Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog en Omstreken
Oome Bert.
1
Zaterdag 12 Juni 1926
21 ste jaargang fito 24
11 Dit blad verschijnt Zaterdags
Van Huybergen naar Pontianak.
door Br. Switbertus (P. Gulickx)
I Welk veeslag.
tv
was en d’r viel bij mijn te erven,
voor 'i
begonnen
4
Prijzen der advertentie’» Mnstens
5 regens 75 ct. Elke regel meer 15 ct.
Advertentie’» dikwijls herhaald en
bij contract prijzen bij overeenkomst.
Abonnementsgeld f 1.25 per half
jaar. (bij vooruit betaling)
Zoolang men het abonnement niet
opzegt wordt men geacht abonné te
fijn.
’t groote park, de naam ben ik kwijt
maakten we voor ’t eerst kennis
met de verschillende soorten Indi
sche boomen, Groot is ’tpark en de
aanleg heel mooi. Midden tusschen
de bloemperken en struiken was
men overal bezig met zuiver houden
en begieten. Die bruine blinkende
ruggsn gaven aan ’t heele park ’n
eigenaardig cachet. Verder viel mij
ook op, dat de paden er alleen maar
waren om ze zuiver te houden, ter
wijl ’t gras diende om over te loo-
pen of te rijden. Hiér ook maakten
je reed, merkte je er niets van,
maar als de auto midden in de stad
’ns stilstond voor ’n toko (winkel)
of aan de hoek van ’n straat dan
voelde je pas hoe warm het was (en
hoe ver.) Ook dit laatste. Laat ’t dan
JU UB vél Schillende haven, die we
zijn zoo wat I aandeden, ook nog zoo mooi zijn
illiin Vaa>. U I i:iT_ a
Congr. Huybergen.
Pontianak 28 April 1926
5# Brief.
Eindelijk komt dan ’t vervolg
yan m’n brieven. De laatste schreef
ik op de boot voor Ceylon. In den
voormiddag kwamen we te Colombo
aan, de eenigste plaats waar onze
pas geviseerd werd, voor we aan
land wilden. Jammer dat onze tijd
zoo kort was In onze reisgids stond
’t eiland aangegeven als ’n zeer
merkwaardig eiland, rijk aan be
zienswaardigheden. Wij hebben er
maar enkele van gezien, o. a. de
Wolvendaalsche Kerk. Vroeger be
hoorde dit eiland ook tot de Hol-
landsche koloniën, zooals verschil
lende eilandeu van onze Oost. Van
daar nu nog steeds straten met zui-
eerste groet ’n telegcam van ’t
Gouvernement, om in Sabang af te
stappen en zich naar Kota Radja te
begeven. Als de nood aan den man
zou komen, konden zij in de bres
springen Je begrijpt, dat zoo’n te
legram niei zoo welkom is. In Sa
bang maakten we ook kennis met
de pastoor van K. Radja, P. Augus
tinus, Hij bracht bericht mee, dat
er pas weer ‘n aanval van de Atje-
hers afgeslagen was, ‘n paar dooden
de c fficier licht gewond en ‘n tien
i -soldaten nog al ernstig. Een kwam
|e kennis met de flinke hitte. Als zelfs stervend aan, ‘n klewangslag
“erkte je er niets van, had de helft van z‘n schedel wegge-
I nomen. Met die Atjehers zijn ze
I vooreerst nog niet klaar.
Vervolgt.
ziekenhuis en voor dien tijd moesten
ze zakerheid hebben. Heel de familie
zat verslagen te luisteren naar 't
zorgwekkend nieuws en ze vonden
’tin koor .min” .laag” en .astrant”
van zoo’n meid, om op iemands
dood te gaan leggen loeren.
»Ze had ’t mijn motten bak
ken.”
»Ad ’nne pliessie gent geroe
pen.”
„Ze had van mijn de piespot
op d’rre kop gekregen, zuo wetach
tig ak ier zit!”
Truus keek met fonkelende oogen
haar man aan, die ineens z'n kome-
dte-bescheidenheid had afgelegd
.Nou ja de centen van Oome
Bert! Dat mag ie gerust vragen.
