n
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken
Oe Langst-Levenda.
Waar zijn.
jekendmakingen
2
Zatardag 14 Aug. 1926
21 st? jaargang ho 33,
Dit blad verschijnt Zaterdags
De schoonste vrouwen-
ff
I
i
hoeden.
Och, zegt ge luchtig, ik heb zoo
veel te vegen voor mijn eigen deur,
dat ik over een ander liever zwijg.
Eu dan heeft het ge eldschap nog
een lesje van U aan te nemen.
Wees waar, overal en altijd. Doch
in
a-
krenterige vrouw arm wou fre-ten
In z’n hand hield ie ’n breede lap
gebakken spek, scheurde die langs
»’t zwoerd” af, zoodat’t vet langs
de hoeken van z’nm mond te glim
men hing, Hij zag wel, dat Hildje
heel vreemd naar’m zat te loeren,
maar daar had ie maling aan, en ’t
tweede, derde stuk hard gebakken
spek beet ie dwars door; vet was ge
zond, daar werden z’n darreme door
gesmeerd hij zou zorgen dat ie
voor drie dagen genog had.
Toen ie klaar was, stond ie op,
ging recht naar de linnenkast, nam
’n sigaar uit ’t kistje dat werd
Hildje toch te kras- Ze schoof d’r
stoel achteruit, liep op Driek af,
trok ’m aan z’n elleboog van de kast
weg:
«Ouwouwou ’t oef nie op,
al is ’t lekker.”
»Kan ’t gin segaar meer lijjen?
nijdigde Driek.
»As ’t er ’nne gistelijke komt,
zitten me zonder”.
»Oewe man ga
DRU iKEIi-L'ÏTGEVKR
moet de opkomende boosheid ver
dringen. Zijn verwijt was immers
- I
l
Prijzen der advertentie’s Minstens
5 regens 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Arl verten tie’s dikwijls herhaald en
bij contract prijzen bij overeenkomst.
ten we op de eerste plaats waar zijn dat de h?.rde, mcedoogenlooze tijd
vur de giste-
stofl'cn voor paltots en kleederen
zooa's r«yé ottoman, armuré, trico
tine, peau de soie, popeline, char-
mehiine, serge, enz. vindt ge aan ’t
stuk by Bruurs, Vrijheid, Hoogstra
ten.
Abonnementsgeld f 1.25 per half
jaar. (bij vooruit betaling)
Zoolang men het abonnement niet
opzegt wordt men geacht abonné te
zijn.
zoo v ----
we1 ...meende woorden pijn en slaan
vonden in een fijngevoelig hart.
't Is ook aan ons niet te oordee-
len. Doch omstandigheden van al
lebei aard kunnen ons dwingen tot
spieken. En dan, wees waar. Hui
chel niet, ook al staat de conventie
dringend voor U.
Tact en naastenliefde tegenover
anderen. Tegenover U zelvsa; wees
yahr met onverbiddelijke streng
heid. Duld geen verontschuldigin-
jeu, die do eigenwaarde altijd in
reserve houdt!
6
Daar zat ie nou weer te kijken as
’n snotneus van 18 jaar. Wa moes
‘ie daar nou op antwoorden? As ie
volgens z’n gemoed te werk ging,
zou ie ze de pan met errepels boven
d’rre kop omgekeerd hebben, maai
bij hield zich «koescht”; wacht
maar, morgen zou ie gaan liggen
kerreme, dat ze over den grond
kroop van angst. Want tegen al de
de vrouwspersonen uit de «proggie”
had ze ’t altijd over «d’rre vent”
Mijne man zee ditte en mijne man
zee datte »as ge getrouwd
zijt zooals ikke” Kèk en
nou zou morrege haar morrege es in
de rats jagen d’rre vent kwijt en
de vijfhonderd gulden naar z’n fa
milies kant! Hij zou alvast z’nnen
buik boorende vol eten en gulzig
net as toen ie woest gaan hooien -
propte ie z’n mond vol met twee
drie aardappels tegelijk of ie z’n
ea waar blijven. En dit wèAr zijn dergnlij'm flapuit naturen wijzer
maakt en dat de door hun geleden
schade die lichtzinnige onnaden-
kendhei 1 terugvoert tot den mooien
beerlijken kern van het ernstige,
verheffende waar-zijn!
