11
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Oms*
De Langst-Levende.
I 1 I
Dit blad verschijnt Zaterdags prij‘
Zaterasg 31 Juli 1926
Oh uithuizigheid onzer kinderen. Bij deneen deze drang bewus- meestal
1
Abonnementsgeld f 1.25 per half
jaar. (bij vooruit betaling)
Zoolang men het abonnement niet
opzegt wordt men geacht abonné te
ijn.
of andere
worden
OKUKKJÏh JiTGKVKK
I
wordt er een schikking getroffen.
Soms ook gaat de gevangenispoort
X j; 1
cbegrijn op vreten.
Met ’n enkele ruk smeet ie de her-
rebergdeur bij van Engelen open,
éel meer 15 ct.
swijls herhaald »n
tenminste v are sportliefde hen drijft
ais de sport op verstandige wijze
wordt beoefend en niet ontaardt in
kilometers vr> ten met’n motoren-
gel bij zien of in lichtzinnig geflirt.
i Verfijnd genot; daar is onze jonge
generatie aan verslaafd. Een prik
kelenden drank, meer muziek, sche-
nmromgeving en wat geschetter met
mooi klinkende, maar holle wereld-
j hrasen, dat is zoo 't milieu, waar-
i i onze jongeren hun mooie jaren
oorbrengen. En dut niet alleen de
achteren onder hen, neen, ook de
minderoppervlakkigru
aangetrokkén door dat klatergoud,
door dien lokkenden roep van ’t
genot, en als dan de drank of de
hartstócht den geest verhit heeft,
dan wordt daar zoo veel moois ver
nietigd, bezoedeld in jonge -men-
schen ielen. Dan, onder den invloed
der modaine omgeving zegt en doet
men zooveel dingen waarvan men
later spijt gevoelt.
Zoo vervalt menigeen van kwaad
tót erger. Verfijnd genot kost han
den vol geld. Men verdient niet
naar evenredigheid, dus op de een
-> manier moet getracht
aan geld te komen. Men
wordt tenslotte vaak een dief. Soms
met z’n huishouen te moeien. Daar
om nam ie ’n krant van 't tafeltje,
dee net of ie ging lezen, al had ie
de grootste moeite om de gedrukte
letters goed te spellen. De vrouw
ging weer naar achteren, en toen
dronk ie z’n glas in ééu t mg leeg,
smeet de krant terug op tafel: ’t was
toch allemaal maar over den oorlog
en ’t kon ’m nou niks meer schelen,
al stond de heele wereld iu brand.
Hij zou zich zelf wel bedienen, lie
ver dan de vrouw nog es te laten
komen, en de flesch stond nog naast
’m. Tegen de muur hing ’n verkoo-
pingsbiljat. De Notaris zou morgen
de «Tommet” van Kruger op de
Lagen Aard pekliek verkoopen. ’t
Kou’m ook niks schelen. Hij kon
toch niks inzetten, zonder dat asme-
tiek bultje thuis permissie té vragenvacantie,
Z’n boerenarbeider-schap van ’n t ,J
jaar geleden leek ’m nu ’n paradijs s
toe. Toen streek ie met de Mei z’n I
centen op, zonder dat ie er astebliof j bank
i wordens.'ms mee leven met zijn ovenmenséh.
Venijnige critick is gekomen in
(ie plaats vareeu bartel.; ke waar
deer! g. Zie, en als* men dan weer
die klacht der ouders hoort dat het
jonge volkje toch zoo veel uitgaat
dan komt vanzelf de vraag naar bo
ven: «is hst bij U thuis wel zóo dat
hot den jongen levenlustige^ mensch
ook vermag te boeien”. En dan hoort
men zoo dikwijls antwoorden: «och
van al dat njeuwerwetwche versta ik
niets. Ge voelt zelf dan zoo duidelijk
dat er geen meeleven is, geen aan
passen aan het soms zoo bruisende
jonge menschenlrven Ge jaagt hen
de straat op, doordat ge het niet
aandurft een offer te brengen.
ven, waar de dames gekleed gaan in
w, me
vrouw mode weet uit te denken.
