Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken POR®! geneest en ventfiaait de huid Dit blad verschijnt Zaterdags Zaterdag 150ct. 1932 28e Jaargang No 42 Een Wildzang* Maar uitgeven en verder leenen* DRUKKER UITGEVERS: WEID. TC. DEC JOIVG cfc ZOOTXT heid van cultureele uigaven En dat de heele cultuur is uitge- loopen op een heidensche versla ving van de volken, dat realiseeren zich slechts weinigen. En zeker niet de regeerders, die maar uitgeven leenen. XIII. Maurices moeder was geheel on verwacht te Oakdean aangekomen. Een paar uur voor haar aankomst had Rylton een telegram ontvan gen, waarin zij hem haar plan mee deelde eenigen tijd bij hem en Ti- tia te willen doorbrengen. Zij begaf zich bij haar aankomst Prijzen der advertentie’s: Minstens 5 regels 75 et. Elke regel meer 15 ct. Advertentie’s dikwijls herhaald en bij contract prijzen bij overeenkomst. Abonnementsgeld: f 1.25 per half jaar. (bij vooruitbetaling) Zoolang men het abonnement niet opzegt wordt men geacht abonné te zijn. 21 Rylton had nauwelijks den tijd gehad zijn plaats aan de schrijfta fel weder in te nemen, toen Min nie Hescott binnentrad. Nog altijd druk bezig? begon zij. Zij had haar menschlievend werk ondanks het geringe succes bij Ti- tia nog niet opgegeven; zij wilde het thans bij Rylton beproeven. Nog altijd druk bezig herhaalde zij, daar Rylton op haar eerste vraag geen antwoord had gegeven. Ja, zei sir Maurice, die Minnie niet- bijzonder genegen was, kortaf. Dat spijt mij, ik wilde u gaarne even spreken, ging Minnie voort. Als ik u met een of ander van dienst kan zijn, zal zulks mij groot genoegen doen, zei Rylton en wendde zich naar haar toe. Hij had zijn blad vloei laten vallen, en terwijl hij zich bukte om het op te rapen, ontdekten Minnies scherpe oogen, dat hij noch een pas begonnen brief voor zich, noch reeds geschre vene in de de brieventasch aan den muur gestoken had. Minnie zou een voortreffelijke detective geweestzijn. Integendeel, ik zou u gaarne van dienst zijn, antwoordde zij dan. Mij! Ja, maar ge moogt het mij niet als bemoeizucht toerekenen; ik overleg reeds sinds gisterenavond, of het niet mijn plicht is met u te spreken en nu ben ik eindelijk daartoe be sloten. Er dient nog bijgevoegd te wor den, dat miss Hescott, nadat zij mrs. Bethune op het balkon van Warbeck Tower had gadegeslagen, met de haar eigen scherpzinnigheid reeds een voorgevoel van ophanden zijnd onheil voor Titia en haar broeder had gehad. Zij had Tom later uit gehoord en van hem vernomen, dat hij achter het prieel, waarin hij dien avond met eene dame (den naam weigerde hij hardnekkig te noemen, en Minnie was ook zonder dien voldoende ingelicht) gezeten had, voetstappen gehoord had. dien hij als die van mrs. Betuhne her kend had, maar waarover hij tot zijn dame gezwegen had. Een ge meenschappelijke afkeer van mrs. Bethune was wel voor het grootste gedeelte de aanleiding tot dit ver hoor en deze bekentenis geweest. Ja, sinds dien avond op Warbeck Tower was ik in tweestrijd, ging Minnie voort; ik vreesde, sir Maurice dat ’i mij onuitstaanbaar zou vinden, maar ik houd zooveel van Titia. Daarin zie ik niets onuitstaanbaars, antwoprdde Rylton glimlachend. Maar het komt nog; sir Maurice, ik ben geen vriend van verdacht makingen, maar ik vrees, dat Titia in dit huis een vijand heeft. Dat geloof ik niet. Rylton stond op, als wilde hij aan het gesprek een eind maken. Ik verzoek u mij verder aan te hooren. Minnie had zich voor niet nog zooveel thans, nu de moeilijke inleiding overwonnen was, het zwijgen laten opleggen. Herinnert ge u, dat ge gisterenavond met mrs, Bethune op de galerij gestaan hebt? Rylton werd opmerkzaam. Ja, zei hij daarop kalm, want hij gevoelde, dat ontkennen geheel nutteloos zou zijn. Ge stondt met mrs. Bethune op de galerij, antwoordde mrs. Hes- coott mét nadruk, terwijl ik de trap afging; Titia liep voor mij uit en mrs. Bethune