bid. Het is in de verste verte niet in mijn bedoeling, het bidden van de Rozenkrans onder de diensten te willen afkeuren, neen, het is een eerbiedig gebed, het kan zelfs heel nuttig zijn, om den Priester be ter te volgen aan het Altaar, doch voor wie zijn oogen moeilijk kan bedwingen, om alles en nog wat te zien, zou ik zeg- betalingsovereenkomst. Toch wordt de le vering ingevolge deze overeenkomst met levering ingevolgeovereenkomstvan koop en verkoop op één lijn gesteld en is dus ook in dit geval belasting verschuldigd. De wet constateert voorts nog uitdrukke lijk, dat huurkoop met overeenkomst van koop en verkoop wordt gelijkgesteld. Ook bij levering voortvloeiende uit een over eenkomst van huurkoop is dus belasting verschuldigd. De wet gaat nog verder. Zij stelt ook gelijk met levering krach tens overeenkomst van koop en verkoop, „het beschikken door fabrikanten voor eigen gebruik, voor zich zelf en voor hun gezinnen, over goederen uit hun bedrijfs voorraad”. Wanneer dus een fabrikant voor privé-verbruik goederen aan zijn be drijf onttrekt, hebben wij te doen met een belaste levering. Alle de hiervoor genoemde leveringen zijn dus aan de belasting onderworpen, voor zoover deze door fabrikanten ge schieden. In artikel 1 is gezegd wat een fabrikant is. Een belastbare levering isniet, levering van goederen bestemd voor opslag in en- trépot van ouitenlandsche goederen en levering van goederen, die bestemd zijn om rechtstreeks naar het buitenland te worden uitgevoerd. De klemtoon valt hier op het woordje „rechtstreeks”. De wet verbindt aan deze vrijstellingen een voorwaarde. De fabri kant moet in dit geval de voorschriften op volgen, die de Minister van Financiën geeft. Deze voorwaarden kan men vinden in het Koninklijk Besluit van 1 December 1933 Staatsblad No. 649 Hoofdstuk VII. Het zou te veel ruimte vergen, wanneer wij de verschillende artikelen van Hoofd stuk VII zouden laten volgen. Wij volstaan daarom met het navolgende te vermelden. Voor uitvoer of opslag in entrepot is een consent noodig. Een aanvraag om con- inlichtingen in te winnen naar de onge lukkige erfgename van graaf Porcien. De ramp van notaris Mongeorge was daar nog niet vergeten. Men vertelde de geschiedenis aan Louis met hatelijke bijgemaakte bijzon derheden en beschuldigde den notaris de vervalsching van het testament uit eigen belang te hebben gedaan. Niemand twijfelde of hij had aan de wees al dat geld willen bezorgen, om haar later te kunnen huwen. Doch Louis was overtuigd, dat Mon george geen onwaarheid sprak, toen hij beweerde zich alleen te hebben laten ge leiden door een verkeerd opgevatte edel moedigheid. Van de wees echter kon Louis niets nog te weten komen. Men zei hem, dat ze niet in het hospi taal was gestorven, maar zoodra ze weer hersteld was, de streek had verlaten. Niemand wist, wat er van haar gewor den was. Algemeen geloofde men dat ze naar Parijs was gegaan; er waren zelfs menschen, die beweerden haar gezien te hebben in een prachtige equipage in het park van Boulogne. Louis bracht de booze praatjes niet aan Mongeorge over, maar nu er van Cecilia niets meer bekend was, ried hij hem aan zijn treurige lotgevallen verhaalde, of schoon reeds drie jaren sinds dien tijd ver vlogen waren. Piganiou leefde nog op zijn molen en was in goeden doen gekomen. Hij schreef nog even geregeld aan Louis, dien hij nog altijd beschouwde als zijn jongen meester. Deze hield er aan de betrekking met den braven molenaar te onderhouden en hem voortdurend van alle veranderingen in zijn leven op de hoogte te houden. Sedert een jaar hadden zij beide niets meer van den vluchteling vernomen. Mongeorge was, vergezeld door Piga niou gelukkig aangekomen op het Itali- aansch grondgebied en had het onver wachte geluk onmiddelijk eene plaats te vinden bij een koopman in Genua, die niet vroeg naar zijn verleden. In den beginne had Mongeorge eene le vendige briefwisseling onderhouden met zijn redder, vol als hij was van oprecht dankbaarheidsgevoel. Somwijlen vroeg hij ook naar den af loop der onderzoekingen, die zijn edel moedige'redder wilde ondernemen. Louis van zijn kant had de beloften niet vergeten. Voor hij naar het buitenland vertrok ging hij naar de provincie Ardennes om niet meer aan haar te denken. Mongeorge antwoordde beslist op deze ontmoedigende berichten. Spoedig echter werden zijne brieven meer en meer schaarsch en bleven ten laatste geheel weg. Louis besloot daaruit dat hij gestorven was. Hij behield het zoete bewustzijn, dat hij hem op het goede pad had terugge voerd. Zijn gezel, de verharde booswicht, die hem zijn kleederen