De minst gevaarlijke vorm van
voor hoefde te speulen. Z’n grove
hand omha&kte nijdig ’t glaasje, en
net toen i zich nog es in wou schen
ken, kwam de Meester binnen, de
Meester, die voor z’n trouwp pieren
gezorgd had, die op z’n bruiloft was
kome-i fi-lesjte men, de Maester, die
d. nieuwe huurcontracten voor
Hildje d’r huizen altijd opmaakte,
’t Was Driek of ie ’n goeie vertrouw
de kameraad voor zich zag, ’n
trooster in z’n huwelijksellendé met
Wie ie vrijuit kon praten, eadadelijk
tok z’n si ar geplooid gezicht zich
tot ’n ijgoeden dag”.
«Zo Driek, ge zit er van des
ge goed voor.”
«Ja meneer, ik maak ’t maar
op
«Get groot gelijk ik ook
ze breken-de vloer op.”
’t SLian van de deur, en de stem
van meneer van Dalen bracht vrouw
van Engelen weer achter de toou-
om ’t gerstebier uit da kruik
5 regeïu
Advert
bij coutrac. prijzen bij overeenkomst.
Bij den een is deze drang bewus- meestal van de verkeerde zijde wordt er een schikking getroffen
ter dan bij den ander, maar de be- i leert bezien. f
hoeite is er. En wanneer er nu thuis t Ten slotte dancings waar men I open. En datalles voor vTat’ schiïn-
iets aan ontbreekt, dan. zoekt men i ajn beschaving toont door van i geluk, voor wat avondjes van roc
het elders Daarbuiten lokt en roept j wilden afgekeken dansen te schui j derne ontspanning. Ja onze tiid is
/I r\ ci(atvi rl am wamI zJ - m 1 .1 0 1 1 1 i -»
kleurenschittering. Met d; meest wufte bleeding, (Tie
n i t t' i
eener zachtklinkende dansmelodie
I de moordenaar van het familieleven
1 van d.' Volkskracht, en door de on-
gezellighefd onzer tehuizen wordt
dit vernietigingswerki.og bevorderd
Hei tehuis van z< ovelen rond om
ons heen, beantwoordt niet meer
aan ’.ijn doel. Voor velen dient het
sl chis neg als pension. Man heeft
er goen liefde meer voor, doordat er
gee i zorg m.-er aan besteed wordt.
Men gaat, dineereu in een hotel,
isoudt do familiefeesten ergens in
een lokaal. Want van die kleine in
time familiefeestjes zoo echt «onder
ons” waar vind ge ze nog?
Feest lawaai en feestrumoer, ja
rvaraan emibreekt het niet, maar
waar vind: gé nog die oude hartelij-
k<> geuegeiilmid, hc-t innig-oprecht
Allen, die meeleven met hun tijd hoette is er. En wanneer er nu thuis f
zullen met droeve gewaarwording iets aan ontbreekt, dan zoekt
aanschouwen, hoe het leven onzer 13
jongeren steeds meer oppervlakkig de stem der verleiding in velerlei
wordt. Als een geweldige echo klin- j vormen en
ken de klachten der ouders door de bloemen en feesttooi, door de tonen
wereld over het uitgaan en zoo wei-
nig thuis blijven hunner kinderen in j trekt meu de jongeren uit het huis uithuizin zi;n is nog de sport, als
om ons heen. Zoowel in groote, als
in kleine café’s vindt ge een strijkje
dat lokt en allen tot zich trekt, die
iu hun ziel een onvoldane zucht
naar gezelligheid voelen. Daar zien
we onze jongelui rondom de kleine
tafeltjes met de schemerlampjes.
In luchtige gesprekken worden
levensbeschouwingen vaak geheel
gewijzigd. Ze worden daar boinvloed
door de mondaine omgeving, levens
beschouwingen weggeworpen en
nieuwe opgedaan. Zoo is ’t begin
Men blijft netjes, drinkt soms enke
le glaasjes, maar bij hun thuiskomst
ligt alles reeds ter ruste. Alen be
waart echter z. g. zijn fatsoen.