Ieder zoek z'n belang. As ie arm
was zou ik z’n verzorging betaleh,
de Hollanders, is de Hollandsche
taal gebruikt voor de verschillende
grafschriften ’t Is de oude taal en
schrijfwijze der 17® eeuw die op de
grafsteenen gebeiteld is, in de kerk,
zeer duidelijk is ’t nog te lezen: Hier
rust enz. Het doet je Hollandsch
gemoed goed, als je zoo midden in
’n vreemd land weer je taal te staan,
al is ’t dan ook op grafzerken. Echt
Hollandsch ook zou ik bijna zeggen,
dat de katholieken, die toch de kerk
gebouwd hebben, er netjes af mo
gen blijven. Evenals in Holland heb*
ben ook hier de protestanten zich
de kerk als rechtmatig bezit en erf
deel toegeëigend en de katholieken
zooyeel in hun vermogen was .den
7
Jaantje Boom! Ze voelde zich
machteloos en ze zou maar liefst
weer beginnen te huilen toen ze Wies
ineens de gang in zag loopen om d’r
hoed op te zetten
.Waar gaade gij naar toe?
’n Paar blominekes voor ’m
halen”, zei Wies heel gedecideerd, J
.geen mensch van ons is zoo artelijk I
geweest, om ’n bpuquetje blomme- ’n bietj
kes voor ’m mee te brengen.” Illestra
»Doe ta nou nie Wies, daar r”
draait ie z’n and nie voor om” en JO8 enen Gerrit dichter
w; <a an “U11t schdlen zei rond de tafel en fluisterend begon I kroon is toch al gauw" genoeg
zien an 06^ 16 m a art t Lièn onder den ingehouden adem I iemand z’n hoofd atgc“:n:
m r i j, i. 7au anderen famelieleden, alles I tegenover d’r broers wou
Maar Lien trok dr aan d’r mouw haarfijn te vertellen. Ze zou er nie I
luierde nog aan d9 deur van >t had dVop a’ppirip^
(en
schop” gegeven.
Geheel annders van bouw en ver
siering is de Boedhatempel. Je komt
er voor aan en dadelijk heb je rond
je ’n paar kooplui in bloemen, lotus
bloemen bij voorbeelden andere, die
door de Boeddhisten geofferd wor
den. Voor de ingang staan ’n paar
wachters, die je duidelijk maken,
datje eerst je schoenen moet uitdoen
wil je binnengaan. De tempel bestaat
uit ’n kamer ongeveer 10 m. lang
en 6 m. breed. Hier omheen is ’n
omgang van enkele meters breed.
Heel de ruimte plafond even goed
als de muren is bezet of wel met
beelden, of wel met schilderijen,
voorstellen de espioden uit ’t leven
van Boeddha.
In de kamer bevindt zich ’n reu- I
zenbeeld van ’n metei’ of 8 lang,
voorstellend .Ie liggende Boeddha
De onderarmen b. v; uua. uu 4UO moo) z
ver Hollandsche namen Ook in bo- ’n halve meter middellijn.- Voor “tl voor d7n nieuweling
vengenoemde kerk, gebouwd door beeld de offertafels, waar onder veel zoo’nÜpontUotid als ’n noodzakelijk
de Hollende™ buigingen door de bezoekers bloe-1 kwaad, iets wat er eigenlijk niet bij
men geofferd worden. In de om-I moest zijn, omdat’t je des langer
gang staan bij de ingang twee groo- I zan ’t doel der reis afhoudt. De «eli
te staande Boeddha’s, terwijl de an- I de middag vertrokken we weer en
dere beelden zittende Boeddha’s I bereikten over heel kalme zee den
voorstellen en ook enkele vereerders. I 20sten Sabang. Onderweg passeer*
Door onze gids werd, aan de hand I den we hesl dicht het s. s. Indrapoe-
TD&n j-n schilderijen ’t leven van I ra, dat op z’n eerste reis terug naar
