1
Z’n Walsdelgestrengs.
Weekblad voor Baarle-Nasiau-Hertog e.
rwnnuwn uiw—i.w *n,i iw iiw n i www» u i—mmai—iimifwr rtwzr ■-»
Zaterdag 9 Oct. 1926
Dit blad verschijnt Zaterdags
Pastoors van Baarle-Nassau. Aan den mistiekrant van SkS
pelen, als ie sabelknetterend als offi-
volgende Pastoors daar dieast ge
daan.
ding die
letterlijk a.
opzegt worit men geacht abonné te
pijn.
Hka
'n Knap, kittig ding, dat piano voor i kletsen met ’n hard rooie kooltje in
pelen, als ie sabelknetterend als offi- tevrouw of met de weekkaart in d’r genheid komen om examen te doen, «.«w», -n;-
cier langs da kazerne zou wandelen? hand bij de »tonzeman”. Geen wou- biQnea heel korten tijd. Nou moest ’t beroerde kazerne wachtje, dat 1«
geboren te
Oosterhout 10 Februari 1827, pries
ter gewijd 14 Juni, 1851, werd be
noemd tot pastoor 12 Maart 1861.
Hij kreeg op zijn verzoek eervol
ontslag 16 Februari, 1906, en over
leed te Baarle-Nassau 3 Maart 1913.
3. JOANNES ROMBOUTS, gebo
ren te Oosterhout, 16 Juli, 1855,
priester gewijd in 1897, werd ka
pelaan alhier in 1892, en pastoor
16 Februari, 1906, overleden 18
^$brus.ri 1914
4. FRANCISCUS PEETERS, ge
boren te Roosendaal, 23 April, 1872,
priester gewijd in 1897, pastoor te
Baarle-Nassau in 1914, werd 20
Maart 1919 benoemd tot pastoor te
Oosterhout (St Jan.)
5. JOANNES LAZERUMS, gebo
ren 15 April, 1877 te Vroenhout
(gemeente Roosendaal, parochie
Wouw), priester gewijd 24 Mei,
1902, totpastoor benoemd 20 Maart
1919, overleden 3 October, 1926.
H. V. D. B.
4
Nou kon ie, in z’n bovenhemd,
met de model bretels over z’n schou
ders, emmers water voor z’n vrouw
nanslepen, nou kon ie wollen draad
jes om de fijne boorden en manchet
ten binden, nummers er op zetten
met Oost-Indischen inkt, ze netjes
in de mand leggen, die Boortje dan
Op de spotwagen Vrijdagsavonds,
naar de klanten bracht. Plezierig als
je las, daAje neef geïnviteerd was
op ’t ïdscheinsdiner van den minis
ter en je schoonmoeder uit de kroeg
«tond dan ineens voor ja neus met
»’n machtig braaike” tusschen ’n
paar borden in ’n bonten doek ge
knoopt! Ja, hij had z’n carrière
naar de bliksem gegooid, want wat
had ie non eigenlijk voor ’n vrouw?
_nte der ot-
nog dan de
nij naar de red-
a voor dewelke bij
d ten beste heeft gehad.
Een ziel helpen bekeeren is zijn ver
langend hart troosten. En weet gij
wel dat het minste stukje nauigoed
een bekeering wordeu kan. Die
stoffelijke dingetjes banen den weg
naar het hart der wilden, en als de
missionaris in dat hart binnen ge
raakt, dan plant hij er het kruis,
dan laat hij er Christus heerschen.
In hoeveel zielen zult gij Christus
zoo binnen helpen? En als bij daar
dan troont, zal Hij dan niet met
dankbaarheid neerzien op u die Hem
den weg dier zielen openmaaktet?
Schoon en verheven is uw werk.
En ik geloof dat tenslotte al dezen
die uwe tentoonstelling bezochten
ii moeten dankbaar zijn. Het is zoo
weldoend in onze werell van zelf
zucht een werk te ontmoeten van
liefde en opoffering! Het doet zoo’n
dëuïd Sens iets anders te vinden dan
kleinheid. Door een tentoonstelling
als de uwe wordt de ziel weer eens
opgeroepen naar een hooger ideaal.