Maar het duurt niet lang of steeds
meer en steeds heviger begint de
stem der verleiding te lokken Steeds
meer gaat men zich vervreemden
van huis
Eerst is het ’t café, dat ons met
vrienden of vriendinnen zoo’n ge
zellig zitje biedt, dan de bioseuop-
die ons zoo heerlijk kan amuseeren
in zinledige grappigheid, waar we
in het leven leeren kennen zooals
het is waar men de soms zoo in
gewikkelde vraagstukken vooral in
’t huwelijksleven éézijdig, en
ging op de bank onder de medailles
van de handboogschutters zitten,
naast de toonbank. D’r was niemand
in de herreberg. De stoelen stonden
fatsoendelijk tegen den witten muur
op den zand-bestrooiden vloer. Maar
't duurde niet lang, of de vrouw
kwam uit de huiskamer aanloopen,
terwijl ze d’r handen aan d’r schort
afdroogde
„Dag Driek.”
«Mijn ’n brandewijntje.”
«Met suiker?”
»Neeje, recht op en neer.”
«Asteblief Driek.”
Ze liet ’t witte vocht in ’t plompe
glaasje loopen, begon onderwijl te
spreken over ’t weer, over de
dorsohmachine van vanGerve, vroeg
ofDriek naar de stad moest en Driek
wenschte ze naar de weerlicht. Zin i
vormen en
onze dagen. Nauwelijks thuis, klaar geziu weg. Zien wij maar eens rond
van hun werk, of’t is vlug wat ver-
kleeden, in de haast iets gegeten en
uit gaat het weer.
En dan zoekt men dikwijls de oor
zaak van deze uithuizigheid der
jongeren steeds, maar ’t liefste daar
waar ze toch eigenlijk niet ligt.
Veelal krijgt de moderne tijd de
schuld, of zelfs men tracht nog door
banale uitvluchten hun gedrag en
eigen tekortkomingen te veront
schuldigen. Is het echter werkelijk
ernst met uw wrnsch, om te trach
ten deze geweldige 1 ivensvervlak-
king tegen te gaan, zet dan moedig
het mes in de wonde en ga met ons
eens na, wat wel de oorzaak kan zijn
van dezen uitgaansdrang onzer jon
geren. En dau zien we klaar en dui
delijk, dat in de ongezelligheid on
zer tehuizen voor een groot deel de
oorzaak ligt van hunne uithuizig
heid.
Immers, gelijk een jonge teere
plant behoefte heeft aan zon en
warmte, zoo ook hebben jonge men-
schen behoefte aan een gezellige om
geving, waarin hun jonge, soms
zoo hooggestemde zielen gekoesterd
kunnen worden in da stralen eener
innerlijk-gelukkige stemmigheid.
4
Daar was ie op den keiweg, waar
in de verte Merijn van Duuren met
de melkkar afkwam. Die liep er nef-
fen te fluiten da kon ie net zoo i
goed laten. Driek floot ook nie
die kon Sluiten naar ’t testament op i
de langst-levende!
«Aah Driek! Manneke van goed
leven!”
»Dag Merijn!”
Jawel «manneke van goed leven”
’t was om uit oe vel te springen. As
ie volgens z’n gemoed te werk ging,
riep ie ’t hardop deur ’t dorpgullie i
lieget, gullie lieget mijn vrouw i
ia ’n akelijk gierig inhalig mechieu.
Maar wa stak ie daarmee iu z’nne
zak? Zwijgen, zwijgen moes ie, z’n j in praten had ie nou ineens weer nie.
As ie begon te spreken, kon ie nie
anders as over Hildje aan de gang
gaan en geen man hoefde z’n eigen
IS- E8 ADVERTEh
ij
.-BIK*
Minstens
BAARL'!
-‘va..-irKrutUBaamnn '«ear’.~a .‘‘nacasvwn - rwiv--
J— U.. J-- J- 1