Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken Kind en kunst Het foto-mysterie Zaterdag 4 April 1930. 26 ste jaargang hie 14 Dit blad verschijnt Zaterdags Precies. Wat is er dan met Weingarten? Prijzen der ad verten tie’s Minstens 5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 et. Advertentie’s dikwijls herhaald en bij contract prijzen bij overeenkomst. OKUKKKK-UlTGEVKli losse; J en wanhopig. We begrijpen onmidde- ideeënwereln, de kleurigheid van het hoofd verliezen, nietblusschen maar geen anders achter? De gérant van het restaurant liep intusschen de rijen tafeltjes door. Reeds uit de verte meende ik te zien aan zijn heftige gebaren en aan zijn rood gezicht, dat hij erg opgewonden was. Hier en daar bieef hij staan, om met kennissen een paar woorden te wis selen, en telkens merkte ik op, dat men hem vol verbazing aankeek. Eindelijk kwam hij aan ons tafeltje. Wat is er gebeurd, meneer Frant- zen?, vroeg Becker. Een verschrikkelijke geschiedenis antwoordde de gérant. U kent meneer Weingarten toch wel? Weingarten, herhaalde Becker die zijn atelier op de Abonnementsgeld f 1.25 per half jaar. (bij vooruit betaling) Zoolang men het 'abonnement niet opzegt wordt men geacht abonné te i frijn- verklaring voor dezen aanval vin den, er is ook niets gestolen. Plotseling voelde ik, dat Becker in zoo’n schoolklas. De proeve 1 telt ons dan ook veel meer van innerlijk leven en het vermogen tot logisch denken en afleiden der kleu ters, dan van hun „talent”. Zoo ga ven bijna alle brandteekeningen het trek is het lachende gezicht van de gewone tafereel te zien: een houte- I met ramen; voor één raam de traditioneele gedaante met opgestoken armen en fladderend haar (geen page-haar; typeerend voor de zucht tot imiteeren van ge ijkte voorstellingen, inplaats van tót uitbeelden der werkelijkheid). De brandweerman op de ladder, die komt helpen- Uitbundige vlammen er rook uit alle ramen Ziedaar. Een leerling echter gaf het oogenblik, waarop de brand ontdekt wordt door den onbewusten aanstichter. nPgeHnhofon jongen dip ppn brandende sigaret onvoorzichtig heeft laten liggen. Nergens over drijving, niets dan een rookend gor dijn en een stoel met drie pooten, waarvan de vierde is weggebrand: een-onbeholpen, maar allerakeligst suggestieve vondst. De figuur van den jongen natuurlijk onmogelijk slecht geteekend, toch geniaal: in haar onmacht om in het gezicht eenige expressie te leggen, heeft de zevenjarige feekenaarster de gehee- le gestalte verwrongen en verbogen tot een soort slangenmensch, om toch vooral den toeschouwer maar aan ’t verstand te brengen dat hij bang is. Resultaat: hij is niet alleen Hij is gisteravond overvallen. Hij was urenlang bewusteloos en ligt rnnog doodziek in bed. De politie zij, Maar windt u hem in Godsnaam was er direct bij, maar zij kan geen niet op! De dokter heeft de uiterste voorzichtigheid bevolen. Met deze woorden opende zij de deur en liet ons beiden, Becker en begaafden zijn er niet, of bijna niet I bang, maar volkomen radeloos ver' de lijk de komende ramp: hij zal zijn j wegloopen en misschien zelfs geen hulp durven halen eer het te laat is. Uit de resultaten der proeven blijkt duidelijk, of het kind met eigen oogen zien kan, of alleen maar handig ontleent. Of het gedre ven wordt door het verlangen, een zoo juist mogelijke reconstructie van het voorval, naar eigen opvat ting, te verkrijgen, of dat het zoo’n persoonlijke opvatting in ’t geheel niet bezit, en slechts de critiek der opdrachtgevers naar de oogen ziet. Hier onderscheidt zich de kunste naar van den handwerksman; want het komt minder aan op de keurige preciese weergave als op de over tuigende uitbeelding van een inner lijke visie door middel van bekende voorwerpen uit de omgeving. Dikwijls meent men, bij ’t zien van verwonderlijke prestaties, den kunstenaar bij de gave Gods in het kind ondekt te hebben. Maar men mag zulke prestaties niet overschat- ten. Onder den invloed van een sterken leermeester besluit het'kind heel licht, dezen of genen weg in te slaan, maar bij de latere ontwikke ling doen zich onoverkomelijke moeilijkheden voor. Hoe komt dat? Waarom beleeft men zooveel t leer stellingen aan wonderkinderen? Kunstenaarschap is geen functie, maar een toestand, een toestand van spontaan scheppen zonder over- mij van terzijde aankeek. Er lag iets dwingends in zijn blik, die ge woonweg door mij heenging. Ik voelde, dat Becker wenschte mijn blik te ontmoeten. Met de grootste moeite hief' ik eindelijk langzaam het hoofd op; mijn oogleden waren zwaar en star geworden. Sidderend keek ik naar Becker, en toen las ik in zijn oogen een angstige vraag. Als door een nevel zag ik zijn ge zicht en als uit de verte hoorde ik zijn stem, waarin