en familieportretten had ontstolen, was zonder twijfel zijn ge luk gaan zoeken aan de andere zijde des Oceaans. Men had nimmer meer iets van hem gehoord en het vermoeden lag voor de hand dat hij ergens aan zijn einde was ge komen, zooals hij verdiend had. Terwijl Louis zich overgaf aan deze herinneringen en onder het rooken van een sigaar door de laan wandelde, zag hij plotseling de jonge mevrouw voor zich, die uit een zijlaan trad. Hij maakte een beweging, om zijn si gaar weg te werpen, maarzij riep hem la chend toe. Neen, neen, ik wil u dat ge noegen niet ontzeggen. Gaat u gerust door met rooken! Op hetzelfde oogenblik kwam Gabriel le uit de richting van het huis aangeloo- 9 Niet zonder ontroering had hij Gabriel le Nalot, een schoon jong meisje, voort durend beter leeren kennen, doch hij was te trotsch om zijn gevoelen te laten be merken. Spoedig waren zes maanden verloopen sedert Louis Bertin bij de fabriek van Saint Quen een kleine woning had be trokken. De maand Mei brak aan en zelfs in deze woestijn begon de natuur zich op te schikken. Na den inspannenden arbeid van den dag ging Louis Bertin op een zachten len- lente-avond wandelden in de schaduwrij ke lanen van een klein park, dat de rijke fabrikant er als bij tooverslag had aange legd, door voor veel geld boomen en plan ten er neer te zetten. Aan droomerijen overgegeven dacht hij terug aan zijn laatste bezoek in Merindol en zijn wonderlijk avontuur bij die kleine reis. Hij zag den bewusteloozen boef liggen in de groeve, dan het licht voor het toren venster, en meende nog altijd de bevende stem van den verwonde te hooren, die In het eerste artikel hebben wij de vraag beantwoord, wie rechtstreeks aan den fis cus belasting betaalt. Het is wellicht ge- wenscht, dat U het eerste artikel nog even opslaat. Voor het juiste verband is dat wel goed. Thans beantwoorden wij de vraag wat aan de Omzetbelasting onderworpen is. De Wet zegt, dat aan de omzetbelasting zijn onderworpen: „de leveringen hier te lande door fabrikanten van in het vrije verkeer zijnde goederen, krachtens over eenkomst van koop en verkoop”. Leveringen door fabrikanten”zijn dus aan de belasting onderworpen. Dus niet leveringen door groothande laars en kleinhandelaars. De levering moet geschieden krachtens overeenkomst van koop en verkoop. Men lette er echter op, dat de wet de uitdrukking „levering krachtens overeenkomst van koop en ver koop” ruim opvat. De wet zegt toch uitdrukkelijk, dat met levering krachtensovereenkomstvan koop en verkoop wordt gelijkgesteld: „iedere overdracht ingevolge eenandereovereen- komst, indien de eigendom van de zaak aan de verkrijger over gaat”. De wet stelt denverkrijgergelijk met kooper. Wanneer dus A. aan B. f 1.000.— schuldig is en overeengekomen wordt, dat A. aan B. met goederen in plaats van met geld zal beta len a. Zit slecht bij kas dan is dit een sent moet in tweevoud worden ingediend bij den ontvanger der accijnzen. Dit consent - nadat er verschillende aanteekeningen op het consent zijn ge plaatst komt via de dienstdoende amb tenaar van het laatste kantoor (dus daar waar de goederen in entrepót worden op geslagen of over de grens gaan) weer te recht bij den Ontvanger, die het consent afgaf. Deze Ontvanger stelt het consent weer ter hand aan den aanvrager. Deze aan vrager, diedebelastingreeds betaald heeft het systeeem van de wet is, dat men eerst belasting betaalt en het daarna te rugkrijg kan tegen overlegging van het consent een verzoekschrift indienen tot teruggave van de betaalde belasting. Bij het indienen van het verzoekschrift moe ten verschillende formaliteiten worden in acht genomen. Het moet worden inge diend bij den Inspecteur der Accijnzen. De termijn, waarbinnen het verzoekschrift moet worden ingediend is drie maanden na afloop van het kwartaal waarin het con sent weder aan den belanghebbende is uitgereikt. Wie deze termijn niet in acht neemt, verbeurt zijn recht op teruggave van be- ^'lasting. Wordt afwijzend of gedeeltelijk af wijzend op het verzoekschrift beslist, dan kan men in beroep gaan bij den di recteur der invoerrechten en accijnzen en wel binnen een maand na den dag van verzending of uitreiking van de bestreden beslissing. Dit artikel wordt vervolgd in het No., dat 20 Januari a.s. verschijnt. Vragen omtrent Omzetbelasting beant woordt kosteloos voor onze abonné’s mits postzegel voor antwoord bijgevoegd is. N. V. Accountantkantoor „Nationaal Bureau voor Adviezen”, Gevestigd te Leeuwarden, Gr. Kerkstr. 16 P. SIEBESMA, Directeur. L V v.--?

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1934 | | pagina 1