Mcerveldhoven (Eindhoven)
ANNY BERKVENS-HULSMANS
Gericht.
De militieplichtigeu der lichting 1927
w ike b hooren tot eea gezin mot 6 |kin-
Lebh-on op
tiet oo'.-p i.ild uitstel (vrijstelling van
v.' ..lijken di-onst), voorzi n door art.
lü der samengeordende militiewetlen,
moeten hun aanvraag daartoe indienen
aan den burgemeester hunner gemeen
te van l tot 31 Augustus 1926.
Ook do militieplichtigen van vorige
lichtingen, welke een of meejdpre ty'de-
lijke uitstellen van dienst habben beko
men om de hernieuwing or vanwenschen
moeten hun aanvraag tijdeusdezo maand
doen aan den burgemeester hunner ge
meente!
De militieplichtigen der lichtingen
1928 en 1929 (geboren in 1908-1909),
welke de vervroegde oproeping onder de
meske er opuit trekken hij draai
de onwillig het hoofd om, liet de
metalen schaar driftig in de heg
happen. De zon was achter ’n groo-
te wattige wolk vandaan gekomen,
spetterde op al de heg blaadjes, en
’t was nou of die vol vernis zaten.
De kippen spektakelden ineens ach
ter den putrand zoodat Hildje’s
bruin-witte kat er van schrok en
onder door de heg naar ’n greppel
in de klaver vluchtte en Driek
knipte, de voorarmen hoog opgohe-
ven, boven z’n wacht, want de heg
was feitelijk vus te lang vetwaar-
loosd. De middaguren vergleden als
I alle dagen in de landelijke stilte
I rondom. Driek, boven op z’n krui
wagen, overzag heel de omgeving,
wist den stand van ieder gewas, ken
de in do verte den gang van iederen
„,,wS«»uuwu, «.ww j boer, wist ieder koeibeest thuis te
stond ie weer alleen met’t geweldi-brengen, aan ’t bijzondere van ’t
ge plan in z’n hoofd, op z’n kruiwa- loeien.
Maar in z’n binnenste bleef ’t
kei van Nellissen zag ie Hildje, as groote plan onrustig voortwoelen,
en toen Hildje met ’n krijschend
Wiö overtuigd is, goed te decla-
j jmeeren, behoeft dit heusch niet ou-
in j ter een nederig waas te verbergen.
heid. En hij zal eons ons oordeelen.
In esn gezelschap wordt gespro-
ken over een afwezige, die we als
positief-slecht kennen. Ook onze
meening wordt gevraagd, Wat nu?
Terwille der naastenliefde zult ge
niet oordeelen. Bovendien: is het -
wel fair over een aanwezige, die zich i ^udenkrWen - Wie overtuigd 1» een bolleboos ia
niet verdedigen kan te oordeelen? Waarom zijn we toch dikwijlezoo rekenkunst te mjn, geve dit ook
Maar: wat dan? Zwijgen gaat niet. Kan zqn, dat w? het klaar gnoe.
Toch: er bestaan nog wel zoo’n JE*»ra“? «venmensen voor een - -
Boort omwegjes, die leiden naar de stroo“?' 1
hetzelfde doel en die ons voor het D««h tegenover God staan we in ao
hatelijke, liefdelooze waar zijn en s ?n“ talpelooze, naakte, werkelijk- !n
het onvergeeflijke ouwtór.zij'n be- 1 J,®4 .B" h!J F
Van hem alleen hebben wo de Recht-hu
I ze
Even onuitstaanbaar is, in den loop
verbetering- §meeken wij daarom halen dat men absoluut geen ge-
tegenover an^h wees waar, met j
zoo .w doen zelfs onze meest- tekortkommgen Niet blind-
zijn! dit is een met te schatten
weldaad. Want onze eigenwaan kan
ons zoodanig beheerschen, dat ze
ons geloovig voorspiegelt volmaakt
te zijn.