Boeddha verhaald, maar daar zal ik I Holland keerde. Als je zoo’n boot
niet veel van vertellen, want ’t ge- I passeert, merk je pas datje nog niet
sprek werd gevoerd in ’t Engelsch, I zoo langzaam gaat. Ze varen beide
welke taal ik niet machtig ben. Wel I zoowat Ï5 mijl per uur. (1 mijl ruim
grootsch en merkwaardig is dit ge- I 1 8K. M.) In Sabang hoorden we j
bouw, maar ik was toch blij, dat ik I voor ’t eerst de strijd in Atjek weer
m n schoenen weer aan kon trek- I begonnen was. Enkele passagiers
ken, en dat ik na'n kwartiertje rij- I reserve officieren, die van verlof
den in ’n echt Europeeschen tempel I naar Indië terugkeerde en weer aan
n fleschje limonade kon offeren. In I hun werk wilden kregen hier als
logeerkamertje, terwijl de heele fa- I Heimelijk was 't d’r angst, die d’r
milie naar d’r keek I deed spreken, d’r angst die d’r ge I
»Me motten as broers en zus- I meene zaak met allemaal deed ma- I
ters onder mekaar es praten I ken, want de bruukse vraag van I
maar eh” toen keek se langs I Oome Bert had d’r vermoeden om- I
de hoofden van Bertus en JetjeI trent Jaantje Boom, z’n waschmeis- I
»d’r is ’n bietje te veul dak op ’t uis I je zoo goed als tot zekerheid ge- I
■Wies” I maakt. Ze vertelde van de praatjes, I
.Kinderen gaad es eventjes I die er in de stad geloopen hadden, I
naar Stien in de keuken.” I as ze loog, dan loog ze in commissie
Gehoorzaam stonden de kinde- I maar, wat ze vanmorgen vroeg van
,ren °P* I achter ’t gordijn aan den overkant I
*7 Nfraag maar aan Stien of ge I van de straat met eigen oogen gezien
u’ ’‘je mag kijken in deKatteliek had, daar zou ze d’r vingers voor s
Illestratie.” I durven opsteken. Zij kon geenen
Toen schoven Lien en Da en Wies duuvel op d’r hart smoren ze had
’t eerst willen verzwijgen, want de
j vaa
enomon, maar
1 ze nie
konkelen of knoeien. Samen moes-
ovei geaaont nebben, as Wies nie op I ten ze 'bespreken, wat er gebeuren nou ie rijk is, mot ie de keizer geven
blommekes uit had willen gaan, dat I moest as Oome Bert hemelde. Nog j wat des keizers is. As ik ongetrouwd
j anderhalf uur, don ging ie naar ’t j was en d’r viel bij mijn te erven,
BH
•2
BAARL’S
alEllWS- EN ADVERTENTIEBLAD
DRUKKER UITGEVER
BZJJfcC -F KB.A. UTIMILJHJJFOö
1
I On» land teh drie veeslagen: Het
I fi iesch-hollandsch «eetlag, dat Zwart*
I bont geteekend is. Het Maas- Ryn- en
I Yselvoe Rood-bont en het Groninger
I Blaarkop vee. Welk dezer drie is wel het
I b st geschikt voor onze zandstreken. De
I keuze hieruit is niet gemakkelyk. Daar*
I orn zullen we in 'tkort de kenteekenen
I van elk nagaan.
Het Friesch-Hollandsch ree vindt men
I vertegenwoordigd in Friesland, waar het
I een zeer veredeld veeslag is, met hooge
I melkgiften en boog vetgehalte. Het is
I groot, iets hoogbeenig vee mot geringe
I borstdis te. Het is wat onregelmatig
van bouw, schraal, scherpen hoekig. De
gemiddelde melkopbrengit varieert van
4000 - 5000 L. met een vetgehalte van
3.32 - 3 60, hetgeen over een geheel jaar
I genomen boog is. In Holland heeft men
dit veeslag wat meer in de vleeschrich-
tiug gefokt. Het blyft echter een vee dat
riHM. - ir - - - T rwi Ti-|i~-
vèraC-hillendé llaVfü, uie