ik een bevenden klank meende te hooren. Zullen we naar Weingarten toe gaan? Mechanisch, als in een* angstaan- jagenden droom stond ik op. De huisjuffrouw daar ontving ot s met een bezorgd gezicht en voerde ons behoedzaam, op de teenen loo pend, naar de ziekenkamer Hij is bij bewustzijn, fluisterde Groote kunstenaars zijn groote kinderen. Ze hebben de spontane- iteit van hun kinderziel rein weten te houden van alle opzettelijkheid en doelbewusten produc iewil, en intuïtief leeft en roert zich in hen de scheppingsdrang. Kunst poogt gevoelsmomenten te uiten, zij het door middel van schil derkunst, plastiek, muziek, woord spel of dans. Om het innerlijk leven zuiver naar buiten te kunnen pro- jecteeren, mogen er echter geen be letselen in den weg staan. Daarom staan de kinderen vaak dichter bij de waarachtige kunst dan de vol- wassenen, omdat ze nog onbevangen en onverminkt kunnen weergeven, wat er in hen omgaat. Ieder ding is het kind welkom, om een of ander innerlijk beleven tot uiting te brengen. Een lucifers doosje wordt tot locomotief; het sissen en stampen als het wezenlijke eraan, voert ’t zelf met den mond op onmiskenbare wijze uit met de armen de hevelbeweging van het aandrijven der wielen natbootsend, en zoo geeft ’t het avontuur „spoor trein” in zijn eigen taal overgebracht naar beste kunne weer. De bouwdoos! Welk kind heeft die niet bevolkt met de heerlijkste droomen! Ja, zelfs moeders leege garenklossen kunnen hem uitstekend dienen om vorm te geven aan de een of andere voorstelling. Zoodra het kind een potlood of 4 Mogelijk. Maar nu komt het eigenaardigste van het heele geval. De plaat in mij denzelfden avond door een inbraak ontstolen, kort voordat de brievenbesteller ze zou komen af halen. Het merkwaardige is dat er niets anders werd gestolen lan deze plaat... noch geld, dat rlakbij lag, noch dingen van waarde noch een andere plaat of iets derge- lijks Niets anders dan die ééne plaat en de afdruk. Misschien is die rijke meneer uit behoefte aan sensatie ook amateur- inbreker! Dat lijkt me niet waarschijnlijk. Hij kwam op den afgesproken tijd en toen ik hem vertelde dat afdruk en negatief verdwenen waren werd hij doodsbleek... ja, ik kreeg den indruk, f heelemaal van i betaalde mij echter de rest en heen. zon en het kiespijn achtige van maan. Hieraan bevestigt het wat grootere kogel bijwijze van romp, en betreedt daarmee den weg naar de nabootsing van den mensch Twee stutten als beenen, voeten worden weggelaten als onwerkelijk de handen met de tien vingers wor den daarentegen overmatig groot afgebeeld: want zijn vingers zijn voor het kind al in de wieg het allereerste avontuur geweest. On danks de primitieve voorstelling vertoonen zulke f>gur°n som» een levendigheid van expressie, die bij anatomische juistheid niet volledi ger bereikt zou kunnen worden. Allerlei met schoolkinderen geno men proeven, o.a. in verband met de Montessori-methode, hebben merkwaardige resultaten opgeleverd Men gaf de kinderen onderwerpen te teekenen uit het hoofd die buiten het bereik van hun uiterlijk of innerlijk leven lagen, b. v. het Kerstevangelie de Kruisiging, een feestelijke optocht, een brand, een hanengevecht enz. Watte voorschijn komt is machtig interessant; uit een psychologisch veel meer dan uit een artistiek oogpunt. Werkelijk Een oogenblik. onderbrak de Engelsche detective de fotografe. Hoe heet deze collega? Het was een zekere mijnheer Becker. Conrad Becker. Prachtig. Ik moet erkennen: wat ik zoo juist gehoord had, bracht mij eenig- zins van streek, ging Else Hoffman voort Niet dat ik bang was, maar de gedachte aan iets buiten gewoons, aan iets onbegrijpelijks werd in mij wakker. Wat was dat voor een merkwaardig man, die hier in de stad opnamen maakte van een zoo alledaagsch geval een vechtpartijtje tusschen twee straat- venters? Ja, en dat niet alleen; die I Natuurlijk, die *iju blijkbaar precies wist dat deze Alte Marktplatz heeft? vechtpartij in een der eerstvolgende i uren te wachten was... die zich op j de juiste plaats bevond om het juiste oogenblik af te wachten. En dan die - uou andere welk belang kon die er bij dat de mededeeling hem hebben, om hem deze opname met 1 van streek bracht. Hij geweld weer afhandig te maken? o en ging Was dat allemaal wel werkelijk zoo onschuldig? Of stak er heel wat het te teekenen. Eerst bootst het dingen uit zijn omgeving na: paar den, honden, auto’s, huizen, bloe men, vogels, zonder eenige égards voor de grootte verhoudingen, maar steeds met bizonderen nadruk op de werkelijke kenteekenen. Zeer in de rige gevel een I BAARL’S IMS- EN ADVERTEBT1EBL .mg, t r *--w. 1. T-

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Baarl’s Nieuws en Advertentieblad | 1930 | | pagina 1