En als een ander hoogstaand per
soon ons welwillend op onze fouten
wijst laten wij dau nederig het
hoofd buigen en waar zijn, al valt
dit waar-zijn ons ook dubbel moei
lijk, waar wij onze tekortkomingen
in kennis van anderen weten, ’n
Openhartig bekennen heeft dan juist
zooveel waarde. En zelfs, als iemand
ons in bitterheid iets verwijt, moe-
»Ik ben prikkelbaar! ik ben
huichelachtig!’’ dat is de zuivere
bekentenis, zonder commentaar.
Niet aldus
»Ja, ik ben wel eens hoogmoedig gegrond.
maar en dan volgt een reeks Van den anderen kant mag ons
verontschuldigen, zoo dat we ten- Je bescheidenheid bij het waar zijn
slotte nog hoogachting voor onzen geen parten spelen.
hoogmoed zouden krijgen. Wie overtuigd is een bolleboos in
Waarom zijn we toch dikwijlszoo de rekenkunst te zijn, geve dit ook
spelen onzen evenmensen
naar zanc^in de oogen te strooien.
voor h t 4 Doch tegenover God staan we i
I onze hulpelooze, naakte, werkelijk- j In ernst en oprechtheid bekonne
r-.-j rn_. i j..,_ 0n j}ocj^ onuitstaanbaar is
et een z. g. bescheiden, doch o,
vaardigheid te verwachten. zoo veelzeggend lachje telkens weer
Laat ons toch vooral waar zijn? ie herhalen «werkelijk ze zeggen ik
tegenover ons zelf, ’t Is immers ons oen ’n talent, maar ik betwijfel het.
eigen waarachtig heil. Wie zijn fou- Even onuitstaanbaar is, in den loop
ten kent, vindt ook het middel ter van het gesp ek aanhoudend te her-
■zoon mensch is.
En dan zijn er ook nog menschee,
die elke seconde van zichzelf ver
klaren, de oprechtheid in persoon
te zijn; meeschen die er ten tijde
of ontijde alles maar uitflappen wat
hun voor de lippen komt zonder
nadenken, meestal hun eigen schun
de tot hun eigen schade.
Is dit het werkelijke waar-zijn?
O neen, dit is lichtzinnige onnaden
koudheid, niets meer; ’n oanad >n
kendheid die belachelijk maakt, in
plaats van achting af te dwingen;
’n onnadenkendheid, die heel wat
krenkingen en heel wat ergenis op
het geweten heeft. Laten wij hopen
lijke!”
»’nne Lekkere man, die op-
spuit!”
Driek gooide de sigaar terug,
haalde de schouders op. Hij zou
maar zwijgen, dan hield ze tenmin
ste d’rre ruzie-moad, want d’r stem
kon ie nie moer hooren, net »’n fip-
ke” van dekerremus! Geduld .maar
over drie dagen, as ie zoo goed as
op sterreve zou leggen!
’t Was ook’t verstandigste, nou
verder gin ruzie meer te maken. As
ie ze nijdig bleef maken,, gaf ze d’r
misschien niks om al ging ie dood.
Hij trok z’n jas uit, ging z’n pijp
van de schouw zoeken, liep er mee
de hofwei in om de hegschaar onder
den kriekenboom te gaan halen.
Hildje was met de leege aardappel
mand ’t moosuis uitgeloopen om
aardappels uit te gaan doen, en zoo
byvii'. uvjl witwit jluw v
gen. de heg te korten. Langs den ak- i
j -
’n ongelukkig verschrompeld from-
iIEUWS- EN ADÏERTENT1EBLAD
BAARL’S
4-0 «c .aasaapar--.ss?i mn
w-*a KMotA&i.awsjaaMne«««reaai kbsmwsu; -
£s.-t dL.A.-=oL:-Mjlr.
nlnu iv» rz\-> ovo Izt'nii-jrn
S. JLA VZ 1 Z «4 JLJ. JLK A. 1/4.2 YÏXJ