keek over de balus trade heen; toen zij Titia ondekte, kwam er een uitdrukking in haar oogen o, sir Maurice, zoo ver schrikkelijk, dat ik mij sinds dat oogenblik voor Titia angstig maak. Denkt ge, dat mrs. Bethune Ti tia herkend heeft? vroeg sir Mau rice schor. Hij wendde zich af om zijn verwarring te verbergen en zijn bezinning terug te krijgen; maar dit gelukte hem niet terstond. In gedachten zag hij zich weder met Marian op het balkon staan, boven zich den fonkelenden sterrenhemel, onder zich den flauw verlichten tuin. Hij hoorde weder de nade rende schreden, en zag, hoe Ma- Als een zeer gewoon en voor verschillende landen om zoo te zeg gen dagelijks wederkeerende me- dedeeling las men dezer dagen in de bladen dat de Fransche minis terraad zich bezig had gehouden met de begroeting. Het deficit bedroeg einde Decem ber vijf milliard franks. Voor het nieuwe financieele jaar rekende men op een deficit van zes milliard. Alsof het zoo niets is! In de huishoudens, welke niet tot achteruitgang ondergang zijn ge doemd, wordt zoodra er te kort is een streep door de uitgaven ge haald, dik genoeg om den over- tolligen en hoogen levenstaat op de draagkracht terug te brengen. Regeeringen doen dat anders. Het bericht luidde, dat men naast sterke vermindering aan de uitga ven zijde, waarbij men met de rente- conversie begon, dacht aan een sa larisvermindering der beambten met vijf procent, verder aan een korting der oorlogspensioenen der oudstrij ders. Wanneer men nu al deze uit gavenverminderingen nuchter be kijkt, beteekent het een aantasting van de inkomens van heele cate- goriën burgers. Nieuwe verarming dus. En de staat zal daarna opnieuw gaan leenen. En blijven uitgeven. En aangezien de renten van de nieuwe leeningen moeten opge bracht, tot op het oogenblik dan van nieuwe conversies, het oogen blik tevens waarop zij, welke die leeningen aan de markt brachten zich er alweer lang van ontdaan hebben, wordt de belastingschroef maar weer aangedraaid, wat ook weer met verarming gelijk staat. Ondertusschen putten zich de econo misten uit om oplossingen van de crisis uit te denken. En de een toornt tegen het kapitalisme en de ander tegen de sociale maatregelen en de derde maakt zich druk over arbeidsloos inkomen en de vierde schreeuwt over de onaantastbaar- rian zich over de balustrade boog. Zou het derhalve mogelijk zijn, dat Marian Titia en Tom den weg naar het prieel had zien inslaan en hem dan opzettelijk schrede voor schrede daarheen gelokt had? Neen, het was niet waar, want zij had de weddenschap een eerlijke ge noemd. Minnie kon geen waarheid spreken! En toch, stemden haar woorden niet met zijn eigen herin neringen overeen? Ja, ze heeft haar herkend, ant woordde Minnie thans kinderlijk openhartig. Sir Maurice ik geloof dat mrs. Bethune Titia niet lijden mag. Hoe komt ge tot deze veronder stelling vroeg Rylton zich geweld aandoende. Ik houd Titia voor een dier weinige menschen die ieder mag lijden. Ja dat heb ik ook altijd gedacht en was daarom te meer verrast toen ik mrs. Bethune ’s onvrien- delijken blik zag. Maar misschien ging zij op luchtiger toon voort, heb ik verkeerd gezien en heeft mijn liefde voor Titia mij parten gespeeld. Waarom heeft u niet met Titia zelf daarover gesproken? O, Titia is een kleine engel! Ik heb getracht het haar duidelijk te maken, maar ik had evengoed tegen de muren kunnen praten; zij wilde er volstrekt niets van hooren. Zij is een kleine engel, herhaalde zij, toen zij bemerkte, hoe aandachtig hij naar haar woorden luisterde. Mis schien heeft de geheele geschie denis niets te beteekenén; maar ik houd zooveel van Titia. Misschien heeft u het gedroomd, zei sir Maurice, die moeite had haar zijn opgewondenheid niet te laten merken. Minnie glimlachte. Ik droom zei ze daarna. BAARL’S NIEUWS- ÏS ADVERTENTIEBLAD

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1932 | | pagina 1