Het wordt een les waarvoor allen u
dankbaar moeten zijn.
Dank dus. Dank eerst aan dezen,
zijn van het werk. Maar
al kont gij niet allen evenveel aan
brengen, dank tecli aan allen zonder
onderscheid. Gij verdient het allen.
Mochten meerdere edelmoedige
zielen de verhevenheid van uw werk
begrijpen en u navoïgen!
J. v. d. Steen, C. SS. R.
ia probeeren, z’n studieboeken weer
opnemen, dadelijk ’n verzoek indie
nen, om op de lijst te wordeu ge
plaatst. Dan nog was er kans, al
was de vergoeding niet groot
enkele honderden guldens per jaar
buiten dienst om carrière te maken.
Hij moest studeereu, wat ie kon.
Desnoods apparte lessen nemen,
dau zou z’n neef zich wel in verbin-
dingstellen metdeexamen commissie
och, uiet om invloed uit te oefenen,
maar ’u enkel goed woordje doet
soms ’n ongelukkig cijfer stijgen.
Hij moest er toch niet te licht over
denken.
’t Was ’n kans om stand te krijgen
om officier, om weledelgestreng te
worden. Eu dan tenslotte kon
z’n neef 'm dit nog wel melden, dat
-als ie de sterretjes kreeg
kapitein Telltnga’s deur wagewijd
voor ’m open zon staan.
En, niettegenstaande ’t gedrein
van kleine Koos, niettegenstaande
Zoolang men het abonnement niet
I
navKKER-: ;tükvkk
Sinds Baarle-Nassau een afzonder- Baerle-Hertog. item zou falen, als hij zich gansch aendeh.
Ik hoef waarlijk niet te zoeken
van al de door U vervaardigde voor
werpen in zijn eenzaamheid aanko
men als eeu boodschap om hem te
melden dat er in Baarle zielen zijn
ie. m?t de zijne commuuiceeren in
•ijn liefde voor de verlaten zielen.
Vr^jf die hulp en opbeuring mag ik
cl bevestigen' dat hij dankoaar ié,
on dat hij in dankbaarheid menig
gebedje uit die pasverlichte ziele-
•ens zal doen opstijgen voor zijn
weldoensters en hunne familieëu.
Of dat gebed verhoord zal worden?
Ik meen mij wel eens de tolk te mo- --
gen maken van onzen goddelijke die de ziel zij
Verlosser, om U te zeggen hoe Hij
ook uw werk moet waardeeren. Hij
is de eerste en gróote zendeling. De
missionaris is de voortzetter vau
Zijn werk. En heeft Hij van den
missionaris alles ten offer gevraagd,
lor, dat ie zoetjesaan grijs begon te
worden! En van dag tot)dag groeide
meer en meer het verlangen de mi
litaire zooi uit te trekken; als ’t
moest met minium pensioen, ’n bur»
gerbaantje d’r bij en dan in ’n ande- j
re buurt gaan wonen. Als ie die
militaire spullen maar uit kon trek
ken, die g mwe chevron met die
rooie W. d’r boven, waaraan ieder
een kon zien, dat ie als sergeant in
de kist zou gaan. Maar ondanks z’n
wanhopig zoeken en iuformeeren
naar’n burgerbotrekking, kwam er
weinig kans op uitkomst, totdat er
plotseling en heel onverwacht ’n
brief van z’n neef uit den Haag in
’t brievenbusje werd gestoken. De
Landweerwet was aangenomen dit
was nou de eenige en allerlaatste
kans om te laten zien, dat Willem
Tellinga z’n naam en z’n afkomst
nog niet heelemaal vergeten was.
Er zou ’n groot tekort komen aan
trsezen dat ook de zedelijke kracht j Iers
Sinds Baarle-Nassau een afzonder-
lijke parochie vormt, hebben de
j naar hst woord dat ik u zal toestu-
1JACOBUS MASTBOOM, gebo-p'en biJ miJu terugkeer van uw
ren 21 Augustus. 1824, priester grootsche tentoonstelling. Daar is
gewijd in 1849, werd 21 Maart 1860 or niaar eeu dat past, en het is een
belast met de oprichting der nieuwe l woord van welgemeeuden dank,
parochie. Hij overleed 1 Maart 1861 Dank m naa,tl van onze zwarte
in zijne geboorteplaats, Oud Gastel, i broeders en zusters. Zij zijn men
en werd daar begraven. schen zooals wij, en wij zouden --- D_
9 PRTRTTq KFTT aeboren te L?een m9u8ch Z!Jn iadl6n Wi-> ze niet .blijven. Hoe moet hij in die èon-
2. PElKUb KttlJgebo beminden. Wij dragen goddank in zaamheid naar het verre vaderland
I ons die wijde chrietene liefde,die |jstaren, naar zijn geliefden en naar
niemand uitsluit, zelfs niet de meest |ml dezen die een zelfde liefde koeste
afgelegene en meest verwilderde ren als hij voor zijn beminde be-
menschen Maar die liefde kan nietkeeringswerk! Zoo zal de zending
zonder lijden de verwildering, en
vooral de zedelijke ellende verne
men van zoovele broeders en zusters.
Al wat gedaan wordt om dien groe
ten nood te verhelpen is haar een
troost. Gij zijt van die barmhartige
heelster». Wat gij deed door uw
werk, ai'is ’nèt kleinitTWi'^n’ zal
veel stoffelijke en meer nog veel ze
delijke armoede gaan lenigen.
Dank in naam van den missiona
ris, die zoo door U zijne taak ziet
verzachten. Wel heeft hij aan alles
vaarwel gezegd, wel rekende hij bij
het brengen van zijn groet sacrificie
op God alleen, wol is zijn werk god
delijk en behoeft het boven jalles i
goddelijke hulp; maar toch, God
wil zich van meiischelijke midijelen
bedienen. Zonder hulp van hieruit
kan de zendeling in zijn verre mis-
'n Jongding in rose ochtendjapon,
■lie met ’n paar blanke ying&rtjes de
krulletjes in d’r nek lief zou weg
strijken? Zooiets had hij, luitenant
Tellinga, toch kunnen hebben! God
zou hem. bewaren! Nou had ie Cor
nelia, de dochter van Moeke, die
d’r haren nog niet op gemaakt had,
als hij van ’t richten en mikken
terugkwam. Nou had ie ’n vrouw
in ’n nachtjak, die eeuwig naar olie
en loog rook Piano spelen? De
waschborstel over de dampende
plank in de kuip En als ze Zondags
eens naast ’m liep te wandelen, was
’t altijd pijn hier, pijn daar, misselijk
aan d’r maag en dan moest ie
nog blij zijn, dat ie geen twee kin
deren aan z’n hand moest meesleu
ren Had ie nou ’n jong vrouwtje,
dat ’m tot aan het tuinhek uitliet,
als ie naar de kazerne ging? Lauw
kans! In de verte zag ie ze al staan
’m speelde, die aan z’n arm zou tip- d’r hand bij de wagen van de groen- Landweer-luitenants. Er zou gele*
BAA
.V.
i
d'j'i
GO*
1 1 -1 T
LiUU, ttlö liij 61VU gilUÖUU c
alleen zou zien voor zijn onmetelijke
jaak? Hoe voelt de mensch zich ge
steund wanneer medemenscheu hem
lijstaan, medemenschen die hem
begrijpen en met hem meevoelen.
Helaas, rondom zich vindt de zen
deling zoo weinig harten die hem
begrijpen. Van zijn medebroeders
Shelf moet hij in zijn wijde zwerftoch
ten zoovele lange weken verwijderd